Kenzaburo Oë
(1935) kreeg in 1994 de nobelprijs voor de literatuur. In eigen land is hij ondanks
zijn populariteit, omstreden. Oë gaat in
zijn werk politiek gevoelige thema's namelijke niet uit de weg. Zo zijn het
einde van de Tweede wereldoorlog en de rol van de keizer belangrijke thema's in
De dag dat de keizer hoffelijk mijn tranen droogde.
Ik besefte dat
ik ontelbaar veel boeken heb gelezen over WO2, over oorlogstrauma's, etc. Maar
nog nooit een roman vanuit de Japanse belevingwereld. En daar gaat dit boek nu over.
De 35-jarige ik-figuur dicteert vanuit zijn ziekenhuisbed (sterfbed?) (in een
psychiatrische inrichting?) zijn testament, zijnde een "histoire
contemporaine" waarin zijn vader, extreem keizergezind, een hoofdrol
speelt. Terwijl zijn moeder de doem met zich meedraagt dat haar vader wegens
hoogverraad tegen de keizer ter dood is veroordeeld. (Aan deze doem gaat de
ik-persoon tenslotte ook ten onder).
Volgens het
nawoord (dat TE LEZEN is) moet dit boek gelezen worden als een kritiek op de
Japanse keizer. Het keizerschap is iets dat Japan en Japaners aan handen en
voeten bindt. En dit komt tot uiting in deze roman. Schrijnend en hard. Rouw
geschreven met een groot psychologisch inzicht dat de personages zelfs voor
ons, westerlingen, toch nog mensenlijke maakt. En ondanks de voor ons
irrationale reacties en handelingen toch nog begrijpbaar. Oë is een literair
supertalent.
Kenzaburo Oë
is geen politiek activist maar een schrijver die geen enkel onderwerp uit de
weg gaat. Hij legt mensen en culturen onder een microscoop en beschrijft dit
meedogenloos. Daarnaast heeft Oë bijzondere literaire kwaliteiten en
psychologische inzicht. Dit boek heeft mij aangegrepen en een onuitwisbare
indruk op mij achter gelaten. Ondanks ik het al heb horen vertellen, heeft
vooral dit boek een aanvullende dimensie geöpenbaard om de rol van de Japanse
keizer in WOII in te schatten. Het is geen gemakkelijk boek. Het vergt
inspanning en soms wat doorzettingsvermogen. Maar het is uiteindelijk een
belonend boek. Een 6/10 !
|