Opmerkelijk verslag van van vertrek boerenzwaluwen in Terwispel.
Begin november 2014 ontving ik via de post een flinke enveloppe zonder afzender maar met een duidelijk handschrift. Ik kende dat handschrift en wist dat het afkomstig moest zijn uit Terwispel en wel van Appie Venema. Elk jaar kom ik als vogelringer en onderzoeker van boerenzwaluwen bij hem in de schuur om de boerenzwaluwen te ringen, meten en onderzoeken. Venema geeft in zijn brief van november van dit jaar prachtig het vertrek van de boerenzwaluwen weer uit zijn schuur en zette dit op acht kantjes papier uiteen. Deze brief (zie Bijlage hieronder) heb ik deels overgeschreven en hier wat fotos en opmerkingen toegevoegd. Het verslag geeft mooi de binding van de oude en jonge vogels met hun geboorte /broedschuur weer en toont aan dat ze tot laat in het seizoen nog gehecht zijn aan hun plek. Pas laat in het seizoen vertrekken ze dan en verlaten na vaak nog een laatste groet deze plek. Dergelijke verslagen zijn erg zeldzaam. Daarom deel ik het graag en hoop dat meer mensen hun boerenzwaluw waarnemigen aan ons toevertrouwen. We zijn dan ook benieuwd wanneer U de laatste boerenzwaluw heeft gezien dit jaar en of er dit jaar ook bijzondere gevallen zijn te melden.
Nieuwe soort voor de noordoever van het Tjeukemeer.
Jeugdvogelwacht op excursie aan het Tjeukemeer.
Op 11 oktober is een delegatie van elf leden van de jeugdvogelwacht van Joure met 4 begeleiders op bezoek geweest aan de noordoever van het Tjeukemeer op de ringplek waar als sinds 1985 ringonderzoek wordt verricht. Voor veel van de nog jonge vogelwachters was dit de eerste keer dat ze zo vroeg aanwezig waren op de ringplek. Alles was nog donker. Er waren dan ook steevast vragen als; in het donker kan je toch niet zien waar je vliegt, en slapen de vogels dan nooit? Het zou een mooie ochtend worden met veel vogels (97) zodat ieder jeugdlid er zelf meerdere kon loslaten. Het in de hand houden van een vogel ging hen gemakkelijk af toen het enkele malen werd voorgedaan. Er zijn die ochtend toevallig veel roodborsten aanwezig en menig jeugdlid heeft deze mogen vasthouden en loslaten.In de bijlagen het verslag van die ochtend met vele fotos en bijzonderheden.De nieuwe soort werd ook al vroeg in de ochtend waargenomen.
Eerste beflijsters verschijnen in binnenland van Friesland.
De afgelopen dagen komen er steeds meer meldingen binnen van merels en zanglijsters die in grotere aantallen in tuinen van steden en dorpen verschijnen. Daarbij kunnen momenteel ook al de eerste koperwieken en kramsvogels gezien worden. Naast deze lijstersoorten is er ook nog de beflijster. Deze beflijster wordt vaak in september al gezien,vooral aan de kuststreek op de eilanden, in het binnenland is ie wat schaarser. Op 10 oktober kreeg ik uit Heerenveen van Jan Postma een eerste melding door van een vogel die druk van de bessen at in de gelderse roos in de tuin.In het binnenland van de provincie Friesland wordt deze soort vaak wat minder opgemerkt. Vooral ook omdat ze vaak minder opvallen tussen de merels die al een tijdje aanwezig zijn en vrijwel hetzelfde getekend zijn. De beflijster, vooral het mannetje , heeft een heldere opvallende witte bef. Bij de vrouwtjes is deze bef wat fletser van kleur en valt ie minder op. In sommige gevallen word de beflijster nog wel eens aangezien voor een "miskleur" merel, vooral omdat ie er zo op lijkt.
Beflijsters komen in Friesland niet voor als broedvogel maar trekken hier door in voor en najaar. Vooral Noorwegen en Zweden zijn gebieden waar deze soort voorkomt als broedvogel. Wat vele niet weten is dat de soort onder anderen graag op de grond broed onder struik enigzins beschut. Ze leggen meestal 4 a 5 eieren , vaak licht blauw met rood of purperachtige vlekjes, in een komvormig bouwsel op de grond met gras, heidestengels, mos , bladeren en weinig aarde. De eieren worden zeker 14 dagen bebroed en de jongen worden door beide ouders nog een 13- 14 dagen in het nest verzorgt. Soms hebben ze twee broedsels.
