Dat het niet eenvoudig is om in de voetsporen van je vader te treden, die zeven keer wereldkampioen werd,
heeft de betreurde Geert De Vlaeminck aan den lijve ondervonden.
Reeds op zeer jonge leeftijd werd steeds de vergelijking gemaakt met vader Erik en nonkel Roger.
Het bleek dikwijls een te zware last voor de nochtans klasrijke Geert.
De successen van Erik inspireerden Geert op jeugdige leeftijd om het ook als renner te proberen.
Met succes overigens want zowel bij de nieuwelingen, juniores en liefhebbers werd hij provinciaal kampioen in het veldrijden.
Ook op de weg kon hij als jeugdrenner meer dan zijn mannetje staan.
Maar de lat wordt zeer hoog gelegd als je de zoon bent van de beste veldrijder aller tijden.
Na enige tijd keerde hij, op aanraden van nonkel Roger en zeer tegen de zin van vader Erik,
het veldrijden enigszins de rug toe en koos meer voor een carrière op de weg.
Hij werd prof in de ploeg Isoglass-Garden Wood waar nonkel Roger sportbestuurder was.
Na een jaartje bleek dat de frêle Geert nog niet profrijp was en hij keerde terug naar de amateurs.
Waar hij opnieuw de draad van het veldrijden oppikte en met succes.
Zijn sportieve hoogtepunt bereikte Geert De Vlaeminck in januari 1993 toen hij
in het Limburgse Houthalen de Belgische veldrittitel bij de amateurs behaalde.
Een fiere vader, bondscoach, keek aan de zijlijn goedkeurend toe.
Het vernieuwde enthousiasme kreeg in de daaropvolgende zomer een flinke deuk toen
Geert opnieuw geconfronteerd werd met een opspelende knie.
Een vervelende blessure die de voorbereiding op het nieuwe veldritseizoen danig in de war bracht.
Maar Geert wou iedereen bewijzen dat hij een waardige nationale kampioen was
en van zodra de dokters het licht op groen zetten,
trainde hij als een bezetene om de opgelopen achterstand zo snel mogelijk goed te maken.
En dat leek te lukken want vroeg in het seizoen behaalde hij zijn vijftigste veldritzege uit zijn loopbaan te Zingem.
Maar dan sloeg het noodlot toe.
Op zaterdag, 9 oktober 1993 verscheen Geert aan de start van de gereputeerde veldrit van Heist-op-den-Berg.
Hij zou er voor het eerst dat seizoen de degens kruisen met de grote jongens.
Na een snelle start van Danny De Bie hield Geert goed stand in de kopgroep.
Maar in de derde ronde gebeurde het… Plots stuikte Geert zonder duidelijk aanwijsbare reden zwaar ten gronde.
De hulpdiensten waren snel ter plaatse en startten onmiddellijk de reanimatie.
Tot eenieders verbijstering kon echter geen hulp meer baten.
Een fatale hartstilstand velde de jonge kampioen.
’s Avonds kon een zwaar geëmotioneerde vader Erik, in het Imelda-ziekenhuis van Bonheiden,
enkel het droeve nieuws meedelen aan de intussen massaal verzamelde pers.
Op vrijdag, 15 oktober 1993 droeg Eeklo zijn veel te vroeg gestorven wielerkampioen ten grave.
In het bijzijn van vele grote wielerkampioenen, zoals een Johan Museeuw,
Patrick Sercu, Albert Van Damme, Romain De Loof, en vele anderen.
De vraag hoever Geert het ooit zou geschopt hebben als wielrenner kon nooit beantwoord worden.
(Mark Van Hamme)