Het klonk mooi achteraan. Hypnose, gezinsmoord en een hoop verwijzingen naar Stieg Larsson. Nu moet het gezegd, ik ben geen liefhebber van het gerne maar Mannen die vrouwen haten van Larsson was best te pruimen. Tussen twee echte boeken door mag er zon doorstomer worden tussen genomen. Dus Hypnose gekocht.
Lars Kepler blijkt uit twee personen te bestaan. Een eerste aanwijzing ? Het beste van twee werelden ? Neen dus. Hypnose blijkt zowat het slechtste boek dat ik ooit in handen heb gehad. Ik heb het uitgelezen. Misschien heb ik wel sado-massochistische trekjes want het was niet te pruimen. Ongeloofwaardigheid is het belangrijkste kenmerk van dit onding. Het verhaal getuigt de eerste 150 paginas van een soort dwangmatige dadendrang. Elk hoofdstuk, en dat zijn er velen, moet er iets spectaculairs gebeuren. Zelfs met twee goede schrijvers zou dat snel uitgewerkt zijn. Met twee slechte schrijvers zoals Lars Keppler is dat na enkele hoofdstukken gewoonweg geforceerd en wordt uiteindelijk belachelijk.
Maar ze houden deze dadenplicht niet vol. In het midden verzevert het verhaaltje zich vast in oeverloos geëmmer over therapeutische details en andere oervervelende dingen. De geloofwaardigheid zakt rustig verder weg naar ongekende diepten. En het boek sleept zich naar het einde. Spanning ? Geeuw !
Ik ben dus zwaar ontgoocheld in dit boek. En het ergste is dat ik het nog gekocht heb ook. De waarde van het papier is sterk gedaald door er deze kompleet mislukte roman op te drukken. Lars Keppler krijgt dus een welverdiende 1 op tien. Een afrader; Laat liggen, loop er met een grote boog omheen.
|