We zijn benieuwd of er op meer plekken in het binnenland van Friesland momenteel al beflijsters zijn gezien in tuinen en perken.
Ringwerk aan Tjeukemeer van 13 september tot 12 oktober 2014.
Nog flinke aantallen zangvogels die passeren aan de Tjeukemeeroever.
Na 12 september is er nog volop doortrek van zangvogels aan de noordoever van het Tjeukemeer op het SBB terrein Marswâl bij Rohel. Op 23 september werden nog 98 vogels gevangen waaronder nog een flink aantal zwartkop (21) en kleine karekiet (17). De aantallen van de kleine karekiet vielen dit jaar behoorlijk tegen en vanaf begin oktober vangen we eigenlijk maar enkele meer die doortrekken. Doch de roodborst en de zwartkop doen het erg goed. Werden er op 23 september nog maar 4 roodborsten gevangen, op 28 september waren dit er al 21 en op 11 oktober zelfs 29! Met een totaal van 118 vogels op 28 september waaronder 30 zwartkop en 17 koolmees waren de aantallen sterk boven verwachting die dag. Op 3 oktober waren de vanomstandigheden in de vroege uren eerst gunstig doch dit sloeg snel om naar mist en kwamen de vangstaantallen niet hoger uit dan 46 waaronder ook toen een flink aandeel van zwartkop (14)en roodborst (14). Het weer kan dus flinke invloed hebben op het trekgedrag van vogels. Ook op 11 oktober tijdens de aanwezigheid van een groep jeugdleden van de vogelwacht Joure met een viertal begeleiders waren de vangst aantallen nog steeds hoog, maar liefst 97 vogels. Zelfs een groepje van 11 staartmees belandde in het net en kregen een pootring om. Zwartkoppen namen op 11 oktober al af en de eerste zanglijsters en merels lieten zich al zien. Ben benieuwd wat er komende weken nog aan aantallen zal doortrekken.Mogelijk al de eerste koperwieken en meerdere koolmees en pimpelmees? Ik hou jullie uiteraard op de hoogte van de vangsten.Hieronder de verslagen van de dagvangsten op 23 september, 28 september, 3 oktober en 11 oktober 2014.
Op 19 september zijn in Langezwaag bij Fam. van der Wal de laatste boerenzwaluwen al vertrokken uit de broedschuur. Dit jaar waren er volgens van der Wal 11 broedparen die in totaal 86 jongen groot brachten.Bij Fam. van der Wal in Kortehemmen waren vrijwel alle broedparen voor eind augustus al vertrokken, slechts 1 paar met kleine jongen bleef achter. In diverse nesten werden op 21 augustus verlaten eieren en dode jongen aangetroffen. De avond tevoren was het een drukte van belang in de schuur in Kortehemmen aldus Mevr. van der Wal, de volgende morgen bleef het stil. We zijn erg benieuwd hoe het vertrek elders is geweest. Dit jaar was het w.s. veel vroeger dan andere jaren. Mogelijk dat er ergens toch nog broedende of nestjongen verzorgende paren aanwezig zijn na 21 september.
De boerenzwaluw heeft in 2014 een wat wisselend broedseizoen gehad. Op veel plekken kwam na eind april zelfs nog een flinke groep nieuwe broedvogels binnen, terwijl er rond die tijd al verschillende paren op eieren zaten te broeden. De laat binnengekomen boerenzwaluwen waren duidelijk veel minder in conditie en het duurde dan ook nog een flinke tijd voordat ze aan het broedproces mee deden. Tot diep in mei ving ik nog volwassen vrouwtjes die nog geen broedvlek hadden en laag in gewicht waren. De koude dagen in augustus met veel regen hebben er geen goed aan gedaan, op veel plaatsen gingen meerdere legsels met jongen verloren. Zelfs jonge vogels die op het punt van uitvliegen stonden haalden het in sommige schuren niet. Reden was in heel veel gevallen voedselgebrek door de alsmaar aanhoudende lage temperaturen (beneden 10 graden) en de regen. Bij veel plekken waar de sterfte optrad was er sprake van onderkoeling van de jongen door de koude luchtstroming die veroorzaakt werd door het tegen elkaar openzetten van deuren en ramen.De stallen waarin geen vee aanwezig was hadden ook opvallend meer koude slachtoffers dan stallen met flinke veebezetting, kennelijk waren in de bezette stallen er daar toch nog wel wat insecten te vangen.
