o primavera
heerlijke bloemennaam,
betekent ook begin
Over mijzelf
Ik ben Van Overstraeten Nicole, en gebruik soms ook wel de schuilnaam yasmin.
Ik ben een vrouw en woon in Halle 1500 (België) en mijn beroep is gepensioneerde leerkracht Nederlands.
Ik ben geboren op 30/06/1946 en ben nu dus 77 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: poëzie, theater, oosterse cultuur, muziek en koken.
Ik publiceerde 4 dichtbundels (De dagen van de winter, Jagen, Sapkracht en De tuinen van Thevenet). In 2006 acteerde ik in 'De koffers zijn gepakt', een theaterproductie van het Masereelfonds, als eerbetoon aan Bertold Brecht.
een lief okerkleurig scharminkel
literatuur, cultuur, small talk
07-06-2010
ursula andkjær olsen
eigenlijk duren winters veel te lang.
als dan in de maand juni de groene weelde openbarst,
is het feest.
ook in mijn tuintje!
ik zie de reuzenvlier bloeien, winde heeft
zich reeds kunstig om de rode ballustrade van het stenen trapje geslingerd en wederik
en lavendel beloven binnenkort een feest in geel en mauve. eind
juli zullen purperen en zachtroze hibiscusbloemen hun frêle gezichtjes
wenden naar de zon.
volgend weekend laat poetry international in
rotterdam (ik wil er graag naartoe, maar we moeten gaan stemmen,
jammerjammerjammer...) dichters voordragen in 'verborgen tuinen'.
een van de
dichteressen is de deense ursula andkjær olsen, die in al haar
gedichten geinspireerd is door green, green made up of tiny parts, green
that belongs to no one, green that collapses and rots, green that from a
distance looks lavender and blue and hazy
in onderstaand gedicht, tuingevoeligheden, dat
ik uit het engels heb vertaald, verwoordt zij die groene weelde, alhoewel er
toch ook wat anders aan de hand is.
het gaat hier over het benoemen van dingen, het geven
van namen...
in deze context: de knoppen, franjes, bloemschermen,
bladeren, bloembollen, peulen en bessen....
het onstaan van de taal.... is de beschaving, de
menselijke communicatie niet opgestart toen mensen de dingen begonnen te
benoemen?
wat een naam heeft, maakt gelukkig, ruist en ritselt,
brengt rust.
maar owee.... dit gedicht begint met een groot
enigma: wat als alles al een naam heeft? in een tuin waar alles een
naam heeft is niets mogelijk.... bedoelt zij: als de dingen af zijn, is
leven onmogelijk????
TUINGEVOELIGHEDEN
de namen zijn
geschreven op tekens/ de groei is hoog en weelderig in
de tuin vindt
alles zijn naam/ vol ingehouden adem
en ruisend
wat zal ik
zeggen in een tuin waar alles een naam heeft
niets?
*
en ook een
andere vraag: wat kan ik zeggen?
rechtvaardigheid
vraagt verbeelding/ vraagt
versiering/
overvloed/ poëzie/ geen
blootstelling/
zodat waarheid overvloed wordt/ het bevestigt vooral wat is
nog eens en
niets anders
*
in een tuin
waar alles een naam heeft is niets mogelijk/ maar
heeft alles een
naam? bestaat die tuin?
in een tuin
waar sommige dingen een naam hebben en andere niet is alles
mogelijk/ alles
wat menselijk mogelijk is
in zon tuin
niets niets
menselijks is er vreemd aan hier is juist
naamverdrinking/
naamloos
*
binnen de
omheining/ wat kan ik zeggen
naamverstrengeld
*
ik geef
knoppen, franjes, bloemschermen, bladeren, bloembollen en peulen hun namen om
van hen meer te
genieten en ze te horen ruisen als
zij zijn/ en laat hen mijn neerslachtigheid verbannen
*
een tuin waar ik alles bij zijn eigen naam heb genoemd
waar ik de dingen kan benoemen/ alleen s nachts s
nachts is
genoeg/ het is een plotselinge zaligheid
hier zal ik mijn naamdorst lessen
*
hier zal ik rusten, de armen verstrengeld
*
waar ik alles bij zijn eigen naam heb genoemd/ alles
dat benoemd
moest worden
en laat de rest maar zijn
een wachtende ritselende plaats/ waarop wacht het ?
waarop wacht het?
over dingen spreken die geen naam hebben
die nochtans zo klein zijn/ of denken aan dingen die
zo slecht zijn dat zij niet langer
een naam hebben/ met ingehouden adem/ niet
toegelaten zijn nog een naam te hebben
zou niets menselijks
vreemd voor me zijn? ik hoop het of anders
hoop ik het niet
*
de overvloed is er altijd/ zelfs al is het een
overvloed
die niemand nodig schijnt te hebben
alles heeft een naam maar
ik zou kunnen aankomen met een heleboel nieuwe namen als ik wou
ik ben alleen wakker zodat
groene waaiers rode kralen sluieren en ontsluieren/
gezonde en ongezonde nacht met torenhoge bliksems
zelfs universele wetten voelen vrij/ nu
klein schildpadschild/ huist in mijn klein schildpad
schild
nu
*
tuinen lijken
menselijker dan
mensen/ met al hun kostuums
de speciale rangorde
*
noch te veel
vrijheid noch te weinig
spreken is zo
menselijk het is als de
sfinxsenlaan/
sprakeloze gezichten/ steenzware meningen niet een
woord over de lippen/ terwijl alle vormen/ de bomen de huizen bloemen en ramen
en de gordijnen
van de buren en de woonkamers daarachter misschien zijn het stille
stille
woonkamers
niemand is onschuldig maar sommigen zijn puur en velen
velen hebben
vleugels
*
maar de
kostuums
zijn deel van de droom dat een deel is van
de werkelijkheid/ daarom is de onversierde als een sfinxs/ als een ding zonder
naam
*
de tuin groeit
dichter en dichter
meer en meer hangend/ vol/ droog
naamverstrengeld is dat allemaal versiering? het is
overvloed/
overdaad/ versiering als versiering onvermijdelijk is/ wat kan ik zeggen?
goedenachtschaduwen
goedenachtschaduwen
de tuin is stil voor het vruchtdragen/ vannacht gaan de namen uit