Bobby Russell schreef deze hartverscheurende en zeemzoete ballade. "Zeem" is Gents voor honing en "honey" betekent zowel "schatje" als "honing". En daarmee is de cirkel rond!
Russell schreef tevens 'The Night The Lights Went Out In Georgia', een nummer 1 voor zijn toenmalige vrouw Vicki Lawrence en 'Little Green Apples' waarmee O.C. Smith een grote hit had. Hij kwam hier in deze reeks een tijdje geleden aan bod. Goldsboro zou trouwens ook een versie opnemen van 'Little Green Apples'.
Bobby Goldsboro (geboren in Marianna, Florida op 18 januari 1941) is een Amerikaanse pop- en country-singer/songwriter. Hij vierde dus drie maanden geleden zijn 81ste verjaardag!
Zijn grootste hit werd 'Honey' (1968), dat zijn enige nummer 1-hit werd in de Billboard Hot 100 en de Billboard Country-hitlijst. De gelijknamige lp voerde ook de Country-LP-hitlijst aan. 'Honey' werd wereldwijd de best verkochte single van 1968.
Goldsboro's bekendste hit 'Honey' werd in 1998 door de Belgische hiphopgroep 't Hof van Commerce gesampled in hun hit 'Dommestik en Levrancier'.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Jennifer Eccles’ – The Hollies
In 1968 werden meisjes nog nagefloten want dat mocht toen nog. In het huidige #metoo tijdperk is dat ten strengste verboden!
Een jaar voordien was 'King Midas In Reverse' van The Hollies minder succesvol maar met ‘Jennifer Eccles’ stonden ze weer in alle hitparades. De song werd geschreven door Graham Nash en Allan Clarke.
Vrolijke meezinger maar we moesten wachten tot The Scaffold een single uitbrachten om te weten te komen dat Jennifer Eccles enorm veel sproeten had ("Jennifer Eccles had terrible freckles"). Althans zo beweerden ze in hun carnavalshit van 1969 'Lily the Pink'. 😉 Het was een "inside joke": Graham Nash, die The Hollies verliet in december 1968, zong namelijk backing vocals op deze single en Nash was getrouwd geweest met Rose Eccles van 1964 tot 1966.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Valleri’ – The Monkees
The Monkees was een Amerikaanse popgroep die furore maakte in de jaren zestig met de gelijknamige televisieserie. De reeks verscheen op 12 september 1966 voor het eerst op de Amerikaanse televisie en werd gedurende twee seizoenen uitgezonden door de NBC. De laatste aflevering was op 19 augustus 1968.
De show, grotendeels gemodelleerd naar de Beatles-film 'A Hard Day's Night' (1964), toont de belevenissen en muziek van een min of meer fictieve popgroep. De vier jonge mannen, die The Monkees vormden, waren de in Engeland geboren Davy Jones, en de Amerikanen Micky Dolenz, Michael Nesmith en Peter Tork. Ze werden geselecteerd naar aanleiding van een advertentie waarin werd gevraagd om acteurs voor de rol van vier gekke jongens ("four insane boys"). Nesmith en Tork waren destijds allebei professionele muzikanten, maar Dolenz en Jones waren vooral bekend als acteur. Stephen Stills heeft een mislukte poging gedaan om een van The Monkees te worden. Hij werd afgewezen, niet wegens een gebrek aan talent, maar als gevolg van een conflict met zijn bestaande contract met een muziekuitgeverij. In plaats daarvan beval hij zijn vriend, multi-instrumentalist Peter Tork, aan.
Het management achter The Monkees kon altijd een beroep doen op de beste liedjesschrijvers zoals o.m. Neil Diamond, Gerry Goffin & Carole King, John Stewart, en Tommy Boyce & Bobby Hart. En toen de groep op zijn laatste benen liep werd het laatste duo weer gevraagd een hit te schrijven. Het resultaat was 'Valleri' dat echter geen Top-10-hit werd. Het einde van het viertal was jammer genoeg in zicht.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Mrs. Robinson’ – Simon & Garfunkel
Op de originele soundtrack van 'The Graduate' stonden acht nummers van Simon & Garfunkel aangevuld met instrumentale stukken van Dave Grusin.
The Graduate is een film uit 1967 van Mike Nichols met in de hoofdrollen Anne Bancroft en Dustin Hoffman. De film is gebaseerd op de gelijknamige roman van Charles Webb uit 1963. Hij ging in première in de VS op 21 december 1967 en werd in Brussel uitgebracht op 13 september 1968. Aangezien ik toen nog geen achttien was (de film kreeg het etiket KNT, Kinderen niet toegelaten, mee) heb ik de prent pas gezien in juli 1969 in Londen toen ik daar een maand lang bij een Engels gezin inwoonde. In Groot-Brittannië mocht de jeugd bij die film al binnen aan zestien jaar. En ik zou in november 1969 achttien worden.
In de film zingen Simon & Garfunkel overigens alleen het refrein van ‘Mrs. Robinson’. De muziek van de film was erg populair en verdreef zelfs het 'White Album' van The Beatles van de eerste plaats in de VS. In onderstaande videoclip is de singleversie te horen.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘I Can’t Let Maggie Go’ – The Honeybus
De voornaamste componisten van The Honeybus waren Pete Dello en Ray Cane. Dello verliet de band in 1968 en werd vervangen door Jim Kelly. Cane werd songwriter en verzorgde de leadzang. Eind 1968 scoorde de band in de nieuwe bezetting nog heel even met 'Girl Of Independent Means'. De Londense popgroep werd uiteindelijk ontbonden aan het eind van 1969.
‘I Can’t Let Maggie Go’ was een zeemzoete ballad en dat was niet te verwonderen met zo'n groepsnaam! De aanhangers en critici van de band, onder wie Kenny Everett (een Engelse komiek, radiodiscjockey en televisiepresentator), vergeleken de band met het Rubber Soul-tijdperk van The Beatles.
Prachtige samenzang en een heerlijke slow bovendien!
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Get Around’ – The Pebbles
The Pebbles was een Belgische popgroep uit Antwerpen die in de jaren zestig enkele internationale hits scoorde. De groep werd opgericht door Fred "Bekky" Beekmans en Bob "Bobott" Baelemans. Ze noemden zich oorspronkelijk The Fredstones. Toen ze in 1965 in contact kwamen met producer Norman Petty (hij deed productiewerk voor Buddy Holly) stonden ze dicht bij een internationale doorbraak. Petty wist de groep te overreden om de naam van de groep te veranderen in The Pebbles. En zo was de link met The Flintstones niet helemaal weg want Pebbles was het roodharig dochtertje van Fred & Wilma.
De band trad in 1967 op in het voorprogramma van Jimi Hendrix in de Olympia in Parijs, waar de Rolling Stones hen van op de eerste rijen aanschouwden.
In 1967 werd Louis de Vries, die ook Ferre Grignard onder zijn vleugels had, hun manager. Hij bezorgde hun een platencontract bij Barclay Paris. Een jaar later bracht de groep de single 'Get Around' uit die frequent door Radio Veronica werd gedraaid. Het werd hun eerste hit. In 1968 volgde de single 'Seven Horses In The Sky', die in 1969 de vijfde plaats in de Vlaamse top 30 bereikte. Tijdens Jazz Bilzen 1968 speelden ze het nummer met een volledige andere tekst dan op de single die op het eind van dat jaar zou verschijnen. Die song komt later in deze reeks nog aan bod.
Ik zag ze live optreden op 27 juni 1971 n.a.v. de opening van het Woluwe Shopping Center in Sint-Lambrechts-Woluwe. Axel van Duyn (Nederlandse bassist) speelde toen voor het eerst mee met de band.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Hurdy Gurdy Man’ – Donovan
Psychedelische song geschreven door de Schotse singer-songwriter Donovan. Opgenomen in april 1968 en de volgende maand uitgebracht als single. Donovan schreef de song in Rishikesh in India, waar hij toen Transcendente meditatie (TM) studeerde samen met The Beatles.
Hier is een luider rockgeluid te horen dan we van Donovan gewoon zijn. Er zijn vele vervormde gitaargeluiden te horen en agressieve drums. Er is ook een Indische invloed te bespeuren door het gebruik van een tambura die George Harrison hem cadeau gaf en hij hielp hem tevens met de tekst. De song zou ook geschreven zijn onder invloed van 'Green Circles', een psychedelische song uit 1967 van de Small Faces. Donovan gaf later toe dat hij bevriend met hen was geworden in 1965. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat Jimi Hendrix deze song onder handen moest nemen maar toen producer Mickie Most dit hoorde stelde hij zijn veto en overtuigde hij Donovan om hem zelf uit te brengen.
Er is veel onduidelijkheid over de sessiemuzikanten die meespeelden op de song. In het boekje dat werd uitgebracht samen met Donovan's dubbele CD uit 1992, 'Troubadour: The Definitive Collection 1964–1976', worden Allan Holdsworth en Jimmy Page vermeld als elektrische gitaristen en John Bonham en Clem Cattini (gespeld als "Clem Clatini") als drummers. John Paul Jones, die de track arrangeerde en er bas op speelde (en bovendien de sessiemuzikanten boekte), zou per e-mail hebben bevestigd dat Clem Cattini de drummer van dienst was en dat Alan Parker op de elektrische gitaar tokkelde. Deze samenstelling werd bevestigd door Cattini. In zijn autobiografie schrijft Donovan dat Cattini (gespeld als "Catini") en Bonham instonden voor de drums. Tijdens een interview van omstreeks 2013, zei Donovan dan weer dat hij eerst dacht dat Cattini de drummer was maar dat hij niet zeker was of Bonham er ook bij was, en hij voegde eraan toe dat hij en Jones Holdsworth crediteerden als de gitarist.
Op de website van Jimmy Page is te lezen dat hij op deze song gitaar speelde. Geluidsingenieur Eddie Kramer citeert ook Jimmy Page als gitarist op de track, maar hij beweert dat John Bonham er niet op drumde. In een documentaire van Hannes Rossacher uit 2008 "Sunshine Superman: The Journey of Donovan", zei Donovan dat Page de gitarist was; hij voegde eraan toe dat de song de aanleiding was voor het ontwikkelen van de zogenaamde "Celtic rock sound" waardoor uiteindelijk Page, Jones, en Bonham Led Zeppelin kort daarna zouden oprichten. In de autobiografie van Donovan crediteert de Schotse bard zowel Page als "Allen Hollsworth" als de "gitaar tovenaars" tijdens die sessie. Maar hij voegt eraan toe dat "Hollsworth" ooit in de popgroep Blue Mink had gespeeld, terwijl het eigenlijk Alan Parker was.
Er is dus na al die jaren veel onduidelijkheid en onzekerheid over de sessiemuzikanten. Feit is dat dit een geweldig nummer blijft dat ik nu nog altijd regelmatig beluister!
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Get Ready’ – Rare Earth
Dit is de korte versie uit 1968 die in de VS werd uitgebracht op het Motown label. Later zouden de vijf blanke muzikanten een sublabel krijgen met als naam "Rare Earth Records". Deze versie, een cover van The Temptations die de song uitbrachten in 1966 en geschreven door Smokey Robinson, stond op de elpee 'Dreams/Answers' die ik pas vele jaren later op de kop heb kunnen tikken.
De belangrijkste leden in de begindagen van de groep waren Gil Bridges (saxofoon, fluit en zanger), Peter Rivera alias Peter Hoorelbeke (zanger, drumstel), John Persh alias John Parrish (basgitaar, trombone en zanger), Rod Richards (geboren als Rod Cox; gitaar, zang) en Kenny James (geboren als Ken Folcik, Keyboard, Hammondorgel). Eind 1969 kwam Edward "Eddie" Guzman bij de groep.
In 1970 werd een nieuwe versie op single uitgebracht, een inkorting van het 21:17 minuten durende "pseudo" live nummer dat op kant B van de elpee stond die dan toepasselijk en op uitdrukkelijke vraag van Smokey Robinson ook onder de titel 'Get Ready' werd uitgebracht. In de VS eind 1969 maar in West-Europa pas in 1970.
Eind 1968 begon de muziek uit de Musical Hair door te dringen in de Lage Landen. De Amsterdamse groep Zen zorgde daarvoor want de Nederlandse muzikanten coverden het hoofdthema 'Hair' op magistrale wijze: kort en goed en vooral zeer krachtig. Beter, volgens mij, dan die flauwe versie van The Cowsills. Op de b-kant van die single stond 'Aquarius', een geweldig lied dat in 1969 onder verschillende gedaanten in de hitlijsten zou opduiken.
De Amerikaanse zangeres Nina Simone was zo slim twee liedjes uit die musical te plukken en te fuseren tot een medley: ‘Ain’t Got No' en 'I Got Life’. Die single werd een van haar grootste successen.
Ik heb moeten wachten tot 1970 om die musicaluitvoering te kunnen zien. Dat was in het Koninklijk Circus in Brussel. Op het einde heb ik natuurlijk mee gedanst met alle artiesten op het podium op de tonen van 'The Flesh Failures/Let The Sunshine In'. Onvergetelijk!
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘On The Road Again’ / ‘Going Up The Country’ – Canned Heat
Met een bezwerende melodie -gespeeld in de beste bluestraditie- veroverden deze vijf Amerikanen mijn hart. Alan 'Blind Owl' Wilson zong zó hoog dat ik oorspronkelijk dacht dat er een zangeres in de band zat. Telkens ‘On The Road Again’ op de radio te horen was wachtte ik tot het einde in de hoop dat de DJ van dienst de single tot aan het gaatje liet uitspelen.
Canned Heat werd nog succesvoller dankzij ‘Going Up The Country’ (ook uit 1968), een vrolijk uptempo nummer dat een jaar later het lijflied van alle hippies in Woodstock zou worden.
In de documentaire van Michael Wadleigh over Woodstock die in 1970 in de bioscopen te zien was werd 'Going Up The Country' ook meermaals gebruikt om de beelden te versterken.
Op deze Motown-single is Dennis Edwards voor het eerst te horen i.p.v. David Ruffin. Het was tevens de eerst productie van Norman Whitfield. Hij specialiseerde zich vanaf die periode in psychedelische soul tracks, niet alleen met The Temptations maar later ook met The Undisputed Truth.
Als wij heel blij zijn dan luidt het gezegde "in de zevende hemel zijn". In het Engels heet dat dan "to be on cloud nine". En of The Temptations gelukkig waren want dankzij hun nieuwe producer/songwriter stonden ze weer in de hitlijsten.
Het jaar 1967 was voor de jongens een mager jaar geweest.
In de vroege jaren zeventig zouden ze nog meer successen aan elkaar rijgen.
Vooral niet te verwarren met de single 'Cloud 9' van George Harrison uit 1987.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Rock ‘n’ Roll Is Good For The Soul’ – Winky Hawks
En toen verscheen er een plaatje in de jukebox onder de titel ‘Rock ‘n’ Roll Is Good For The Soul’. Het was een opzwepend dansnummer want in 1968 beleefde de muziekwereld een rock-'n-rollrevival. Bill Haley & His Comets stonden namelijk weer in de hitlijsten met 'Rock Around The Clock'! Het was een reactie op de psychelische liedjes en de hard rock. Paul McCartney had begin 1968 het voorbeeld gegeven met 'Lady Madonna', een ode aan Fats Domino. Een heel ander geluid dan op 'Sgt. Pepper' uit 1967. Terug naar de roots was de leuze!
Van Winky Hawks had ik toen nog nooit gehoord. Was het een Amerikaanse of een Britse groep? Niets is minder waar: het was een uitstekende single van Brusselaar Burt Blanca!
Burt Blanca, pseudoniem voor Norbert, Arthur Blancke, (Neder-Over-Heembeek, 6 augustus 1944), is een Belgisch rockpionier en multi-instrumentalist die succes oogstte met singles als 'Touche pas à mon rock'n'roll', 'Ma Guitare bleue', 'Le Train Ne Passe Plus Par Là', 'Le Locomotion' en 'ClapClap Sound'.
Zijn band, The King Creoles, wordt beschouwd als de grondlegger van de Belgische rock'n'roll scene. Burt Blanca fungeert sinds de jaren zestig als studiomuzikant. Zo werkte hij samen met onder meer Salvatore Adamo, Plastic Bertrand, Charles Aznavour en Gilbert Bécaud.
In 1969 bracht Blanca het plaatje opnieuw uit, ditmaal onder de naam Burt Blanca & The King Creoles. Hij was duidelijk een fan van Elvis Presley.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Poincana’ – Brian & The Hi-Five
Brian maakte deel uit van de Shake Spears, een groep blanke Rhodesiërs die werden geadopteerd door Albert Van Hoogten, de manager voor het Belgische platenlabel Ronnex Records.
