o primavera
heerlijke bloemennaam,
betekent ook begin
Over mijzelf
Ik ben Van Overstraeten Nicole, en gebruik soms ook wel de schuilnaam yasmin.
Ik ben een vrouw en woon in Halle 1500 (België) en mijn beroep is gepensioneerde leerkracht Nederlands.
Ik ben geboren op 30/06/1946 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: poëzie, theater, oosterse cultuur, muziek en koken.
Ik publiceerde 4 dichtbundels (De dagen van de winter, Jagen, Sapkracht en De tuinen van Thevenet). In 2006 acteerde ik in 'De koffers zijn gepakt', een theaterproductie van het Masereelfonds, als eerbetoon aan Bertold Brecht.
een lief okerkleurig scharminkel
literatuur, cultuur, small talk
21-10-2012
nomande 2
Verhakkeld
De deur dicht. Voorgoed. Mezelf
Neem ik een eindweegs mee.
Een huis geeft niet meer thuis.
De deur dicht. Mijn schoenen aan.
Kous, vergeten. Blik op eindig.
Wandelen in labiel labyrint.
Vermist ene Alfons de Ridder
76 jaar 1.74 hoog. Licht kalend.
Demente nomade mist medicijn.
Mistig ook de trein, een roofdier
Denderend over roestige rails.
De geopende muil van een tunnel.
De schreeuw van Evrard Munch.
Wim van den Abeele
de nomade in dit gedicht is niemand minder dan willem elsschot, pseudoniem
voor alfons de ridder (1882-1960), roemvolle auteur van het meesterlijke kaas.
in realiteit overleed willem elssschot aan een hartinfarct, maar de dichter wim
van den abeele laat hem hier als oude demente man verongelukken op een treinspoor.
het is waar dat vele oudjes die in een verzorgingsinstelling verblijven
soms gaan zwerven en als vermist worden opgegeven. soms komen ze in gevaarlijke
situaties terecht, maar wellicht wou de dichter hier een metafoor gebruiken om het
einde van een mensenleven te duiden.
je sluit alles af, je verdwijnt uit het leven, uit je thuis, je komt in een
nauwe tunnel terecht die je verhakkeld naar de dood leidt.
wim van den abeele schrijft bondige, afgesloten verzen, die
ogenschijnlijk korter dan feitelijk worden genoteerd. soms ontbreken woorden,
zinsdelen. maar door de ultieme verdichting wordt de lezer geacht deze verzen
aan te vullen met zelf bedachte woorden. de expressieve kracht wordt hierdoor
versterkt, maar soms lijkt het of de verzen los van elkaar staan, de vloeiende
lijn ontbreekt en de woorden hotsten staccato op de pagina.
in die zin heeft wim van den abeele een gedicht geschreven, waarbij de inhoud
overeenkomt met de vorm: verhakkeld is je leven op het moment van de dood, verhakkeld
is de stijl van dit gedicht.
mooi toch?
Quartoq
Elk najaar keren wij terug, ofschoon het nat
of soms glad. Ik zoek haar hand: de pijn
van tanend evenwicht. Welk kalend pad
ligt voor ons uitgerold? Het mistgordijn
rondom de baai verbergt een kleine stad,
gedempt geluid. September. Hand die wacht
wanneer mijn stap vertraagt. We rusten wat
als zij me vraagt weer door te gaan. Ik tracht.
Rik Dereeper
oeps! je tong moet een
tuimeling maken om de titel van dit gedicht uit te spreken, maar het jurylid dat
dit gedicht voorlas, vertelde onmiddellijk dat ze de herkomst van dit woord had
gegoogled: het is de naam van een stadje in groenland, waar de dichter
blijkbaar graag in het najaar op vakantie gaat.
de dichter (en zijn
geliefde) wandelen in een mistig, verstild landschap. de toon is melancholisch
en de personages lopen niet energiek door het stadje: ze zoeken hun evenwicht
(want het is soms nat en glad). er is mist, ze wachten en rusten en trachten
dan toch maar verder te gaan.
ook dit verrukkelijke
gedicht onthult de metafoor van het leven, waar je soms tastend en wankelend je
weg moet zoeken. de auteur kent de regels van verdichting en past ze wonderwel
toe. het geheel is een volkomen gedicht, poëtisch van sfeer en met een ruimte
voor interpretatie.
het verwondert me niet dat rik
dereeper laureaat werd van de poëziewedstijd van mengmettaal, deze dichter kan
het!
maar misschien had de hij het
woord quartoq moeten verwerken en duiden in het gedicht zelf, of in een
voetnoot. want zonder internet of atlas zou niemand hebben begrepen waar het
hier echt om gaat!
besluit: uiteindelijk zijn de
winnaars van deze poëziewedstrijd aan elkaar gewaagd. elk gedicht heeft zijn
verrukkelijke eigenheid en het begrip nomade wordt op diverse wijze ingevuld.
het is me een eer en een genot
geweest kennis te maken met het werk van deze dichters!
de nederlandse auteur tommy wieringa schreef een
roman over migratie: dit zijn de namen.
