Het schijnt dat de oude groote hofstede een overblijfsel dier heerlijkheid is of dezelve vervangt
Burgemeesters 1799
of Maire de Rolleghem
In 1769 werd te Moorsele Constantin France Vandermeersch geboren, hij trad in het huwelijk met Marie Theese Everaert en woonde op de plaatse. Hij bleef burgemeester en wierd lid van den Provincieraad, en stierf in 1849.
Van 1849 tot 1866
De zoon Constantin Vandermeersch
Van 1866 tot 1870
Joseph Warrot hij gaf onmiddelijk ontslag en August Herbau was dienst doende burgemeester.
Zicht op Rollshausen bij het binnenrijden komende van Altenvers
Het was een greep uit het moois dat het land van Hessen te bieden heeft! Toch boven dit alles staat Rollshausen!
Wat maakt het zo aantrekkelijk, dat wij Rollegemnaren daar zo graag naartoe reizen?
In de eerste plaats, de omgang met de mensen, de vriendschap, de goede ontvangst en vooral de gastvrijheid. Telkens weer ontvangen ze ons als koningen of prinsen. Wat zij ons bieden is onvergetelijk.
Vrijdag in de namiddag zijn onze vrienden aangekomen in café “De Platse”
Alwaar het blijde weerzien met een opgang werd gebracht.
Zaterdag na het ontbijt (frühstüch) even gaan wandelen of naar de zee, om terug te zijn tegen 18.00u alwaar we werden ontvangen door plaatsvervangende burgemeester Lieven Lybeer.
Na de bijbehorende beeldenformatie van pers en amateurs, was het tijd voor een uitgebreid avondmaal aangeboden door Beheerscomité & Gemeenschapsraad Rollegem.
Om daarna ons aan te sluiten in de tuinen van het Buurthuis voor de Duitse avond, onder muzikale begeleiding van “ Die Lustige Freunden “
Met veel bier en veel muziek, vertelden onze Duitse vrienden dat ze een prachtige avond hadden meegemaakt en bedankten ons voor de grote inspanningen welke werden geleverd.
Van onze kant willen wij langs deze weg de heren/dammen inrichters en ook de medewerkers van harte bedanken.
Op zondag hebben we uitgebreid getafeld, geschenken uitgewisseld, om rond vijf in de namiddag menige traan te vegen bij het afscheid, en met de handen op het hart” Bist zum nächsten Jarh” tot volgend jaar.
Velen onder ons die er bij waren weten dat dit niet volgend jaar zal zijn als we hen terug spreken, vrienden onderhouden zich meer dan eens met elkaar.
Want zoals (Joris Declercq zegt):” È vrind is lik è stekkerdraad. Je kut’ dr’an vaste roak’n
En ojje were weg wult gaan ’t Doe zeer, je los te moak’n.”
Het programma van de Rollofeesten 2008 (vroeger Folklorefeesten) staat “ verre van vast’... Nochtans laat veel vermoeden dat er dit jaar opnieuw een estafette op het programma staat.
Op 3 december 1983 nam men het initiatief in handen om een soort verzustering op het getouw te zetten met een klein gezellig dorpje in Duitsland dat niet zo heel ver af ligt en toch nog aan de gevraagde criteria beantwoordt. Rollshausen is volks, levendig en heeft bepaalde folkloristische aanrakingspunten. Het is gelegen in de driehoek Siegen, Marburg en Giessen. Gekazerneerden in Siegen herinneren zich nog Herborn, Seelbach, Altenvers op enkele kilometers van Rollshausen . Hoe dikwijls zijn we er niet voorbij getrokken?
Rollshausen is een deelgemeente van Lohra, en maakt net zoals Rollegem deel uit van een grotere entiteit.
Op zaterdag 27/3/1985, kwamen om 10.30 u. vijf “Rollshausers” te Kortrijk aan. Tijdens de ontvangst op het stadhuis mocht Burgemeester De Jaegere een geschenk in ontvangst nemen van Karl-Heinz Schneider.
