IN- EN UITTREDINGEN
De eerste klappers van in- en uittredingen verschenen al in 1996-97, nog tijdens het werk aan die van de burgerlijke stand. Toenmalig archivaris Erik De Smet had dus toen al gezien dat deze lijsten van fundamenteel belang zijn om de levensloop van een groot aantal mensen te kunnen reconstrueren.
Tot 1846 werden de nieuwe en de vertrekkende Eeklonaars tweemaal geregisteerd: een eerste maal uitgebreid in een officieel aktenboek, en nadien op telkens één regeltje in een register, dat vooral diende om de maandelijkse statistieken op te stellen. Het spreekt vanzelf dat de akten heel wat meer informatie bevatten, maar jammer genoeg beperkten de eerste uitgaven zich tot de registers.
In de genoemde jaren verschenen drie deeltjes in de Eeklose Bibliotheek: Intredingen 1826-1849, Uittredingen 1826-1849 en Intredingen 1850-1860, telkens voorzien van inleiding en statistisch overzicht. Nadien raakte de onderneming op de achtergrond door de grootscheepse uitgave van de burgerlijke stand. John Meirezonne tikte weliswaar nog vijf deeltjes bij elkaar (1860-1901), maar die kwamen niet verder dan één ingeniet exemplaar voor de leeszaal.
Ondanks de dikwijls erg beknopte aantekeningen in de tellingen zijn de in- en uittredingen nochtans van vitaal belang voor genealogen, o.a. om te weten te komen waar een voorouder vandaan kwam. Toen de dienst Burgerzaken eind 2011 de vervolgdelen 1901-1940 aan het archief overmaakte, was de beslissing voor een vernieuwde uitgave dan ook snel genomen.
De uitgave 1818-1940 (want het eerste aktenboek begint acht jaar eerder dan de registers) werd gepland in acht delen, met telkens twee delen voor 1818-1860, 1861-1900, 1901-1920 en 1921-1940. Geschatte totale omvang: zowat 1700 pagina's.
De herwerking/aanvulling van de 19de-eeuwse delen kon relatief snel gebeuren: eind maart 2012 stonden de vier forse banden al ter beschikking in de leeszaal. De vier resterende banden kostten John Meirezonne en archivaris Freddy Pille heel wat uren, maar stonden in juli 2012 al in de leeszaal.
Deze uitgave komt niets te vroeg, want vooral de 19de-eeuwse registertjes verkeren in een lamentabele staat, door het gebruik van sterk verzuurd papier. Over enkele decennia zijn die wel al volledig verhakkeld. Eigenlijk zouden die dringend ingescand moeten worden, maar zo zitten er in het archief heel veel documenten …
(Freddy Pille)
|