Als Boerenzwaluw ringer in Friesland kom ik regelmatig tegen dat er vogels afwijken van de meer normale borstkleur. Op 27 juli 2011 ving ik in een schuurtje te Terwispel een volwassen mannetje met een sterk bruin onderzijde. De zwaluw had een voor mij bekend pootring om en bleek op ruim 1 km afstand geringd te zijn in de boerderij van Sjoerd Wagenaar op 15 juli 2010 als volwssen man.Ook toen was de vogel opvallend bruin aan de onderzijde zo noteerde ik , en verder geen aandacht aan besteed. In he verleden heb ik wel eens meer een Boerenzwaluw gevangen met een vaag licht bruine onderzijde in plaats van een witte of vuilwitte onderkant. Steeds twijvelend aan wat dit nu is ben ik op zoek gegaan naar dit fenomeen hier in Friesland. Zouden we hier dan toch te maken hebben met een andere ondersoort?
In een van mijn oude vogelboekjes op zolder vond ik een plaatje van een van de vele ondersoorten van zwaluwen die er sterk op leek, het gaat hier om Hirundo rustica savignii, deze zou voorkomen in Egypte. Zou de soort vanuit dat gebied meegekomen zijn naar ons land? Kan dat ? Zelf twijfel ik nogal omdat er hier in Friesland wel vaker van deze kleurafwijkingen voorkomen doch kan me voorstellen dat de soort ook rond het Middellandse Zee gebied voorkomt en op de voorjaarstrek mee gaat naar het groene noorden. Op blz 206-207 van de derde druk van Elseviers Gids van de Europese Vogels (een vertaling van Jaap Taapken en Henk J. Lichtenbeld) staat een afbeelding van deze ondersoort afgedrukt. In de Bijlage heb ik twee fotos opgenomen van de vermeende ondersoort.
Welke ringer of onderzoeker heeft ook wel eens zo een bruine eksemplaar gevangen of geringd?
Jan de Jong, Joure Ringer 403 Vogeltrekstation Wageningen
Half juli kreeg ik naar aanleiding van een berichtje in de Leeuwarder Courant betreffende Boerenzwaluwen een telefoontje van Mevr. van der Wal uit Kortehemmen. Boerenzwaluwen zijn prachtige vogels , vooral de mannetjes vallen sterk op door de lange staart. Mevr. van der Wal meldde me dat ze in hun schuur zeker een 60 tal nesten van de boerenzwaluw had en dat de vogels door een gat in de deur, speciaal voor de zwaluwen gemaakt, elk jaar weer terugkomen. Op 18 juli en 4 augustus bezocht ik de boerderij en kwam al vrij snel tot een 70 tal nesten! Het is soms een drukte van belang als ze met voer in en uit vliegen zo meldde ze me. Vanuit de woonkamer kan waargenomen worden hoe de vogeltjes soms bij tientallen aan het voedsel zoeken zijn langs de boomwallen.
In diverse nesten zaten nog jonge vogels en in enkele nog vervolglegsels. Volgens Mevr. van der Wal , die de Boerenzwaluwen prachtige vogels vind, zijn er al een flink aantal vertrokken na de slechte periode met regen en koude. De stal waarin n u geen vee stond en leeg was bleek op de grond van plastic te zijn voorzien, zo heb ik minder last van de mest die ze produceren aldus Mevr. van der Wal. Op de afgesloten zolder zat een kerkuil , dit jaar had de vogel geen jongen en was sporadisch te zien. De zolder kan afgesloten worden van de stal zodat de Kerkuil niet bij de zwaluwen kan komen. Wat er wel kwam was een kat (!) , het bleek er eentje van de buren te zijn , deze was natuurlijk aangelokt door de geluiden van de zwaluwen en kroop zo door de opening in de deur. Deze opening is nu voorzien van gaas en draden zodat de kat en andere nachtbeesten niet meer bij de zwaluwen kunnen komen. Zie foto in de Bijlage. In totaal heb ik in de boerderij nog een 28 volwassen vogels en een 8 tal nesten met jongen geringd. Alle nesten zijn genummerd en in augustus en september van dit jaar worden de resterende nesten met jonge vogels nog voorzien van een pootring in het kader van het Boerenzwaluw onderzoek in Friesland. We blijven de zwaluwen van Fam. van der Wal een tijdje volgen aan de hand van de pootringetjes. Zij geven ons veel informatie over de conditie en hun aanwezigheid. We zijn benieuwd hoeveel van de geringde vogeltjes terug zullen keren naar deze schuur waarin zeker een 70 tal nesten zitten. Voor meer adressen in de omgeving met veel nesten van de Boerenzwaluw hou ik me uiteraard aanbevolen.
Belgische Kleine karekiet gesneuveld in Boazum /Friesland
Joure 9 augustus 2011.
