Het schijnt dat de oude groote hofstede een overblijfsel dier heerlijkheid is of dezelve vervangt
Burgemeesters 1799
of Maire de Rolleghem
In 1769 werd te Moorsele Constantin France Vandermeersch geboren, hij trad in het huwelijk met Marie Theese Everaert en woonde op de plaatse. Hij bleef burgemeester en wierd lid van den Provincieraad, en stierf in 1849.
Van 1849 tot 1866
De zoon Constantin Vandermeersch
Van 1866 tot 1870
Joseph Warrot hij gaf onmiddelijk ontslag en August Herbau was dienst doende burgemeester.
Aanwinsten VI 2126: renteboek vander heerlichende van Moorenackere bestreckende op diversche gronden van erfven daer afgehouden die ligghen in de prochie van Curtrycke. (1601) f°7 n°23.
Beschrijving: stick landt ghenaemt pappaertstick palende metter oostzijde jeghens ’t lant van Willem de mispelaere, metter zuutzijde en de noortzijde jeghens ’t lant ende meerschelken van J. vanderolancke, ende metter westzijde jeghens ‘t voors. Pieters lant.
Aanwinsten VI 2126: renteboek vander heerlichende van Moorenackere bestreckende op diversche gronden van erfven daer afgehouden die ligghen in de prochie van Curtrycke. (1601) f°6 n°21.
Beschrijving: landt van omtrent achthondert…. Ghenaemt pappaertsbusch palende metter oostzijde jeghens ’t lant van weduwe Gillis Carotte in Curtycke, metter zuutzijde jeghens Jans Vanderplancke tangheveldeken (hooghste) metter westzijde jeghens Jans nederste tangheveldeken ende metter noortzijde jeghens Willems misplaers lants.
Monografie van Rollegem blz. 98. De behuisde en omwalde hofstede de Paddebrouck genoemd in 1629 als eigendom van de weduwe Claus de Smet; de hoeve is te situeren aan de noordzijde van de Rollegembeekstraat.
Fonds D’Ennetieres 2400: cfr. Situering op plan
Fonds D’Ennetieres 2408: Claeys de Smet had een behuusde hofstede ende bogaert genaempt den paddebrouck.
Padde: het dier, de pad.
Broek: moerasland, Algemeen Vlaams Idioticon L. Scheurmans (Bijvoegsel) blz. 54. Op vele plaatsen heeft men eene streek die men “het broek” heet; aldus noemt men de porlachtige landen of moerassige gronde, rotte modderachtige plaatsen, waar weinig goed gras maar veel biezen, lis of riet groeit: een goed milieu voor de padden?
Woordenboek der toponymie Du Flou: deel 11, blz. 191: hofstede te Rolleghem.
Fonds Colens: 206 leenboek van Cortryck (1649) blz. 51: vermelding van de hofstede Neckers.
Studie Kortrijkse persoonsnamen in (1350- 1400 )Frans Debrabandere blz. 323 n° 1419: Neckere, De
In Kortrijk 1394: Heine Sneckers D f 77v
1397: Heine de Neckere SR 6 f 34
1399: Le maison Henri Neckers devant le vies chastel LI f 13.
Kortrijkse persoonsnamen omstreeks 1400 Frans Debrabandere blz. 143 n° 581: Necker, De. 1414: Mauye Shokers es ghehuut met Janne den Neckere W3 f° 117 V°
1426: in de zelve strate een huus….. tusschen Symoens en zamen…… ende Willems Neckers.
Nicker, necker „waterelf, watergeest, kabouter…. De naam wird reeds in de Middeleeuwen op de duivel overgebracht……….. zo zwart als een nikker” (MW IV, 2451)
Woordenboek der toponymie Du Flou: deel XI, blz. 57, wijk van Rolleghem en Belleghem.
Atlas der Buurtwegen: Muynkendoornstraat: weg nr. 6
Verwijs en Verdam blz. 1893: moniken (monken, muniken, munken) ww. = tot monnik maken. Kil. Muncken, Munck = een monnik.
Westvlaams Idioticon de Bo blz. 630 munken: mv. langs den grooten steenweg van Brugge op Kortrijk vond men vroeger uitgestrete bosschen waarvan er een gedeelte nog bestaat op de gemeenten van Wynghene en Ruddervoorde. De bosschen hieten en heeten nog de Munken, dit is de Munkenbosschen, omdat zij toebehoorden aan de Duinheren van Brugge of Munken van de orde der Cisterciensen.
Op Wynghene langs den steenweg ziet men heden een kasteeltje de Munke genaamd, dit was vroeger een landhuis voor zieke munken (moniken) om daar hunne gezondheid te herstellen.
Parochieblad van de Bellegemse april 1982 nr. 14 (heemkunde: de Bellegemse straatnamen.) Het gaat hier om de “Heerlijkheid van Muynkendoorne” Tot nu toe kan nog niemand zeggen waar die heerlijkheid precies lag. Zeker niet in Bellegem, misschien in Rollegem. Volgens sommigen gaat het hier om het goet “Ter Muynken” t.t.z. het goed der monniken van de ST.- Pietersabdij te Gent. En…… wat komen die “doornen hier doen?.......(doornbos) Het is (was) de langste straat in onze streek. Ze begint op Walle en loopt nog tot Dottenijs.