Herr Schneider liet zich ontvallen:” Wij zijn verrast door de goede ontvangst die wij hier genieten. Wij hebben niet durven vermoeden dat er hier zo een belang aan de gehele ontmoeting wordt gehecht. Meteen werd van beide kanten beloofd om de zaak in goede banen te leiden.
Na hun terugkeer in Duitsland werden er in onze gemeente opnieuw vergaderingen belegd met het oog op de eventuele verbroedering.
Als je nu hier klikt leer je van uit je zetel het verbroederings dorp kennen. Veel geluk! Wens je meer te weten, vragen kan nooit kwaad.
Wenst u direct "Lohra" te kennen druk dan hier onder
Rollshausen ligt op 18 km van de universiteitsstad Marburg in de deelstaat Hessen. Je moet er eigenlijk eens naar toe, het vakantieland bij uitstek. We doen een greep uit wat de streek te bieden heeft. De wandelaar kan er alleen of met zijn tweeën urenlang dwalen door de eindeloze bossen van het specifieke middelgebergte. Maar het Hessische landschap bekoort ons ook met zijn weiden, akkers, rivieren, meren, steden en dorpen. Het Reinhardswald aan de bovenloop van de Weser, tussen Kassel en Göttingen, is een romantisch oud bos met een oppervlakte van meer dan 25 000 ha. Het is het oudste beschermde natuurgebied van Hessen met meer dan 300 jaar oude beuken- en naaldbossen en metershoge varens. De gebroeders Grimm vonden hier inspiratie voor hun sprookjes. In het midden van het bos staat dromerig de Sababurcht, het sprookjesslot van Doornroosje. Vlakbij is het Mauerpark een reservaat voor dieren die vroeger in de bossen leefden en bijna uitgestorven zijn. Buffels en oerossen, zeldzame herten en wilde paarden staan er te grazen. In de Taunus, een ander middelgebergte in Hessen liggen de grote steden Frankfurt, Offenbach en Wiesbaden. Hun bekende geneeskrachtige bronnen hebben vroeger al de Romeinen naar deze bosrijke streken gelokt. De hoofdstad Wiesbaden bezit 26 warme bronnen. Het is er gezellig winkelen. Of wat denk je van Gersfeld, een rustige Kneipp-badplaats in het landschappelijk mooie Rhön. De geneeskrachtige badplaatsen en kuuroorden zijn er het gehele jaar seizoen. Op vele vakantieplaatsen kan je paardrijden en tochten maken per koets. Haast alle plaatsen hebben verwarmde overdekte en openluchtzwembaden. Bezienswaardigheden zijn er niet alleen in de musea maar ook in het stadsbeeld, de kerken, burchten en kastelen. In het land van Hessen vormt de abdij van Lorsch samen met die van Fulda en Hersfeld het centrum van de orde der Rijksmonniken. De St.-Pauluskerk in Frankfurt is een Duits nationaal monument. Het Hessenpark is het bokrijk van Duitsland. Er zijn goede verbindingen met de steden Marburg, Giesen en Biedenkopf, Wetzlar, Herborn en Dilleburg. Alle inkopen zijn er mogelijk. Gasthuizen en pensions geven de bezoekers overnachtingsmogelijkheden. Ook moderne campings staan garant voor goed verzorgde vakanties.
Op de dorpsplaats zie je de historische hoeve Het hof van Rollegem. De geschiedenis ervan klimt terug tot de 13de eeuw, maar de huidige gebouwen zijn heel wat jonger. Het poortgebouw is van 1735.
Het wapenschild van Engelbert-Frederik M.J. d’Ennetières is aangebracht boven de ingang van het poortgebouw. Hij was de eigenaar van de hoeve en heerlijkheid zodat hij zich “Heer van Rollegem mocht noemen. De steen dateert van 1735. De imposante schuur is gebouwd in 1835. De hoeve is nu een beschermd monument. Het wegeltje van het Hof van Rollegem naar 'Het Platske' heette de Ketsenweg. Tussen 1962 en 1969 werd de dorpsplaats grondig vernieuwd. Huizen en kerkhof moesten wijken voor de parking, de kasseien werden vervangen door asfaltwegen.
