o primavera
heerlijke bloemennaam,
betekent ook begin
Over mijzelf
Ik ben Van Overstraeten Nicole, en gebruik soms ook wel de schuilnaam yasmin.
Ik ben een vrouw en woon in Halle 1500 (België) en mijn beroep is gepensioneerde leerkracht Nederlands.
Ik ben geboren op 30/06/1946 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: poëzie, theater, oosterse cultuur, muziek en koken.
Ik publiceerde 4 dichtbundels (De dagen van de winter, Jagen, Sapkracht en De tuinen van Thevenet). In 2006 acteerde ik in 'De koffers zijn gepakt', een theaterproductie van het Masereelfonds, als eerbetoon aan Bertold Brecht.
een lief okerkleurig scharminkel
literatuur, cultuur, small talk
13-10-2011
dat was even schrikken
toen ik nog niet zo
lang geleden uitgenodigd werd om mee te doen aan het project hommage aan
willie cools, een kunstschilder uit duffel, die overleed op 4 juli 2011, was
het voor mij even schrikken: eigenlijk kende ik willie cools niet echt. ik
bezat alleen maar een prachtige monografie, de sprong in de ruimte*, met
een uitzonderlijke selectie schilderijen.
wat moest ik doen? ik verzamelde zoveel mogelijk commentaren op internet. ik
keek en keek en keek naar de afbeeldingen in de monografie. oeps! ik voelde me
een beetje overweldigd door zoveel 'drukte', haha, ik bedoel dit niet negatief,
maar de dames op de schilderijen en tekeningen van willie cools zijn wel heel
erg beweeglijk en kleurrijk, net of ze een woeste oerritus
uitvoeren op doek. daarbij zijn ze allemaal naakt.
hoe voelt een vrouw zich bij het kijken naar deze schilderijen? ik denk in
eerste instantie toch een beetje ongemakkelijk, in tweede instantie wat
opgelaten. haha, ziet de kunstenaar ons nu echt zo (ik plaats mijn handen in mijn
zij, borstjes vooruit, billen samengeknepen) en moeten we dan zo (ik wiebel en
ik wemel, ik beweeg) dansen? ik werp mijn linkerbeen de lucht in, dan het
rechterbeen, ik beweeg mijn heupen, schokschokschouder en gooi mijn hoofd naar
achteren... hoho, oppassen, ik wil hier niet oneerbiedig zijn. toch moet ik
bekennen dat ik, een beetje lacherig, bovenstaande dansbewegingen stiekem op
mijn kamer uitprobeerde.
indruk maakten deze schilderijen dus wel op mij. bij nadere observatie werd ik me
bewust van het pure vakmanschap van willie cools: door zijn teken- en
schilderkunst worden deze naakten ontdaan van alle vulgariteit. eigenlijk gaat
het willie cools niet om het naakte, zelfs niet om de vrouw, maar om het
beleven en tot expressie brengen van een schildersdynamiek: het gaat om vorm,
kleur en ritme.
erotiek wordt ontluisterende kunst.
.
aan dit project
werkten 19 dichters mee, 6 vrouwen en 13 mannen. ik wil in dit blogbericht
focussen op de reacties van de damesdichteressen: hoe werkten zij hun hommage
uit, wat zagen zij in de schilderijen van cools, wat voelden zij? niet dat ik
hier absoluut een manonvriendelijk bericht wil neertokkelen - de gedichten van
mijn mannelijke collegas zijn super!
maar ik was een
tikkeltje nieuwsgierig: zouden de dames, onder de indruk van al dat vrouwelijk
geweld in cools schilderijen, een specifiek erotisch uitgangspunt hebben
aangenomen voor dit project? zouden zij gedichten hebben geschreven met een
vleugje wellust, of zou dit poëtisch eerbetoon een soort sublimatie van pijn en
verdriet worden om het afscheid, vooral voor wie willie cools bij leven heeft
gekend?
.
een vriendin van willie, de dichteres begga mariën, mailde
me:
ik kan me niet precies herinneren wanneer willie me
gevraagd had om aan een nieuwe uitgave mee te werken, maar zijn bedoeling was
van verschillende dichters (ik weet niet precies wie) bij zijn werk te
betrekken en in die zin iets nieuws te brengen met zijn (nieuw?) werk. daarop
heb ik toen mijn positieve medewerking beloofd.
...
iedereen die willie kent weet dat zijn opzet was van
mensen, kunstenaars, met elkaar in contact te brengen
eigenlijk was dit
project dus een idee van willie cools zelf, dat na zijn dood verder werd
uitgewerkt. geheel volgens zijn opvattingen: laten we de kunst en het leven
eren en omarmen, laten we samen, geïnspireerd door mijn schilderijen, in alle
vriendschap, iets nieuws uitproberen...