'Poinciana (Song Of The Tree)' is een oud liedje gecomponeerd door Nat Simon en Buddy Bernier en uitgebracht door The Four Freshmen in 1952.
De song werd opgefrist en Brian & The Hi-Five hadden er een grote hit mee in 1968 onder de afgekorte titel 'Poinciana'. De single verbleef wekenlang in de verkooplijsten en werd heel vaak op de radio gedraaid.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Paint It Black’ – Chris Farlowe
Chris Farlowe is een buitenbeentje in de muziekwereld. Iedereen dacht in die dagen (lang vóór het internet) dat Farlowe een Afro-Amerikaanse zanger was.
John Henry Deighton, beter bekend als Chris Farlowe is een Britse pop- en R&B zanger. Farlowes muzikale carrière begon in een skifflebandje, The John Henry Sciffle Group, in 1957. Omstreeks 1964 werden The Thunderbirds opgericht en naast hem maakten ook de geweldige gitarist Albert Lee en keyboardspeler Dave Greenslade deel uit van die band. Na vijf geflopte singles hielden ze het voor bekeken.
Succes kwam er pas na een overstap naar het Immediate label, opgestart door Andrew Loog Oldham, toenmalig manager van The Rolling Stones.
Later werd hij vooral bekend door covers van Rolling Stones-nummers. Zo waren er ooit op 11 uitgebrachte singles 5 composities van Jagger/Richards. Mick Jagger producete zelfs sommige singles.
De legendarische song werd meermaals gebruikt in televisieseries of films zoals o.a. 'Tour of Duty' en 'Full Metal Jacket'.
Luister goed naar de intro want even dacht ik dat Johan Stollz er zat aan te komen met zijn 'Concerto voor Natasha'!
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Cinnamon’ – Derek
Derek was het alter ego van Johnny Cymbal die in 1963 een wereldhit scoorde met ‘Mr. Bass Man’. Johnny Cymbal (geboren als John Hendry Blair (3 februari 1945 – 16 maart 1993) was een Amerikaanse songwriter, zanger, en platenproducer die in Schotland werd geboren en verscheidene hits scoorde in de VS. Derek was eigenlijk geen persoon maar een groep die bestond uit Johnny Cymbal, leadzanger, James Craig Leitch, bas, Leonard Kovner, gitaar, en Derek Cymbal, drums.
Onder die gedaante was 'Cinnamon' van Derek een eendagsvlieg in onze contreien net als ‘Mr. Bass Man’ trouwens. Bang Records werd in 1965 opgericht door Bert Berns samen met zijn partners van Atlantic Records: Ahmet Ertegun, Nesuhi Ertegun en Jerry Wexler. De eerste letters van hun naam vormden de naam van het label. De echte voornaam van Jerry Wexler was Gerald, vandaar de G en niet de J.
In 1966 nam Berns het platenlabel alleen over met onmiddellijk een hele reeks hits: 'I Want Candy' van The Strangeloves, 'Hang On Sloopy' van The McCoys, 'Brown Eyed Girl' van Van Morrison en 'Solitary Man' en 'Kentucky Woman' van Neil Diamond.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘I See No Reason Why’ – The New Inspiration
Antwerpen had The Pebbles en Gent had The New Inspiration.
De groep werd opgericht omstreeks het begin van de jaren zestig onder de naam The Black Fellows en deed het goed in het Gentse clubcircuit als dansband. Thuisstek van de band was de TF-Club (het latere Theater Arena) en manager was de Gentse politiebrigadier Walter Hellbyck. Na drie jaar werd de groepsnaam veranderd in The New Inspiration onder invloed van de nieuwe manager van de groep Jacques Verdonck.
De groep mocht opnames maken in Engeland. Door vele personeelswissels valt de groep echter omstreeks 1970 uit elkaar. Bandleden waren onder andere Danny Sinclair, Daniel Prove en Gilbert Remue. Frontzanger Danny Sinclair besloot een soloproject te starten.
Kort daarop richtte manager Jacques Verdonck een "nieuwe" New Inspiration op met spilfiguren Guido Wolfaert en Eddy Vander Linden. De groep boekte enkele nieuwe successen maar weerom vertoont de band dezelfde ziekte en doen de vele personeelswissels de band uit elkaar vallen. Jammer, maar helaas!
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Abergavenny’ – Marty Wilde
Wie kent er deze oude rocker nog? Marty Wilde, geboren als Reginald Leonard Smith is een Brits zanger, die deel uitmaakte van de eerste generatie sterren die Amerikaanse rock-'n'-roll artiesten nadeden. Veel van zijn hits waren covers van Amerikaanse successen.
Hij is de vader van Kim, Ricky, Roxanne en Marty jr.
Hij werkte veel samen met liedjesschrijver Ronnie Scott, bekend als songschrijver van 'Jesamine' uit 1968 (een groot succes voor eendagsvlieg The Casuals) en van 'I'm A Tiger' van Lulu, ook uit 1968. Voor Status Quo schreef het duo datzelfde jaar drie nummers waaronder 'Ice In The Sun'.
De Knokke Cup werd in 1968 gewonnen door België met volgende artiesten: Lily Castel, Ann Christy, Hugo Dellas, Nicole Josy en Jacques Raymond.
De ploeg van het Verenigd Koninkrijk werd gevormd door Friday Brown, Alun Davies, Wayne Fontana, Brenda Marsh, en Marty Wilde.
En het was deze laatste die een onwaarschijnlijke hit scoorde met ‘Abergavenny’. Jammer genoeg voor hem bleef het bij dit onehitwonder!
In de VS uitgebracht in 1969 onder het pseudoniem Shannon!
Haal de majoretten er maar bij en hop met de fanfare!
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Lazy Sunday’ / ‘Afterglow Of Your Love’ – Small Faces
- ‘Lazy Sunday’ is wellicht het eerste popliedje dat in het dialect werd gezongen (Cockney uit Londen). The Who deden het in 1968 ook op hun single 'Dogs' die jammerlijk flopte.
Steve Marriott zingt over de ruzies die hij met zijn buren had en de zorgeloosheid van de zondagmiddag. Het lied werd eerst op 5 april 1968 als single uitgebracht door Immediate Records (iets wat de band eigenlijk helemaal niet wilde) en verscheen in mei dat jaar tevens op hun derde en laatste studioalbum, getiteld 'Ogdens' Nut Gone Flake', die geweldige elpee met de ronde hoes.
- ‘Afterglow Of Your Love’ is ook een hartverscheurende track uit de LP ‘Ogden’s Nut Gone Flake’ en verscheen als laatste single van de band in het VK in 1969. Voor deze single werd geen promotie gevoerd gezien de band toen al was ontbonden. Toen Marriott in 1969 plotseling de band verliet om, met onder anderen Peter Frampton (ex-The Herd), de supergroep Humble Pie op te richten, probeerden de overige leden de Small Faces voort te zetten en rekruteerden daartoe Rod Stewart en Ron Wood. Kort daarna veranderden ze hun naam in de Faces. In de eerste helft van de jaren zeventig scoorden ze, vooral live, heel veel succes. Stewarts solocarrière kwam stilletjes aan meer en meer op de voorgrond.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Elenore’ – The Turtles
Ze kwam op kousenvoeten af, die Elenore om dan in het refrein helemaal los te barsten in een dijk van een meezinger!
♫♫♫ "Elenore, gee I think you're swell, and you really do me well You're my pride and joy, et cetera! Elenore, can I take the time to ask you to speak your mind Tell me that you love me better ...". ♫♫♫
Heel spitsvondig, die zinsnede "et cetera".
Alhoewel Howard Kaylan het nummer schreef werden alle vijf leden van de band gecrediteerd: Kaylan, Mark Volman, Al Nichol, Jim Pons, en John Barbata. De song werd geschreven als een satire op hun grootste hit 'Happy Together'. In die dagen kon ik de hoge noten nog makkelijk aan en de tekst vond ik in de HUMO die ik dan ook meteen uitknipte en in een schriftje plakte. Zalige tijden ...
Het powertrio rond de Amerikaanse gitaargod Hendrix met Noel Redding op (bas)gitaar en Mitch Mitchell op drums liep toen op zijn laatste benen.
James Marshall (Jimi) Hendrix (geboren als Johnny Allen Hendrix) was een invloedrijke Amerikaanse gitarist en singer-songwriter. Hij werd bekend door zijn virtuoze, flamboyante gitaarspel. Hij bracht een revolutie in het gitaarspelen teweeg door het gebruik van nieuwe akkoorden, feedback en vernieuwende opnametechnieken. Zijn stijl kan omschreven worden als een creatieve, psychedelische verwerking van rock-, soul-, en ook wel van bluesinvloeden.
'Electric Ladyland' is het derde en laatste album van de Jimi Hendrix Experience. Het werd uitgebracht in 1968, en werd het bestverkochte album dat Hendrix ooit maakte. Deze dubbelelpee met de controversiële hoes wordt door critici beschouwd als verreweg het beste werk in Hendrix' carrière, en de naam wordt vaak genoemd als een van de beste rockalbums aller tijden, met legendarische nummers zoals de cover van Bob Dylans 'All Along The Watchtower' (komt later in deze reeks nog aan bod) en de bluessong 'Voodoo Chile' (met Steve Winwood op Hammondorgel).
Ruim een maand na het overlijden van Hendrix op 18 september 1970 werd 'Voodoo Child (Slight Return)' uitgebracht op single onder de titel 'Voodoo Chile' en het werd zijn enige nummer 1-hit in het Verenigd Koninkrijk.
Jimi Hendrix werd net als ik geboren op 27 november maar dan 9 jaar eerder, en dat schept een band. Van hem prijken er in mijn verzameling 24 geluidsdragers (Aantal singles/EP’s – elpees – cd’s – dvd’s – musicassettes - VHS).
Op de b-kant van deze single stond 'Als de rook om je hoofd is verdwenen', een psychedelisch lied dat ik enkele weken geleden al besproken heb. Het lied werd in 1972 opnieuw uitgebracht als a-kant van 'Wie kan me nog vertellen' en had toen veel meer succes dan in 1968.
‘Waterdrager’ heeft een melodie die zich langzaam maar zeker in je hoofd nestelt. In de Angelsaksische wereld heet dat fenomeen "a haunting melody", een melodie die maar blijft rondspoken. Ik moet dan telkens denken aan 'Atlantis' van Donovan.
De single 'Prikkebeen'/'Eva' scoorde ook goed in 1968; daarna werd het redelijk stil rond de Nederlandse bard, enkele heruitgaven niet te na gesproken, om dan in 1973 in volle kracht terug te komen met een dijk van een elpee!
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘This Guy’s In Love With You’ – Herb Alpert & The Tijuana Brass
Verbazing alom toen Herb Alpert zijn trouwe backing band The Tijuana Brass voor 4 minuten in de steek liet en de compositie van Burt Bacharach & Hal David naar de hoogste regionen van zowat alle hitlijsten zong. Heel eventjes is zijn trompet te horen vanaf 2:15 min.
Herb Alpert vierde op 31 maart zijn 87ste verjaardag samen met zijn tweede echtgenote, Lani Hall de vroegere leadzangeres van de groep Sérgio Mendes & Brasil '66.
De b-kant van de single is 'Quiet Tear' en daarop spelen zijn makkers van The Tijuana Brass wel mee. Herb Alpert is de enige muzikant die op nummer één heeft gestaan in de U.S. Billboard Hot 100 als vocalist (‘This Guy’s In Love With You’) èn als instrumentalist ('Rise' uit 1979).
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Do It Again’ – The Beach Boys
In 1968 deden de Amerikaanse strandjongens (of "Les garçons de la plage", zoals ze in de Franstalige wereld worden genoemd) het weer! Sinds 1962 stonden ze onafgebroken in de Amerikaanse hitlijsten.
Zodra je de intro hoort en die geweldige samenzang weet je dat dit The Beach Boys zijn. Van ‘Do It Again’ word ik meteen vrolijk! Ik kan hier onmogelijk op blijven stilzitten. Dansen is de boodschap!
De song werd geschreven door Brian Wilson en Mike Love; toen boterde het nog tussen die twee. De jaren zeventig naderden met rasse schreden en dat tijdperk zou het einde inluiden van de surfmuziek.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Sky Pilot’ – Eric Burdon & The Animals
Eric Burdon is net als ik een hevige voorvechter van de wereldvrede. 'Sky Pilot' was toen dan ook een pleidooi tegen de oorlog in Vietnam.
De song duurt meer dan 7 minuten en werd voor de single helaas in twee stukken geknipt, part one en part two. Compleet met het geluid van neerstortende vliegtuigen, bombardementen en zelfs doedelzakken in de achtergrond! Het epos was een gezamenlijk project van Burdon, Briggs, Weider, Jenkins, en McCulloch, zeg maar Eric Burdon & The Animals.
Zoals die ene soldaat ooit zei: "War is hell!" want in een oorlog zijn er geen winnaars, enkel maar verliezers!
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘My Year Is A Day’ – Les Irrésistibles
Les Irrésistibles was geen Franse jongensgroep want de leden waren Amerikanen die in Frankrijk woonden. Hun vaders waren namelijk militairen die in de NAVO werkzaam waren. In hun thuisstad werden de jongens The Beloved Ones genoemd.
De line-up bestond uit zanger Jim McMains op keyboards en slaggitaar, zijn identieke tweelingbroer Steve McMains op bas, Tom Arena op leadgitaar en Andy Cornelius op drums.
De Franse klassieke componist en singer-songwriter William Sheller componeerde het lied en gitarist Tom Arena schreef de Engelse tekst. Een Franstalige versie werd door Dalida uitgebracht onder de titel 'Dans la ville endormie'. Het was de b-kant van haar single 'Pars' en Claude Lesmesle schreef de Franse tekst.
‘My Year Is A Day’ werd in de zomer van 1968 een grote hit in Frankrijk en Franstalig België. De single werd een eendagsvlieg en de groep splitte dan ook in 1971.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Little Green Apples’ / ‘The Sun Of Hickory Holler’s Tramp’ – O.C. Smith
- Het emotioneel liedje ‘Little Green Apples’ werd door vele artiesten gecoverd maar ik vind de beste versie die van O.C. Smith, een Amerikaanse r&b-, jazz- en soulzanger die werd geboren als Ocie Lee Smith. Het origineel werd geschreven door Bobby Russell. Wie goed luistert ziet in het liedje veel gelijkenissen met 'Honey', ook geschreven door Russell.
- Dallas Frazier schreef ‘The Sun Of Hickory Holler’s Tramp’, een uptempo song die ook een hit werd in de versie van O.C. Smith. Het lied vertelt het verhaal van een vrouw met 14 kinderen die door haar waardeloze en aan alcohol verslaafde echtgenoot in de steek wordt gelaten en zich verplicht ziet in de prostitutie te gaan om haar groot gezin te kunnen onderhouden. Ik weet niet of Sammy Davis Jr. het lied ooit gezongen heeft maar het zou beslist niet hebben misstaan in zijn repertoire.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘If I Only Had Time’ / ‘Hush … Not A Word To Mary’ – John Rowles
John Rowles kwam uit het verre Nieuw-Zeeland en scoorde vanuit Engeland twee wereldhits. ‘If I Only Had Time’ was een uitstekende cover van 'Je n'aurai pas le temps' van Michel Fugain uit 1967.
Met ‘Hush … Not A Word To Mary’ concurreerde hij zelfs met Engelbert Humperdinck met wie hij vaak verward werd. De song werd geschreven door het bekende duo Mitch Murray en Peter Callander.
Er werden in 1968 hoe dan ook heel veel slows gedanst op deze twee mooie singles.
In 1970 probeerde hij nogmaals te scoren met een cover van het alom bekende 'Save The Last Dance For Me'. De single flopte in de Benelux en John Rowles vertrok voorgoed naar Hawaï om er zich definitief te vestigen. Sindsdien heb ik nooit nog iets van hem vernomen.
Ik las daarnet dat hij in 2018 geridderd werd zodat hij nu als Sir John Rowles moet worden aangesproken!
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Rainbow Chaser’ – Nirvana
De Britse band Nirvana scoorde in 1968 een onehitwonder met 'Rainbow Chaser'. Toen Kurt Cobain & Co in 1987 ook de naam Nirvana gebruikten werden zij voor het gerecht gedaagd. Er werd een overeenkomst afgesloten buiten de rechtbank.
