de nederlandse auteur tommy wieringa schreef een
roman over migratie: dit zijn de namen.
'migratie bepaalt ons al vanaf onze allereerste geschiedenis, vanaf onze
eerste voetstappen; we zijn te voet begonnen en we bewegen uit redenen van
schaarste, van zomerweide naar winterplaats'. als jongeling verdween hij vaak lange tijd en stuurde
dan een kaartje naar huis. hij was gefascineerd door het nomadisch
bestaan, volgens hem het grootste geluk.
maar in zijn boek volgt hij een groepje vluchtelingen, wiens verlangen naar
het land van verwachting onderweg totaal verdwijnt, omdat ze tijdens hun
extreem barre tocht ontdaan worden van hun idealen. hun namen, hun verleden,
hun dromen, het doet er allemaal niet meer toe. ze worden mensen zonder
geschiedenis, leven nog slechts in een acuut, mensonterend heden.
tja, het thema van de poëziewedstrijd van het literaire
genootschap mengmettaal had wel degelijk mogelijkheden. de
gedichten van de vier winnaars vindt u hieronder; eens kijken in hoeverre de
heren dichters dit gegeven hebben uitgespit. argh! wil hier geen oordeel
of voorkeur uitspreken (niet echt, dat heeft de jury al gedaan). wil alleen
enige indrukken neertokkelen en misschien ook wat technisch commentaar geven. ach,
kan het niet laten, want natuurlijk doen deze gedichten mij iets.
koorddanser bij
valavond
asfalt mengt zich
met versteende stemmen
een kleuter loopt
mij na op versleten veters
zoals steeds keer
ik de zon de rug toe
tel de rimpels in
een vlag
mijd het hoofd in
de wolken
angst is duidelijk
ook mijn bondgenoot
zo moet ik vrezen
spiegelende kinderen
bijziende reigers
en diep uitgesneden vrouwen
wat ik achterlaat
zal ongezien zijn
hoe mijn schaduw op
handen wordt gedragen
en ik een plaats
zoek tussen zenit en dieptepunt
zwervend tussen
torens of boven de waterval
ben ik van beide
oevers nooit meer thuis
dan ergens tussenin
paul vincent
het winnende gedicht. mooi is de keuze om de tekst langs een as te
schrijven. het laatste vers, met die enorme witruimte tussen het eerste woord
en het laatste, geeft de uitersten weer waartussen een nomade zich beweegt: het
zenit van het verlangen en het dieptepunt van de ontworteling. de nomade als
een koorddanser, balancerend tussen de hemel en de afgrond.
de lay-out van dit gedicht doet me vreemd genoeg denken aan een
kreeftje, met een dikke kop en kleine schaartjes, haha!
paul vincent schrijft heel toegankelijk, met een overvloed aan beelden,
die telkens opnieuw de kerngedachte illustreren: de spanning tussen droom en
realiteit. ik zou durven zeggen: paul vincent, haal je rode bic te voorschijn
en schrap finaal nog een tiental woorden. dan is dit gedicht de perfectie zelf.
Albert Camus, nomade
De weg langs seizoenen heet eindeloos,
maar is, bemeten in tijd, stukje bij beetje
door een landschappelijk leven trekken,
rivieren oversteken, wereldzeeën bevaren,
ooit ergens zonder vragen van boord gaan.
Morgendauw ligt op ingeslapen woorden,
als dromen ingefluisterd, luid toegejuicht
binnen vervlogen idealen - met mythes,
zinsbegoochelingen, revoltes en bovenal
gesjirp van bochelcicaden - sisyfuscadans.
Ginds een processie van normen en waarden
die in houten beelden vereeuwigd werden,
maar nu een ventweg neemt en zie, verdwijnt
in een verkommerde, ondergrondse garage;
dan is er geen ontkomen meer aan: de taal
achter je laten, ervan ontdaan verder gaan,
wandelen tussen wat zwijgt - van nature.
Simon Buschman
het leven, zegt simon buschman, is niets anders dan door een
landschappelijk leven trekken, rivieren oversteken en zonder vragen te
stellen ooit ergens van boord gaan. la vie, un long fleuve tranquille...
als oefening teken ik hier een reeks termen op uit simons gedicht: een
eindeloze weg, trekken, varen, van boord gaan, vervliegen, een processie van
normen en waarden, verdwijnen, verkommeren, achterlaten, ontdaan verder gaan,
wandelen tussen, zwijgen, van nature. een perfect passende guirlande van
woorden in een gedicht met als titel: albert camus, nomade.
de dichter draagt zijn gedicht op aan de franse schrijver albert camus,
die hem leerde in zijn (nomadische) zoektocht naar de zin van het leven een
mens te zijn vol mededogen. mythes, idealen, de waan van de revoltes en andere
zinsbegoochelingen zijn efemeer. het bestaan is wat het is; er rest ons alleen
nog een vredevol zwijgen, zelfs de taal is onderdeel van de droom.
de jury oordeelde deze tekst als zijnde te diepzinnig. tja, misschien
had simon de naam camus niet in de titel moeten vermelden, maar in een voetnoot
verduidelijken. de naam van deze schitterende franse auteur in de titel van een
gedicht: voor sommige lezers misschien intimiderend.
vind het vermakelijk, hoe over poëzie wordt geoordeeld als eenzelfde
gedicht door verschillende mensen wordt geïnterpreteerd. uiteindelijk zoekt de
groep (de jury in dit geval) naar een soort tekst die door iedereen kan worden
gesmaakt: niet te moeilijk, niet te makkelijk. het uiteindelijke commentaar is zeker
mainstream en omschrijft meestal het gevoel dat gewone mensen (en niet de
specialisten!) hebben over poëzie.
een gedicht moet makkelijk leesbaar zijn, mooi klinken en vooral: er moet een factor aanwezig zijn die appelleert aan een (aangenaam?) geestelijke
oefening, bijna zoals kinderen gezegden of spreuken of spreekwoorden leuk
vinden. daarom zijn rijmgedichten of allitererende gedichten of licht
sloganeske verzen bijvoorbeeld populair.
ik bedoel dit helemaal niet denigrerend: poëzie is ook taal gebruiken op
geestige (en ik bedoel daarmee niet: grappige, maar wel vernuftige) wijze,
zodat mensen plots bewogen raken en luisteren.
ondanks het oordeel van de jury vind ik simon buschmans gedicht (technisch)
perfect: er staat geen woord teveel of te weinig. albert camus, nomade
is geschreven in een bevallige, volgehouden, zachtvloeiende taal en bevat een
intense boodschap.
|