.
de schrijfster en
dichteres suzanne binnemans uit lier verbaasde me door de fijnmazige, ietwat
melancholisch- sensuele toon in haar gedicht. niets naakte oervrouw dus, maar
wel een schroomvolle, bijna onderworpen minnares, die zich schikt in de
krijtlijnen die voor haar zijn opgezet. waarom denk ik plots aan gustav
klimt, en zijn mooie zinssnede: " want
ik vrees en respecteer echte liefde."
suzanne binnemans
vrouwelijke figuur geeft zich gewillig over aan de strelingen van haar minnaar,
de dichteres vertolkt op verukkelijke wijze het versluierde verlangen naar
liefde en geborgenheid, de fragiele droom van elke vrouw...
suzanne binnemans
Door het gaas van
mannenwimpers
worden vrouwen dag en nacht bespied
(Johan Anthierens)
eerst
verborg je nog mijn gezicht
liet je mijn armen en handen dwalen
mijn benen en tenen spelen
over een maagdelijk blank vel
mijn lot lag in jouw handen
je deed me bewegen tussen grenzen
binnen de krijtlijnen voor mij uitgezet
zelf mocht ik niet kiezen
strelend creëerden jouw vingers
ik wentelde me in jouw kleuren
bedachtzaam leunde je over mij heen
ik voelde jouw hete adem
wanneer je mijn naakte lichaam
zorgzaam toedekte met witte sluiers
angstvallig volgde ik jou
je dwong me te kijken
schroomvol vouwde ik me dicht
plooide toen weer open
ik gluurde naar wie mijn hoeder was
getrouw werd ik de jouwe
.
oeps, mijn gedicht.
totaal anders. ik besloot, na het schokeffect dat door het door mij gekozen
schilderij een nieuwe zomer had teweeggebracht (het vrouweljk naakt
zinderde werkelijk van op het doek, ik werd als het ware overrompeld door al
dat oranje en roze en vermiljoen) de sterke vrouwenfiguur op het schilderij
zelf aan het woord te laten. zij schijnt met haar linkerhand vriendelijk uit te
nodigen tot de dans, daarom laat ik dit op het einde ook gebeuren.
nicole van
overstraeten een nieuwe zomer
omtrent mijn zogenaamde woestheid
wil ik echt geen woorden kwijt, ik weiger
pertinent.
ik zeg: dit zomerrood is vuur. ik
presenteer
de weerbaarheid van vlees, het wachten
op het zachte maar ook het dieproze
vertoeven.
ondanks mijn tintelende opening, mijn huichelen,
mijn dijen zogenaamd, spijt het mij zeer.
dat jokkend reflecteren van jouw licht -
niets anders dan een droom, een land van zand.
jij mag mij desondanks wel welig koesteren,
dat sta ik teder toe. genieten van mijn eigen
veinzen.
ik weet, mijn schacht is hoog, mijn buik is
zoet,
een hemelvaart van honing. ik wiebel in
oranje,
ik wemel karmozijn, ik zinder en hou dapper
stand.
ik feliciteer en zeg: dans, dans, dans nu met
mij,
reik mij de hand. in deze nieuwe zomer
schuim ik ronduit vermiljoen.
ik kan niet vragen
aan willie cools wat hij van mijn gedicht vindt, maar ik heb toch vaag de
indruk dat hij het soort vrouw dat ik beschrijf echt wou tekenen. mannen die
van vrouwen houden, laten ze bestaan in al hun kracht en sensualiteit. zij
onderwerpen ze niet, zij mogen in alle vrijheid dansen...
aanvulling: hieronder een superleuk fulmpje, mij toegestuurd door enkele geheimzinnige bewonderaars, de gekke dans dus van HH Marat Joy Tchundyk anda his bastardbrotha Marat Tchundyk Gundo.
.
rose vandewalle
introduceert een vrouwenfiguur die wankelt, valt en terechtkomt in een kolkende
spiraal. haha, sommige schilderijen van willie cools met wervelende
vrouwenfiguren hebben dus dit effect: dat je van het dansen draaierig wordt als
een derwisj, dat het uiteindelijk allemaal eindigt in een val.
maar wie dit
gedicht subtiel leest merkt op dat de wankelende (dansende?) vrouw eigenlijk
wanhopig en angstig op zoek is naar houvast, het zijn de muren van de kamer die
bewegen, de dans eindigt in een huiveringwekkende tuimel. ik durf het bijna niet
zeggen, maar ik vermoed dat rose hier in enkele penseeltrekken, in enkele
verzen, het levenseinde beschrijft. een passend gedicht in deze hommagebundel,
vind ik.
rose vandewalle de kamer
plots kantelt en keert
vangt me op
in haar grijpgrage armen
haar handen zo fel van het willen
bewerkt me
met elk van haar vurige tongen
omsluit me beneemt me
de kamer hitsige adem
kolk en spiraal
de kamer
o ze wentelt en wankelt
weldra in versnelling
sleurt me mee in haar val
komt tot een tuimel
tot een huivering wekkende tuimel
.
hannie rouweler
heeft ook een schilderij uitgepikt, waarrond ze een gedicht schrijft. ha, die
hannie! virtuoos als ze is, schrijft ze een verrukkeljk lang gedicht met een
waaier aan ervaringen, die dan nog in een grotere waaier van interpretaties
kunnen worden opgevangen. haar verzen zijn zwierig,
mededeelzaam. haar zinnen zijn bijwijlen intens, maar soms ook zacht als
velours.