In Friesland is wat het ringonderzoek naar de boerenzwaluw aangaat nog veel te doen. Op veel plekken worden oude en jongen in schuren en stallen geringd.Het ringonderzoek concentreert zich de laatste vijf jaar sterk op het midden en oostelijke deel van de provincie. Westelijk van de lijn Dokkum-Leeuwarden-Sneek-Koudum en zuidoostelijk van de lijn Lemmer-Oudeschoot-Jubbega en Donkerbroek zijn vrijwel geen boerenzwaluwen geringd. Dit is opmerkelijk daar er met name in het westelijke deel , met name tussen Leeuwarden-Bolsward-Harlingen volgens de literatuur (SOVON) zeer hoge broeddichtheden voorkomen.
Tot 21 september werden er in 2014 volgens het invoerprogram van GRIEL in Friesland 4271 gegevens van geringde/(terug)gevangen boerenzwaluwen vastgelegd. In dezelfde periode was dat in 2013 4497, in 2012 3963, in 2011 2923 en in 2010 2812. Duidelijk een flinke toename van ringactiviteiten in vijf jaar tijd.
Zelf heb ik dit jaar 1928 boerenzwaluwen gevangen , daarvan zijn er 1408 geringd (977 nestjongen,255 volwassen en 176 eerste jaars) en zijn er 520 teruggemeld. Respectabele aantallen als je bedenkt dat van heel veel volwassen boerenzwaluwen er ook nog fotografich materiaal betreffende de witte staartvlek op de buitenste staartpen (ST6) is verzameld. Het ligt in de bedoeling om in 2015 zoveel mogelijk van deze individuen terug te vangen en de witte staartvlek opnieuw te meten en te fotograveren om zo er achter te komen hoe groot de variatie is van de witte vlek en of het meten van deze witte vlek ook sterk gerelateerd kan worden aan het geslacht wel of niet in combinatie met andere biometrische gegevens.
Recent worden er in de provincie Groningen ook flinke aantallen boerenzwaluwen gevangen , t/m 21 september in 2014 3422. Het merendeel van de in Groningen gevangen aantalen (2180 en 873)boerenzwaluwen zijn op twee grote slaapplekken gevangen. In Friesland word er maar weinig intensief op slaapplekken gevangen. Het is interessant te volgen of er ook een flink deel van de vogels die op de slaapplek in Groningen gevangen zijn als broedvogel in het oostelijke deel van Friesland teruggevangen zullen worden of dat de Friese boerenzwaluwen eerst de slaapplek in Groningen bezoeken en dan wegtrekken naar het zuiden.
Soms slapen de boerenzwaluwen ook in boerenschuren o.a. in Terwispel, laat het ons eens weten waar dit nog meer voorkomt.
Ringwerk aan Tjeukemeer tussen 24 juli en 12 september 2014
Veel vogels geringd aan Tjeukemeer tussen 24 juli/12 sept 2014
Het is al weer een hele tijd geleden dat er een verslagje verscheen over de ringvangsten bij Rohel aan het Tjeukemeer. In de tussentijd is er diverse keren gevangen, soms met enkele netten tijdens het onderhoud (1-8,3-8,5-8,en 6-8). Op 24 juli en 8 augustus werden de laatste twee CES dagen (11 en 12) uitgevoerd en nadien is er nog gevangen op 27 augustus , 5 september en 12 september. Vooral van eind augustus tot en met 12 september zijn er drie keer achter elkaar meer dan 100 gevangen.
Onderaan een verslagje van alle vang en onderhouds dagen. Daarbij valt de vangst van een eerste jaars Sperwergrasmus op.
Zesling in Boelenslaan (Friesland) maakt het goed.
In Boelenlaan hebben Seye en Minke Hoekstra een zesling in hun schuur. Alle zes peuters zitten ze op het randje van hun bedje van klei,stro en veertjes te wachten op wat de hun nieuwe wereld hen zal brengen. Vooral wachten ze op goed en gezond voedsel om alle zes straks weg te kunnen vliegen de wijde wereld in. Want ja deze boerenzwaluw peuters kunnen na zo'n 20 dagen al vliegen. Toch willen ze voor ze vertrekken eerst nog van de volledige verzorging genieten en blijven daarom op de rand van hun nestje wachten op voedsel van vader en moeder. Lekker knus in hun nestje wat in een hoek is gemaakt zodat hun lichaamswarmte hun heeft behoed voor de koude die er de afgelopen weken is geweest.
