Voor 4 personen: 8 stronkjes witloof- 200 g hoorn des overvloeds- 30 g boter- sap van 1 citroen- 1 eetlepel suiker- 25 cl slagroom- 20 g gemalen parmezaan- 2 eierdooier- nootmuskaat- peper en zout
Verwarm de oven voor op 150° C. Maak het witloof schoon. Doe het in een pan met het citroensap, de suiker, de peper en het zout Laat het, afgedekt, 20 tot 25 minuten stoven op een zacht vuur. Laat het goed uitlekken. Wrijf de paddestoelen droog schoon. Blancheer ze 3 minuten in kokend water. Laat ze schrikken in koud water en goeduitlekken. Bak ze in een droge koekenpan, total het water dat ze vrijgeven verdampt is. Klop de eierdooiers los met de room, een vleugje nootmuskaat, peper en zout. Leg de stronkjes witloof en- de paddestoelen in een ovenschotel. Schenk er het eimengsel bij. Bestrooi met de parmezaan. Zet 10 tot 15 minuten in de oven.
Voor 4 personen: 4 moten verse tonijn- 1 handjevol zuring- 300 g bospaddestoelen- 40 g boter- 10 cl droge witte wijn- 10 cl visfumet- 2 sjalotten- 20 cl room- peper en zout
Spoel de zuring, scheur de blaadjes. Wrijf de bospaddestoelen droog schoon, hak ze grof. Pel en snipper de sjalotten fijn. Bak de paddestoelen 5 minuten in de boter, op een hevig vuur. Laat ze uitlekken op keukenpapier, hou ze warm onder aluminiumfolie. Blus de pan met de wijn en de visfumet. Doe er de sjalotten bij. Laat tot de helft inkoken.
Doe er de room en de zuring bij. Kruid met peper en zout. Laat 5 minuten sudderen tegen de kook aan. Rooster de tonijnmoten 4 minuten aan elke kant op de tafelgrill. Schep er de paddestoelen bij. Nappeer ze met de zuringsaus en dien op.
TIP: De zuring kunt u vervangen door spinazie of warmoes.
Bij het maken van saucijzenbroodjes geeft vers half-om-half gehakt als vulling het beste resultaat.
Laat voor 12 saucijzenbroodjes 12 plakjes diepvriesbladerdeeg ontdooien.
Kneed 450 g gehakt met versgemalen peper, zout, nootmuskaat, een ei, een heel klein scheutje melk en 100 g in melk geweekt kruim van oud witbrood.
Vorm hiervan 12 rolletjes die net zo breed zijn als de deegplakjes en leg deze midden op de plakjes. Maak één zijde van de deegplakjes nat en vouw de andere zijde luchtig over de rolletjes heen.
Druk met een vork de deegkanten goed op elkaar. Leg de broodjes op een natgemaakte bakplaat en bestrijk ze met losgeklopt ei.
Verwarm de oven voor op 230°C en bak de broodjes 30 minuten.
Zelf soepstengels maken
U bereidt gistdeeg met een pak kant-en-klaar broodmix.
U rolt het deeg daarna uit tot een lap van 1/2 cm dik en 15 cm breed.
Met een mes snijdt u reepjes van ongeveer 1/2 cm breed en 15 cm lang.
Vervolgens strengelt u steeds twee reepjes om elkaar.
De reepjes op het bakblik leggen en de uiteinden goed aandrukken.
U bakt ze in een warme oven gedurende ongeveer 12 minuten.
Tip: soepstengels van witbrood smaken goed bij heldere, fijne soepen.
Soepstengels van bruinbrood passen beter bij gebonden soepen en maaltijdsoepen.
Zelf soufflé maken
Een soufflé maken gaat snel en gemakkelijk.
Hier volgt het recept voor een heerlijke, frisse sinaasappelsoufflé voor 4 personen.
Roer 3 eidooiers met 1 eetlepel maïzena en 4 eetlepels sinaasappelsap los in een kommetje.
Verwarm in een pannetje 125 ml sinaasappelsap met 3 eetlepels suiker.
Het eidooiermengsel hier langzaam onder voortdurend verwarmen en roeren aan toevoegen.
Als het gaat binden, het pannetje van het vuur nemen.
Af laten koelen.
De oven voorverwarmen op 200°C.
Drie eiwitten met 1 eetlepel suiker heel stijf slaan en door de vla spatelen.
Direct:t 10 min. in een ingevette vuurvaste schaal midden in de voorverwarmde oven bakken.