Op 1 augustus j.l. kreeg ik een melding van een vensterslachtoffer binnen. Willem Boelens uit Boazum melde me telefonisch dat er een klein bruin vogeltje met volle vaart tegen de venstrruiten was gevlogen en op slag dood was. Hij wist niet om wat voor vogelsoort het ging doch belde me meer om het vreemde ( bijna onleesbare) ringetje met inscriptie wat de vogel om de poot had. Hij moest de volgende dag toch in Joure zijn dus zou hij hem wel even aanbrengen. De nog verse vogel bleek een volwassen Kleine karekiet te zijn met ring Mus SC Nat Brussels 11506488 . Een ring van de Belgische Ringcentrale dus.
De volgende biometrische gegevens werden genoteerd; Geslacht/Leeftijd ; man na eerste kalenderjaar Vleugel= 66 mm. Staart= 53.5 mm. Loopbeen= 21.60 mm Gewicht= 11.5 gram. P8= 52.0 mm. Notch binnenvlag GS2= 13.0 mm. Vetscore= 1. Snavel+Kop= 33.74 mm. Partiele rui van kop,nek,hals,flanken en stuit. Vogel opengesneden en geslacht bepaald. Testes lengte = 5.2 mm , diameter testes 3,8 mm. kleur testes vuilwit.
De gegevens zijn via het moderne GRIEL meldings program van het Nederlandse Vogeltrekstation in Wageningen gerapporeerd. Nu maar afwachten WAAR in Belgie deze vogel geringd is. Uiteraard krijgt de melder en de ringer bericht terug van de Belgische Ringcentrale in Brussel.
Het melden van ringvondsten en het laten onderzoeken van de slachtoffers geeft een grote meerwaarde aan het ringonderzoek in Europa. Heeft U ook bij toeval een vondst gedaan? Laat de geringde vogel door een Gecertificeerd vogelringer bij U in de buurt onderzoeken en U heeft daarbij een belangrijke bijdrage geleverd aan het onderzoek naar vogels.
Op 27 juli 2011 belde Mevr. Huisman uit Heerenveen me dat ze opo 22 juli aan de Gooilandlaan achter de school een prachtige IJsvogel had waargenomen. De laatste weken wordt de soort maar weinig meer opgemerkt zo blijkt uit de binnengekomen berichten uit de provincie. In de Froskepolle te Leeuwarden was dit jaar nog een broedgeval zo meldde Jan Terpstra uit Goutum me op dezelfde dag. Mogelijk dat de soort dit jaar ook in de omgeving van Heerenveen (Oranjewoud) heeft gebroed. Door de afgelopen strenge winter van 2010/2011 zijn er stellig veel vogels gesneuveld door de koude en honger. Ben benieuwd of ze binnenkort op meer plekken te zien zijn.
Terecht werd ik er opgewezen door een lezervan mijn Blog dat er in de periode eind mei tot begin juli nog wat ringdagen ontbraken. Ik ben toen dus wel geweest. Hierbij volgen de gegevens in de Bijlagen. Op de foto een nestje van de Rietzanger met jongen die dit jaar aangetroffen werd op de ringplek, het nest werd bij toeval gevonden en de jongen uiteraard geringd.
Ringonderzoek gegevens en verslagen van de laatste perioden.
Na een lange tijd van rust op deze Blog qua meldingen nu de aanvullingen van de ringverslagen in de Bijlage betreffende de Ringplek Rohel Tjeukemeer op het Staatsbosbeheer terrein Marswâl. Door het vele onderzoekswerk schiet de tijd er wel eens bij in om ook direct de gegevens op mijn Blog te zetten. Er is weer heel wat gevangen en geringd voor de wetenschap aan het Tjeukemeer. In de Bijlagen de verslagen vanaf 10 juli tot en met 6 augustus.
Veel leesplezier, en mochten er vragen zijn dan hoor ik het wel. Gasten die eens een ringochtend mee willen maken , alleen onder goede weersomstandigheden, kunnen telefonisch contact opnemen met ringer . Tel 0513-414788 of een berichtje via de email zenden mag ook.
Jan de Jong, Joure Gecertificeerd Vogelringer Vogeltrekstation Wageningen (NIOO/KNAW).
Slecht jaar voor jonge Kleine Karekieten aan Tjeukemeer.
Veel legsels door koude en slecht weer verstoord in juli.
Het leek zo goed te gaan met de zomer dit jaar. De vele regen buien en het koude en slechte weer gooiden echter roet in het broedseizoen voor de Kleine karekiet. Aan de noordoever van het Tjeukemeer bij Rohel zijn veel nesten door de harde wind scheef gezakt en zijn eieren of jongen uit de nesten geslingerd. Ook vond ik nestjes nog intact waar de kleine kale jongen door ondervoeding waren gestorven. In natte regenachtige perioden met veel koude nachten hebben de vogels het zeer moeilijk gehad. Slechts enkele legsels haalden de eindstreep en konden uitvliegen. De ophanging van de nestjes aan de rietstengels is opvallend, soms waren ze maar aan 2 a 3 stengels vastgezet. Belangrijk in zo'n geval is dan op welke punten rond het nest een verankerde rietstengel zit, zitten de stengels dicht bijelkaar (2) dan bestaat de kans dat deze tijdens harde wind een grote kans maakt te sneuvelen. De windrichting op het riet en het nest is daarbij van groot belang. Bij 1 nest met twee rietstengels als ophang constateerde ik dat deze precies op 180 graden van elkaar lagen en het nest wonderlijk gespaard bleef. Of er een groot verband bestaat tussen de ophanging en de verliezen van legsels van de Kleine karekiet door harde wind is m.i. nog niet eerder goed onderzocht. Volgens mij is er een groot verband. Zie ophanging van nesten op foto in de Bijlage.