Geen hit in de Benelux maar ik vond deze song vaak terug op compilaties (zowel op vinyl als op compact disc) over de jaren zestig in het algemeen en 1968 in het bijzonder.
Leuke psychedelische pop met veel phaser geluiden.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘You Ain’t Goin’ Nowhere’ – The Byrds
Bob Dylan hield zich in 1968 redelijk op de vlakte en het waren zijn geweldige composities die de hitlijsten toen bereikten gebracht door andere muzikanten. Of zijn kalmere periode iets te maken had met zijn motorongeluk in 1966 weet ik niet. Misschien maakte hij van die gelegenheid gebruik om het wat rustiger aan te doen en zich te bezinnen over de toekomst.
De song werd geschreven in Woodstock, New York in 1967 tijdens zijn periode waarin hij niet meer live voor een publiek optrad.
De eerste auteursversie verscheen in september 1971 op de verzamelplaat "Bob Dylan's Greatest Hits Vol. II". Eerdere opnames uit 1967 van Dylan en The Band waren pas te horen op het album "The Basement Tapes" (1975) en op het album "The Bootleg Series Vol. 11: The Basement Tapes Complete" (2014).
The Byrds werden opgericht in 1964 als tegenhangers van de Britse Invasie, geleid door The Beatles en The Rolling Stones en later gevolgd door The Animals en de Dave Clark Five. The Byrds zijn in feite de grondleggers van de countryrock.
Roger McGuinn is hier te horen als leadzanger en Lloyd Green bespeelt de pedal steel gitaar. De song verscheen op hun zesde elpee, "Sweetheart of the Rodeo". Het album was geen commercieel succes maar plaveide wel de weg voor Gram Parsons en Chris Hillman om The Flying Burrito Brothers op te richten waardoor de countryrock sound nog bekender werd.
McGuinn had midden 1967 zijn voornaam Jim gewijzigd in Roger.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Nobody But Me’ – The Human Beinz
Van countryrock naar garagerock is maar een kleine stap want in 1968 waren zowat alle genres te horen in de diverse hitlijsten.
Platenmaatschappij Capitol Records spelde de naam van de groep verkeerd op hun contract. De "g" werd uit "Beingz" per ongeluk weggelaten. "Human beings" betekent letterlijk "menselijke wezens".
'Nobody But Me' is oorspronkelijk van The Isley Brothers uit 1963. The Human Beinz vervingen de dansstijlen "The Jerk" en "The Twist" door "The Boogaloo" en "The Shingaling".
De single is meteen herkenbaar door de "fuzzy tone" van de gitaar bij de intro.
De Amerikaanse groep bestond uit: John "Dick" Belley – vocals, leadgitaar; Joe "Ting" Markulin – gitaar, vocals; Mel Pachuta – bas, vocals; Mike Tatman – drums. Alexis de Azevedo was hun producer/songwriter.
Sinds 1 juli 2021 is er een nieuwe reeks op deze muzikale tijdlijn te beluisteren. Een hele verzameling liedjes met in de titel de naam van steden, gemeenten, (ei)landen, provincies, deelstaten, werelddelen, bekende straten of parken, waterlopen, bergen, heuvels, en zelfs fictieve, mythologische of legendarische plaatsen op aarde.
Samengevat: 'Geografische Muziek'. Vandaag nog 5 liedjes gevonden: nr. 1026 t.e.m. 1030. Veel luisterplezier!
‘Theme From Elvira Madigan’ – James Last & His Orchestra
De Zweedse film 'Elvira Madigan' heb ik pas later gezien en die heeft een diepe indruk op mij nagelaten. Net als de muziek trouwens want die is gebaseerd op het tweede deel (andante) van het piano concerto nr. 21 van Wolfgang Amadeus Mozart, een van mijn favoriete klassieke componisten.
'Elvira Madigan' is een Zweedse dramafilm uit 1967 onder regie van Bo Widerberg. De film is gebaseerd op het leven van de Deense koorddanseres Hedvig Jensen.
Het prachtige instrumentale thema weerklonk heel vaak op menig radiozender in de loop van 1968 en 1969. Hans Last (ook bekend als Hansi) werd in Bremen geboren en vanaf 1965 noemde Polydor Records hem James Last omdat die naam internationaler klonk. Het legde de van oorsprong jazz musicus (bassist) geen windeieren!
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Born To Be Wild’ / ‘The Pusher’ – Steppenwolf
In de hitlijsten van 1968 kon je haast elk muziekgenre terugvinden. Naast instrumentale klassieke muziek dus ook dit redelijk nieuw genre dat al snel de stempel hardrock meekreeg en de voorloper was van metal music. Na beluistering van het tweede couplet, hoor je John Kay zingen: "I like smoke and lightning - Heavy metal thunder - Racin' with the wind - And the feelin' that I'm under - Yeah darlin' gonna make it happen - Take the world in a love embrace - Fire all of your guns at once - And explode into space".
Oprichter en spil van de band is John Kay, die geboren werd in Tilsit (Oost-Pruisen, destijds Duits, sinds 1945 Russisch). Tilsit heet nu Sovjetsk (oblast Kaliningrad) en ligt op de grens met Litouwen. Zijn vader heeft hij nooit gekend want hij stierf als Duits soldaat aan het oostfront in Rusland. John, zijn moeder en stiefvader emigreerden in 1958 naar Toronto in Canada.
De naam van de bluesrock-band met psychedelische invloeden was geïnspireerd op Hermann Hesses boek "De steppewolf". Volgens ingewijden werd deze naam aan Kay voorgesteld door Jim Morrison van The Doors, die zoals bekend goed thuis was in de literatuur en zich sterk aangetrokken voelde tot het boek. In 1969 werd 'Born To Be Wild' opnieuw een hit dankzij de film 'Easy Rider' en een heruitgave van de single in 1990 scoorde opnieuw in onze hitlijsten!
Hun afschuw van harddrugs laten ze blijken in het dreigende, psychedelische lied 'The Pusher', waarin alle hens aan dek wordt gehaald om de pusher, de onweerstaanbare dealer, letterlijk te vervloeken en uit te roeien. 'The Pusher' werd ook gebruikt in de film 'Easy Rider' met o.a. Dennis Hopper, Peter Fonda en Jack Nicholson.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘White Room’ - Cream
Het powertrio Cream ofwel the cream of the crop/crème de la crème: zo werden Eric Clapton, Jack Bruce, en Ginger Baker destijds aangekondigd. De single ‘White Room’ sloeg in 1968 in als een bom.
Wist ik veel dat dit de zwanenzang zou worden van de Britse band die eigenlijk een veel te kort leven beschoren was. Namelijk van 1966 tot 1968. In 1969 zouden nog een single en een elpee verschijnen maar toen was de groep al lang gesplit.
De band besloot in 1968 uit elkaar te gaan. Clapton had daar op aangedrongen nadat hij een recensie had gelezen in het muziekblad Rolling Stone. De band werd daarin sterk bekritiseerd. Clapton trok zich de kritiek erg aan en zou later zeggen dat hij vond dat de band stil had gestaan in zijn ontwikkeling.
Toen de band uit elkaar ging, was Clapton 23 jaar oud, Bruce 25 en Baker 29. Eric Clapton en Ginger Baker vormden na Cream samen met Steve Winwood en Rick Grech de band Blind Faith.
Op 2, 3, 5 en 6 mei 2005 kwam Cream bij elkaar op een reünieconcert in de Royal Albert Hall in Londen.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘The Horse’ – Cliff Nobles & Co
Een instrumentale plaat die later door de Veronica Drive In Show als jingle werd gebruikt. Op de achterkant van de single stond het liedje 'Love Is All Right' en dat is gewoon de gezongen versie van 'The Horse'.
De blazerssectie werd in de jaren zeventig de groep MFSB, een afkorting voor Mother, Father, Sister, Brother. Drie maanden na het uitbrengen van de single waren er al meer dan één miljoen exemplaren van verkocht, in de Verenigde Staten alleen!
Gecomponeerd door ene Jesse James, maar dat was niet de legendarische "revolverheld" uit het Verre Westen! In 1975 nogmaals uitgebracht dankzij Radio Veronica en opnieuw een hit!
Ju paardje, ju!
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Here Comes The Judge’ – Shorty Long
Een van de grappigste platen en tevens een machtig dansnummer uit 1968 vond ik ‘Here Comes The Judge’ van ene Shorty Long.
Het verhaal gaat over een rechtszaak in de Verenigde Staten die compleet uit de hand loopt want de getuige kan de beschuldigde niet herkennen!
Frederick Earl "Shorty" Long was een Amerikaanse r&b- en blueszanger, songwriter, muzikant en producent voor Soul Records, dochteronderneming van Motown.
Een novelty song die tevens een onehitwonder van jewelste was.
"Hear ye, hear ye The court's in session The court's in session, now Here comes the judge Here comes the judge Here comes the judge Here comes the judge, y'all Here comes the judge" ...
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Soulful Strut’ – Young-Holt Unlimited
Drummer Isaac "Red" Holt en bassist Eldee Young, voorheen leden van het jazzy Ramsey Lewis Trio, richtten een nieuwe groep op onder de naam The Young-Holt Trio met pianist Don Walker in 1966. In 1968, herdoopte de groep zichzelf tot Young-Holt Unlimited, en werd Walker vervangen door Ken Chaney.
Onder hun nieuwe naam scoorde de groep een grote hit in de Amerikaanse Hot 100 met 'Soulful Strut,' de backing instrumentale track van Barbara Acklin's 'Am I the Same Girl', waarmee ze in de Angelsaksische wereld succes zou hebben in 1969.
Het Ramsey Lewis Trio is vooral bekend door 'Wade In The Water', 'The "In" Crowd' en instrumentale bewerkingen van bekende hits zoals o.m. 'Hang On Sloopy'.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘The Ballad Of Bonnie And Clyde’ – Georgie Fame + ‘Bonnie And Clyde’ – Serge Gainsbourg & Brigitte Bardot
In 1968 was het Amerikaanse duo Bonnie Parker en Clyde Barrow heel populair in de muziek. Beide misdadigers werden als bankrovers in de jaren 1930 wereldberoemd. Hun verhaal, dat eindigde in een dodelijke hinderlaag van de politie, werd in 1967 verfilmd onder de titel "Bonnie and Clyde" (met hoofdrollen voor Faye Dunaway en Warren Beatty) en bracht Bonnie en Clyde internationale bekendheid.
Georgie Fame scoorde met zijn single een nummer één in Groot-Brittannië en dat was al vier jaar geleden toen 'Yeh, Yeh' een wereldhit werd in 1964.
Serge Gainsbourg zag zijn kans schoon en sprong mee op de trein samen met Brigitte Bardot, met wie hij toen een romance beleefde. De videoclip die de single moest promoten is gebaseerd op de gelijknamige Amerikaanse film.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Love Child’ – Diana Ross & The Supremes
In 1967 werd de naam van The Supremes gewijzigd in Diana Ross & The Supremes, op bevel van Berry Gordy, de grote baas bij Motown.
'Love Child' is ondanks het controversiële onderwerp een grote nummer één in de Verenigde Staten. Het was in 1968 inderdaad niet evident een buitenechtelijk kind op de wereld te zetten.
En toch is dat precies wat Ross in 1971 zou doen. Ze kreeg een dochter met Berry Gordy, die geboren werd toen Ross een half jaar met haar eerste man, Robert Silberstein, getrouwd was (van 1971 tot 1977). Met Arne Næss jr. was ze getrouwd van 1986 tot 2000. Ross heeft twee dochters met Silberstein en twee zoons met Næss. Diana Ross werd ook genoemd in het testament van Michael Jackson als voogdes voor de kinderen na zijn overlijden. Voorwaar een bezig bijtje!
Leadzangeres was Diana Ross met als achtergrondzangeressen The Andantes, in plaats van Cindy Birdsong en Mary Wilson. Als naar goede gewoonte werd de instrumentatie uitgevoerd door de legendarische Funk Brothers.
'Love Child' wist zelfs 'Hey Jude' van The Beatles van de troon te stoten in de Amerikaanse hitlijsten!
Begin 1970 ging Diana Ross solo, wat haar geen windeieren legde. Het verging The Supremes zonder Diana Ross iets minder goed.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Day In The Life’ – Brian Auger & The Trinity
Zonder Julie Driscoll en geen single maar de eerste track op de elpee 'Definitely What!...' van Brian Auger & The Trinity.
Zodra de eerste noten van het hammondorgel weerklinken herken je meteen 'A Day In The Life' van Lennon/McCartney, een prachtige compositie die prijkt op het grandioze album 'Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band' van The Beatles uit 1967.
Deze instrumentale track werd indertijd gebruikt als tune voor een Franstalig televisieprogramma maar ik kan mij niet meer herinneren of het voor de RTBf was of voor de ORTF.
De autodidact Brian Auger beweegt zich hier in het grensgebied van jazz en popmuziek. Hij imiteerde artiesten die hij bewonderde, zoals Horace Silver en Herbie Hancock. Toen hij in 1965 met Julie Driscoll, Long John Baldry, Rod Stewart en de gitarist Vic Briggs een eigen band The Steampacket vormde, speelde hij daar hammondorgel. Zo werd hij ingehuurd om orgel te spelen bij de opname van 'For Your Love' van The Yardbirds. Toen hij in de studio arriveerde, bleek daar geen orgel te staan. Er stond wel een klavecimbel, dus bij gebrek aan beter nam hij dat. Het werd een grote hit ondanks zijn twijfels.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Time Has Come Today’ / ‘I Can’t Turn You Loose’ – The Chambers Brothers
- Van 'Time Has Come Today' bestaan er twee versies: een korte (voor de single) en een lange (voor de elpee). Vandaag ga ik voor de lange versie.
The Chambers Brothers is een Amerikaanse psychedelische soulband, vooral bekend van hun elf minuten durende hit 'Time Has Come Today' uit 1968. De groep maakte deel uit van de golf van nieuwe muziek die Amerikaanse blues- en gospel-tradities integreerde met moderne psychedelische en rockelementen. Hun muziek wordt vaak gebruikt in filmsoundtracks.
- 'I Can't Turn You Loose' is een song geschreven en als eerste opgenomen door de Amerikaanse soulzanger Otis Redding. Het was de B-kant van zijn single 'Just One More Day' uit 1965. Hij werd vaak uitgevoerd tijdens live optredens. In 1968 bereikte de versie van The Chambers Brothers nummer 37 in de Billboard Hot 100 singles chart. Hun versie stond op de B-kant van de single 'Time Has Come Today'.
De groep bestond uit vier Afro-Amerikaanse broers: George Chambers, Joe Chambers, Lester Chambers, en Willie Chambers met Brian Keenan, de enige blanke Amerikaan, op drums.
Op zaterdag 19 maart 2022 kwam Jaap Reesema als eerste nieuwkomer terecht in de Radio 2 Top 30, meteen op nummer 19. Voor alle duidelijkheid, de Nederlandse zanger heeft het hier over een fijn "vader - zoon" moment want 'Mijn kleine presidentje' gaat heus niet over ene Vladimir P. Alhoewel, een deel van de opbrengsten gaat naar Giro 555, een inzamelactie in Nederland die nu de vluchtelingen uit Oekraïne zal ten goede komen.
De tweede nieuwkomer in de Radio 2 Top 30 van zaterdag 19 maart 2022 kwam binnen op nummer 17. Het was alweer een samenwerking: ditmaal zorgden Jax Jones en MNEK voor de single 'Where Did You Go'. Uzoechi Osisioma "Uzo" Emenike, professioneel bekend onder zijn artiestennaam MNEK, is een Britse zanger, songwriter en producer. Timucin Lam beter bekend als Jax Jones is een Britse dj en songwriter.
Maar de allerhoogste nieuwkomer in de Radio 2 Top 30 van zaterdag 19 maart 2022 is de Belgische inzending voor het Eurovisiesongfestival in Turijn. De RTBf koos dit jaar de vertegenwoordiger van ons land. Jérémie Makiese werd geboren in Antwerpen uit Congolese ouders en verhuisde op zijn zesde naar Brussel. Hij raakte in 2021 bekend dankzij zijn deelname aan The Voice Belgique, de Franstalige versie van The Voice. Hij wist het negende seizoen van deze talentenjacht te winnen. Hopelijk gooit hij met 'Miss You' hoge ogen op het liedjesfestival en brengt het getal 13 hem geen ongeluk want dat is precies het nummer waarop hij meteen terechtkwam in onze wekelijkse hitparade.