Jonge boerenzwaluwen hebben het momenteel erg moeilijk in schuren en stallen. Veel zijn er de afgelopen weken dan ook al gestorven door honger en onderkoeling. Door de aanhoudende regen en de koude( overdag en nachts) hebben veel kleine jongen tussen de 1 en 13 dagen het niet gehaald. Ik kwam in Kortehemmen en in Terwispel veel nesten tegen met dode jongen. De sterfte in Friesland moet enorm geweest zijn want opo tal van plekken hebben ook de broedvogels er de brui er aan gegeven en zijn vertrokken van de broedplekken. Alleen de oude vogels die nog jongen te verzorgen hebben blijven achter. In Kortehemmen waren vrijwel alle oude vogels rond 16 augustus massaal met hun jongen vertrokken aldus Mevr. van der Wal die op de avond tevoren er erg veel tegen de avond in de stal zag zitten rij aan rij en alle druk kwetterend. De volgende morgen waren ze alle vertrokken , een streep van mest achterlatend in de stal.
De sterfte aan nestjongen is niet overal waar te nemen. Vermoedelijk heeft dat te maken met de grootte van de jonge vogels. Jonge boerenzwaluwen die nog goed in de veer zitten en in de schuur niet op een plek zitten waar ze veel last hebben van koude luchtstromingen overleven het soms nog als ze voldoende voedsel van de ouders kunnen krijgen. In stallen met nog vee is deze warmte vaak nog wel te vinden. Stallen waarin geen vee meer zit en waar de schuifdeuren tegenover elkaar open staan, ook in de nacht, daarin hebben de boerenzwaluwen veel minder kans om te overleven door de koude luchtstroming. Ze koelen daardoor te veel af en gebruiken daarbij erg veel energie. Het is daarom zaak dat in de koude regenachtige periode de schuifdeuren van ligboxen en stallen op een klein kiertje gezet worden tegen de nacht en smorgens weer geopend, dit beschermt hun tevens tegen nachtelijke predatoren (kerkuilen).
De boerenzwaluw peuters in Boelenslaan hebben het getroffen en vliegen weldra uit. Hoe is het elders in het land de afgelopen weken gegaan, zijn daar ook zeslingen geboren en uitgevlogen? Ik hoor het graag van U. De sterfte aan nestjongen die er momenteel is heb ik nog nooit zo groot meegemaakt, en ik ring en onderzoek nu al meer dan 22 jaar boerenzwaluwen.
Foto van de zesling is gemaakt door Seye en Minke Hoekstra Boelenslaan
Op 24 juli 2014 was ik al vroeg aanwezig op de ringplek aan de noordoever van het Tjeukemeer. Het was opvallend stil in de rietzoom en op het terrein hoorde ik ook geen enkele vogel meer zingen. Vooral na de zonsopkomst kwamen de jonge vogels meer en meer in beweging. Daarbij waren opvallend veel jonge koolmees, rietzanger en tjiftjaf. Van de kleine karekieten werden vanmorgen een negental eerste jaars gevangen. Diverse helaas nog met flinke groeibanden in de staart. De eerste jaars boerenzwaluwen sliepen maar met enkele in de rietzoom, kennelijk is elders een grotere slaapplek aanwezig. Vanmorgen toch weer een 100 zangvogels gevangen , daarvan konden er een 85 geringd worden. Voor meer informatie zie het ringverslag hieronder.
Kleine bonte specht en gele kwikstaart bezoeken ringplek
Kleine bonte specht en gele kwikstaart bezoeken ringplek.