Zelf stroopsaus maken
Deze eenvoudig te bereiden zoete saus kunt u warm schenken bij pannenkoeken of drie-in-de-pan met rozijnen.
Maak een blanke roux van 40 g roomboter en 30 g bloem.
Giet hierbij geleidelijk onder voortdurend roeren 4 dl melk.
De saus op een heel laag vuur een paar minuten laten staan.
Afen toe roeren.
Heeft u klontjes in de saus?
Roer de saus dan even met de garde door.
Het pannetje van het vuur nemen en de saus iets laten afkoelen.
Voeg 150 g stroop toe en u bent klaar!
Zelf vanillesuiker maken
Vanillesuiker is kant-en-klaar te koop maar ook eenvoudig zelf te maken.
U bewaart gedurende enkele weken een vanillestokje bij een pond suiker in een goed afgesloten glazen pot.
De suiker neemt de smaak van de vanille moeiteloos op.
Wist u trouwens dat de vanilleplant tot de familie van de orchideeën behoort?
De plant groeit in tropische gebieden en de vrucht lijkt wat op een sperzieboon.
Zelf vruchten inmaken op alcohol
U kunt zelf op eenvoudige wijze vruchten op alcohol inmaken!
In principe zijn alle vruchten geschikt als deze netjes geschild en van steeltjes en kroontjes ontdaan zijn.
Verder moeten de vruchten absoluut vers en gaaf zijn.
Een pond vruchten vermengen met een half pond suiker (eventueel met een pijpje kaneel en een kruidnageltje) en overdoen in glazen potten (liefst met twist-off deksel) die in heet water zijn uitgekookt. Aanvullen met zoveel alcohol (inmaakbrandewijn, cognac of rum) dat de vruchten onderstaan.
Meteen afsluiten.
Koel en donker bewaren.
De vruchten zijn pas echt lekker na een paar weken.
Zelf vruchtenkwark maken
Voor een lekker toetje of een bijzonder lunchgerecht vermengt u 250 g kwark met 200 g gepureerde vruchten.
Aardbeien, meloen of bessen zijn hiervoor zeer geschikt.
Voeg daarna 2 fijngeprakte bananen en 50 g grove suiker toe.
Sla in een andere kom 2 dl slagroom met een eiwit en 25 g suiker stijf.
Roer de helft van dit slagroommengsel door de vruchtenkwark en doe het in schaaltjes.
Garneer vlak voordat u de schaaltjes opdient de vruchtenkwark met de rest van het slagroommengsel en een paar verse, hele vruchten.
8 plakken gerookt spek- 600 g bospaddestoelen- 200 g gekookte aardappelen- 150 g zilveruitjes (vers of diepvries)- 2 klontjes suiker- 4 eetlepels olijfolie- 1 eetlepel gehakte kervel- peper en zout
Pel de zilveruitjes. Bak ze kort, op een hevig vuur, in 1 eetlepel olijfolie. Doe er de suiker en 10 cl water bij. Laat de uitjes 30 minuten sudderen in de suikerstroop. Wrijf de paddestoelen droog schoon, snij ze in stukjes. Bak het spek knapperig in een koekenpan, in 1 eetlepel olijfolie. Laat het uitlekken op keukenpapier, hou het warm onder aluminiumfolie. Bak de bospaddestoelen in porties, in de rest van de olijfolie. Schep ze vervolgens in een serveerkom en hou ze warm. Snij de aardappelen in blokjes, bak ze op in de bakpan van de paddestoelen. Leg ze bij de paddestoelen en schep er de uitjes bij. Werk af met het spek en gehakte kervel. .