In 1920 werd op de hoek van de Tombroekstraat en de Rollegemkerkstraat het standbeeld van de oudstijders geplaatst. Tijdens de werken zocht men tevergeefs naar de fundamenten van ons 'eerste schooltje.
Op het logo van de folkloreraad ontworpen door A. Platteau in 1977 staan de kerk en de oude treurbeuk afgebeeld. De treurbeuk is een restant van de prachtige "pastoorshof" die behoorde tot de pastorij. Bij Slosse lezen wij dat de pastoor bij het kerkbezoek in 1788 het volgende bezat:"De pastor heeft eenen hof van 1100 roeden. (9742m2). Daarin staat zijn eigen huis en dat van den onderpastor,die 3 pond en 10 stuivers pacht moet betalen."
E.H. Pieter Joseph Mullier was pastoor van Rollegem in de periode van 1809 tot 1842. Men veronderstelt dat hij de oogstrelende tuin met de treurbeuk liet aanplanten. De tuin strekte zich uit van aan de Tombroekstraat tot de bloemenwinkel "Den Bloembol" en van de Kerkstraat tot aan de straatwegel voor de zijgevel van van de pastorij.
In 2006 werd het gebouw nog eens grondig gerestaureerd. Aan de achterzijde van de woning werd een polyvalente zaal in staal en glas bijgebouwd. Zo wordt het buurthuis geïntegreerd in het gemeentenhuis. Op de benedenverdieping van de oude pastorie vind je in de inkomhal de balie van het gemeentenhuis, enkele vergaderzalen en een sanitair blok. De trap naar boven leidt je tot de kantoorruimtes voor burgerzaken en politie. In de nieuwbouw zie je een bar en de bibliotheek. De 5000 boeken zijn ondergebracht in verrolbare kasten. Er is een leeshoek met computer voorzien.
De huidige naaiboetiek Kathy was vroeger de bakkerij van 'Stantjes' (Constant Desmet) ook vermaard om zijn snoep. De snoepen lagen uitgestald in een aparte toonbank.
Links van De Volksvriend zie je de in 2000 gerenoveerde huizenblok in zijn oorspronkelijke stijl: classicisme, fin de siècle. Vroeger bevonden zich hier een kruidenierszaak waar je ook ijzerwaren, potten en pannen, vazen, serviezen kon kopen en een loodgieter.
In 1871 vestigden zich 4 zusters van de orde der Onbevlekte Ontvangenis uit Tielt in de Tombroekstraat nr 6. Daarvoor behoorde de woning toe aan Louis Deltour die er een bedrijf uitbaatte. De zusters gaven er les en stichtten een nieuwe congregatie: De zusters van de H. Theresia. Nu nog prijkt er een prachtig brandraam van de patroonheilige in de inkomhal van het klooster. De zusters gaven er les in het Frans en richtten een gerenommeerd pensionaat op voor jongens en meisjes. De kloosterboerderij werd gerund door de zusters. Ze hadden zelfs een elektrische melkmachine. Voor het zware werk lieten ze zich helpen en in de jaren 1950 besloten ze de kloosterboerderij over te laten aan landbouwers. Bejaarden uit het dorp konden in het klooster een kamer huren en er zich laten verzorgen. In 1956 beslisten de zusters van de H. Theresia om kinderen met een verstandelijke handicap een aangepaste begeleiding en opvang te bieden. De Kindervriend was geboren en al vlug bouwde men op de grond achter het klooster aangepaste accomodatie met een zwembad voor de kinderen. De school groeide en de Kindervriend wou aan de internen een warme thuis bieden. De leefgroepjes ruilden de slaapzalen voor nieuwbouwpaviljoentjes. Meteen kreeg De Kindervriend een eigen toegang via de Rollegemkerkstraat. Heel recent werd er een nieuwe keuken gebouwd met een eigen diensttoegang via de Tombroekstraat. Tot in 1980 liepen de meisjes van het dorp school in de Tombroekstraat. Naast een mooie grote speelkoer had de school een grote zandbank met daarachter een prachtig speelplein. Tijdens de grote vakantie was het speelplein in de namiddag open. Je kon plezier maken op de grote boten, de draaimolens, wippen, glijbanen... of verstoppertje spelen achter de prachtige bomen op het plein. Midden in de tuin stond er een tuinhuisje waar er zelfgemaakte ijsjes werden verkocht. In de kloostertuin stond er een mooie grot. Ook de Kroonwacht en later Chiro kon op zondagen spelen op de koer en de speeltuin. Bij slecht weer konden ze er terecht in de huishoudklassen in de kelderverdieping. In 1980 werd de school afgebroken en mocht de meisjesschool haar intrek nemen in de Rollegemkerkstraat.