Garry Hagger, artiestennaam van Gert Vanderhaeghe (Tielrode, 29 april 1963), is een Vlaamse zanger. 'Alles wat ik wil' was de eerste nieuwkomer in de Radio 2 Top 30 van zaterdag 26 maart 2022. Auteur/componisten : Patrick Hamilton , Vincent Pierins, en Garry Hagger.
Sanne Putseys uit Leefdaal, Bertem en beter bekend als Selah Sue was de tweede nieuwkomer in de Radio 2 Top 30 van zaterdag 26 maart 2022 met haar nieuwste single 'Pills'. Het lied is autobiografisch want in mei 2014 onthulde Selah Sue bij het praatprogramma "Reyers Laat" dat zij lijdt aan depressiviteit. Het is dankzij antidepressiva dat zij zich zo ver heeft kunnen ontwikkelen, zowel professioneel als in haar persoonlijke leven. In het programma "Berg en Dal" met Pat Donnez van 5 september 2021 benadrukte Selah echter hoe belangrijk een gesprek is om met haar diepe dalen om te gaan’.
Regi heeft weer een zangeres aan de haak kunnen slaan en ditmaal was het een Zeeuwse! Emma Heesters kwam ter wereld in 's-Gravenpolder op 8 januari 1996 en deze Nederlandse zangeres, voornamelijk bekend van op haar eigen YouTube-kanaal geplaatste covers, heeft duidelijk nog geen last van de 'Zwaartekracht'. Meteen op nummer 9 in de Radio 2 Top 30 van zaterdag 26 maart 2022 en wellicht op weg naar nummer één!
Dit waren de nieuwkomers uit de Radio 2 Top 30 van 19 en 26 maart 2022. Hiermee sluit ik de maand maart 2022 op muzikaal vlak dan helemaal af. De nieuwsberichten uit die maand met de nieuwste liedjes zijn nog altijd te herlezen of opnieuw te beluisteren op mijn muzikale blog. Gewoon naar beneden scrollen.
Op zaterdag 5 maart 2022 kwam de single 'Ze danst gewoon op straat' terecht in de Radio 2 Top 30. Volgens Joke Schauvliege was het de zoveelste hit van ene Jef Geenie. Volgens mij en zovele anderen gewoon de Vlaamse groep Yevgueni.
Neen, ik ben niet kwaad maar Olivia Trappeniers wil gewoon dat haar artiestennaam als OLIVIA gespeld wordt, met hoofdletters dus! De Vlaamse zangeres uit Deurne zingt zowel in het Nederlands als in het Engels. Op zaterdag 5 maart 2022 kwam ze terecht in de Radio 2 Top 30 met 'Don't Need It'. Tot 2021 ging ze door het muzikale leven als OT.
Flemming Freddie Viguurs ('s-Hertogenbosch, 5 april 1996) is een Nederlandse singer/songwriter die optreedt onder de naam FLEMMING. Neen, ik ben wederom niet kwaad maar Freddie wil absoluut aangeduid worden met hoofdletters! Op zaterdag 5 maart 2022 was hij met 'Zij wil mij' de hoogste nieuwkomer in de Radio 2 Top 30.
De eerste nieuwkomer in de Radio 2 Top 30 van zaterdag 12 maart 2022 was Mathias Vergels, zeg maar Lowie uit Thuis. Zijn nieuwste single heette 'Zolang je maar hier bent'.
Ed Sheeran stond op zaterdag 12 maart 2022 tweemaal genoteerd in de Radio 2 Top 30 en telkens met een andere zangeres! Op nummer 7 zong hij met Taylor Swift ('The Joker And The Queen' - 4 weken) en nieuw op nummer 26 met Camila Cabello. 'Bam Bam' heette het product van hun samenwerking en dat was niet het het geadopteerde zoontje van Barney en Betty Rubble van The Flintstones.
Tot zover de vijf nieuwkomers in de Radio 2 Top 30 van 5 en 12 maart 2022. Morgen komen de nieuwste hits uit de hitparade van 19 en 26 maart 2022 aan de beurt. En dan is de maand maart helemaal afgesloten.
Het nieuws uit die lentemaand (alhoewel, het lijkt erop dat de winter nog niet is afgelopen!) wordt overheerst door de oorlog (en geen conflict!) in Oekraïne want het Russisch leger is eind februari wel degelijk zijn buurland binnengevallen.
Plots wordt er niet meer gesproken of geschreven over corona of Covid-19 want de barometer staat sinds 7 maart op geel alhoewel de cijfers nog altijd onrustwekkend zijn. Maar de knaldrang is te groot! Ondertussen is de griepepidemie in alle hevigheid losgebarsten met alle gevolgen vandien!
3 maart: De kerncentrale Zaporizja in Oekraïne wordt door het Russische leger veroverd. Dit is de eerste aanval door een leger op een kerncentrale ooit.
4 maart: In Peking gaan de Paralympische Winterspelen 2022 van start.
8 maart: Oliemaatschappij Shell verbreekt officieel alle banden met Rusland vanwege de Russische inval in Oekraïne. Het bedrijf koopt geen Russische olie of gas meer en alle tankstations van Shell in Rusland worden gesloten.
9 maart: Bij een luchtaanval in de Oekraïense stad Marioepol raakt een kinderziekenhuis zwaar beschadigd. Buurland Polen wordt overspoeld met vluchtelingen. Ook in de rest van Europa stromen Oekraïense vrouwen en kinderen toe.
13 maart: Enkele Chinese miljoenensteden – waaronder Changchun en Shenzhen – gaan opnieuw in lockdown vanwege de oplopende COVID-19-besmettingen. In Shanghai worden de scholen gesloten.
19 maart: In het noorden van Noorwegen stort een Amerikaanse V-22 Osprey neer, met aan boord vier militairen die bezig waren met een training voor de NAVO. Geen van hen overleeft het ongeluk.
20 maart: In het Waalse dorp Strépy-Bracquegnies vallen zes doden en verscheidene gewonden als een auto inrijdt op een groep carnavalsvierders. De bestuurder was mogelijk onder invloed. Hij was alleszins een snelheidsduivel.
24 maart: Tijdens een speciale NAVO-top in Brussel vanwege de Russische oorlog in Oekraïne spreken de lidstaten onder meer af om extra troepen naar Bulgarije, Hongarije, Slowakije en Roemenië te sturen.
31 maart: De weersverwachting is dat het vannacht zal sneeuwen. Er zijn geen normale seizoenen meer …
Het is pas jaren later dat ik vernam dat deze prachtige compositie oorspronkelijk in 1967 werd uitgebracht door de Amerikaanse zanger Robert Knight. Na de versie van de Engelse groep Love Affair was het hek van de dam en volgden de covers elkaar in sneltempo op!
Zanger Steve Ellis hield het in december 1969 voor bekeken en verliet de groep voor een solocarrière. Die was niet bijster succesrijk en de band stopte ook in 1974. Iets later trad Ellis live op met een opnieuw samengestelde groep: Steve Ellis's Love Affair.
Enkele merkwaardige covers: U2, Carl Carlton, Sandra, Jamie Cullum, Gloria Estefan, David Ruffin, Patricia Paay, Stephanie Mills, Silvy Melody, Nicoletta en natuurlijk de onvermijdelijke Joe Dassin.
Deze coverversie vind ik de mooiste alhoewel de muziek niet door de band zelf was opgenomen, maar door studiomuzikanten en een orkest.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Words’ – The Bee Gees
Toen bestond de groep The Bee Gees nog uit vijf leden: de drie broers Gibb met Colin Petersen (drums) en Vince Melouney (gitarist).
Vooral niet te verwarren met hun voorgaande single 'World' uit het najaar van 1967. Hoe dan ook, beide singles waren gedurende drie weken nummer één in de Nederlandse Top 40. De BRT Top 30 bestond toen nog niet maar ik vermoed dat de verkoopcijfers iets minder hoog waren dan bij onze noorderburen.
Barry, en de tweeling Maurice en Robin, komen nog eenmaal aan bod in deze reeks met een nummer dat vanaf december scoorde tot in het voorjaar van 1969. Maar dat is voor later.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Delilah’ / ‘Smile’ – Tom Jones
- Was de a-kant popmuziek of opera? Volgens de Britse pers een "power ballad" (soms ook "murder ballad") met een flamenco begeleiding. Feit is dat bij het beluisteren van 'Delilah' het hele verhaal zich in je brein afspeelt, net of het een filmpje is van iets meer dan 3 minuten. Tekst van Barry Mason en muziek van Les Reed, die meehielp met het thema en de titel.
De eerste die het lied uitbracht in 1967 is P.J. Proby die de track echter haatte en belette dat hij werd uitgebracht. In 1975 had de Sensational Alex Harvey Band met hun cover een top 10 hit in het Verenigd Koninkrijk.
- De b-kant 'Smile' is een vrolijk uptempo nummer want Tom Jones zingt hier herhaaldelijk "smile your blues away". Weg met alle zorgen want een glimlach tovert ze weg! Het nummer werd geschreven door Gordon Mills. Hij was een succesrijke manager en liedjesschrijver. De bekendste artiesten onder zijn management waren Tom Jones, Engelbert Humperdinck en Gilbert O'Sullivan. Verder schreef hij ook hits voor o.m. Cliff Richard, Johnny Kidd & the Pirates, Freddie and the Dreamers, the Applejacks, Paul Jones, en Peter and Gordon.
Wat mij betreft een single waarvan de twee kanten toen heel vaak werden opgezet dankzij een muntje in de jukebox!
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Dance To The Music’ – Sly & The Family Stone
Deze single was mijn eerste kennismaking met die Amerikaanse funk-, soul- en rockband uit San Francisco, Californië.
De groep muzikanten was actief tussen 1966 en 1975. De voorman van de band was de zanger, componist, platenproducer en multi-instrumentalist Sly (Sylvester) Stone, en de groep bevatte daarnaast enkele familieleden en vrienden van Sly Stone. Sly & the Family Stone staat bekend als de eerste grote Amerikaanse rockband met een multiculturele bezetting; de band bestond namelijk uit Afro-Amerikanen, blanken, mannen en vrouwen.
En dat was niet evident in 1968 met de moorden op Martin Luther King en Bobby Kennedy in gedachten en de rassenonlusten die daaruit voortvloeiden. Het was een turbulente tijd waarvan de zorgen enigszins werden gelenigd door de geweldige dansmuziek.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
’20 minuten geduld’ – Will Tura
Een uitstekende keuze van de entourage van de Keizer van het Vlaamse lied. ’25 Minutes To Go’ werd geschreven door Shel Silverstein en door Johnny Cash uitgebracht in 1965.
Shel Silverstein is niet van de minsten: hij schreef de teksten en muziek voor het grootste deel van de Dr. Hook-liedjes, waaronder 'The Cover Of The Rolling Stone', 'Freakin' At The Freakers' Ball' , 'Sylvia's Mother', 'The Things I Didn't Say', 'Ballsack' en een waarschuwend lied over venerische ziekten 'Don't Give A Dose To The One You Love Most'. Ook het nummer 'The Ballad Of Lucy Jordan', bekend van Marianne Faithfull, is van zijn hand. De wereldberoemde Johnny Cash-hit 'A Boy Named Sue' werd ook door hem gecomponeerd. Later schreef hij er een vervolg op: 'Father Of A Boy Named Sue'.
En ’20 minuten geduld’, dat een grote hit werd voor Will Tura, werd voorzien van een uitstekende Nederlandse tekst door Nelly Bijl en het orkest werd gedirigeerd door Willy Albimoor. Het was niet evident dat dit lied een hit werd want het verhaal gaat over een ter dood veroordeelde ...
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘La source’ – Isabelle Aubret
Het Eurovisiesongfestival van 1968: Cliff Richard won niet, Franco zorgde ervoor dat de Spaanse Massiel won en met 'Jedan Dan' uit Joegoslavië had ik vrolijk meegezongen. Maar het was Isabelle Aubret die toen eigenlijk had moeten winnen met het droevige lied 'La source’.
Aubret, geboren als Thérèse Coquerelle in Lille (Frankrijk), eindigde als derde voor haar vaderland met 'La source' op muziek van Daniel Faure en teksten van Henri Dijan, en Guy Kap.
Alhoewel ik toen iets ouder was dan 16 jaar begreep ik heel goed de echte betekenis van het sprookje van Roodkapje, opgeschreven in de 17de eeuw door Charles Perrault en later door de gebroeders Grimm.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Touch Me’ / ‘Hello, I love You, Won’t You Tell Me Your Name?’ – The Doors
The Doors hadden de muziekwereld verbaasd in 1967 met 'Light My Fire' en hun debuutelpee en in 1968 ging hun succes verder.
Onderstaande videoclip geeft het live optreden weer van The Doors in "The Smothers Brothers Comedy Hour", met een heus orkest in de achtergrond (strijkers èn blazers!). Exacte datum: 15 december 1968 en het orkest was het bekende Nelson Riddle Orchestra en de sax solo werd geblazen door Curtis Amy. Helemaal live was het niet want Jim Morrison playbackte op een vooraf opgenomen band, de saxofonist deed hetzelfde net als drummer John Densmore want als je aandachtig kijkt tussen 3:00 en 3:08 minuten klopt het ritme niet helemaal.
Gitarist Robby Krieger is tijdens het optreden te zien met een blauw oog. In de jaren zestig, zo vertelde Ray Manzarek later tijdens een interview, was het gevaarlijk voor langharigen op straat te lopen want dan was je tegen de oorlog in Vietnam en niet trouw aan je vaderland. Morrison en Krieger kregen het aan de stok met enkele rednecks van wie er een uithaalde naar Morrison maar die kon tijdig bukken. En het was Krieger die incasseerde. De schminkster wou het blauw oog nog wegtoveren maar Krieger weigerde: "Ik zal de eerste artiest zijn die op nationale televisie optreedt met een blauw oog!" ...
De tweede single die het geweldig goed deed in de zomer van 1968 was ‘Hello, I Love You, Won’t You Tell Me Your Name?’, vaak afgekort tot 'Hello, I Love You' want de titel was veel te lang voor de hitlijsten.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Magic Bus’ – The Who
Tot 1984 was ik een trouwe gebruiker van het openbaar vervoer in Brussel maar een magische bus van de M.I.V.B. heb ik nooit gezien. Dagelijks nam ik autobus of tram om naar school te gaan en later om te gaan werken. Vanaf 1976 kwam dan de metro en in 1984 mijn eerste auto.
Het jaar 1967 was voor de Engelse rockgroep The Who een fantastisch jaar geweest, denk maar aan 'I Can See For Miles' en 'Pictures Of Lily'. Het jaar daarop was minder succesrijk want 'Dogs' (gezongen in het dialect) en 'Call Me Lightning' waren geflopt.
Maar met 'Magic Bus' stond het viertal weer aan de top in de warme zomer van 1968. Typisch voor deze song zijn de maracas en de eindeloze percussie wat het geheel een magische touch geeft. Ontsproten in het brein van Pete Townshend in een productie van Kit Lambert.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Build Me Up, Buttercup’ – The Foundations
In de Verenigde Staten was de groep rond Sylvester Stone, Sly & The Family Stone, een van de eerste multiraciale muziekgroepen. In het Verenigd Koninkrijk waren dat The Equals en The Foundations.
De eerste bezetting en tevens de oprichters waren: Clem Curtis (zang) in 1968 vervangen door Colin Young; Alan Warner (gitaar); Peter Macbeth (bas); Tim Harris (drums); Tony Gomez (keyboard); Pat Burke (saxofoon, dwarsfluit); Mike Elliott (saxofoon); Eric Allan Dale (trombone).
De bezetting was internationaal: Dale kwam uit Dominica, Burke en Elliott kwamen uit Jamaica, Gomez van Sri Lanka en Curtis uit Trinidad. Warner, Macbeth en Harris waren geboren Britten.
Een "buttercup" is een boterbloem of een ranonkel. Het vrolijk uptempo nummer werd geschreven door Tony Macaulay en Mike d'Abo.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Midnight Confessions’ – The Grass Roots
The Grass Roots was een Amerikaanse rockband die tussen 1965 en 1975 regelmatig in de hitparade stond. De band was oorspronkelijk de creatie van Lou Adler en het songschrijversduo P.F. Sloan en Steve Barri. De groepsnaam werd (verkeerdelijk of niet) vaak afgedrukt als The Grassroots.