geen briesje dus,
maar een felle wind zet ze gewind op papier.
passie, erotiek,
een spreekwoord, beelden uit haar jeugd, psychologie, vervreemding, humor - dit alles passeert het oog van de lezer.
strofe drie intrigeert me danig: de metamorfose van de tijd buiten het
gewricht/ de anonimiteit die in het geel verdwijnt/ granenveld.
een sleutelvers,
vind ik. want dit is wat hannie doet: elementen die deel uitmaken van het
schilderij, maar ook haar eigen denken en voelen plaatst ze buiten de tijd, ze
worden eeuwige abstractie. heel mooi is het einde: alleen het woord granenveld
staat daar, als representatie van haar gedachtenvlucht. het beeld van de weidse
graanvelden katapulteert de gele fetisj en de poëzie van hannie
naar de ruimte, naar de oneindigheid.
hannie rouweler
DE SCHILDER EN HET
MODEL
(Willie Cools, Gele Fetisj)
Dat de passie spreekt in Gele Fetisj
dat is duidelijk. De schilder en het model
voelen zich er blijkbaar beiden niet
ontspannen bij:
zij toont haar kut maar aan wie of wat?
Aan hem, aan haar, de kijker, een
vreemdeling,
haar ogen staren in het niets. De droom,
suggestie.
Ik denk aan het boerenland van mijn oom,
regen
en zon, groei en verval, geluk en dikke
pech.
Als de vos de passie preekt
boer, let op je kippen!
Dit zal niet helpen. Het onbedwingbare in
de lust,
de lijnen die het beeld doorkruisen
de vrouw zit niet stil, ze verplaatst zich
voortdurend.
De metamorfose van de tijd buiten het
gewricht,
de anonimiteit die in het geel verdwijnt.
Granenveld.
In juni is het vaderdag. Ik geef mijn
vader Jan
postuum een van deze schilderijen op zijn
90e.
Als meisje waarschuwde hij me al dikwijls
als ik me stond op te maken voor de
spiegel
aan de binnenkant van een deur, in de
woonkamer:
Hannie, je draagt te korte rokken.
Kunstenaars en dichters. Pas daar maar
voor op.
.
begga mariën en marije kos schreven de meest abstracte
gedichten. zij interpreteren totaal, de beelden staan verder af van de concrete
schilderijen. ze inspireren zich nog wel op een doek, maar hun gedicht neemt
een meer naar binnen gerichte en tegelijk hogere en verdere vlucht.
toch vind ik beide gedichten (alhoewel ze natuurlijk een
eigen profiel hebben) heel romantisch. zij lijken in een droom te zijn
geschreven, of op het moment van het ontwaken uit die droom.
de nobelprijswinnaar tomas tranströmer omschrijft
trouwens dit moment als een parachutesprong, een bevrijding uit de
verstikkende omstuimigheid...
Waking up is a parachute jump from dreams.
Free of the suffocating turbulence the traveller
sinks toward the green zone of morning.
begga laat een vrouw spreken met een zwarte ziel
(wow!) die in haar wezen een zee van klapwiekende meeuwen ervaart (wat
een mooi beeld) en ook hier symboliseert het lopende zand de
voorbijvliedende tijd.
marije kos gedicht vind ik nog geheimzinniger: een herinnering
maakt zich los uit het blauw (prachtig beeld)... maar welke herinnering? en wie is die schim,
van wie zijn die ogen, die warme hand, wie ervaart pijn en venijn, wiens zicht
wordt belemmerd, wie wordt uiteindelijk gered van de ondergang? gaat het om de
schilder, zijn model of gaat het om de dichteres? marije kos gedicht roept bij mij blijkbaar heel
indringende vragen op.
maar in deze laatste gedichten eren ook deze dichteressen
een kunstenaar die desondanks en dit is misschien een troostende gedachte, de
verstikkende omstuimigheid van het leven heeft ingeruild voor ik
interpreteer en fantaseer nu zelf- de
groene zone van de oneindigheid.
begga mariën
INNERLIJKE
WAARHEID
Hoe helder moet de nacht zijn
om mijn zwarte ziel te verblinden
die tussen wier en algen wordt
verzwolgen?
- Een zee van meeuwen
klapwiekt in mijn wezen -
Hier zijn geen kruimels
voor een weg terug.
De dwaalster bevleugelt het vuur;
luide rook wordt zachter
en balsemt lenig
het zand dat loopt.
marije kos Bij het
schilderij De Ondergang.
De ondergang
een schim uit het verleden
maakt zich los uit het blauw
herinnering dringt zich op
glooiende vorm gloeiende kleur
strelen zijn ogen
een lach klinkt
een warme hand raakt
maar het is maar even
zweet parelt en adem stokt zoetgevooisd klinkt anders nu
zacht en rond wordt scherpgetand
prangend fel en giftig
zijn napijn en venijn
de hersenschim vervaagt
ragfijne spinnenwebben
en donkere stofdraden
belemmeren het zicht
net op tijd gered
van de ondergang
Guy van Hoof,
Willie Cools, De sprong in de ruimte, vzw De Gebeten Hond, Harelbeke,
2002.