Kruiden, vers of gedroogd in potjes, zijn niet alleen decoratief in de keuken. Een goed gebruik ervan levert ook gerechten rijk aan smaak en aroma. Daarnaast worden aan sommige kruiden allerlei gezondheidsvoordelen toegeschreven. Zeker is wel dat wie zijn gerechten op smaak brengt met de juiste kruiden minder zout gebruikt. Redenen genoeg om onze neus eens dieper in het kruidenboeket te steken. De mens is door de eeuwen heen altijd op zoek geweest naar manieren om zijn voedsel zo smakelijk mogelijk te bereiden. Het gebruik van kruiden behoort ook tot deze mogelijkheden. Opgravingen hebben aangetoond dat kruiden reeds duizenden jaren voor het begin van onze tijdrekening werden geteeld. De Assyriërs kookten al met tijm en dille. De Oude Grieken gebruikten ook kruiden in de keuken en hadden een bijzondere relatie met aromatische kruiden. Zij droegen bijna elk kruid op aan een god. Marjolein, rozemarijn en tijm werden bijvoorbeeld opgedragen aan de godin Afrodite. De Griekse arts en filosoof Hippocrates bracht ons niet alleen de volgende wijsheid bij: uw voeding is uw geneesmiddel, uw geneesmiddel is uw voeding. Hij was tevens de eerste die systematisch kruiden gebruikte voor het genezen van ziekten. In de Middeleeuwen waren het vooral monniken die kruiden kweekten in de kloostertuinen en ze als geneesmiddel gebruikten. In de late Middeleeuwen namen de apothekers de kennis van geneeskrachtige kruiden over. Elke apotheek had een eigen kruidentuin. Kruidenvrouwen gebruikten daarentegen voornamelijk in het wild groeiende kruiden. Zij maakten er liefdesdrankjes, afdrijfmiddeltjes en wondzalfjes van en konden hiervoor toen als heks worden vervolgd. Kruidenboeken waren van bij de start van de boekdrukkunst in de 15de eeuw beststellers. De belangstelling voor kruiden in de geneeskunde, maar ook in de keuken, bleef groeien. Maar toen in de 17de eeuw een levende handel in specerijen ontstond tussen Oost en West verdrongen specerijen zoals peper, nootmuskaat, foelie en kruidnagel de inheemse kruiden die vaak een minder intens aroma hebben. De belangstelling voor kruiden nam af en tegen het einde van de 19de eeuw waren aromatische kruiden nagenoeg volledig uit onze keuken verdwenen. In het midden van de 20ste eeuw bracht de ontdekking van traditionele gerechten uit de vakantielanden rond de Middellandse Zee kruiden zoals rozemarijn, tijm, salie en dergelijke geleidelijk aan opnieuw onder onze aandacht en in onze keuken. Gelijktijdig nam ook weer de belangstelling voor de behandeling van allerlei kwaaltjes met kruiden toe als alternatief voor de klassieke geneeskunde. Kruid of specerij: Hoewel het toevoegen van zout, specerijen of kruiden aan een gerecht wordt omschreven met het werkwoord kruiden, is er wel degelijk een verschil tussen kruiden en specerijen. Kruiden zijn gewassen met sappige, niet-houtachtige stengels, waarvan zowel de bladeren, de bloemen, de zaden als de wortels worden gebruikt om gerechten op smaak te brengen. Vaak worden ze ook gebruikt in de vorm van een thee of een zalf voor hun genezende werking. Specerijen zijn de gedroogde delen (bloemen, zaden, bladeren, bast en wortels) van aromatische planten die voornamelijk in de tropen groeien. Vers of gedroogd: Voor nagenoeg alle kruiden geldt dat het aroma het sterkst is voor vers geplukte kruiden. Sommige kruiden kunnen ook gedroogd als smaakmaker worden gebruikt, bijvoorbeeld salie, oregano, tijm en rozemarijn. Andere kruiden zoals basilicum, dille, kervel, korianderblad en mierikswortel verliezen eenmaal gedroogd haast al hun aroma. Zij kunnen daarom beter diepgevroren worden bewaard. Vries de fijngehakte kruiden in kleine porties in in diepvrieszakjes of met water erbij zodat je kruidige ijsblokjes bekomt die je zo naderhand aan gerechten kunt toevoegen.
