Zender onderzoek aan Gekraagde Roodstaarten in Friesland.
Broedgevallen gezocht in gebieden tussen Burgum-Damwoude-Buitenpost -Drachten.
De Gekraagde Roodstaart kan op allerlei plekken tot broeden komen doch zijn voorkeur is wel nestkasten en holle bomen. Van Jacqueline Cox ontving ik enkele mooie fotos die ik jullie niet wil onthouden. Het blijkt dat afgelopen broedseizoen er in Friesland in de omgeving van Ooostermeer , Zwaagwesteinde en Noord Bergum diverse volwassen vogels van kleine zendertjes op de rug zijn voorzien door het bureau Altenburg en Wymenga zo meldde me Marten Sikkema. De zendertjes zitten op de rug om zo hun trekroutes te kunnen ontrafelen. Als de vogels zo rond half maart uit Afrika terugkomen naar hun nestkasten willen ze graag weten of de vogels ook hetzelfde nestkastje weer gaan bezetten. Vandaar ook dat het van belang is om zoveel mogelijk broedgevallen te lokaliseren in een wijde omtrek om zo de kans op een broedvogel met zender te vergroten voor het geval dat ze een andere broedlokatie kiezen. Daarom wordt nu alvast contact gezocht met mensen die dit jaar en de afgelopen jaren een broedgeval op hun erf hadden van deze soort.
Er komen de laatste tijd veel meldingen binnen van broedgevallen. Van Ineke Carolus uit Suameer kreeg ik bericht dat er dit jaar een paartje Gekraagde Roodstaarten had gebroed in een nestkastje op 4 meter hoogte in een boom in de tuin, de vogel broedde er ook in 2011. Bij Lenie Dijkstra in Noord Bergum broeden al zeker 20 a 25 jaar (!) achtereen 1 a 2 broedparen in de tuin, dit jaar waren er zelfs weer 2 paar. Jan J. de Jong uit Drachten had dit jaar een broedgeval bij de woning aan Het Zuid en meldde dat er aan de Suderheide ook een paartje aanwezig was. Er kwamen meldingen binnen uit Damwoude, Oudkerk, Noordbergum,Boelenslaan,Garijp bornwird, Oudehorne, Oudwoude, Drachten, Gorredijk,Twijzelerheide, Tietjerk, Winsum,Suameer, Harkema, Sint Jacobi Parochie en Joure. Het kan natuurlijk zijn dat U woonplek daarbij wordt genoemd doch er kunnen per woonplek meerdere broedgevallen zijn geweest, schroom dus niet en meldt U broedgeval toch even aan ons voor de zekerheid.
Waar broeden nog Gekraagde Roodstaarten in Friesland?
Als
broedvogel is de Gekraagde Roodstaart (Readsturtsje) langzaam achteruit gegaan in ons land. Het aantal in
Nederland was in 2000 nog zeker 23.000 paar doch in de periode daarvoor (rond
1975) waren er zeker nog 35.000 a 50.000 paar aanwezig, een vrij sterke
teruggang. Voor Friesland schat ik het aantal broedparen nu nog maar tussen de
200 en 350 paren. De soort overwintert in Afrika ten zuiden van de Sahara. De
teruggang in ons land wordt mogelijk, voor het grootste deel, veroorzaakt door
de nog steeds gaande ontbossing van Afrika en de regelmatig voorkomende droogte
periodes ten zuiden van de Sahel wat een inkrimping van het leefgebied in de
wintermaanden tot gevolg heeft.