Op zondag 27 oktober 1968 speelden de Grass Roots op het San Francisco Pop Festival toen hun hit 'Midnight Confessions', hun eerste plaat met blazers en met Carol Kaye (van de Wrecking Crew) op de eerste baslijn. Kaye werd geboren als dochter van beroepsmusici. Ze werd op 14-jarige leeftijd gitaarlerares en begon op 21-jarige leeftijd als sessiemuzikante. Toen in 1963 een basgitarist eens niet in de studio kwam opdagen, speelde zij ook de basgitaar-partij in en wisselde mede daardoor van instrument. Ze is te horen op ontelbare wereldhits (meer dan 10.000 nummers, waaronder talloze Phil Spector-producties en nummers van The Beach Boys) en vierde verleden week haar 87ste verjaardag!
De bezetting van The Grass Roots: Creed Bratton (gitaar); Warren Entner (gitaar); Robert 'Rob' Grill (bas); Rick Coonce (drums).
Sinds 1 juli 2021 is er een nieuwe reeks op deze muzikale tijdlijn te beluisteren. Een hele verzameling liedjes met in de titel de naam van steden, gemeenten, (ei)landen, provincies, deelstaten, werelddelen, bekende straten of parken, waterlopen, bergen, heuvels, en zelfs fictieve, mythologische of legendarische plaatsen op aarde.
Samengevat: 'Geografische Muziek'.
Vandaag een allerlaatste bonus (nr. 1018 t.e.m. nr. 1025)!
Ann Christy, geboren als Christiane Leenaerts (Antwerpen, 22 september 1945 – Jette, 7 augustus 1984), was een Vlaamse zangeres. Leenaerts startte haar zangcarrière met het orkest The Adams waarvan de drummer, Marc Hoyois, later haar man zou worden. Ze zong Franstalige liedjes en ging op tournee door België en Frankrijk met Adamo. In 1968 won ze de zangwedstrijd het Songfestival van Knokke (samen met Jacques Raymond, Lily Castel, Nicole Josy en Hugo Dellas, onder leiding van Anton Peters). Niet alleen haar stem, maar ook de kleding was opvallend: ze liet zich vaak kleden door de hippieontwerpster Ann Salens.
Ze werd bekend in de jaren '70 met nummers als 'Gelukkig zijn' (Eurovisiesongfestival 1975) en 'Dag vreemde man' (Canzonissima 1971). Beide liedjes werden geschreven door haar goede vriendin en vaste tekstschrijfster Mary Boduin.
In 1980 had ze een hit met het lied 'De roos', een cover van 'The Rose' van Bette Midler, vertaald door Johan Verminnen. Het oorspronkelijk lied is gebaseerd op het leven van Janis Joplin.
‘Le garçon que j’aimais’ heeft ze in 1968 gezongen tijdens het Songfestival van Knokke en haar optreden dat ik toen op televisie zag is mij altijd bijgebleven. Niemand als zij kon dit lied op zo'n geweldige manier brengen.
Kippenvelmoment ...
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘The First Cut Is The Deepest’ – P.P. Arnold
Cat Stevens schreef het lied over een prille stukgelopen relatie in 1967 en probeerde andere artiesten te overtuigen het op te nemen. Tevergeefs tot hij het kon verkopen voor £30 aan P. P. Arnold, die er in het Verenigd Koninkrijk een hit mee had in de zomer van 1967.
De auteursversie van Stevens verscheen op zijn elpee 'New Masters' die pas in december 1967 werd uitgebracht. Tegen die tijd werd de versie van P.P. Arnold eind 1967/begin 1968 meer en meer gedraaid op onze radiozenders. Op de versie van Cat Stevens speelt Big Jim Sullivan elektrische gitaar en Herbie Flowers (van Blue Mink) basgitaar.
Volgens mij is dit de mooiste versie, gebracht door de voormalige Ikette.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘What A Wonderful World’ – Louis Armstrong
Deze song werd geschreven door Bob Thiele (als "George Douglas") en George David Weiss. Hij werd opgenomen door Louis Armstrong en uitgebracht op 1 september 1967 als single. In het Verenigd Koninkrijk bereikte Armstrong in 1968 daarmee de hoogste positie maar in de Verenigde Staten flopte het plaatje omdat Larry Newton, de blanke baas van ABC Records, het lied niet kon horen en weigerde er promotie voor te maken. De song werd namelijk geschreven om de spanningen tussen de verschillende rassen te bekoelen. Armstrong werd uitgekozen omdat hij de kwaliteit bezat om mensen van verschillende rassen samen te brengen.
Nadat het lied te horen was in de film 'Good Morning, Vietnam', werd het opnieuw op single uitgebracht in 1988, en steeg het tot nummer 32 in de Billboard Hot 100.
Op het Europees continent scoorde Armstrong in de loop van 1968. De spanningen waren dan in de VS al tot een kookpunt gekomen door de moord op Martin Luther King en twee maanden later op Robert Kennedy.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Vesoul’ – Jacques Brel
Wat had Jacques Brel met de Franse gemeente Vesoul? Niets. Maar hij bracht er wel twee keer de nacht door -naar verluidt in goed gezelschap- en dat was voldoende om inspiratie te vinden voor een fantastisch nummer. De kreet "Chauffe Marcel, chauffe!" krijgt dan een heel andere betekenis. Alle gekheid op een stokje: het is gewoon een aanmoediging van Brel om de accordeonist Marcel Azzola op te zwepen. Zijn prestatie heeft enorm bijgeleverd tot het succes van het nummer.
De burgemeester van Vesoul is niet ontgoocheld dat zijn gemeente niet zo positief wordt afgeschilderd, net zoals Vierzon, Honfleur, of Hamb(o)urg. Minder goede reclame is volgens hem ook reclame.
Opmerkelijk is tevens de verwijzing naar een optreden van Jacques Dutronc in de tekst! Op het einde schreeuwt Brel "Chauffe Jean, chauffe!" en die kreet is gericht aan John Tegmeyer op de klarinet!
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
'Classical Gas’ – Mason Williams
Wie mij kent weet dat ik van vele genres muziek hou gaande van The Beatles, popmuziek, klassieke muziek, jazz, blues, rhythm & blues, soul, funk, ska, reggae, en rock-'n'-roll.
Mason Douglas Williams is een Amerikaanse klassiek gitarist, componist, zanger, schrijver, komiek en dichter, vooral bekend om zijn instrumentale hit 'Classical Gas'.
Niet echt klassieke muziek te noemen maar door deskundigen ondergebracht in het genre "barokpop". De oorspronkelijke naam van de compositie was 'Classical Gasoline' maar door een fout werd de titel ingekort tot 'Classical Gas'.
Mason Williams bespeelde de klassieke gitaar met in de achtergrond leden van The Wrecking Crew, uiterst bekwame studiomuzikanten die op ontelbare wereldhits te horen zijn. Drummer Hal Blaine is een van de bekendste studiomuzikanten uit die groep, net als Glen Campbell trouwens.
Een onwaarschijnlijke nummer één in de Amerikaanse hitlijsten in de zomer van 1968.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘My World Fell Down’ – Sagittarius
Sagittarius is Latijn voor boogschutter en dat is toevallig ook mijn sterrenbeeld. Boogschutter is het astrologische teken van mensen geboren tussen ca. 22 november en ca. 21 december.
Ik was meteen fan toen ik ‘My World Fell Down’ voor het eerst op de radio hoorde. Producer Gary Usher was betrokken met muziek sinds de vroege jaren zestig. Hij schreef ook teksten voor sommige van Brian Wilsons vroege songs. The Beach Boys deden ook vaak een beroep op The Wrecking Crew (o.a. voor 'Good Vibrations').
Toen hij een demo van 'My World Fell Down' hoorde (ook opgenomen door de Britse popband The Ivy League) besloot hij een beroep te doen op Glen Campbell (ook een lid van The Wrecking Crew), Bruce Johnston en zanger/producent Terry Melcher (zoon van Doris Day) voor de zang. Hij sloot de opname af door toevoeging van een musique concrète-brug. Musique concrète is een Franse muziekstroming waarbij gebruik wordt gemaakt van alledaagse geluiden die met behulp van elektronica worden verwerkt tot composities en geluidscollages. In 1967 hadden Pierre Henry en Michel Colombier al daarmee gewerkt voor hun elektronische jerks in opdracht van Maurice Béjart.
De sound van deze prachtige single roept bij mij altijd het melancholische najaarsgevoel op uit Californië (Indian Summer), net zoals 'California Dreamin'' van The Mamas & The Papas.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
'The Soul Drummers’ – Ray Barretto
Raymond Barretto was een Amerikaanse congaspeler, drummer, percussionist, orkestleider, componist en producer. Hij was lid van het orkest van Tito Puente van 1957 tot 1960 en richtte zijn eigen orkest op in 1961. Hij was tevens een van de Fania All Stars en een veelgevraagd sessiemuzikant.
In de Brusselse discotheken was 'The Soul Drummers’ (soms ook uitgebracht als 'Soul Drummers') vanaf 1968 een grijsgedraaide single.
Hoe dan ook: een song die begint met "Yeah, baby!" en doorspekt is met kreten als "sock it to me" nodigt altijd uit tot enkele gekke danspasjes.
Hopla met de beentjes!
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Love Is Blue’ – Paul Mauriat & son orchestre
Naast dansmuziek is er ook luistermuziek en daaronder valt beslist deze instrumentale bewerking van ‘L’amour est bleu’ waarmee Vicky het Groothertogdom Luxemburg op het Eurovisiesongfestival in 1967 vertegenwoordigde. Pas later vernam ik dat Vicky de Grieks-Duitse zangeres Vicky Leandros was. Ze werd toen vierde en Louis Neefs zevende.
De Franse dirigent, arrangeur, tekstschrijver, componist en orkestleider, Paul Mauriat, was zo slim deze prachtige melodie uit te kiezen en onder de naam ‘Love Is Blue’ uit te brengen op single.
Ook deze single was een onwaarschijnlijke nummer één in de Verenigde Staten in 1968 en wordt daar beschouwd als een eendagsvlieg (onehitwonder).
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Spooky’ – Classics IV
Classics IV was een Amerikaanse popband, opgericht in Jacksonville in 1965 door Dennis Yost en staat vooral bekend om de hits 'Spooky', 'Stormy' en 'Traces', die van 1967 tot 1969 werden uitgebracht.
Over die groep was in 1968 heel weinig geweten. Dusty Springfield nam een cover op van dat leuke liedje. Pas veel later vernam ik dat Dennis Yost de frontzanger was want toen werden alle opnames als volgt vermeld: Classics IV featuring Dennis Yost.
De song gaat niet over een spook of een geest maar over een meisje dat rondspookt in het brein van de verliefde zanger.
Oorspronkelijk was dit een instrumentaal liedje uit 1967 met een prachtige saxofoon gespeeld door Mike Sharpe (Shapiro). Sindsdien wordt het in de Verenigde Staten omstreeks Halloween heel vaak gespeeld op diverse radiozenders.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Mighty Quinn (Quinn, The Eskimo)’ – Manfred Mann
Alweer een ruwe diamant van Bob Dylan die werd gepolijst door Manfred Mann. Zoals zovele muzikanten putte hij uit 'The Basement Tapes' waarvan een deel pas in 1975 zou worden uitgebracht op dubbelelpee. Julie Driscoll & The Brian Auger Trinity; The Byrds; Peter, Paul & Mary; en The Band hadden al het goede voorbeeld gegeven en composities uit dat album uitgebracht. Jonathan King en Manfred Mann zouden in de jaren zeventig nogmaals liedjes daaruit coveren.
'Quinn the Eskimo (The Mighty Quinn)' komt uit de sessies van 100 songs tijdens die Basement Tapes maar haalde het album niet. Volgens sommigen is het personage gebaseerd op Anthony Quinn in de film 'The Savage Innocents' uit 1960. In 2004 verscheen een krantenartikel waarin stond dat de inspiratiebron Gordon Quinn was geweest, mede-oprichter van Kartemquin Films, in ruil voor een bewezen dienst (documentaire 'Eat the Document'). Dylan beweerde dan weer dat het enkel om een kinderrijmpje ging.
Hoe dan ook, deze versie van de groep Manfred Mann was een grote hit in 1968 met zelfs een nummer één als gevolg in het Verenigd Koninkrijk.
‘The Blue Danube’ – Johann Strauss jr. / ‘Also sprach Zarathustra’ – Berliner Philharmoniker
Beide klassieke werken komen voor in de originele soundtrack van de film '2001: A Space Odyssey' van Stanley Kubrick, duidelijk een inspiratiebron voor David Bowie's ‘A Space Oddity’ in 1969. Maar die laatste komt in een volgende reeks aan bod.
‘The Blue Danube’ is in onze contreien beter bekend als 'An der schönen blauen Donau', één van de bekendste composities van Johann Strauss jr., een Oostenrijks violist en componist van vele walsen en operettes. Deze versie wordt gespeeld door het London Philarmonic Orchestra o.l.v. Franz Welser-Most.
'Also sprach Zarathustra, Op. 30', is een symfonisch gedicht uit 1896 van de Duitse componist Richard Strauss, geïnspireerd door de filosofische roman Also sprach Zarathustra uit 1883–85 van Friedrich Nietzsche. Het eerste deel is sinds 1968 beroemd door het gebruik in de film '2001: A Space Odyssey'. Richard Georg Strauss was een Duitse componist en dirigent. Hij is niet verwant met Johann Strauss en diens familie uit Wenen. In 1973 bracht de Braziliaanse musicus en arrangeur Eumir Deodato een fantastische en zeer dansbare popversie uit waarmee hij in 1974 een Grammy Award won.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Lalena’ / ‘Atlantis’ – Donovan
Donovan Leitch, de Schotse bard, werd bij aanvang van zijn muzikale loopbaan vaak afgedaan in de pers als een flauw afkooksel van Bob Dylan. Niets is minder waar want Donovan had veel meer in zijn mars dan het zingen van protestliederen. Hij bracht meesterlijke singles uit in zijn psychedelische periode (1966/1967). In 1968 vergezelde hij The Beatles naar India en leerde John en Paul daar fingerpickin' op akoestische gitaar. Denk maar aan het prachtige 'Blackbird'.
En hij slaagde er zelfs in twee prachtige composities op de wereld los te laten in 1968 zoals 'Lalena', een droefgeestige ballade en 'Atlantis', een prachtig verhaal van hoe de wereld eruitzag vóór de grote zondvloed en het mysterieuze continent Atlantis verzwolgen werd in de ... Atlantische oceaan! Donovan stond in 1969 ook nog hier en daar in de hitlijsten met dit geweldig nummer. Het duurde niet lang of Deep Purple bracht in 1969 een coverversie uit van 'Lalena'.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
'Mony Mony' - Tommy James & The Shondells
Tommy James & The Shondells was een Amerikaanse popgroep, opgericht in 1964. In februari 1964 nam de band het Jeff Barry/Ellie Greenwich-nummer 'Hanky Panky' op (oorspronkelijk een b-kantje van The Raindrops). Snap Records, het label waaronder Hanky Panky oorspronkelijk werd uitgebracht, had geen nationale distributie. De band toerde door het oostelijke midwesten, maar geen enkele andere markt deed mee met het nummer. De single slaagde er niet in om zich nationaal te plaatsen in de hitlijst en The Shondells ontbonden in 1965, nadat de leden van de middelbare school waren afgestudeerd. Ondertussen had de danspromotor Bob Mack uit Pittsburgh de vergeten single 'Hanky Panky' opgegraven, die hij op verschillende dansfeesten speelde en radiostations daar prezen het als een exclusief nummer. De respons van de luisteraars moedigde regelmatig spelen aan en de vraag steeg en dankzij nationale promotie steeg de single in de zomer van 1966 naar de eerste plaats! Alle opvolgers flopten jammerlijk behalve 'I Think We're Alone Now' uit 1967 en deze zeer dansbare 'Mony Mony', met dank aan een opzwepende intro.
Tommy James & The Shondells scoorden nogmaals een nummer 1 in hun thuisland, ditmaal met een psychedelisch nummer, eind 1968/begin 1969. Er is een merkwaardige anekdote aan die single verbonden i.v.m. mijn vader zaliger. Maar dat is voor later in deze reeks!
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Young Girl’ – Gary Puckett & The Union Gap
In 1967 heette deze band nog kortweg The Union Gap en met 'Woman, Woman' werd de Amerikaanse groep meermaals gedraaid op de toenmalige BRT. De BRT Top 30 zou pas twee jaar later opgericht worden, dus over hitnoteringen of verkoopcijfers beschik ik niet.