Het gaat slecht met de Boerenzwaluwen in ons land. De soort gaat op veel plekken langzaam achteruit. In Friesland merk je dat eigenlijk veel minder doordat veel Boerenzwaluwen zich de laatste jaren steeds meer aan het klusteren (groeperen) zijn in zeg het maar kleine kolonies. Vooral dit jaar trof ik dit op verschillende plekken in de provincie aan o.a. in Warga (80 nesten) , Kortehemmen (70 nesten), Ureterp zeker 60 nesten. Op veel Friese boerderijen met oude schuren heb je meerdere paren die bijelkaar broeden soms wel tot 20 a 30 paar. In het zuiden en midden van ons land neemt de soort ook af omdat veel stallen afgesloten worden. In Fiesland verdwijnt de soort steeds meer uit de oude schuren waar geen vee meer aanwezig is en tevens een nestkist voor kerkuilen is geplaatst, voor het vee wordt de laatste jaren steeds meer moderne stallen gebouwd die meer open zijn. De zwaluwen verhuizen in eerste instantie mee, doch als er een kerkuil in de omgeving broedt die gemakkelijk in en uit de stallen kan vliegen en zo de nesten kan plunderen in een slecht weer periode dan zoekt een groot deel van de vogels een andere veilige broedplek, ze klusteren zich dan vaak op plekken die voor hen (nog) veilig zijn.
Naast deze constatering hier in de broedgebieden is er ook nog een plek waar de vogels overwinteren. Van deze overwinterplekken weten we eigenlijk nog maar zeer weinig. Van Friese vogels zijn bijvoorbeeld maar weinig plekken bekend waar vogels overwinteren. Dit jaar heeft Vogelbescherming Nederland geld beschikbaar gesteld en in samenwerking met het Vogeltrekstation in Wageningen een project op stapel gezet om meer te weten te komen van de overwintergebieden van Boerenzwaluwen. In Friesland heb ik in juli 2011 in Terwispel en Warga in totaal 10 piepkleine geolocators (0.7 gram)aangebracht met een tuigje op de rug van volwassen mannetjes . Hiervoor moest eerst een certificering voor worden gevolgd in Noordeinde. Met behulp van deze z.g. loggers komen we veel meer te weten over de verblijfplaatsen van de zwaluwen in de overwintergebieden in Afrika. Twee keer per dag slaan deze data loggers hun lokatie op in een intern geheugen, ze zenden dit dus niet door via een sateliet . De vogels moeten in het voorjaar van 2012 teruggevangen worden en de loggers verwijderd worden , pas dan kunnen ze worden afgelezen op het instituut in Wageningen en kan globaal in beeld gebracht worden waar onze Friese en Nederlandse Boerenzwaluwen in de winter verblijven.
Vinders van dode Boerenzwaluwen die een pootring of logger dragen worden verzocht dit op te geven. Levende Boerenzwaluwen met loggers in de periode juli 2011 tot december 2011 NIET verwijderen. Alleen vangsten en vondsten met loggers in 2012 DIRECT opgeven met logger nummer, vinddata en vindplaats. Bellen naar 0513-414788 of een email zenden.
Op 2 augustus j.l. was ik rond 11.00 uur smorgens druk bezig mijn achterstand in de adminstratie te verwerken van het vele ring en waarnemingen werk van de afgelopen maand. We hdden de weken ervoor al geen prachtig vlinderweer gehad zodat elke nieuwe vlinder die bij ons op de vlinderstruik zich liet zien het bekijken waard was. Af en toe waren er wat Dagpauwogen , Klein geaderd witjes en Kleine vossen geweest in zeer kleine aantallen. Even na 11.00 uur in de morgen zag ik op van mijn werk en ontdekte een traag fladderende licht gekleurde grotere vlinder op afstand die afkomstig was uit de tuin van onze buurvrouw. Direct heb ik snel de camera gepakt en ben naar buiten gerend. De vlinder was in eerste instantie erg druk en vloog snel wat van struik naar struik. Toen hij even op de Vlinderstruik bleef zitten kreeg ik de kans om hem vast te leggen. Wat een prachtig eksemplaar! Skarsterlan stond nog niet op de kaart volgens de Dagvlinders in Friesland (2000). Hieronder een van de fotos die genomen is van deze zeldzame gast.