De
Gekraagde Roodstaart broedt nog op diverse plaatsen in het oosten van de
provincie en op de Waddeneilanden. In de driehoek Staveren
/Leeuwarden/Harlingen en in Noord Friesland is de soort de laatste jaren zeer schaars
vertegenwoordigd. De soort broedt graag in tuinen en parken en zoekt zijn
nestplek in holle bomen en nestkasten. Veel nestkasten zijn echter ongeschikt
daar de vliegopening (30 a 32 mm) vaak te klein is en aangebracht is voor
mezen, de Gekraagde Roodstaart heeft liefst een opening van rond de 46 mm. Wat meer
variatie van nestopeningen in nestkasten bied een ruimere keus voor deze
nestkastbroeders. Door de toename van andere holenbroeders zoals de Boomklever
(Blauspjocht) en de Grote Bonte
Specht (Grutte Eksterspjocht) is
het aantal beschikbare holten in bomen voor de Gekraagde Roodstaart afgenomen,
ze broeden dan wel ook in houtbulten, oude boomstronken en muurspleten.
De
vogels komen vanaf half maart terug uit hun overwintergebieden in Afrika en
worden dan vaak als eerste bij nestkasten waargenomen. Het mannetje zingt
vooral in de eerste ochtenduren. Als vroegste datum voor Friesland noteerde ik 8
maart 2002, toen werd er door Erik Walinga in Joure al een vroeg eksemplaar in
de tuin gezien. De meeste vogels keren echter in de 1e en 2e
decade van april terug. In 2011was de eerste op 5 april terug (Vlieland) en in 2012
op 10 april (Terschelling). De Gekraagde Roodstaart legt per legsel 5 a 7 licht
blauwe eieren en leeft voornamelijk van insecten en rupsen. Deze eieren worden
gedurende 12 a 13 dagen bebroed en de jongen vliegen tussen de 13 en 15 dagen
uit. Per jaar zijn er vaak 2 legsels. Graag ontvang ik meldingen van
broedgevallen van deze soort van de laatste jaren. De Gekraagde Roodstaart
staat bekend om zijn trouw aan het broedgebied. In de regel keren broedvogels
binnen een straal van 200 m terug naar de broedplek, soms naar hetzelfde
nestkastje.
Het mannetje is de meest opvallende van de
twee geslachten. Volwassen mannetjes zijn in de zomer te herkennen aan hun helder
wit voorhoofd, zwarte keel, roestbruine staart, opvallend oranjebruine borst en
flanken, zwarte pootjes en grijsachtige bovendelen. Het wijfje is minder opvallend
en heeft naast de roestbruine staart en de grijze bovendelen een duidelijke
lichtere keel en is isabelkleurig van onderen. Opvallend verschil tussen het
wijfje van de Gekraagde Roodstaart en het wijfje van de Zwarte Roodstaart
(Swart Readsturtsje) is dat het
wijfje van de Zwarte Roodstaart veel donkerder op de borst is (zonder isabel
kleuren) en geen lichte maar meer een grijs-zwarte keelvlek heeft.
Engelse ringvondsten van Scholeksters in Friesland
Enkele vondsten van Engelse pootringen in Friesland.
Al vele jaren staan er bij mij een 20 tal klappers met terugmeldingen van vogels in de kast. Van sommige soorten zijn er wel erg veel terugmeldingen zoals van Scholeksters, Kokmeeuwen en Zilvermeeuwen. Van de Scholekster zijn er in de loop der jaren heel wat buitenlandse pootringen in Friesland gevonden. Vooral veel aan de kust maar ook in het binnenland. Deze keer kijk ik naar enkele Engsele pootringen die meer in het binnenland van Friesland zijn gevonden.
1. London FA.04450 Als volwassen vogel (na 3e kj) geringd op 9 september 1986 te Friskney, Wainfleet in Lincolnshire in Engeland en op 16 mei 1994 dood gevonden in weiland door W.van der Honing uit Gersloot . De vogel heeft de ring 2806 dagen gedragen en is in zijn broedgebied gestorven.
2. London FR.85010 Deze vogel werd op 23 februari 1986 te Fagbury, Felixstowe in Suffolk (Engeland) als volwassen vogel (na 2e kj) geringd op een slaapplek van meerdere Scholeksters.Op 13 mei 1991 vond D.Tolman uit Joure de vogel dood bij Heerenveen.Plantinga uit Joure bezorgde me de vondst. Een vogel die dus in zijn overwinteringsgebied geringd is en teruggevonden in de broedperiode.