Kruiden zijn gemakkelijk te kweken in de eigen tuin of als potplantjes op het terras of het balkon ( zo doe ik het toch voornamelijk ). Heb je geen groene vingers, dan kan je ze ook makkelijk vinden bij de groenteboer of in de supermarkt ( de kruiden bedoel ik ). Er is een ruim assortiment van schaaltjes met geplukte kruiden of van potjes met kruidenplantjes. Zoals er seizoengroenten en -fruit zijn, zijn er ook seizoenkruiden. Door de teelt in serres zijn verse kruiden nu echter doorgaans het hele jaar beschikbaar. De meeste groene kruiden worden het best jong verwerkt. Zij hebben het fijnste aroma vanaf het kiemen in het voorjaar tot voor de bloei in de zomer. Zodra de planten bloemknoppen beginnen te vormen worden ze vezeliger, de stengels verhouten, de bladeren verdrogen en ze verliezen geleidelijk hun fijn aroma. Voorbeelden zijn kervel, peterselie, basilicum, dille, bieslook, salie, munt, dragon, oregano, koriander en lavas. Sommige kruidensoorten groeien meer in de vorm van een struik en hebben meer houterige stengels of twijgen en dikkere bladeren. Hun smaak is het meest geconcentreerd na de bloei in de zomer. Het zijn typische najaarskruiden. Voorbeelden zijn tijm, rozemarijn en laurier. Kruiden die voornamelijk om de bloemen en niet om de bladeren worden gekweekt, zoals bonenkruid, moeten tijdens de bloei worden geoogst. Gebruik van kruiden:
Je koopt kruiden best in hun geheel. Ze zijn zo langer houdbaar en behouden beter hun aroma. Je vindt bij de groenteboer en in de supermarkt schaaltjes met geplukte kruiden of potjes met kruidenplantjes. De plantjes zijn het langst houdbaar. Geef de plantjes voldoende water. De schaaltjes bewaar je best in de groentelade van de koelkast. Gebruik kruiden zo vers mogelijk. Koop geen plantjes of bosjes met slappe bladeren en geknakte stengels. Heb je kruiden in de tuin of op het balkon, pluk ze dan vlak voor gebruik. Kruiden mogen nooit nat zijn wanneer ze worden gehakt, anders gaan de aromastoffen makkelijker verloren. Het fijnhakken van de kruiden doe je altijd vlak voor gebruik. Eens fijngehakt gaat het aroma immers snel verloren. Gebruik een scherp en breed mes. De vers gehakte kruiden dek je vervolgens best af met een plasticfolie. Voeg de kruiden op het juiste moment toe. Niet alle kruiden mogen meekoken. Basilicum en kervel bijvoorbeeld zijn heel gevoelig voor warmte en mogen pas worden toegevoegd zodra het gerecht gaar is. Kruiden met een sterk aroma zoals rozemarijn, salie en laurier moeten daarentegen van bij het begin meekoken. Hun smaak komt pas echt tot ontwikkeling door de warmte. Strooi gedroogde kruiden nooit rechtstreeks vanuit de verpakking in een warm gerecht. Door de opstijgende damp worden de kruiden vochtig en gaan stukjes kruid aan elkaar kleven. Hierdoor vormen zich klontertjes waardoor de kruiden nog moeilijk uit de verpakking kunnen komen. Bovendien verandert het aroma. Gebruik kruiden steeds met mate. Wanneer je te veel van een bepaald kruid gebruikt, zal dit de smaak van de andere ingrediënten overheersen. Meng sterke en zachte kruiden, zo krijg je een goed evenwicht. Is het mengsel goed uitgebalanceerd, dan wordt zout toevoegen overbodig. Welk kruid past bij welk gerecht? Enkele suggesties Soep bieslook, citroenmelisse, kervel, koriander, laurier, lavas, munt, peterselie, postelein, tijm, venkel Salades basilicum, bieslook, bonenkruid, citroenmelisse, dille, dragon, koriander, lavas, marjolein, oregano, peterselie, postelein, rozemarijn, rucola, venkel Aardappelen bieslook, citroenmelisse, lavas, marjolein, oregano, peterselie, rozemarijn, tijm, venkel Groenten basilicum, bonenkruid, dille, dragon, koriander, lavas, oregano, peterselie, postelein, rozemarijn, salie, tijm, venkel Tomaten en tomatensaus basilicum, bonenkruid, dille, marjolein, oregano, peterselie, rucola Pittige saus basilicum, bieslook, dragon, kervel, laurier, lavas, mierikswortel, oregano, peterselie, rozemarijn,tijm, venkel Kaas- of melksaus basilicum, bieslook, kervel, venkel Kaas- of melksaus basilicum, bieslook, kervel, venkel Peulvruchten bieslook, bonenkruid, lavas, marjolein, peterselie, rozemarijn, tijm Rundvlees basilicum, bieslook, citroenmelisse, laurier, lavas, oregano, peterselie, postelein, rucola, rozemarijn, salie, tijm Kalfsvlees basilicum, bieslook, citroenmelisse, dragon, kervel, marjolein, oregano, peterselie, postelein, salie Varkensvlees basilicum, bieslook, bonenkruid, citroenmelisse, marjolein, lavas, oregano, peterselie, postelein, salie, tijm Lamsvlees basilicum, bonenkruid, citroenmelisse, lavas, marjolein, oregano, peterselie, rozemarijn, tijm Gevogelte basilicum, citroenmelisse, dille, dragon, koriander, lavas, marjolein, peterselie, postelein, rozemarijn, salie, tijm Vis basilicum, bieslook, bonenkruid, citroenmelisse, dille, dragon, koriander, lavas, marjolein, venkel Eigerechten, omelet basilicum, bieslook, bonenkruid, kervel, rucola, tijm, venkel Nagerechten anijs, munt Verse kaas basilicum, bieslook, kervel, rucola Gebak anijs, salie
Dit zijn slechts suggesties. Smaak is persoonlijk. Je kan best zelf wat experimenteren, mengen en variëren. Al snel zal je die combinaties vinden die jij en je huisgenoten het lekkerst vinden.
