Op de markt in Hattem.
'Als hij straks begint te rammelen......, zei Wim om grappig te zijn. We
stapten bij in een al aardig volle lift in de Fundatie, het pas vernieuwde
stadsmuseum in Zwolle. Het werd hem niet in dank afgenomen. Eén van onze
medeliftsters had het niet meer en riep: 'Ooohhh Dolf, ik wil er uit
!Maar de
lift ging al verder naar boven en de dame stapte boos uit terwijl ze venijnige
blikken op en woorden naar Wim wierp. Sukkel, mompelde Wim als antwoord. Hij
kan het zich niet voorstellen dat iemand in een lift bijna een flauwte krijgt
van angst. Het was een rare dag. Eerst had ik al een meereiskaartje gebruikt
in de trein die niet gold voor de treinen van Arriva en Syntus. De aardige
steward, want die hebben we tegenwoordig op onze treinen, was redelijk. Ik mocht
in Coevorden de trein nog uit om in te checken met mijn OV kaart. We gingen
vanuit Zwolle met de bus naar Hattem, er was al die jaren niets veranderd
behalve dan inchecken met een kaart. De herinneringen bij Wim begonnen meteen te
stromen. De man die hij had zien verongelukken onder de Dijkpoort. De Noordwal
waar hij toen net met de step uitkwam. Hij zal een jaar of acht geweest zijn.
We begonnen maar eens met een bakje koffie bij De Zwarte Truffel waar
indertijd de verkoop van Dorpsweg 4 aan Ben door de vier broers Wim, Piet, Henry
en Ben bezegeld was. De cappuccino was prima maar toen ik het toilet wilde
bezoeken werd ik tegengehouden door de baas. Ik moest maar naar het toilet van
een ander restaurant, want hij wist zeker dat ik aan een ander tafeltje zat. Pas
toen ik een beetje kribbig uitlegde waar ik met Wim gezeten was bond hij in en
bood excuus aan. Maar nee
voor deze gelegenheid zal ik geen reclame meer
maken.
De bovenwoning aan de Gasthuissteeg mèt balkon.
Natuurlijk komen we
tijdens zo'n tour de nostalgie er niet onderuit om door de Gasthuissteeg te
lopen naar het geboortehuis van drie van de vier jongens, het beruchte balkon te
bekijken waaraan Wim en Piet om de beurt Ben lieten bengelen om te zien wie het
't langste vol kon houden. We lopen langs de boerderij van van 't Land, de
buurman die er voor zorgde dat het behang bij hen van de muur af kwam door de
hooibroei. Wim wees de plek aan waar de haan zat. Als je daar binnenkwam pakte
je meteen een bezem en hield die richting haan want anders werd je door die haan
besprongen Huuuhh..! En zo liepen we al mijmerend weer verder richting Voerman
Museum want daarvoor kwamen we.
En hier woon'n van 't Land en daor zat die hane... De vrach met heui
kon maor net deur de steege. En dat heui ging daor baoven deur die
loek'n. In het stadje Hattem woonden vroeger alle boeren ìn het stadje. Buiten de stad op de Hoenwaard, de uiterwaarden van de IJssel, liepen de koeien zomers.
Er was veel te zien in het Voerman Museum en het Anton Pieck Museum er
achter. Vooral de schilderijen met het gezicht op Hattem vanaf de Hoenwaard kan
ik waarderen. Ook aan Daendels is een hele kamer gewijd. Tussen de beide musea
is een soort binnentuin waar je gezellig kunt zitten met het zicht op de
molen.
|