Fonds D’Ennetieres 2400: de behuysde ende bewalde hofstede de mote oock bewalt met den boomgaert voor de poorte daer de schuure opstaet. (dit komt overeen met het hof van Rollegem.
Mnl. mote = ophoping van de grond, aardheuvel ( Gysseling Top. Oudenburg n° 202) West-Vlaams aardhoogte, gewoonlijk met een gracht omringd. (volgens De Bo, 625). Woordenboek der toponymie Du Flou: 1135 Mot(t)e, Mothe: naam van menigvuldige feodale heuvel, leenen en heerlijkheden in vele gemmenten van Artesië. Ook te Opwijk (Lind. 120)
Woordenboek der toponymie Du Flou: deel X, blz. 1109: weg te Rolleghem.
Atlas der Buurtwegen: Mortagnestraat, weg nr. 16
Parochieblad van de Bellegem: april 1982 nr. 16: Mortagnelaan: op de plaats waar nu de woonwijk ligt, was er voor 200 jaar een betrekkelijk groot bos: “ Bosch van den goeden ter Mortaignen”.
Het was ongeveer 4 ha. Groot: het volk noemde die bossen: de Mortagnebossen. Het goed van het “Hof” te Mortaigne is, zoals iedereen weet nu de hofstede van Robert Vandeputte.
Mortagne is ook een persoonsnaam. Studie van de Kortrijkse persoonsnamen door Frans Debrabandere blz. 316-317 n° 1384:
Van Mortaegnen, in Kortrijk: 1424: Rugger Van Mortaignen bijvoorbeeld. R5 Blz. 9 Naar het leen genoemd. 1365 Jan Van Riemslede tleen dat men heet Mortainge groot xlii b, een vulle banc van scepenen
(in Bellegem)
Woordenboek der toponymie Du Flou: X, 1104-8: Mortagne (1278); leengoed te Belleghem, heerlijkheid in Kerkhove (16de eeuw); het mortaensche (1439); heerlijkheid in Aalbeke, Bellegem en Kortrijk-Buiten. Moen ligt halfweg tussen Bellegem en Kerkhove. Carnoy (2) noemt nog een Mortagne in Forest-les-Frasnes (Henegouwen); ook in Frankrijk is dit toponiem zeer verspreid, in département du Nord, Pas-de-Calais, Orne en Manche.
Aanwinsten VI 2567: aanduiding van de naam op schets.
Aanwinsten VI 2126: renteboek vander heerlichende van Moorenackere bestreckende op diversche gronden van erfven daer afgehouden die ligghen in de prochie van Curtrycke. 1601
Blz. 4 n° 14: Willem Vanderplancke lant ende buch ghenaemt den moraelbuch paelende metter oostzijde jeghens zijn zelfs naervolghende meersche, metter zuutzijde jeghens Jan Vanderplancke meersche
Moraelmeersche, metter westzijde jeghens voors. Jans moraelbusche, ende metter noortzijde jeghens voors. Willems halfbundere.
Zoals hier kan afgeleid worden is het moraelbosch verdeeld in verschillende stukken die ook moraelbosch worden genoemd maar in verschillende handen zijn (ofwel van Willem Vanderplancke ofwel van jan Vanderplancke )
Kaarten en plannen : 1107: langs het elleboghestraetken langs de straet van Rolleghem naar Cortryck.
OSAK 860: te Gavere in Deerlijk had een achterleen in Rolleghem genaemt ten Morenackere(f° 331)
Woordenboek der toponymie Du Flou: deel 10 blz. 1041: den Mooren acker: heerlijkheid gehouden van de Collegiale kercke van St.- Salvators tot Harelbeke.
Aanwinsten VI 2126 renteboek vander heerlichende van Moorenackere bestreckende op diversche gronden van erfven daer afgehouden die ligghen in de prochie van Curtrycke. 1601 blz. 6, n°20:
Zijn hofstede ghenaemt Moorenackere met de oostzijde jeghens de straete streckende van Curtryke naer Rolleghem, metter jeghens zuutzijde zelfs Alfstick landts, metter westzijde jeghens zijn perboomstick, ende metter noortzijde jeghens Jan Vanderplancke hooghste tangheveldeken.
Woordenboek der Nederlandse taal blz. 1104 moor: ook nog bekend in den vorm van “more” ontstaan uit modere.
Moorenacker: moerland, ook moerassige of drassige bodem, moeras, veengrond.
Monografie van Rollegem blz. 54: Jan Callens had een paar bunder grond genoemd; “de mipelaer”.
OSA 1202: Oorkondenboek van de Groeningeabdij f° 256 n° 98: landt ghenaemt de mispelaer, palende met de oostzijde, jegens de heulendyck, met de zuytzijde jegens ’t landt van Pieter Verhelst en met de westzijde jegens de straete leedende van den screyboom naar den lerberchboom.
Verwijs en Verdam: mispelare = mispelaar, mispelboom, mispelstruik.