De tenorstem van Gary Puckett viel zodanig in de smaak (vooral bij de vrouwelijke fans) dat de platenfirma besliste de groepsnaam te wijzigen in Gary Puckett & The Union Gap.
De bandleden kleedden zich als een visuele gimmick in Union Army-stijl uniformen uit de Amerikaanse Burgeroorlog. Wie zich daarbij niets kan voorstellen moet maar eens de stripreeks 'De Blauwbloezen' lezen. Deze humoristische strip wordt sinds 1972 uitgegeven.
De grootste hits van Gary Puckett & The Union Gap handelden altijd over vrouwen: 1967: 'Woman, Woman'; 1968: 'Young Girl'; 1968: 'Lady Willpower'; 1968: 'Over You'; 1969: 'Don't Give In To Him'; 1969: 'This Girl Is A Woman Now'.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Race With The Devil’ – The Gun
De hitlijsten van 1968 stonden vaak bol van hemelse muziek alhoewel er in de volgende drie nummers van deze reeks niet over engelen gezongen wordt maar over een bovennatuurlijk wezen dat het kwaad verpersoonlijkt. Gemeenzaam wordt het schepsel aangeduid als de duivel, Lucifer of Satan. Meer gekscherende benamingen voor de duivel zijn: de duvel, Droes, Drommel, doivelke, Joos, Joosje, Joos pek, Joosje pek en Joost. Denk maar aan de uitdrukking: "Joost mag het weten." ...
The Gun (soms ook Gun) was een Britse psychedelische rockband, bestaande uit de broers Adrian Gurvitz (gitaar en zang) en Paul Gurvitz (basgitaar en zang) met Louis Farrell (drums), die in 1968 hun eerste hit scoorden met het nummer 'Race With The Devil'. Zij waren voorlopers van de heavy metal. In 1970 werd de groep opgeheven. Gun betekent in het Engels zowel kanon als geweer, vuurwapen, pistool of schietwapen maar in dit geval zou ik opteren voor kanon want die debuutsingle van The Gun sloeg in als een bom (of een kanonbal).
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Sympathy For The Devil’ – The Rolling Stones
Het is een van de bekendste nummers van de Stones en verscheen in 1968 op het album 'Beggars Banquet'. Het nummer werd geschreven door het duo Jagger/Richards maar is toch vooral het werk van Mick Jagger. 'Sympathy For The Devil' werd opgenomen in de Olympic Studios in Londen. Opmerkelijk is dat Keith Richards op de bas speelt en niet, zoals gewoonlijk, Bill Wyman, die bij deze opname maracas en andere percussie bespeelde. Het lied is geschreven vanuit het standpunt van Lucifer, de duivel, en geïnspireerd op het boek "De Meester en Margarita" van de Russische schrijver Michail Boelgakov. Lucifer legt uit hoe hij duizenden jaren lang getuige is geweest van het geweld dat de mensheid tegen zichzelf gebruikt heeft, vaak in naam van religie. Het was destijds een controversieel nummer omdat het werd uitgelegd als een oproep tot Duivelsaanbidding. Daarnaast kan het gezien worden als protest tegen de Vietnamoorlog.
De tekst wil ik jullie niet onthouden want die vind ik fenomenaal:
"Please allow me to introduce myself I'm a man of wealth and taste I've been around for a long, long years Stole million man's soul an faith and I was 'round when Jesus Christ Had his moment of doubt and pain Made damn sure that Pilate washed his hands and sealed his fate Pleased to meet you hope you guess my name But what's puzzling you is the nature of my game Stuck around St. Petersburg when I saw it was a time for a change Killed Tsar and his ministers, Anastasia screamed in vain I rode a tank, held a general's rank When the blitzkrieg raged and the bodies stank Pleased to meet you hope you guess my name, oh yeah Ah, what's puzzling you is the nature of my game, oh yeah I watched with glee while your kings and queens Fought for ten decades for the gods they made I shouted out who killed the Kennedys? When after all it was you and me Let me please introduce myself I'm a man of wealth and taste And I laid traps for troubadours Who get killed before they reached Bombay Pleased to meet you hope you guessed my name, oh yeah But what's puzzling you Is the nature of my game, oh yeah, get down, baby Pleased to meet you hope you guessed my name, oh yeah But what's confusing you is just the nature of my game Just as every cop is a criminal and all the sinners saints As heads is tails just call me Lucifer 'Cause I'm in need of some restraint so if you meet me Have some courtesy Have some sympathy, and some taste Use all your well-learned politnesse Or I'll lay your soul to waste, mm yeah Pleased to meet you hope you guessed my name, mm yeah But what's puzzling you Is the nature of my game, mm mean it, get down Woo, who ... Oh yeah, get on down ... Oh yeah ... Aah yeah Tell me baby, what's my name? Tell me honey, can ya guess my name? Tell me baby, what's my name? I tell you one time, you're to blame, what's my name Tell me, baby, what's my name? Tell me, sweetie, what's my name?"
In de oorspronkelijke tekst stond "Who killed Kennedy?" maar toen in 1968 de broer van John F. Kennedy, Robert F. alias Bobby, ook werd vermoord wijzigde Jagger de tekst vlug in "Who killed the Kennedys?" ...
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Fire’ – The Crazy World Of Arthur Brown
♫♫♫ "I am the god of hellfire and I bring you ... Fire, I'll take you to burn - Fire, I'll take you to learn, I'll see you burn! " ♫♫♫ ...
Zo klonk de intro van die duivelse single van Arthur Brown want hij zong over de god van het hellevuur en dat is niemand minder dan de gevallen engel. Dit is de derde single uit 1968 die over dat luguber onderwerp handelde. De vorige twee waren ‘Race With The Devil’ van The Gun en ‘Sympathy For The Devil’ van The Rolling Stones. Arthur Wilton Brown (Whitby, 24 juni 1942) is een Britse rock-'n-roll muzikant, die vooral bekend is vanwege zijn flamboyante stijl en zijn grote invloed op artiesten als Alice Cooper, Peter Gabriel, Marilyn Manson, George Clinton, Kiss, en Bruce Dickinson, leadzanger van de heavymetalband Iron Maiden. Brown studeerde filosofie en rechten aan de Universiteit van Londen, maar besloot zich toch op muziek te richten. Eind 1966 en begin 1967 was hij lid van een Londense R&B/Soul/Ska-groep die uiteindelijk overging in The Foundations. Arthur was binnen deze groep zanger, samen met Clem Curtis. In totaal zat Brown slechts zes weken bij de band.
Na zijn periode bij The Foundations richtte Brown zijn eigen band op: The Crazy World of Arthur Brown. Leden waren Vincent Crane (hammondorgel en piano), Drachen Theaker (drums) en Nick Greenwood (basgitaar). Met deze band verkreeg Brown al snel bekendheid vanwege zijn bizarre en vaak macabere optredens, waarbij hij onder andere gebruik maakte van een brandende metalen helm. Dit ging soms mis, bijvoorbeeld toen tijdens een optreden in Windsor de methanol waarmee de helm in brand werd gestoken lekte en Browns hoofd ook vlam vatte. Twee omstanders konden het vuur op tijd doven om ernstige verwondingen te voorkomen. Ook ging Brown bij zijn optredens weleens uit de kleren, zoals in Italië. Hiervoor werd hij gearresteerd en het land uitgezet.
Het debuutalbum heette 'The Crazy World Of Arthur Brown' en bevatte naast 'Fire' tevens een macabere cover van 'I Put A Spell On You' van Screamin' Jay Hawkins, ongetwijfeld een voorbeeld voor Brown. Tijdens een opname van de dubbele witte elpee van The Beatles op 10 september 1968 deed George Harrison in de studio tijdens 'Helter Skelter' ook een "Arthur Brown" door met een brandende asbak op zijn hoofd rond te lopen! Het ontlokte Paul McCartney een reactie die in de finale mix echter niet meer hoorbaar is.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Summertime Blues’ – Blue Cheer
Een stralende zon in de winter maar wel een snijdende, gure wind en dan maar snakken naar de zomer! 'Summertime Blues' is een rocknummer van de Amerikaanse artiest Eddie Cochran. Op 21 juli 1958 bracht hij het uit als single. Het nummer werd gecoverd door verscheidene artiesten, en het werd een hit in de versies van Blue Cheer (1968) en The Who (1970).
Het lied is geschreven door Cochran en Jerry Capehart en geproduceerd door Cochran. Het nummer gaat over het leven van een tiener tijdens de zomervakantie. Hij heeft geen zin om een baan te zoeken voor de zomer zodat hij geld kan verdienen, en hij kan zijn vriendin niet mee uit nemen omdat zijn baas hem altijd in de late uren laat werken. Hij liegt vervolgens tegen zijn baas dat hij ziek is, maar de ouders van de jongen willen hun auto niet aan hem lenen omdat ze hem te lui vinden. Hij overweegt om langs de Verenigde Naties te gaan om over zijn situatie te klagen, maar uiteindelijk laat hij het bij een brief naar zijn lokale congreslid, die geen antwoord geeft omdat de jongen te jong is om te stemmen.
In 1967 werd 'Summertime Blues' gecoverd door de Amerikaanse rockband Blue Cheer. Zij brachten het uit op hun debuutalbum 'Vincebus Eruptum', dat een jaar later uitkwam. Op deze cover werd het vraag-en-antwoordspel weggelaten. In plaats hiervan speelt elk bandlid een korte solo. Ook is de gitaarriff uit 'Foxy Lady' van Jimi Hendrix een aantal keer te horen.
Blue Cheer speelde destijds ongewoon hard en wordt wel gezien als een van de voorlopers van de heavy metal en hardrock. De naam Blue Cheer staat voor een soort LSD, die weer genoemd was naar een destijds populair wasmiddel. En laat de lente nu maar vlug komen!
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Requiem pour un c…’ – Serge Gainsbourg + Michel Colombier & son orchestre
'Le Pacha' is een Frans/Italiaanse misdaadfilm uit 1968 geregisseerd door Georges Lautner met Jean Gabin en Dany Carrel in de hoofdrollen en is gebaseerd op de roman 'Pouce!' door Jean Laborde. Het verhaal gaat over een hoge politieman uit Parijs die een meedogenloze moordenaar achtervolgt. Gainsbourg vertolkt een minieme rol zonder ervoor gecrediteerd te worden.
In 1968 mocht het woord "con" nog niet voluit geschreven worden maar wel uitgesproken of gezongen worden. Vergelijk het met het Engels woord "fuck" dat in de Verenigde Staten constant wordt afgekort tot "f..." of gebliept wordt.
De samenwerking tussen Gainsbourg en het orkest van Michel Colombier mondt uit tot een perfecte soundtrack van deze politiefilm.
In 1991 verscheen 'Requiem Pour Un Con (Remix 91)' op single en die versie werd wel een hit. En toen mocht het woord "con" ook voluit geschreven worden. Het woord betekent in eerste instantie nochtans "nietsnut, rekel, rabauw, of deugniet". Niks om zich zorgen over te maken ...
Het trio Jean Gabin - Lino Ventura - Alain Delon behoort al jàren tot mijn lievelingsacteurs. Zij zijn te bewonderen in de prent 'Le Clan des Siciliens' uit 1969. Maar dat is een ander verhaal.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Harper Valley P.T.A.’ – Jeannie C. Riley
P.T.A. was in de jaren zestig een veelgebruikte afkorting in de Verenigde Staten en zij staat voor "Parent-Teacher Association", zeg maar de Ouderraad met leden van het schoolbestuur.
In 1967 hadden verontruste ouders de toenmalige BRT verplicht de televisieserie Batman na amper 7 uitzendingen te stoppen omdat er te veel geweld (sic) in voorkwam!
In de ouderraad waarover Jeannie C. Riley zong zullen ook verontruste ouders gezeteld hebben want zij keurden het gedrag van de moeder in het lied (Mrs. Johnson) niet goed: haar rokken waren te kort, zij ging te veel uit met jonge kerels en de alcohol vloeide te rijkelijk; kortom geen goed voorbeeld voor haar dochtertje. Mrs. Johnson trok zelf naar de ouderraad in een minirokje en diende de hypocrieten van een gepast antwoord. Zij vergeleek het dorp zelfs met "Peyton Place", een populaire soap die op de Amerikaanse televisie liep van 1964 tot 1969.
Waarschijnlijk was dit een van de eerste country & western hits in onze contreien, Johnny Cash even buiten beschouwing gelaten.
De Praagse Lente is de naam die men geeft aan de periode in de Tsjecho-Slowaakse geschiedenis van januari 1968 tot 21 augustus 1968, toen Alexander Dubček het communistische Tsjecho-Slowakije een meer gematigde koers uitstuurde. Aan deze periode werd abrupt een einde gemaakt door de andere vijf leden van het Warschaupact, onder leiding van de USSR met de inval van hun troepen op 20 augustus 1968.
Ik zie veel gelijkenissen met de huidige inval van Rusland in Oekraïne. Merkwaardig feit: "Op 1 maart 2006 bood de Russische president Poetin tijdens een bezoek aan Praag zijn excuses aan voor de invasie van 1968. Hij zei de morele verantwoordelijkheid voor de inval te aanvaarden en deze te veroordelen." ...
De beelden van die opstand in 1968 werden op televisie meestal ondersteund door 'People Got To Be Free’ van The Rascals, geschreven door Felix Cavaliere en Eddie Brigati. Keyboardspeler en zanger Felix Cavaliere was de leider van de groep. De Canadese gitarist Gene Cornish, zanger Eddie Brigati en drummer Dino Danelli waren de overige leden van de band.
The Rascals (aanvankelijk bekend als The Young Rascals) was een Amerikaanse rockband, die in Europa vooral bekend is vanwege de hits 'Good Lovin’', 'Groovin’', 'How Can I Be Sure' en 'People Got To Be Free'. De groep speelde vooral soulmuziek en wordt gerekend tot de zogenaamde blue-eyed soul.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Only One Woman’ – The Marbles
Tegenwoordig is het weer hip om met de knikkers te spelen, net als met Lego-blokjes trouwens, met dank aan twee televisieprogramma's. In onze jeugd speelden wij vaak met de "marbollen", wat Vlaams is voor knikkers. The Marbles was een Brits popduo uit de jaren 1960, bestaande uit Graham Bonnet en Trevor Gordon, die actief waren tussen 1968 en 1969. Ze werden in die tijd ook geassocieerd met de Bee Gees-broers Barry, Robin en Maurice Gibb, die zes nummers voor hen schreven en wat achtergrondzang verzorgden. In 1968 tekenden The Marbles een platencontract met de Australische platenlabel impresario Robert Stigwood, manager van o.m. Cream en The Bee Gees, en later bekend geworden door theaterproducties zoals 'Hair' en 'Jesus Christ Superstar' en filmproducties, waaronder het succesvolle 'Grease' en 'Saturday Night Fever'. 'Only One Woman' zal altijd beschouwd worden als een onehitwonder want de opvolgers 'The Walls Fell Down' en 'I Can't See Nobody' uit 1969 deden het veel minder goed. En dan nu allemaal samen, uit volle borst en met een heel hoog stemmetje: ♫♫♫ "Ten little Indians" ♫♫♫ ...
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Just Dropped In (To See What Condition My Condition Was In)’ – The First Edition
De frontzanger van The First Edition was Kenny Rogers en vanaf 1969 zou de groep omgedoopt worden tot Kenny Rogers & The First Edition. Drie jaar later zou ik de naam Kenny Rogers terugvinden op de hoes van een elpee van The New Christy Minstrels. Deze Amerikaanse folkgroep werd in 1961 door Randy Sparks opgericht. De groep haalde diverse malen de hitlijsten en bekende nummers zijn 'This Land Is Your Land' en 'Green, Green'. De groep had een sterk wisselende bezetting. Bekende oud-leden zijn: Gene Clark (later bij The Byrds); Jerry Yester (later bij The Lovin' Spoonful); Barry McGuire (die na zijn vertrek bij de groep in 1965 een wereldwijde hit had met 'Eve of Destruction'); Larry Ramos (later zanger bij The Association); Kenny Rogers (later countryzanger); Kim Carnes (later singer-songwriter).