'migratie bepaalt ons al vanaf onze allereerste geschiedenis, vanaf onze
eerste voetstappen; we zijn te voet begonnen en we bewegen uit redenen van
schaarste, van zomerweide naar winterplaats'. als jongeling verdween hij vaak lange tijd en stuurde
dan een kaartje naar huis. hij was gefascineerd door het nomadisch
bestaan, volgens hem het grootste geluk.
maar in zijn boek volgt hij een groepje vluchtelingen, wiens verlangen naar
het land van verwachting onderweg totaal verdwijnt, omdat ze tijdens hun
extreem barre tocht ontdaan worden van hun idealen. hun namen, hun verleden,
hun dromen, het doet er allemaal niet meer toe. ze worden mensen zonder
geschiedenis, leven nog slechts in een acuut, mensonterend heden.
tja, het thema van de poëziewedstrijd van het literaire
genootschap mengmettaal had wel degelijk mogelijkheden. de
gedichten van de vier winnaars vindt u hieronder; eens kijken in hoeverre de
heren dichters dit gegeven hebben uitgespit. argh! wil hier geen oordeel
of voorkeur uitspreken (niet echt, dat heeft de jury al gedaan). wil alleen
enige indrukken neertokkelen en misschien ook wat technisch commentaar geven. ach,
kan het niet laten, want natuurlijk doen deze gedichten mij iets.
koorddanser bij
valavond
asfalt mengt zich
met versteende stemmen
een kleuter loopt
mij na op versleten veters
zoals steeds keer
ik de zon de rug toe
tel de rimpels in
een vlag
mijd het hoofd in
de wolken
angst is duidelijk
ook mijn bondgenoot
zo moet ik vrezen
spiegelende kinderen
bijziende reigers
en diep uitgesneden vrouwen
wat ik achterlaat
zal ongezien zijn
hoe mijn schaduw op
handen wordt gedragen
en ik een plaats
zoek tussen zenit en dieptepunt
zwervend tussen
torens of boven de waterval
ben ik van beide
oevers nooit meer thuis
dan ergenstussenin
paul vincent
het winnende gedicht. mooi is de keuze om de tekst langs een as te
schrijven. het laatste vers, met die enorme witruimte tussen het eerste woord
en het laatste, geeft de uitersten weer waartussen een nomade zich beweegt: het
zenit van het verlangen en het dieptepunt van de ontworteling. de nomade als
een koorddanser, balancerend tussen de hemel en de afgrond.
de lay-out van dit gedicht doet me vreemd genoeg denken aan een
kreeftje, met een dikke kop en kleine schaartjes, haha!
paul vincent schrijft heel toegankelijk, met een overvloed aan beelden,
die telkens opnieuw de kerngedachte illustreren: de spanning tussen droom en
realiteit. ik zou durven zeggen: paul vincent, haal je rode bic te voorschijn
en schrap finaal nog een tiental woorden. dan is dit gedicht de perfectie zelf.
Albert Camus, nomade
De weg langs seizoenen heet eindeloos,
maar is, bemeten in tijd, stukje bij beetje
door een landschappelijk leven trekken,
rivieren oversteken, wereldzeeën bevaren,
ooit ergens zonder vragen van boord gaan.
Morgendauw ligt op ingeslapen woorden,
als dromen ingefluisterd, luid toegejuicht
binnen vervlogen idealen - met mythes,
zinsbegoochelingen, revoltes en bovenal
gesjirp van bochelcicaden - sisyfuscadans.
Ginds een processie van normen en waarden
die in houten beelden vereeuwigd werden,
maar nu een ventweg neemt en zie, verdwijnt
in een verkommerde, ondergrondse garage;
dan is er geen ontkomen meer aan: de taal
achter je laten, ervan ontdaan verder gaan,
wandelen tussen wat zwijgt - van nature.
Simon Buschman
het leven, zegt simon buschman, is niets anders dan door een
landschappelijk leven trekken, rivieren oversteken en zonder vragen te
stellen ooit ergens van boord gaan. la vie, un long fleuve tranquille...
als oefening teken ik hier een reeks termen op uit simons gedicht: een
eindeloze weg, trekken, varen, van boord gaan, vervliegen, een processie van
normen en waarden, verdwijnen, verkommeren, achterlaten, ontdaan verder gaan,
wandelen tussen, zwijgen, van nature. een perfect passende guirlande van
woorden in een gedicht met als titel: albert camus, nomade.
de dichter draagt zijn gedicht op aan de franse schrijver albert camus,
die hem leerde in zijn (nomadische) zoektocht naar de zin van het leven een
mens te zijn vol mededogen. mythes, idealen, de waan van de revoltes en andere
zinsbegoochelingen zijn efemeer. het bestaan is wat het is; er rest ons alleen
nog een vredevol zwijgen, zelfs de taal is onderdeel van de droom.
de jury oordeelde deze tekst als zijnde te diepzinnig. tja, misschien
had simon de naam camus niet in de titel moeten vermelden, maar in een voetnoot
verduidelijken. de naam van deze schitterende franse auteur in de titel van een
gedicht: voor sommige lezers misschien intimiderend.
vind het vermakelijk, hoe over poëzie wordt geoordeeld als eenzelfde
gedicht door verschillende mensen wordt geïnterpreteerd. uiteindelijk zoekt de
groep (de jury in dit geval) naar een soort tekst die door iedereen kan worden
gesmaakt: niet te moeilijk, niet te makkelijk. het uiteindelijke commentaar is zeker
mainstream en omschrijft meestal het gevoel dat gewone mensen (en niet de
specialisten!) hebben over poëzie.
een gedicht moet makkelijk leesbaar zijn, mooi klinken en vooral: er moet een factor aanwezig zijn die appelleert aan een (aangenaam?) geestelijke
oefening, bijna zoals kinderen gezegden of spreuken of spreekwoorden leuk
vinden. daarom zijn rijmgedichten of allitererende gedichten of licht
sloganeske verzen bijvoorbeeld populair.
ik bedoel dit helemaal niet denigrerend: poëzie is ook taal gebruiken op
geestige (en ik bedoel daarmee niet: grappige, maar wel vernuftige) wijze,
zodat mensen plots bewogen raken en luisteren.
ondanks het oordeel van de jury vind ik simon buschmans gedicht (technisch)
perfect: er staat geen woord teveel of te weinig. albert camus, nomade
is geschreven in een bevallige, volgehouden, zachtvloeiende taal en bevat een
intense boodschap.