Mogelijke verklaring voor de dubbele piek in de registratie van de magnetische anomalie bij de waarneming in SKW op 9 October 2008 De optredende dubbele piek in de registratie van het magnetische veld is te verklaren als het gevolg van de voortstuwingsveldverdeling in de ruimte rondom de UFO. Deze veldverdeling verplaatst zich samen met de UFO en beinvloedt de omgeving tijdens zijn verplaatsing in verschillende opeenvolgende fazen te weten eerst een sterketoenametijdens het naderen van de meetopstelling,vervolgens de depressie bij het pal erboven verschijnen om dan een tweede toename te produceren in het verwijderen van de meetplaats. Het betreft hier het gravitatiegedrag van het voortstuwingsmechanisme . Dit gedrag werd reeds in de literatuur behandeld door IllobrandvonLudwiger in zijn boek *Der Stand der UFO Forschung * waarin de krachtwerkingsgedrag op bomen en voorwerpen in de omgeving omschreven wordt. De gemeten magnetische veldverdeling verloopt nu identiek aan die van het gravitatieveld om de eenvoudige reden dat de magnetische componente van het E-M veld juist het gravitatieveld opwekt. Wanneer nu de UFO met zijn begeleidende velden over de meetsite vliegt zal die het gemeten verloop met 2 pieken met daartussen liggende minimum achtereenvolgens in het tijdsverloop van het passeren registreren. Voorstelling van veldconfiguratie en het verschuiven ervan overheen de meetsite
Jan De Ceuster
Bijlagen:
Categorie:NIEUWS VAN JAN ( NL)
Werkgroep Instrumentele Ufologie
J. De Ceuster
10 October 2015
Gevoeligheid van de massa-veer gravimeteropstelling
Bepaling van de gevoeligheid van de massa-veeropstelling als detectiemogelijkheid voor Ufo fenomenen
De stuwkracht die een Ufo van 30 Ton ( gegevens uit het expertise onderzoek van de ufowaarneming door Marius De Wilde in Quarouble (Valenciennes –France) moet leveren om te kunnen zweven tegen de aantrekkingskracht van de aarde in wordt gegeven door de betrekking
F(Newton)= Massa(Kg) . g (m/sec^2) =30000 x 9,81 = 294300 Newton
Uitgaande van deze waarde en stellende dat de gravimeter nog een meetbaar signaal geeft bij een verplaatsing van 0,1 voor de meetmassa , zou dit betekenen dat de hoogte waarop de UFO nog zou gedetecteerd worden gegeven is :
Dx= rek van de veer bij g=9,81 m/sec^2 is 12,3mm dit wil zeggen voor
1mm is dit 9,81/12,3 = 0,794 N of voor 0,1mm wordt dit 0,0974N
Rekening houdend met de kwadratische verzwakking in functie van de afstand komt dit op een afstand van
r^2 = 294300N/0,0974N of r= 1925m
We kunnen dus concluderen dat een UFO boven het meetstation tot een hoogte van 2000m goed te detecteren valt met een veer-massa gravimeter met veerkonstante van 793N/m en een meetmassa van 650 gram. Deze opstelling geeft responsies met een resonantie frequentie tot ca 14 Hz. Deze bandbreedte van de meetopstelling is ruim voldoende om het impulsvormig gedrag van UFOs waar te nemen .( zie onderzoek van Ray Stanford waar frequenties van 6Hz tot 12 Hz gemeten werden in de frequentie analyse van het gravitatiesignaal)
Een passerende Ufo op 930m hoogte , zoals dit het geval was tijdens de waarneming in Sint Katelijne Waver in 2008, zou met de bestaande opstelling een afwijking van de meetmassa veroorzaakt hebben van ca 4,2 mm.
J. De Ceuster
Dir. Ufoscience Research BUFON
|