'Just Dropped In (To See What Condition My Condition Was In)' is een psychedelische pop/rock song geschreven door Mickey Newbury met de bedoeling te wijzen op de gevaren van LSD. Het lied werd geassocieerd met de tegencultuur van de jaren zestig. De song werd eerst opgenomen door Jerry Lee Lewis, met als backinggroep "The Memphis Boys". Die studiomuzikanten van de "American Sound Studio" werkten met bekende artiesten, zoals o.a. Elvis Presley, Joe Tex, Wilson Pickett, Bobby Womack, Joe Simon, Merrilee Rush, Aretha Franklin, Neil Diamond, Dusty Springfield, B. J. Thomas, Petula Clark, Roy Hamilton, en The Box Tops. Jerry Lee Lewis bracht de song uit op zijn elpee 'Soul My Way' op 1 november 1967. Nog vóór het album van Lewis werd uitgebracht verscheen het lied op 10 oktober 1967 op een single van Teddy Hill & The Southern Soul. Maar het is de versie van The First Edition die in de hitlijsten terechtkwam. De jongere generatie kent het lied natuurlijk omdat het in de film 'The Big Lebowski' werd gebruikt tijdens een droomscène. In die dagen hoopte ik altijd dat de single helemaal werd uitgespeeld op de radio, tot aan het gaatje, want de outro vind ik nog altijd fenomenaal!
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘America’ – The Nice
En toen de Amerikaanse vlag werd verbrand tijdens het uitvoeren van dit lied uit 'West Side Story' was componist Leonard Bernstein naar verluidt niet blij, om niet te zeggen woedend! The Nice maakte dit statement als protest tegen de oorlog in Vietnam die al jarenlang aansleepte. The Nice is een Britse progressieve rockband uit eind jaren zestig, bekend voor zijn combinatie van rock, jazz en klassieke muziek.
De leden van de band waren: Keith Emerson op keyboard; Lee Jackson op basgitaar; Brian Davison op drums; David O'List op gitaar.
De groep begon in 1967 als begeleiding van de soulzangeres P.P. Arnold. Volgens Keith Emerson was dit de eerste instrumentale protestsong ooit. Behalve het thema van 'West Side Story' bevatte de track ook nog fragmenten uit Dvořáks symfonie uit de 'Nieuwe Wereld’. Op het einde hoor je dit: "America was pregnant with promise and anticipation, but was murdered by the hand of the inevitable." gesproken door het toen driejarig zoontje van P.P. Arnold. Na het uiteenvallen van de groep in 1970 vormde Emerson met (bas)gitarist Greg Lake en drummer Carl Palmer het trio Emerson, Lake and Palmer, vaak kortweg ELP genoemd. Jackson en Davison vormden samen Jackson Heights en toen later Patrick Moraz zich aansloot, werd deze band omgedoopt tot Refugee.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘This Wheel’s On Fire’ – Julie Driscoll & The Brian Auger Trinity
Deze legendarische song werd gecomponeerd door Bob Dylan en Rick Danko. Oorspronkelijk opgenomen door Dylan en The Band gedurende hun 1967 sessies. Een selectie uit die sessies werd pas in 1975 op vinyl uitgebracht onder de titel 'The Basement Tapes' (dubbelelpee!). De versie van The Band werd reeds in 1968 uitgebracht op hun elpee 'Music from Big Pink'. Artiesten allerhande plukten gretig uit die sessies zoals o.m. Jonathan King ('Million Dollar Bash'); Manfred Mann ('Please, Mrs. Henry'); Peter, Paul & Mary ('Too Much Of Nothing'); The Byrds ('You Ain't Goin' Nowhere'); en The Byrds en Julie Driscoll & The Brian Auger Trinity ('This Wheel's On Fire'). Er bestaat zelfs een live versie van de Belgische band Clee's Five uit het jaar 1968!
De versie van Driscoll en Auger is opmerkelijk want er werd gebruik gemaakt van distortie (overdrive van elektrische gitaar) en phasing (elektronische sound processor). Voeg daarbij het feit dat de titel van het lied werd uitgebeeld door de flamboyante klederdracht van de groep en dan weet je meteen waarom deze versie vaak wordt geassocieerd met de psychedelische periode van de Britse muziek. Het arrangement maakte veelvuldig gebruik van het Hammondorgel en de mellotron. De eerste bekende gebruikers van de mellotron waren The Beatles en The Moody Blues in 1967. Driscoll nam de song opnieuw op begin jaren 1990 met Adrian Edmondson als thema van de BBC televisiereeks 'Absolutely Fabulous'. Maar hieronder is de enige echte en geweldige versie uit het magisch jaar 1968 te horen.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘I Walk On Guilded Splinters’ – Dr. John
Mac Rebennack schreef deze song onder zijn pseudoniem Dr. John Creaux. Soms kreeg het lied de titel 'I Walk On Gilded Splinters' of 'Walk On Gilded Splinters'. Het was de laatste track van zijn debuutalbum 'Gris-Gris' (1968), gecrediteerd als Dr. John, the Night Tripper. De covers volgden al heel snel: o.m. van Widespread Panic, The Neville Brothers, Cher, Marsha Hunt, Johnny Jenkins, Humble Pie, King Swamp, The Allman Brothers Band, Paul Weller, The Flowerpot Men, Michael Brecker, en Jello Biafra. Ik moet toegeven dat ik eerst de versie van Marsha Hunt leerde kennen. Haar single kwam uit op Track Records in 1969. De opname werd gearrangeerd en geproducet door Tony Visconti. Dr. John combineerde blues, boogiewoogie en rock-'n-roll, alles overgoten met een sausje voodoo. Voodoo is een Engels/Amerikaanse naam voor de Haïtiaanse occulte religie vodou. Zijn muzikale carrière begon in de jaren vijftig in New Orleans. Hij zat als gitarist in verschillende bands en had in 1959 een kleine hit met een instrumentaal nummer 'Storm Warning'. Hij moest de gitaar opgeven nadat zijn linker ringvinger in 1960 in Jackson (Mississippi) werd getroffen door een kogel die op zijn medemuzikant Ronnie Barron werd afgevuurd. De vinger moest in het ziekenhuis weer worden aangezet, maar werkte nooit meer naar behoren. Hij koos toen de piano tot zijn hoofdinstrument. Als sessiemuzikant in Los Angeles was Rebennack in de jaren zestig lid van het losse collectief The Wrecking Crew, waarmee hij deelnam aan opnames voor sterren als o.a. Sonny & Cher en Canned Heat.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Hush’ / ‘Kentucky Woman’ – Deep Purple
In die dagen bracht de Engelse hardrockband nog covers van bekende wereldhits. De groepsnaam is afgeleid van de jazzklassieker 'Deep Purple', het favoriete nummer van de moeder (of grootmoeder, naargelang de bron) van gitarist Ritchie Blackmore. Deep Purple is een van de eerste vertegenwoordigers van hardrock en ontluikende heavy metal. 'Hush' is een compositie van Joe South die een hit was voor Billy Joe Royal. ‘Kentucky Woman’ is een vroege hit voor Neil Diamond.
Jon Lord startte in 1968 met een band onder de naam Roundabout met gitarist Ritchie Blackmore, maar veel succes had hij niet en al snel vertrokken de drummer en de bassist. Via twee mensen die manager van de groep wilden worden, kreeg hij Nick Simper als bassist en Ian Paice als drummer. Rod Evans sloot zich bij de groep aan als zanger. De groep wijzigde de naam in Deep Purple en nam een cover op van 'Hush', wat de eerste hit werd, vooral in de Verenigde Staten. Die single werd gevolgd door een cover van 'Kentucky Woman' waarna de eerste elpee volgde, 'Shades of Deep Purple'.
Met het overkomen van Roger Glover en Ian Gillan van Episode Six sloeg de groep een andere weg in. In 1969 schreef Jon Lord 'Concerto for Group and Orchestra', waarop de band samenwerkte met het Royal Philharmonic Orchestra onder leiding van Malcolm Arnold. Maar dat is voor een latere reeks.
Ik herinner mij nog altijd toen ik 'Hush' van Deep Purple voor het eerst hoorde in 1968, want die versie sloeg in als een bom!
Gainsbourg was in 1968 al heel bekend want hij stond als ouderdomsdeken tussen al die jonge sterren uit 'Salut les Copains'. Vooral zijn composities sloegen aan (voor Anna Karina en France Gall, en diverse filmthema's). Ook zijn 'Poinçonneur des lilas' en 'Qui est in, qui est out' waren mij bijgebleven.
In de videoclip van 'Comic Strip' uit 1967 speelt Mireille Darc nog de rol van B.B. Het is pas vanaf 1968 dat de single begint aan te slaan. Het typetje van Jane Fonda in de cultfilm 'Barbarella' uit oktober 1968 is hier losjes op gebaseerd.
'Initials B.B.' is deels gebaseerd op Dvorak's New World Symphony. Vanaf toen sprak bijna niemand meer over Brigitte Bardot maar gewoonweg over B.B., het sekssymbool bij uitstek uit de jaren zestig. In 1969 werd Bardot door Gainsbourg gedumpt voor een nieuw sekssymbool, ditmaal uit Engeland: Jane Birkin, later afgekort tot Jane B.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Keep On’ – Bruce Channel / ‘Bottle Of Wine’ – The Fireballs
Zoals ik eerder schreef in deze reeks was alles mogelijk in de hitlijsten van 1968. Alle genres kwamen aan bod. Gelukkig was er ook gezellige popmuziek die je als 16/17-jarige uit volle borst kon meebrullen.
1. Bruce Channel, geboren als Bruce McMeans (Jacksonville, Texas, 28 november 1940), is een Amerikaanse zanger. Zijn grootste hit 'Hey! Baby' (1959) schreef hij samen met Margaret Cobb. Beroemd werd het nummer vooral door de mondharmonica-begeleiding van Delbert McClinton. Het wordt nu nog in sommige voetbalstadions meegebruld! McClintons mondharmonica inspireerde ook andere muzikanten, onder wie John Lennon, die tijdens Channels Europatournee met The Beatles nog als voorprogramma optrad en zich bij McClinton liet onderrichten. In de vroege Beatles-single 'Love Me Do' (1962) is de mondharmonica net zo te horen als in de nummer 1-hit 'I Remember You' van Frank Ifield. 'Keep On' werd geproduceerd door Dale Hawkins, bekend van zijn hit 'Susie Q' uit 1957. James Burton (later de gitarist van Elvis Presley) speelde de riff op sologitaar. Creedence Clearwater Revival coverde het nummer in 1968 als 'Suzie Q'.
2. The Fireballs, ook bekend als Jimmy Gilmer & the Fireballs was een Amerikaanse popband uit de jaren zestig. In 1958 werd muziekproducer Norman Petty, de manager van Buddy Holly, ook hun manager. Hij bezat een opnamestudio en producete het instrumentale 'Torquay' dat de 39ste plaats van de US-charts bereikte. In West-Europa deed de single niets, waarschijnlijk kreeg de groep te veel concurrentie van The Champs met 'Tequila'. In 1963 scoorde de groep met het vrolijke 'Sugar Shack' en het was dan vijf jaar wachten op de volgende hit. ‘Bottle Of Wine’ werd geen megahit maar was toch vaak op onze radiozenders te horen. De vraag is nu: een rood of een wit wijntje?
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Il est cinq heures, Paris s’éveille' – Jacques Dutronc - ‘Paris Mai’ – Claude Nougaro
De maand mei uit het jaar 1968 was op zijn minst heel woelig te noemen. Protesten wereldwijd tegen de oorlog in Vietnam en vooral de studenten waren boos in Leuven en Parijs. 1. 'Il est cinq heures, Paris s'éveille': Jacques Dutronc en Jacques Lanzmann leverden hiermee de mooiste ode aan de Lichtstad. Het idee voor het lied is afkomstig van Jacques Wolfsohn, artistiek directeur bij Disques Vogue. Het lied is geïnspireerd op "Tableau de Paris à cinq heures du matin", een lied uit 1802 van Marc-Antoine Madeleine Désaugiers. De kenmerkende fluitpartij in het nummer werd pas aan het einde aan de opnames toegevoegd. Dutronc en Lanzmann waren niet tevreden over het arrangement en hadden het gevoel dat er iets miste. Dutronc had het idee om een Gipsy jazz-gitaar toe te voegen. Omdat Roger Bourdin, een fluitist, op dat moment in hetzelfde gebouw werkte, kreeg hij de vraag of hij naar het nummer wilde luisteren. Bourdins improvisaties werden vervolgens aan het nummer toegevoegd. Op de single kreeg ook de toenmalige vrouw van Lanzmann, Anne Ségalen, credits voor de tekst. Het nummer werd in 1991 gekozen tot het beste Franstalige nummer aller tijden in een poll onder muziekcrititci. Het nummer 'Ne me quitte pas' van Jacques Brel werd tweede.
2. 'Paris Mai': Claude Nougaro (Toulouse, 9 september 1929 – Parijs, 4 maart 2004) was een Frans zanger. Zijn vader Pierre was bariton, zijn moeder Liette pianiste en lerares. Nougaro ontwikkelde een brede muzikale smaak, hij groeide op met Verdi, Bizet, luisterde naar Édith Piaf maar ook naar Bessie Smith en Glenn Miller. In 1962 bracht hij zijn eerste plaat uit. Claude Nougaro wordt gezien als atypisch in de wereld van het Franse chanson, omdat hij een eigenwijze mix maakt van jazz en java, gemengde ritmes en de Occitaanse (Zuid-Franse streek-)taal. Nougaro bracht de jongere generaties in contact met de jazz, wereldmuziek en Braziliaanse ritmes. Een van zijn bekendste nummers is 'Le jazz et la java'. Maar met 'Paris Mai' schetste hij de woelige toestanden van Parijs tijdens de studentenrevolte.
Sinds 1 juli 2021 is er een nieuwe reeks op deze muzikale tijdlijn te beluisteren. Een hele verzameling liedjes met in de titel de naam van steden, gemeenten, (ei)landen, provincies, deelstaten, werelddelen, bekende straten of parken, waterlopen, bergen, heuvels, en zelfs fictieve, mythologische of legendarische plaatsen op aarde. Samengevat: 'Geografische Muziek'.
Enkele toelichtingen: Vandaag, 15 maart 2022, komt er een einde aan deze reeks. Tom Waits heeft de eer het 1017de nummer in te zingen. 'D'yer Mak'er' van Led Zeppelin gaat over Jamaica. Elton John en Robbie Williams (met de Pet Shop Boys) zingen over Madonna en dat is niet alleen een zangeres maar ook een gehucht van Langemark-Poelkapelle in West-Vlaanderen! Cisco tenslotte is de afkorting van San Francisco.
Volgende liedjes heb ik niet gevonden:
'Achter de coulissen van Parijs' -Truus; 'Anchorage' – Michelle Shocked; 'Blankenberge' – Hugo Matthysen; 'Coming To America' – Jay & The Americans; 'De Rode Duivels gaan naar Mexico' en 'De Rode Duivels gaan naar Rio' van Will Tura; 'Der Weg nach Winnipeg (My Little Darling)' – Bobbejaan (Schoepen); 'Een student uit Heidelberg' en 'Er staat 'n huis in de bergen van Majorca' van Bobbejaan Schoepen; 'Manhattan' – Robin Sarstedt; 'Naar Tahiti' – Bobbejaan Schoepen; 'Pompeii' – Beirut; 'Quand on parle de Paris' – Bobby Jann (Bobbejaan Schoepen); 'Quebec City' – Mahavishnu Orchestra; 'Shenandoah (The Wide Missouri)' – Roy Orbison; 'Vlaanderen feest' – Willy Sommers; 'Wat doet een cowboy in Amsterdam' – Bobbejaan Schoepen.
17 onvindbare nummers die het totaal op 1034 zou gebracht hebben!
Sinds 1 juli 2021 is er een nieuwe reeks op deze muzikale tijdlijn te beluisteren. Een hele verzameling liedjes met in de titel de naam van steden, gemeenten, (ei)landen, provincies, deelstaten, werelddelen, bekende straten of parken, waterlopen, bergen, heuvels, en zelfs fictieve, mythologische of legendarische plaatsen op aarde.
Sinds 1 juli 2021 is er een nieuwe reeks op deze muzikale tijdlijn te beluisteren. Een hele verzameling liedjes met in de titel de naam van steden, gemeenten, (ei)landen, provincies, deelstaten, werelddelen, bekende straten of parken, waterlopen, bergen, heuvels, en zelfs fictieve, mythologische of legendarische plaatsen op aarde.
Sinds 1 juli 2021 is er een nieuwe reeks op deze muzikale tijdlijn te beluisteren. Een hele verzameling liedjes met in de titel de naam van steden, gemeenten, (ei)landen, provincies, deelstaten, werelddelen, bekende straten of parken, waterlopen, bergen, heuvels, en zelfs fictieve, mythologische of legendarische plaatsen op aarde.