Op12 en 17 juli zijn er weer veel vogels gevangen en geringd aan het Tjeukemeer bij Rohel. Was behoorlijk warm en het koste dan ook de nodige inspanning en zweetdruppels . Op 12 juli maar liefst 141 vogels en op 17 juli nog eens 111. Beide dagen meer dan 100 en dat is veel. Tussen de vele soorten waren er ook enkele die ik maar montjesmaat tegenkom. Zo hing er plotseling in net C9 een kleine bonte specht. De vogel, een nog jong mannetje, was al in actieve vleugelrui en liet zich gemakkelijk uit het vangnet halen. Na geringd te zijn liet ik de vogel los op een oude wilgenboom en de vogel begon direct te zoeken naar voedsel, zich niks meer van de ringer aantrekkend zodat ik gemakkelijk enkele fotos kon nemen. Soms leek het net of ie verstoppertje speelde door zich steeds achter de boom te verschuilen en af en toe om het hoekje keek of ik er nog wel stond. Prrachtige vogel om te zien. Mooi was ook de vangst van een nog jonge gele kwikstaart op 17 juli in het waternet C1. De vogel zat in de eerste uren in de bovenste vangbaan. Dit was de derde keer sinds 1985 dat er een gele kwikstaart werd gevangen aan het Tjeukemeer op de ringplek Rohel. Op 14 september 2006 en op 10 juli 2013 werd op beide dagen een eerste jaars gevangen en geringd. De gele kwikstaart broed niet aan het Tjeukemeer en is stellig afkomstig uit nabij gelegen broedplekken, mogelijk omgeving Sneekermeer. Opvallend veel jonge zwartkoppen werden er in beide dagen geringd, maar liefst 42 eerste jaars. Nooit eerder in het seizoen had ik zoveel eerste jaars op deze vangplek. Voor de verdere aantallen en meldingen van gevangen soorten zie de dagverslagen en fotos onderaan dit artikeltje.
Jonge ijsvogel op bezoek bij ringplek Rohel Tjeukemeer
Op 3 juli in de vroege ochtend al om 3.45 uur aanwezig op de ringplek aan de noordoever van het Tjeukemeer. De weersvoorspelling zat er vanmorgen weer naast, de wind kwam veel meer uit zuidelijke richting en de windkracht was meer 3 dan 4B. Toch maar snel de netten opgezet en afgewacht wat de ochtend zou brengen. Al vroeg zag ik een roerdomp langzaam en hoog statig overvliegen naar west, deze kwam mogelijk vanuit het oosterschar of toch uit het petgatengebied bij Vierhuis tussen Vierhuis en het Tjeukemeer.?
Bij het slootje was een groepje van zeker 15 boerenzwaluwen die in de schemer opvlogen uit de rietzoom, wonderlijk genoeg wist ik daar zeker zeven direct van te vangen ondanks de flinke bolling en trilling in de pas uitgezette mistnetten. Het bleken alle zeven eerste jaars vogels te zijn tussen de 15.6 en 18.2 gram zwaar.Opvallend was dat er bij deze jonge vogels de witte vlek op de buitenste staartpen nogal in vorm en afmeting verschild. De lengte van deze witte vlek varieerde van 10.0 -20.0 mm (1 x 10.0, 1 x 13.0, 1 x 14.5, 1 x 16.5, 2 x 19.0 en 1 x 20.0 mm). Opmerkelijk zo'n groot verschil in lengte.! Aannemelijk is dat de jonge boerenzwaluwen uit de directe omgeving komen zo in begin juli, en dan toch zo'n enorm verschil in de lengte van de witte vlek! Recent heb ik een studie betreffende de witte vlek op de buitenste staartpen in relatie met de geslachten gepubliceerd in het vakblad voor ringers (Op het Vinkentouw), ik sluit het verslag hieronder bij. Zou er ook een relatie zijn met de lengte van de witte vlek bij nog jonge vogels? Voor meer details zie mijn dagverslag van 3 juli 2014.
Toen het wat rustiger werd rond 08.00 uur in de ochtend zat er in netopstelling C2 plotseling een verrassing. Een IJsvogel!! de vogel zat rustig in de onderste baan van het net en draaide typisch met zijn kop heen en weer, net of wou ie zeggen "stom-stom-stom had hier niet moeten wezen". Wat een prachtige vogel is dit toch, zijn gitzwarte snavel met een heel klein wit puntje en die prachtige blauwe heldere kleur. Echt een parel in het Friese landschap.
Drukkend weer zorgt voor veel vogels op de ringplek.