Maak de ananas schoon, snij hem in zeer dunne plakjes. Leg ze in laagjes in een gietijzeren pan. Bestrooi elk laagje met 2 eetlepels fijne suiker. Dek af, met het deksel van de pan of met aluminiumfolie. Zet 1 uur in de oven op 180° C.
Last-minute: Verkruimel de amandelkoekjes. Vul hoge glazen met gekarameliseerde ananas, koekjeskruimels en amandel ijs in laagjes. Serveer meteen.
Voor 4 personen: 6 eendenbouten - 12 verse vijgen- 1 ui- 1 eetlepel bloem- 1 glas droge sherry - 30 cl rode wijn- 2 eetlepels frambozengelei- olie- 10 jeneverbessen- verse rozemarijn en salie- peper en zout
Stoof de fijn gesneden ui aan in 1 eetlepel olie. Strooi er de bloem bij. Laat
1 minuut bakken. Doe er de sherry, de wijn, de geplette jeneverbessen, een takje rozemarijn en salie bij. Laat 5 minuten sudderen. Laat de eendenbouten uitzweten in een pan. Giet af en bewaar het vet. Bak de bouten kort rondom aan in een beetje olie. Kruid ze met peper en zout. Roer de frambozengelei door de saus. Leg de eendenbouten er bij. Laat 20 tot 25 minuten op een zacht vuur stoven, of tot de bouten goed gaar zijn.
Last-minute: Laat de eendenbouten op een zacht vuur opwarmen in de saus. Halveer de vijgen. Zet ze 15 minuten in de oven op 160. C. Leg ze bij de bouten. Serveer goed heet. Dit stoofpot je is lekker met aardappeltjes, opgebakken in het eendenvet.
Voor 4 personen: 900 g zeeduivelfilet- 1 blik artisjokharten- 250 g dooierzwammen- 1 bakje kerstomaatjes- 200 g okra's- 10 cl droge witte wijn- 20 cl visbouillon- 2 eetlepels geklaarde boter -100 g koude boter - olie- citroentijm- peper en zout
Laat de artisjokharten uitlekken. Wrijf de dooierzwammen droog schoon en bak ze vervolgens kort op een hevig vuur in wat olie. Kruid ze met peper en zout.
Blancheer de okra's 3 minuten in gezouten water. Laat ze schrikken in koud water en goed uitlekken. Stoof de kerstomaatjes 2 minuten aan in olie, tot de aroma's vrijkomen. Snij nu de visfilets in vrij forse blokjes. Bak ze 1 minuut in een koekenpan, in de geklaarde boter. Kruid met peper en zout. Schenk er de wijn en de visbouillon bij. Voeg er de artisjokken, de dooierzwammen, de okra's en de tomaatjes aan toe. Kruid met 2 takjes citroentijm. Laat 5 minuten sudderen tegen de kook aan. Last-minute: Schep vis en groenten met een schuimspaan in een serveerkom. Dek af met aluminiumfolie om warm te houden. Verwarm het stoofvocht tot tegen de kook aan. Doe er de koude boter bij. Bewerk met de mixer tot een dikke, gladde saus. Schenk bij de vis en de groenten. Hou het gerecht warm. De ragout is lekker met pasta of rijst.
Breng 5 cl olijfolie op smaak met een paar druppels tabasco, peper en zout. Bestrijk 600 g zalmfilet in vier stukken met deze olie. Snij 1 kleine Chinese kool in reepjes en stoof die 2 minuten aan in de rest van de olie. Doe er 4 eetlepels gember marmelade bij. Rooster de zalmfilets 2 minuten aan elke kant. Schik de rijst in het midden van een bord, schep er de kool rond, leg er de zalm op. Garneer met een partje limoen en gladde peterselie.
Bijgerecht: appelbeignets of schijfjes gebakken appel met boter en minikroketjes
- Giet de rode wijn in een schotel. Hierbij voegt u de in rondjes gesneden wortel, de in stukjes gesneden selderie, de gesnipperde ui, sjalot en knoflook, de peterselie, enkele zwarte peperbollen, tijm en het laurierblaadje. Leg de konijnfilets in deze marinade. Dek af en zet 24 uur in de koelkast. Nu en dan draait u het vlees eens om..