Op de foto zie je de nieuwe dienstweg in de Tombroekstraat. Achter de oude schoolgebouwen die werden afgebroken zie je nu de nieuwbouw van De Kindervriend en de kloostertuin. Vroeger zag die ruimte er zo uit:
Rollegemstatie is zowat het laagste punt van het dorp. Weet je dat het topje van onze kerktoren op dezelfde hoogte ligt van de dorpel van de kerk van Bellegem? Bij felle onweders werd het pleintje ook getroffen door overstromingen. Ook in de jaren 80 en 90 bleef ons dorp niet gespaard van wateroverlast. De uitbreiding van het dorp en het wegennet zorgden ervoor dat de beken het water niet tijdig kon afvoeren. Onlangs werden bufferbekkens en gescheiden riolering aangelegd die het dorp moeten behoeden van overstromingen
We volgen links de Beekweg. Voor de jaren 1950 was dit een aarden weg. Begin de jaren 70 werden de kasseien vervangen door asfalt. Op de hoek rechts startte Gerard Stichelbout een betoncentrale. In 1969 werd de betoncentrale overgebracht naar de industriezone van Moeskroen. De rust in de woonwijk keerde terug en het bedrijf kon ongehinderd uitbreiden.
De zetel van het bedrijf bevond zich wat verder aan de linkerkant. Kort na de oorlog nam Gerard Stichelbout de juiste beslissing om het kleine landbouwbedrijf met bijhorende kolenhandel te ruilen voor de handel in allerlei bouwmaterialen. De gebouwen worden nu gebruikt als depot voor de stad Kortrijk. Het woonhuis biedt voorlopig onderdak aan de Chiro.
Aan de achterkant van de depot op het statieplein bouwde het bouwkantoor Lippens een nieuw Chirolokaal naar een concept van een jonge architect. De Stad Kortrijk betaalde de ruwbouw maar de jeugd moet zelf instaan voor de afwerking geraamd op 25 000 EUR. Binnenkort gaat de stad over tot het aanleggen van een wandel-en fietspad naast en een groene speelzone voor het gebouw. Binnenkort kan de jeugd opnieuw spelen op het statiepleintje waar hun grootouders in hun jonge jaren ook ongestoord konden ravotten na schooltijd.
De Beekweg heeft haar naam niet gestolen. Op het einde van de weg vloeien de Bondillebeek en de Weimeersbeek in de Fabrieksbeek die de grens vormt tussen Rollegem en Bellegem. We verlaten nu even Rollegem en volgen het pad dat ons naar de Kwabrugstaat leidt. Halfweg het pad zien we rechts het waterzuiveringstation dat in 2007 in gebruik werd genomen. Het station zuivert het rioolwater van Rollegem en Bellegem. De Fabrieksbeek leidt het gezuiverde water samen met het regenwater van de Bondillebeek en de Weiweersbeek naar de Schelde. Het bufferbekken met rietbeplanting moet het dorp vrijwaren van overstroming.
Het loont de moeite om tot het verbodsteken door te lopen. Je hebt er een zicht op de kerk van Bellegem en de brouwerij Bockor. Je begrijpt waarom er wel eens gezegd wordt "Bellegem boven".
Tussen 1977 en 1978 werd de autoweg aangelegd. De weg doorsneed de akkers van de grote Bellegemse boerderijen. De Kwabrugstraat werd omgelegd. Net over de autoweg zie je de hoeve van 'Putjes Kapelle'.