Op 26 juni smorgens vroeg om 3.45 uur al aanwezig op de ringplek aan het Tjeukemeer. Veel kleine karekieten waren al druk aan het zingen in de rietzoom en qua weer was het ideaal om de 8e CES periode af te handelen. Voor komend weekend was er veel minder gunstige weersverwachtingvoorspeld. Nadat ik de netten had geplaatst bleek al snel dat de wind ook nog ging liggen, 0 tot 0,5 B, en dat de vangomstandigheden gunstig bleven. In de eerste uren waren er normale aantallen te verwerken , doch na 08.30 uur veranderde dit snel. Plotseling kwamen veel meer jonge vogels in de netten , waaronder veel tjiftjaffen , koolmezen, pimpelmezen en rietgorzen. Gelukkig bleef een echte mezen invasie uit en kon ik de aantallen nog wel verwerken. Door de plotselinge toename kon helaas niet van elke vogel meer biometrie worden verzameld omdat het belangrijker was om de vogels zo snel mogelijk uit de netten te halen en geringd de vrijheid terug te geven. Maar liefst 179 vogels er gevangen waarvan 131 eerste jaars. Voor de vangresultaten en de 23 soorten kijk op toegevoegde verslag van de ringmorgen.
Op 20 juni ben ik smorgens vroeg om 3.30 uur afgereisd naar de vaste ringplek aan het Tjeukemeer. De weersvooruitzichten waren eigenlijk wat onbetrouwbaar doch voor de komende dagen was het ook al niet veel beter, dus toch maar gevangen voor het CES onderzoek. Bij aankomst op de ringplek was het nog rustig, pas om 4.15 uur begonnen de eerste Kleine karekieten te zingen in de rietzoom. Veel dreigende luchten in het noorden resulteerde in een wisselend wolkendek met af en toe enkele spatten motregen. Na het opkomen van de zon achter een verscholen wolkendek kwamen de vogels uit de struiken en werd al snel duidelijk dat er meerdere jongen van de koolmees en pimpelmees aanwezig waren. Pas toen de zon iets meer macht kreeg kwamen ook de jonge grasmussen in actie, overal hoorde ik "getik" in de struiken naast de vangbanen. Er werden maar liefst 11 vliegvlugge eerste jaars gevangen en geringd. Enkele hadden zelfs nog niet eens de vleugel en staartpennen volledig uitgegroeid. De oude vogels alarmeerden voortdurend in de struiken en lieten zich maar weinig vangen. Op drie verschillende plekken op de ringplek waren ze actief.
Vanmorgen ook een eerste jaars rietzanger gevangen, dit was de eerste weer. Volgende week zullen er zeker meer zijn als de ouders met hun jingen beginnen te zwerven langs de oever. In bijgaande verslag van de ringochtend staat een lijstje met gevangen en gekontroleerde vogels.
Veel jonge vogels gevangen en geringd aan het Tjeukemeer.
Op 7 juni smorgens vroeg al om 03.30 uur vertrokken naar de noordoever van het Tjeukemeer. Bij aankomst was het nog betrekkelijk rustig, doch toen ik even na 04.00 uur de netten in de rietzoom en achter de struiken opzette hoorde ik al een luid karekieten koor zingen in het riet. De mannetjes lieten zich constant horen en waren verspreid over de gehele ringplek. Nadat de netten in de rietzoom geplaatst waren werd het al snel licht en kon de opgezette hoofdlamp weer opgeborgen worden, het was licht en helder genoeg om alles zonder lamp te aanschouwen. In de eerste uren hoor je hier in de juni maand steevast de koekoek luid roepen en als je geluk hebt komt ie jou ook nog opzoeken als je zijn naam herhaaldelijk roept. De koekoek liet zich vanmorgen niet vangen. Wel veel jongen vogels, opvallend veel mezen waaronder 19 koolmees, 8 pimpelmees en negen matkop. De negen matkoppen die vanmorgen gevangen zijn komen stellig uit 1 familie (vrouw met 8 jongen), het mannetje liet zich niet vangen.
Vanmorgen werden een 20 tal soorten gevangen waaronder zelfs drie sijsjes.Een soort die je echter maar zelden op deze ringplek vangt. Sinds 1985 is dat maar 2 x eerder voorgekomen. Op 6 juli 1991 (1kj) en op 20 oktober 2002 (vrouw 1kj). Ben dan ook benieuwd waar deze drie vandaan komen. Zouden ze misschien door de oostenwind hier heen gedreven zijn uit de broedgebieden op de grens van Friesland en Drenthe? Of komen ze toch dichterbij vandaan, Haulsterbossen bij Ouwsterhaule of de Vegelinsbossen bij Sint Nicolaasga? De sijs is voor Friesland een zeldzame broedvogel.
Lees verder het verslag van de ringochtend in de Bijlage.