- Neem de volgende morgen de konijnfilets uit de marinade, laat ze uitlekken en dep ze droog. Filter de marinade en zet opzij.
- Bak de spekblokjes in een pan met de olijfolie. Van zodra ze goudbruin zijn, neemt u ze uit de pan. Doe in de plaats de stukken konijn die u tevoren in bloem gerold hebt. Als ze een mooie kleur hebben, doet u er de spekjes terug bij en net voldoende marinade tot het vlees onderstaat. Laat 30 min. sudderen op een zacht vuur.
- Neem de filets uit de pan en hou ze warm. Laat de saus indien nodig een beetje inkoken. Breng op smaak.
- Dien de filets op overgoten met de saus. Geef er appelbeignets bij of gebakken schijfjes appel met boter en minikroketjes.
Gemarineerde mignonnettes met spinazie en rozijntjes
Een optimale zondagsschotel. U kunt er nog een tweede groente bij geven, bijvoorbeeld gestoomde bloemkool of broccoli, en nieuwe aardappeltjes of aardappelpuree.
VOOR 4 PERSONEN:
Meng in een kommetje 5 cm geraspte verse gemberwortel, 1 eetlepel mosterd, 1 eetlepel sojasaus, het sap van 1 sinaasappel, 2 eetlepels vloeibare honing, 10 cl olie, een snuifje muskaatnoot, peper en zout. Leg er 8 mignonnettes (of kleine varkensoesters) bij. Laat, afgedekt, 3 uur marineren. Bak het vlees 2 minuten aan elke kant in hete boter. Laat het nog een tiental minuten verder garen op een zachter vuurtje. Laat intussen 500 g jonge spinazieblaadjes slinken in 1 eetlepel boter. Doe er het sap van 1/2 citroen en 30 g rozijnen bij. Kruid met peper en zout.
Voor 4 personen: 800 g kalfsfricassee- 2 kleine courgettes- 4 wortelen- 1 dikke ui- 1 dl room- 1 vleesbouillonblokje- 1 tuiltje basilicum- 1 zakje tuinkruiden- 1 afgestreken soeplepel bloem- 50 g boter- 1 soeplepel olie- zout en peper
Bijgerecht: verse deegwaren
-Bak de kalfsfricassee op een hoog vuur in een cocotte met de olie en de gesmolten boter. Van zodra het vlees lichtjes kleurt, voegt u er de in plakjes gesneden ui bij. Laat de ui op een zacht vuurtje een 5-tal minuten fruiten. Bestrooi met de bloem, meng gedurende 2 minuten, en overgiet dan met 1/2 l water. Voeg er het zakje tuinkruiden bij en het verkruimelde bouillonblokje. Doe het deksel op de pan, maar niet volledig. Laat zo'n 45 minuten sudderen.
-Intussen wast en schraapt u de wortelen. Snij ze in kleine blokjes. Dompel ze in een bodem kokend gezouten water en laat ze na 10 minuten koken uitlekken.
- Snij ook de niet-geschilde courgettes in blokjes en laat ze op dezelfde manier koken, maar slechts 5 minuten.
- Als de kalfsfricassee gaar is, doet u er de room bij, de groenten en de gehakte basilicum. Verwarm alles nog enkele minuten op een hoog vuur om de saus wat te laten indikken. Indien nodig kunt u er een beetje maïszetmeel bijvoegen. Breng op smaak en dien op met verse deegwaren.
8 vierkantjes bladerdeeg- 750 g diepvrieserwtjes- 1,51 kippenbouillon- 2 stengels witte selder- 1 prei- 1 ui- 1 teentje knoflook- 100 g gerookte spekblokjes- boter of olie- kruidentuiltje (peterselie, laurier, tijm)- 1 ei om te doreren
Snij de selder, de prei, de ui en de knoflook fijn. Stoof ze kort aan in wat boter of olie. Doe er de erwtjes, de bouillon en het kruidentuiltje bij.
Laat 15 tot 20 minuten koken. Neem het kruidentuiltje weg. Mix de soep. Laat de spekblokjes knapperig uitbakken in een pan zonder vetstof. Doe ze bij de soep. Kruid naar smaak bij met peper en zout. Verdeel de soep over vuurvaste kommetjes. Dek af met bladerdeeg. Klop het ei los met 1 eetlepel water en bestrijk er het deeg mee. Zet 25 minuten in een op 210° C voorverwarmde oven.