Het duurde tot 12 juni 1998 vooraleer de autoweg in gebruik genomen werd. Door de perikelen Pecq-Armnetières werd een kort stukje autoweg niet afgewerkt ter hoogte van Dottenijs. Twintig jaar lang cultiveerden landbouwers de middenberm en maaiden het gras af. Het asfalt verstoorde het zicht maar de dorpen genoten toen nog van de stilte.
Sla de Eindemunkendoornstraat in en geniet van schilderachtige vergezichten in de richting van Kooigem, Bellegembos, Dottenijs en bij goed weer zie je de Mont St.-Aubert.
Net over de grens van Rollegem herkent men de eeuwenoude hoeve het "Goed te Brasseye" In de Archeologische en Historische Monografieën van Zuid-West-Vlaanderen lezen we dat de hoeve in 146647 bunder of 66 ha groot was waarvan ca. 50 ha. op Rollegem. Bij de hoeve die op Bellegem lag, hoorde ook een tiende en het recht om in de Fabrieksbeek een "hultheweere" of visfuik te plaatsen. De voorkant van de hoeve bereik je via de Grote Straat. De hoeve bestaat uit een woonhuis, poortgebouw, stalvleugels en een mooie schuur.
Op je pad dwars je de Fabrieksbeek. Op de gronden zamelde de Archeologische Stichting van Zuid-West-Vlaanderen een aantal werktuigen van ca 70 000 tot 30 000 voor Chr. in.
Op de hoogte in de Einde Munkendoornstraat slaan we rechts af en houden halt bij de hoeve "Goed te Tombroek". Het is een gesloten hoeve met bijhorend kapelletje. Voeger was de toegang tot de hoeve een verharde voetweg. Op de Popp-kaart van 1834 staat ze vermeld als de "Ferme Herbau", een omwalde gesloten hoeve. De familie Herbau leverde 3 burgemeesters: August Herbau van 1866-1870 en zijn broer Leo Herbau van 1900 tot 1918 Casimir Herbau van 1872 tot 1899. De families waren met elkaar verwant: klik hier Later werd de hoeve bewoond door nog twee burgemeesters: Eugène Everaert van 1922 tot 1937 en zijn broer Maurice Everaert van 1939 tot 1947. Tot in de zeventiger jaren was de Sterrestoet een traditie in het dorp. Twee dagen lang trok een versierde wagen met een levende kerststal met engels, herders en drie koningen te paard door het besneeuwde dorp. De opbrengst ging naar de 5 actieve missionarissen van Rollegem: Broeder André, de gezusters Marie Louise en Marie Josée Brouckaert, Afra Theys en Zr. Marie Madeleine Millecamps. E.H. Norbert en Raymond Leplae waren de bezielers van het initiatief. Op de hoeve 'Goed te Tombroek' kregen de deelnemers aan de stoet een maaltijd aangeboden door Madame Everaert. Aan de kapel begint het Tombroekschoolpad. Vanop het pad hebben wij een mooi zicht op het gehucht Tombroek en de hoeve.
Mensen stellen zich de vraag wat omsluit dat Tombroek? Volgens bewoners van Tombroek kun je het als volgt beschrijven: we beginnen bij café de tramstaie tot aan het vroeger café "De Congo" in de Schreiboomstraat, we vervolgen tot aan het café "au Froubour" Vanoosthuysse tot aan de Chein Debus.
Over de "Malchance"( Luigne) naar den "Breda"( Dottenijs) en zo terug naar de "Tramstatie. Vergeet niet alls was vroeger West-Vlaanderen.
Op het Tombroekschoolpad zie je links een gebouw met een klokje. Dankzij de zusters van het klooster van Rollegem kreeg Tombroek hier vanaf 1903 een bewaarschool en lagere school. Het schooltje had 1 bewaarklasje voor de kleuters van 3 tot 6 jaar. De kinderen konden hier blijven tot en met het 4 de leerjaar. Twee leerkrachten hadden er elk een graadklas. De ruime zolder was ingericht als knutselhoek. Twee dames bereidden er een warme maaltijd voor de middagblijvers. Midden de jaren 70 werd het schooltje verkocht en de klaslokalen omgevormd tot woonruimten.