3.London FV.23316 Op 8 september 1975 is deze Scholekster te Friskney, Wainfleet in Lincolnshire, zelfde plek als ringvondst nr.1 (London FA.04450), geringd als na 3kj door Engelse ringers. Op 27 maart 1995, na bijna 20 jaar, is de vogel door w.s. een Friese eierzoeker dood gevonden in een weiland tussen Noordwolde en Vinkega. De vogel heeft de ring minstens 7140 dagen gedragen, in die tussentijd is de vogel nergens anders opgemerkt.
4. London SS.77581. Op 24 november 1968 is er te Heachham, King's Lynn, Norfolk in Engeland een 1 kalenderjaar Scholekster geringd, deze vogel werd in de broedperiode op 29 mei 1983 zwaar gewond gevonden als verkeersslachtoffer te Idzega bij Oudega (W) door Fam. Reitsma uit Idzega. De vogel stierf kort erna aan zijn verwondingen. diezelfde nag nog ontving ik het eksemplaar en kon de volgende gegevens vastleggen; Gewicht 495 gram, Vleugel 262.0 mm, Loopbeen 49.4 mm, Staart 108.0 mm. Snavel 74.5 mm (tot bevedering). Na sectie bleek het te gaan om een volwassen wijfje met eicellen van gemiddeld 7 mm (grootste 11.0 mm).
Uit deze slechts 4 voorbeelden van Engelse ringen blijkt dat een deel van onze Friese binnenlandse Scholeksters ook kan overwinteren in Engeland. Tegenwoordig worden er in het binnenland van Friesland maar weinig Scholeksters meer geringd zo blijkt uit de ringgegevens van het Vogeltrekstation. Ik ben erg benieuwd of er de laatste jaren ook nog meer bijzondere ringen van Scholeksters zijn gevonden in Friesland.
Op 13 augustus 2012 ontdekte Willem Kok uit Joure rond 19.30 uur savonds op zijn terras een klein zangertje die vanaf de pergola op een van de vlonders bij de vijver landde. Het bleek om een Kleine vliegenvanger te gaan die zich maar even liet zien. Toen Kok een fototoestel haalde was ie even verdwenen doch hij kwam daarna weer terug om uit de vijver te drinken. Helaas te kort om duidelijk op de foto te zetten. Het bleek te gaan om een 1kj vogel aldus Kok, dus geen rode borst maar wel de opvallende witte zijden van de staart en het typische effen donkere bovenkleed en het kleine voorkomen. De soort broedt eigenlijk meer noordelijk en oostelijk van ons in Polen, Duitsland, Estland, Letland , Litouwen, Finland tot diep in Rusland en wordt in het voor en najaar in ons land gezien. Slechts een enkele keer is er een broedgeval in ons land vastgesteld, echter niet bevestigd met fotografisch materiaal.
Bij mijn onderzoek naar Boerenzwaluwen in schuren in Friesland kom ik regelmatig situaties tegen dat er sprake is van een bezoek van een predator in de schuur. Veel van de predatoren worden door de boer of bewoner zelf ontdekt en soms gemeld.Er zijn er nogal wat predatoren die het gemunt hebben op de nestjongen van de Boerenzwaluw. Bekend zijn o.a. Ratten, Katten, Gaai, Ekster, Sperwer, Steenmarter, maar ook de Kerkuilen maakt slachtoffers. De Kerkuil is een soort die overdag niet vaak gezien wordt in de schuur daar hij een meer in de schemer en nacht op prooien jaagd, voornamelijk veldmuizen. Bij mijn eerder bezoeken dit jaar in Warga had ik al eens op zolder een ruiveer van een Kerkuil gevonden doch meende eerst dat het om een oude veer ging van 2011 van een aldaar geringde Kerkuil die dood gereden was op de Wâldwei in de omgeving van Warga.Nadat ik op 20 augustus meerdere veren en ook enkele braakballen (vers ) vond wist ik zeker dat ik te maken had met een "nieuwe " kerkuil die af en toe in de schuur kwam. De braakballen zijn uitgeplozen en tot mijn schrik vond ik in een braakbal twee pootringetjes van nestjongen van de Boerenzwaluw die in dezelfde schuur waren geringd . Op 9 augustus ringde ik in nest T.83 4 nestjongen van 12 dagen oud, twee ervan bleken in de braakbal te zitten.