800 g stokvis- 500 g aardappelen-4 eetlepels room-1 eetlepel boter-1 bosje gladde peterselie- 2 teentjes knoflook-peper uit de molen, zout
1.Verwarm de oven voor op200° C. Snij de stokvis in stukken. Leg ze, met de velkant naar boven, in een vergiet. Zet het vergiet in ruim koud water om de vis te ontzouten. Laat minstens een dag staan , ververs het water om het uur. Kook de geschilde aardappelen gaar in gezouten water.
Hak de peterselie.
2. Kook de stokvis 10 minuten in ruim water.Giet af.
Leg de stukken stokvis in een ovenschaal. Doe er de warme aardappelen bij.
Plet en vermeng met een vork. Voeg er de gepelde en geperste knoflook, de gehakte
peterselie, de boter en de room aan toe. Kruid naar smaak met peper en zout.
Vermeng met een vork. Strijk de bovenkant glad.
3. Zet 5 tot 10 minuten in de hete oven, tot de bovenkant goudbruin gekleurd is.
Soufflé van geitenkaas en tijm met Parmezaanse saus
Voor 4 personen: 3 dl melk- 2 sjalotten, fijngehakt- 1 koffielepel tijmblaadjes- nootmuskaat- peper en zout- 2 eetlepels boter- 2 eetlepels bloem- 25 g + 75 g Parmezaanse kaas- 150 g verse geitenkaas- 3 eieren, gesplitst- boter voor de kommetjes- 1,5 dl room
Verwarm de oven voor op 200°C. Verwarm in een pannetje de melk met de
sjalotten, tijm, zout, peper en nootmuskaat. Haal de pan van het vuur als de vloeistof begint te koken en laat 20 minuten trekken.
Smelt de boter in een tweede pannetje. Als het begint te schuimen, de bloem toevoegen. Laat 2 minuten koken terwijl u roert. Giet de melk bij de roux en blijf roeren. Breng aan de kook. Zet het vuur lager en laat nog 2 minuten sudderen. Voeg 25 g Parmezaanse kaas en verse geitenkaas toe en roer goed. Als de kaas gesmolten is, mengt u er al kloppend de eierdooiers door. Klop de eiwitten stevig op en voeg ondertussen een snuifje zout toe. Spatel een derde van de stijfgeklopte eiwitten voorzichtig door het mengsel. en daarna bij beetjes de rest van het eiwit. Bestrijk de kommetjes met boter en vul ze. Strijk het glad met de rug van een lepel. Zet 12 tot 15 minuten in de oven. Verwarm de room, voeg er de rest van de Parmezaanse kaas aan toe. Kruid met nootmuskaat, peper en zout. Roer tot de kaas gesmolten is. Bewerk de saus met de mixerkloppers tot,ze schuimt. Haal de soufflés uit de oven en serveer onmiddellijk met de Parmezaanse sausen met krokant stokbrood.
2 kg kleine mosselen- 1/2 l droge witte wijn- 300 g gemalen kaas- 200 g chorizo- 3 eierdooiers- 150 g zure room
Spoel de mosselen. Laat ze op een hevig vuur openkoken in de wijn. Maal de chorizo (zonder vel) fijn in de keukenmachine. Doe er de kaas, de eierdooiers en de room bij. Bewerk tot een dikke pasta.
Haal één schelp helft van de mosseltjes. Schep bij elke mossel een lepeltje pasta. Laat eventjes kleuren onder de hete grill.
Serveer-tip: Op een bedje van grof zeezout blijven de mosselen op hun plaats liggen.
6 grote sint-jakobsvruchten- 12 gamba's (of reuzenscampi)- 2 sinaasappels- 2 citroenen- 1 roze pompelmoes- 1 rode ui- 100 g fijne sperzieboontjes- 100 g gemengde groene sla- 20 g radijsscheuten
Voor de marinade: . 4 limoenen- 2 citroenen- 2 sinaasappels- 1 rood en 1 groen chilipepertje- 1 rode ui- 3 teentjes knoflook- 1 bosje verse koriander- peper en zout
Voor de dressing: . 10 cl olijfolie- 2 limoenen- 1 rood en 1 groen chilipepertje
Voor de afwerking: -2 teentjes knoflook- 2 cm verse gemberwortel- olie
- 50 g cashewnoten
Vermeng voor de marinade het sap van de citrusvruchten met de fijngesneden pepertjes (zonder zaadjes of zaad lijsten) de ui en de gepelde en geplette knoflook. Doe er een handjevol gehakte korianderblaadjes bij en breng op smaak met peper en zout. Schep goed om. Snij het wit van de sint-jakobsvruchten in drie dikke plakken. Pel de gamba's, halveer ze in de lengte. Leg de zeevruchten in de marinade. Zet een nacht afgedekt en koel weg.