Sinds 1 juli 2021 is er een nieuwe reeks op deze muzikale tijdlijn te beluisteren. Een hele verzameling liedjes met in de titel de naam van steden, gemeenten, (ei)landen, provincies, deelstaten, werelddelen, bekende straten of parken, waterlopen, bergen, heuvels, en zelfs fictieve, mythologische of legendarische plaatsen op aarde.
Sinds 1 juli 2021 is er een nieuwe reeks op deze muzikale tijdlijn te beluisteren. Een hele verzameling liedjes met in de titel de naam van steden, gemeenten, (ei)landen, provincies, deelstaten, werelddelen, bekende straten of parken, waterlopen, bergen, heuvels, en zelfs fictieve, mythologische of legendarische plaatsen op aarde.
'In-A-Gadda-Da-Vida' is een single uit 1968 van het gelijknamige album van de Amerikaanse band Iron Butterfly. Het nummer is ongeveer 17 minuten lang, en beslaat de volledige b-kant van de LP. Voor de single werd het nummer ingekort tot 2'53. De tekst is eenvoudig, en alleen aan het begin en aan het einde te horen. Volgens de overlevering moest het nummer eigenlijk 'In the Garden of Eden' heten, maar zanger Doug Ingle was zodanig dronken dat hij deze tekst verhaspelde. In de tekst bij de uitgave "The best of" staat echter dat drummer Ron Bushy naar het nummer luisterde via een koptelefoon en het antwoord niet goed kon verstaan toen hij aan Ingle vroeg hoe het nummer moest heten. In de heruitgave van 1995 van het album staat dat Ingle dronken en/of onder invloed van drugs was toen hij de titel doorgaf aan Bushy, waarna Bushy de titel noteerde zoals wij die nu kennen. De legendarische LP bleef jàrenlang in de hitlijsten staan. Die 17 minuten waren trouwens meer dan genoeg voor een deejay die een plas- of rookpauze moest houden. De jongeren onder ons kennen het nummer natuurlijk ook omdat het jaren later gebruikt werd in de televisieserie "The Simpsons". In mijn platenverzameling prijken zowel de single als de elpee.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘I Ain’t Superstitious’ – Jeff Beck m.m.v. Rod Stewart
'I Ain't Superstitious' is een song geschreven door bluesgigant Willie Dixon en voor het eerst opgenomen door een andere reus (letterlijk èn figuurlijk) namelijk Howlin' Wolf in 1961. Met zijn 1,98 meter mag Howlin' Wolf beslist een reus genoemd worden want hij torende boven iedereen uit! In 1973 kon ik de elpee 'The London Howlin' Wolf Sessions' op de kop tikken. Deze vinylplaat werd uitgebracht in 1971 op Chess Records, en op Rolling Stones Records in Groot-Brittannië. Ik moest er slechts 200 BEF voor neertellen (omgerekend nog geen € 5). Een peulenschil want o.a. volgende artiesten speelden erop mee: Eric Clapton, Steve Winwood, Charlie Watts, Bill Wyman, Klaus Voormann, en Ringo Starr. De Engelse rockgitarist Jeff Beck nam zijn versie van het blueslied op voor zijn debuutelpee 'Truth' (1968) waarop Rod Stewart als gastzanger te horen is. Jeff Beck wordt bijgestaan door de Jeff Beck Group waar Ronnie Wood toen ook deel van uitmaakte! Producer was de alomtegenwoordige Mickie Most. Deze nieuwe versie werd in 1968 vaak gedraaid op de RTBf-radio maar ik heb ze nooit op de toenmalige BRT gehoord. De song werd wel altijd aangekondigd als "le Jeff Beck Group". Rod the Mod had in 1968 al vele watertjes doorzwommen: solo in 1964 met 'Good Morning Little Schoolgirl'; nadien was hij met zijn schuurpapieren stem te horen bij Shotgun Express, Steampacket, Long John Baldry (zijn ontdekker die 2 meter lang was!), Julie Driscoll en Alexis Korner. Volgens hardnekkige geruchten zou hij in 1964 mondharmonica gespeeld hebben in het liedje 'My Boy Lollipop' van de Jamaicaanse skazangeres Millie Small, maar in werkelijkheid was het Pete Hogman die het harmonicaspel verzorgde. In 1967 sloot Rod Stewart zich aan bij de Jeff Beck Group om in 1969 weer solo te gaan, in 1970 de Small Faces om te vormen tot de Faces (samen met zijn boezemvriend Ronnie Wood) en de rest is geschiedenis!
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Light My Fire’ – José Feliciano
En toen toverde deze blinde Puerto Ricaanse zanger/gitarist het lijflied van The Doors om tot een classic van de easy listening. Feliciano is vanaf zijn derde jaar al met muziek bezig. Toen hij vijf was, verhuisde zijn familie naar Harlem (New York). Hij bespeelde verschillende instrumenten, waaronder de accordeon, maar hij wilde graag gitaar leren spelen. Daarom sloot hij zich soms 14 uur per dag op in zijn kamer om naar rockalbums uit de jaren vijftig te luisteren. 'Light My Fire' is een rocknummer van The Doors, in 1966 geschreven door de gitarist van de band Robby Krieger, maar met bijdragen van alle bandleden. Het is opgenomen in september 1966 en verschenen als laatste nummer op kant A van de debuutelpee 'The Doors' op 4 januari 1967. Het nummer dat zeven minuten lang is op het album werd ingekort als single en geldt als een vroeg en typisch voorbeeld van psychedelische rock, met haast oneindige instrumentale solo's waarin invloeden uit oosterse muziektradities en jazz aaneengeregen worden. Het leidmotief dat Ray Manzarek op zijn keyboard speelt, klinkt als een draaiorgel met een onverstoorbaar akkoordenschema. De sfeer die wordt opgeroepen is onpeilbaar en donker als de nacht, totdat het vuur wordt aangestoken. Of zoals een andere bard uit de Lage Landen ooit zong: "En geef me vuur. Nee, geen lucifer natuurlijk maar passie elk uur!".
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Angel Of The Morning’ – Merrilee Rush & The Turnabouts
'Angel Of The Morning' is een nummer uit 1967 geschreven door Chip Taylor, de broer van acteur Jon Voight, en bijgevolg de oom van actrice Angelina Jolie en acteur James Haven. Het werd een wereldhit voor Merrilee Rush in 1968 en in 1981 voor Juice Newton. De allereerste versie werd uitgebracht op single door Evie Sands op het Cameo-label in juni 1967. Het nummer was de meest aangevraagde plaat op de Amerikaanse radiostations. Binnen twee weken werden tienduizend exemplaren verkocht en het nummer was op weg naar een nummer 1-positie. Toen ging Cameo-Parkway failliet. Eind 1967 werd het platenlabel van de beurs gehaald en opgekocht door Allen Klein, die de naam veranderde in ABKO Records. Omdat niet voldaan kon worden aan de vraag, was de mogelijkheid op een hit verkeken en Sands is nooit echt doorgebroken. De muzikanten op het album en de single van Merrilee Rush waren de "American Sound Studio-huismuzikanten". Deze speelden in die dagen ook op veel albums van Elvis Presley, maar de credits werden toegeschreven aan The Turnabouts. Chip Taylor (echte naam: James Wesley Voight) schreef vele liedjes voor andere artiesten zoals o.a. The Troggs ('Wild Thing' en 'Anyway That You Want Me'), Billy Vera & Judy Clay ('Country Girl City Man'), Janis Joplin ('Try (Just a Little Bit Harder)'), The Hollies en Emmylou Harris ('Son Of A Rotten Gambler'), Cliff Richard ('On My Word'), Jackie DeShannon ('I Can Make It With You'), The Hollies ('I Can't Let Go' en 'The Baby'), en Willie Nelson ('He Sits At Your Table'). Hij scoorde zelf in 1975 met 'Same Ol' Story'! Het wereldnummer is door velen gecoverd, zoals o.a. Billie Davis, The Pretenders, Olivia Newton-John, Guys 'n' Dolls en Dusty Springfield. Maar deze versie blijft mijn favoriete!
1. ‘Hawaii Five-O ’is een Amerikaanse misdaadreeks over een elite-politieteam in Hawaï die van 1968 tot 1980 in de Verenigde Staten werd uitgezonden. Het thema werd geschreven door een trio: Brian Tyler - Keith Power - Morton Stevens. Jack Lord werd vooral bekend als detective Steve McGarrett uit die langlopende televisieserie. Ook speelde hij onder meer in de eerste Bondfilm 'Dr. No' en in de western 'Man of the West'. Lord stopte met acteren in 1980, na het einde van de serie. De instrumentale band The Ventures werd in 1958 in Tacoma, nabij Seattle in de Amerikaanse staat Washington, opgericht door de gitaristen Bob Bogle en Don Wilson. Zij waren zowat de tegenhangers van The Shadows uit Engeland.
2. De Argentijnse componist Lalo Schifrin schreef het thema voor ‘Mission: Impossible’ oorspronkelijk in 1966. De geweldige televisieserie werd zo populair dat de tune op single werd uitgebracht en in 1968 in de Amerikaanse hitlijsten terechtkwam. Sindsdien werd het thema gebruikt voor elke film of videogameserie en, raar maar waar, in 1996 werd het opnieuw een hit dankzij een cover van de ritmesectie van U2: bassist Adam Clayton en drummer Larry Mullen jr., speciaal opgenomen voor de gelijknamige film geregisseerd door Brian De Palma met Tom Cruise in de hoofdrol.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘A Day In The Life Of A Fool (Manha de carnaval)’ – Harry Belafonte + ‘Don’t Stop The Carnival’ – Alan Price Set
Vandaag, 1 maart 2022, wordt Mardi Gras gevierd in New Orleans. Hier zal er veel minder gevierd worden want de coronapandemie is nog altijd niet voorbij alhoewel er al vele landgenoten naar het buitenland vertrokken zijn om daar de Krokusvakantie door te brengen.
1. Toeval of niet, vandaag viert Harry Belafonte zijn 95ste verjaardag! In 1968 zong hij het wondermooie ‘A Day In The Life Of A Fool (Manha de carnaval)’, terug te vinden op zijn elpee 'Belafonte Sings Of Love'. Carnaval is van oorsprong een gekerstend heidens volksfeest. Het valt binnen de christelijke traditie op de zondag, maandag en dinsdag direct voorafgaand aan de vastentijd van 40 dagen. Beroemde carnavalsvieringen vinden plaats in Aalst, Venetië, New Orleans, en Rio de Janeiro. En tenslotte, toeval of niet, gisteren zag ik Harry Belafonte eventjes op het einde van de film 'BlacKkKlansman', een Amerikaanse prent uit 2018, geschreven en geregisseerd door Spike Lee.
2. In 1968 had Alan Price The Animals al in 1965 verlaten zogenaamd vanwege vliegangst. Hij kon het wereldwijd touren na de wereldhit 'House Of The Rising Sun' niet meer aan. Een andere uitleg is in werkelijkheid dat de spanningen binnen de band ten grondslag lagen aan zijn vertrek. Een van de redenen is een conflict over de royalty's van de hit 'House Of The Rising Sun. Deze traditional was publiek domein, maar de band had bij afwezigheid van Price een arrangement gemaakt en ook arrangeurs ontvangen doorgaans royalty's. Door een fout van de platenmaatschappij bij de registratie van het arrangement ontvangt uitgerekend alleen Price royalty's voor een arrangement waaraan hij nauwelijks een bijdrage heeft geleverd (alleen maar de zeer herkenbare en geïmproviseerde orgelsolo). Maar niet getreurd want met zijn Alan Price Set scoort de Engelse zanger-pianist-orgelist-componist nog enkele hitjes zoals ‘Don’t Stop The Carnival’.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Hold Me Closer’ / ‘Police On My Back’ – The Equals
Eigenlijk was 'Hold Me Closer' al eens uitgebracht in 1967 zonder bijval maar door het succes van 'Baby Come Back' opnieuw op single uitgebracht, met het gekende gevolg.
Heerlijke rechttoe rechtaan poprock van Eddy Grant, Patrick Lloyd, Derv Gordon, Lincoln Gordon, en John Hall. Zij vormden The Equals, de eerste multiraciale groep die enige erkenning kreeg in Engeland.
De band werd in 1965 opgericht in Londen door de uit Guyana afkomstige Eddy Grant en de uit Jamaica afkomstige tweelingbroers Derv en Lincoln Gordon. De andere bandleden waren de blanke muzikanten Pat Lloyd en John Hall. De bandnaam verwijst naar de gelijkheid binnen de groep van blanke en zwarte bandleden.
‘Police On My Back’ (oorspronkelijk ook uit 1967) werd dan in 1968 een minder bekend hitje dat nochtans vaak op de radio en in de jeugdclubs werd gedraaid. In 1980 nam The Clash hun eigen coverversie op.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Tip Toe Thru’ The Tulips With Me’ – Tiny Tim
'Tiptoe Through the Tulips' is een populair lied uitgebracht in 1929. Het lied werd geschreven door Al Dubin (tekst) en Joe Burke (muziek) en populair gemaakt door gitarist Nick Lucas. Op 5 februari 1968 maakte zanger Tiny Tim er een novelty hit van door het te zingen tijdens de eerste episode van de populaire Amerikaanse televisieshow 'Rowan and Martin's Laugh-In'.
Tiny Tim (geboren als Herbert Khaury; Manhattan, 12 april 1932 – Hennepin County, 30 november 1996) was een Amerikaanse zanger en ukelelespeler. Hij is vooral bekend voor zijn versie van 'Tiptoe Through the Tulips', dat hij met een hoge falsetto/vibrato stem bracht. Tiny Tim heeft ook mee gedaan op een Christmas flexidisc van The Beatles in de jaren zestig.
Khaury overleed in 1996 in een ziekenhuis in Minneapolis waar men hem poogde te reanimeren na een hartaanval. Ook dit kwam uit het fantastisch jaar 1968 want toen kon je haast alle muzikale genres terugvinden in de hitparades over de hele wereld.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘Who’s Making Love’ – Johnnie Taylor
Johnnie Harrison Taylor (Crawfordsville, Arkansas, 5 mei 1934 - Dallas, Texas, 31 mei 2000) was een Amerikaans zanger. Hij begon in zijn jonge jaren als gospelzanger, maar later zou hij ook blues, soul, pop, doo-wop en disco liedjes zingen. Hij werd vooral bekend door zijn enige wereldhit 'Disco Lady' (1976). Taylor heeft op veel platen van Booker T. and the MG's meegezongen.
‘Who’s Making Love’ werd op het geweldige STAX label uitgebracht en in 1977 opnieuw met meer succes want toen kwam de single terecht in de Amerikaanse hitlijsten. Maar in 1968 was Taylor daarmee al een veel gedraaid artiest in de discotheken.
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
‘A tout casser’ – Johnny Hallyday
Johnny Hallyday, pseudoniem van Jean-Philippe Smet was een Frans zanger en acteur van Belgische afkomst. Hij waande zich de Franse Elvis Presley of James Dean en werd bekend door zijn covers van heel bekende Angelsaksische muziek.
Vanaf 1968 stapte hij af van het coveren van bekende internationale hits (zoals o.m. 'Kili-Watch'; 'Da Doo Ron Ron'; 'Let's Twist Again'; 'House Of The Rising Sun'; 'Black is Black; 'San Francisco') en ging hij ook acteren. 'À tout casser' (in het Engels: 'The Great Chase' of 'Breaking It Up'; in het Italiaans: 'Quella carogna di Frank Mitraglia') is een Frans-Italiaanse film, geregisseerd door de Amerikaan John Berry, die in Hollywood op de zwarte lijst stond en in Frankrijk in ballingschap verbleef. Hallyday speelde daarin met o.a. Eddie Constantine, Michel Serrault en Aldo Morelli.
Het gelijknamig themanummer werd geschreven door ene Tommy Brown die ook voor het arrangement zorgde samen met Jimmy Page en Micky Jones. Het spreekt voor zich dat Jimmy Page hierop ook gitaar speelt want in die dagen verdiende hij zijn brood als sessiemuzikant en waren The Yardbirds nog niet omgevormd tot The New Yardbirds en iets later tot Led Zeppelin.
'Souvenirs, souvenirs'; 'Retiens la nuit' (geschreven door Aznavour!'; 'Pour moi la vie va commencer'; en 'Que je t'aime' (uit 1969) kon ik nog best pruimen maar na 1969 verdween mijn interesse voor de artiest als sneeuw voor de zon. Maar 'A tout casser' vond ik best interessant. De film heb ik nooit gezien.