Het gehucht had ook zijn slagers, meubelmaker, kleermaker en een eigen schooltje. De bakkerij bevond zich eerst links van de Tombroekstraat en later op de rechterkant van de straat. De bakkerij en kruidenierzaak zijn gesloopt en vervangen door nieuwbouw. Op de foto zie je nog de bakkerij en de gesloopte woningen.
Pas in 1950 kreeg het gehucht zijn eigen kerk op grondgebied van Luingne. Het kerkje met patroonheilige St.-Elooi kent nog altijd veel succes door zijn korte, sobere en stijlvolle dienst. De pastoor gaat de ene week voor in het Frans en geeft een korte samenvatting in het Nederlands, de andere week andersom. Vlak voor het kerkje zie je de restanten van de molen van Tombroek.
Tombroekmolen dateert van voor 1689. Toen was het een houten oliemolen. Charles Dassonville werd in 1834 eigenaar. In 1905 werd de staakmolen door brand vernield. Hij werd onmiddellijk herbouwd als graanmolen. In 1919 werd de molen opgekocht door Arthur Dufort-Cottenier, molenaar van Moorslede, die hem naderhand verkocht aan zijn neef, Robert Spriet-Van Assche. De geklinknagelde roeden van deze molen werden in 1946 geplaatst op de Hoogmolen van Aalbeke. De molen maalde elektrisch tot in 1967. Alleen de cylindrische kuip met bouwjaar 1905 is nu nog te bewonderen.
Wie van Luingne naar Rollegem komt ziet even voor de kerk een oud naambord "Tombrouck". Dat wijst erop dat Tombroek meer was dan zomaar een gehucht. A. Coulon verklaart de naam als "marais des tombes ". Dat kan wijzen op de aanwezigheid van Gallo-Romeinse graven. Tombe komt van het Latijn tumulus of grafheuvel. Volgens de traditie zou de molen van Tombroek gebouwd zijn op zo'n Gallo-Romeinse tumulus.
Marais is Frans voor moerassig grasland. Bij Slosse vinden wij diezelfde verklaring voor "brouck": " Tombrouck, de weersplete (= evenknie) van Tembrouck, op Kesteren, heette in de jaren 1200 'del brueh' of ad pabula, dat is in de moerassige weiden. Het land is er bijzonder vruchtbaar."
In de loop der tijden hebben boeren, landarbeiders en ambachtslui zich gevestigd op Tombroek om er de vruchtbare flanken van de heuvelrug te bewerken. De uitgestrekte groene vlakte tussen Tombroek en Moeskroen is nu ingepalmd door de industriezone van Moeskroen.
We zetten onze tocht verder via Tombroekmolenstraat richting Foreest. Het nr.14 was in de 18de eeuw een hoeve met de naam "d'Hof van de Bourgerie". Eind 19de eeuw kwam er een veehandelaar op de hoeve. In de woning was er naast de beenhouwerij ook een herberg tot 1929. Vanaf dan kwam er een nieuwe uitbater en werd de hoeve uitgebreid.
We komen voorbij een mooie vierkantshoeve uit 1871. Een eeuw later werden de uitgestrekte landbouwgronden tussen Tombroek en Moeskroen onteigend of verkocht voor de industriezone. Daardoor was er geen toekomst meer voor de boerderijen op Tombroek. We stappen rechtdoor voorbij de Schreiboomstraat en volgen de smalle weg op de grens van Rollegem en Moeskroen.
Den Falsen ontleent zijn naam aan de landbouwer die de vierkantshoeve uitbaatte in 1756 en waarschijnlijk weinig betrouwbaar of vals speelde. De laatste boer ging in 1985 op rust. In 1994 werden de gebouwen verkocht en omgebouwd tot woning en paardenstallen.
De Calvinistenhoek komt reeds voor op de Tiendenkaart van 1776. Tot 1984 was de Calvinistenhoek eigendom van de familie Husquin. Frank Husquin was dominee en een afstammeling van de calvinisten. Bij Slosse lezen we dat de Calvinisten zich in die hoek gevestigd hebben na de wederroeping van het Edict van Nantes in 1685. Wat betekende dat "Edict van Nantes" voor de calvinisten?