Op 10 september 2012 heb ik de laatste twee nesten met jongen in de schuur geringd en controleerde of er op zolder ook nog veren van de Kerkuil lagen, die lagen er nog wel en ook 1 (!) een recente braakbal. Gewaarschuwd door de plundering van een eerder legsel controleerde ik deze braakbal en tot mijn verbazing zaten hier ook twee (!) pootringen in van jonge boerenzwaluwen uit dezelfde schuur, deze bleken op 20 augustus aangelegd te zijn bij 3 pulli van reeds 14 dagen oud. Het loont dus wel om de braakballen van kerkuilen die in schuren gevonden worden waar boerenzwaluwen nestelen te controleren! Recent was in dezelfde omgeving ook al eens een ringetje van een Boerenzwaluw aangetroffen in een Kerkuil braakbal. De Boerenzwaluw staat dus wel degelijk op het menu van de Kerkuil. Het wonderlijke is dat je van veel resten van zeer jonge Boerenzwaluwen vrijwel niets terugvind in de braakbal (vaak kraakbeen) , alleen de snavel en de ruggegraad vallen dan nog op .Bij deze braakballen waren de aangetroffen nestjongen ouder dan 12 dagen. Vind je als veehouder dus veren op zolder van een uil en heb je Boerenzwaluwen in de schuur gehad die er broeden , verzamel dan de braakballen en laat deze onderzoeken op het voorkomen van resten van Boerenzwaluwen en andere vogels (o.a. Husmus). Als de Boerenzwaluwen zijn verdwenen naar het zuiden (vanaf eind september tot begin april) dan bevinden in verse braakballen geen resten meer van Boerenzwaluwen, dat moet duidelijk zijn. Dus tijdens het broedproces van de Boerenzwaluwen verse braakballen verzamelen en onderzoeken zou wel eens veel meer slachtoffers aan het licht kunnen brengen , in combinatie met het ringen van nestjongen. Ringvondsten in braakballen (ook bij andere soorten) komen voor, ik ontvang daar graag bericht van.
Ringverslagen van 16 augustus tot begin september 2012
Veel opvallende vangsten aan het Tjeukemeer .
Door veel drukte met het vangen en ringen en de administratie van de Boerenzwaluwen in Friesland was de administratie van de verslagen van het ringonderzoek aan de noordoever van het Tjeukemeer er even bij ingeschoten. Hierbij de aanvulling tot en met 8 september 2012.Opvallend is dat we de laatste tijd veel Grote Bonte Spechten vangen en ringen. De soort lijkt toch behoorlijk te zijn toegenomen, ook uit reacties van waarnemers uit Friesland krijg ik steeds meer meldingen betreffende broedgevallen in en bij dorpen en steden. De Zwartkoppen nemen de laatste tijd qua aantallen toe, mede door het gebruik van geluid. Ook de IJsvogel is weer bij Rohel geringd. Naast vogels is ook een nieuw plantje ontdekt aan het Tjeukemeer, het Oranje springzaad! Sjoerd Bakker van SBB ontdekte dit tijdens een van zijn bezoeken aan onze ringplek! De soort is in Nederland in opmars en elders in de provincie Friesland waren al eens eerder planten gevonden door Sjoerd Bakker. Voor meer details van de vangsten en bijzonderheden zie de hieronder geplaatste Bijlagen.
Met groeten van, Jan de Jong, Joure Tel.0513-414788