Vermeng voor de dressing de olijfolie met het limoensap en de fijn gesneden pepertjes. Zet eveneens koel weg. Halveer de sinaasappels, de citroenen en de pompelmoes. Maak met een puntig mesje het vruchtvlees los van het fijne vliesje (vang het sap op en doe het bij de dressing). Blancheer de sperzieboontjes beetgaar in gezouten water. Laat ze schrikken in koud water en uitlekken. Snij de rode ui in flinterdunne ringen. Vermeng met de gemengde sla en de radijsscheuten in een grote slakom. Snij de gepelde knoflook en de geschilde gemberwortel in fijne plakjes.
last-minute: Giet de zeevruchten af. Leg ze op bakpapier op een bakplaat. Zet 2 minuten in de oven op 200°C. Frituur de gember, de knoflook en de cashewnoten 2 à 3 minuten in ruim olie. Schep ze meteen schuimspaan uit de vetstof en dep goed droog met keukenpapier. Leg de zeevruchten en de gefrituurde smaakmakers bij de citrussalade. Werk af met een lepel dressing. Zet de dressing bij de salade.
Omdat de marinade van de zeevruchten te bitter is, wordt hij niet meer gebruikt.
Spoel de mini-groenten. Laat ze heel. .. Blancheer ze apart beetgaar in gezouten water. Laat ze schrikken in koud water en goed uitlekken. Halveer de paprika's, verwijder zaadjes en zaadlijsten. Leg ze op hun snijkant op de bakplaat. Zet in de oven tot het vel begint te blazen en bijna zwartgeblakerd is. Laat ze afkoelen in een goed gesloten plastic zak.
Verwijder het vel. Snij de geschilde raapjes in blokjes. Blancheer ze eveneens beetgaar in gezouten water. Wrijf de paddestoelen droog schoon. Bak ze kort op een hevig vuur, in een koekenpan met antiaanbaklaag.
Snipper het wit van de lente-uitjes, de geschilde gember en de gepelde knoflook fijn. Stoof alles samen aan in de arachideolie. Doe er de currypasta en de bruine suiker bij. Roerbak tot de aroma's vrijkomen. Voeg er de vissaus, de sherry, de groentebouillon en de kokosmelk aan toe. Roer goed om. Laat 10 minuten zacht koken. Doe al de groenten bij de saus.
Last-minute: Verwarm de curry op een zacht vuur tot tegen de kook aan. Zet er een grote kom basmati of Thai-rijst bij.
Voor de salade: -100 g krulandijvie- 50 g waterkers- 1 bakje kerstomaatjes- 2 wortelen- 1 kleine komkommer- 1 bosje verse bieslook- 2 eetlepels kruidenvinaigrette
Vermeng de kokosmelk met de chilisaus. Halveer de kipfilets. Snij ze overlangs in fijne plakjes. Kruid met peper en zout. Doe ze bij de marinade. Zet minimum drie uur afgedekt en koel weg. Spoel de krulandijvie, de waterkers, de kerstomaatjes en de komkommer. Schraap de wortelen. Halveer de kerstomaat jes. Trek de komkommer en de wortelen met een dunschiller in fijne slierten.
Last-minute: Vermeng de groenten in een grote slakom en maak de salade net voordat u aan tafel gaat aan met de kruidenvinaigrette. Prik de gemarineerde kiplapjes op lange spiesjes. Rooster ze een paar minuten tot ze mooi bruin zijn - aan elke kant op de tafelgrill.
Doe alle ingrediënten (behalve de kastanjes) in een supergrote pan. Zet op een matig vuur en bewerk met de mixer-kloppers - op lage snelheid! - tot een schuimige, gebonden crème die als een lint van de kloppers afloopt. Zet de pan van het vuur in een koud waterbad. Blijf ten minste 3 minuten bewerken met de kloppers, tot het mengsel afgekoeld is. Verkruimel 2 geglaceerde kastanjes. Vul hoge glazen voor de helft met crème. Strooi er wat kastanjekruimels bij. Schep er de rest van de crème bij. Zet minstens 2 uur in de koelkast om op te stijven.
Last-minute: Werk elke sabayon af met een geglaceerde kastanje.