Het jaar 2009 doet ons stilstaan bij 30 jaar meisjesschool(1979) in de Rollegemkerkstraat nr. 51
En tevens 20 jaar(sinds 1989) één gemengde school bestaande uit 1 peuterklas, 3 kleuterklassen en 6 lager klassen. Onder de leiding van16 leerkrachten,
Wij zijn er fier op, twee feesten in een klap, wij doen alvast mee! Meester Luc en zijn voltallig personeel zal zeker hun beste beentje voor zetten, om dit prachtige decor in de bloemen te zetten, wij wensen hem, en zijn groep alvast veel succes!
Stilstaan bij den ingang van de ST. St-Theresiaschool, roep heel wat herinneringen op.
In 1965 betrokken we als jonge trouwers, de tweewoonst van Kamiel Valez, den thuiswever, vogelvanger, een verwoede roker, uit het stenenpijpje, ik kan het weten want wanneer die kapot waren kwamen ze in de “lochting”(moestuin) terecht. Hier een beeld, waar de huizen te zien zijn op de achtergrond.
Het was het mooiste plekje van Rollegem, het gaf een eindeloos uitzicht, van hier uit zag men tot in Doornik! “Den Drievuldigheidsberg” te Kain. Alleen de beelden in de geest zijn gebleven.
De landbouwgrond, was er nog vruchtbaar. Een anekdote uit dien tijd: “ Op het einde van de straat, nu de ingang van de sporthal, daar woonde René een goede muzikant Hij had de gewoonte op regelmatige tijdstippen een vuurtje te stoken, om wat afval kwijt te raken. Het was een prachtige zomerdag, den oogst was binnen gehaald, onze vriend René maakte vuur. Maar o God, een kleine windstoot en het veld stond in lichterlaaie! Alarm! Ieder die schop of spade kon hanteren repte zich naar de plaats van het onheil, razendsnel verplaatste het vuur zich in de richting van het klooster en de hofstede van landbouwer Delanglez. Daar stond de hangaar tot in de nok gevuld met den oost. Het geluk was aan onze zijde, we konden een konden een “corridor” opsmijten alwaar het vuur niet verder kon, alles is goed afgelopen toch was even schrikken, we hebben René maar weinig vuur weten maken, hij had zijn les geleerd.
In vervlogen tijden was hier ook een kerkwegel, welke door of langs de sporthal, over de Weimeerslaan liep tot in de Schreiboomstraat aan café “ De Wandeling.”
Op deze zelfde plaats had men plannen om vanuit de Aalbeeksestraat naar de Tombroekstraat, een weg aan te leggen, dit is dat de Weimeerslaan geworden.
Een andere droom was een nieuwe jongensschool, en er was zelfs sprake om er een confectiebedrijf op te bouwen.
Het was een droomplaats, waar het gemeentebestuur steeds besluiteloos op toe zag, maar waar uiteindelijk het klooster de hef in handen nam en de school bouwde!
Het werd een meisjesschool! De zusters gaven de gronden in erfpacht, met mogelijkheid voor uitbreiding van“De Kindervriend”, er kwam bouwgronden ter beschikking en de toekomst van het dorp was verzekerd.
Wij lezen in de kranten: tegen den ingang van het nieuwe schooljaar 1979/1980 was de nieuwbouw van de meisjesschool niet klaar. Verlichting, bekleding en het sanitair waren niet afgewerkt. Ook de afsluiting van de speelplaats moet nog geplaatst worden.
De klas van zuster Monique wordt wel overgebracht naar de nieuwe gebouwen, gezien haar klas in de Tombroekstraat samen met de vergaderzaal van het onderwijzende personeel moet gelijk gemaakt worden met de grond.
Het zou pas op zaterdag 19 april 1980 zijn, dat ze plechtig werd ingewijd door kanunnik Vandenberghe, directeur van de congregatie van de zusters van de H. Jozef.
Het eerste schoolfeest ging toen door op zondag 15 juni 1980.
Het is duidelijk het feesten waard.
Ter deze gelegenheid willen wij het onderwijs in het daglicht stellen.