Vogeltrekonderzoek is boeiend en draagt bij aan de wetenschap.
Als we naar vogels kijken vragen we ons wel eens af waar we aan kunnen zien waar de vogel vandaan komt, doch aan het kleed van de vogel kan men maar weinig zien. Dat kan alleen als we ze individueel merken.
Sinds 1911 worden er in ons land vogels van pootringen (en recent soms zenders) voorzien om zo onder anderen na te kunnen gaan waar onze vogels heen gaan, hoe oud ze wel niet kunnen worden, en vele andere vragen die ons bezig houden. De vogels krijgen dan in ons land onder anderen 1 ring van het Vogeltrekstation met een enig en uniek nummer om de poot, en aan dit enige en unieke nummer, al dan niet voorzien van een of meerdere letters, kunnen we dan aan de hand van een registratiesysteem van de aangelegde ringen (in Nederland Vogeltrekstation Wageningen) onder anderen de soort zien en waar en wanneer de vogel geringd is en hoe oud het exemplaar was tijdens het ringen. Verder staat er voor elk land op de ring in Europa en daarbuiten een inscriptie waar men aan kan zien uit welk land de ring afkomstig is. Nederlandse ringen zijn voorzien van diverse teksten; kleine ringen staat bijvoorbeeld op Arnhem VT Holland, op de groteren ringen staat Vogeltrekstation Arnhem Holland.
Voor de Wetenschap is de dode gevonden vogel (indien nog vers) met een ring verder nog wel degelijk van belang zijn. De dode vogel met ring (gevonden in Nederland) kan gemeld op: https://vogeltrekstation.nl/nl/vogels/ring-gevonden. Lees dit op de site eerst even helemaal door voor U een pootring opgeeft. Op het Vogeltrekstation in Wageningen worden ringgegevens bijgehouden van geringde en gevonden vogelringen in ons land. Melders die een pootring opgeven van een geringde vogel krijgen bericht terug.
Verder kan de vogel ons namelijk iets meer vertellen over de conditie van het individu; bijvoorbeeld de vleugellengte, gewicht, vetgraad, pootlengte, snavellengte, kleedafwijkingen, etc. De vogel, als hij dood en nog vers is, kan dan aangeboden worden aan een onderzoeker c.q. vogel ringer die gecertificeerd is, die persoon kan dan de gegevens van het individu vastleggen. Ook foto’s van het individu (naast het ringnummer) als de vogel weer wordt losgelaten kunnen waardevolle aanvullingen zijn.
De vondst van een dode geringde vogel wordt hierdoor beter gedocumenteerd en kan dus veel meer betekenen voor de wetenschap. Er kan tevens bij dode vogels een inwendig onderzoek plaatsvinden naar o.a. geslacht en afwijkingen. Bij sommige soorten kunnen we maar moeilijk de mannetjes van de wijfjes onderscheiden aan de hand van kleedkenmerken. Een vondst van een dode vogel met pootring kan ons onder anderen een mogelijkheid geven om vast te stellen wat voor geslacht het is, de ring kan ook voor slijtage proeven worden gebruikt.
Heeft U een dode vogel gevonden met een pootring meldt dit dan. U bijdrage wordt zeer op prijs gesteld en U bewijst de Wetenschap en de onderzoekers hier een dienst mee. Zo meldde Anne Lenis uit Joure me net (28 oktober 2021) een vondst van een roodborst die gesneuveld is tegen de vensterruiten. Ook dode ongeringde vogels dragen bij aan onderzoek.
Vogel ringers zijn er speciaal voor opgeleid om onderzoek naar de vogeltrek en de vogel te mogen doen vraag naar een gecertificeerde ringer in U omgeving. Houd ons op de hoogte van U opmerkelijke vondsten!
28 oktober 2021
Jan de Jong E.A. Borgerstraat 66 8501 NG Joure. Friesland. Nederland.Tel.0513-414788
Gecertificeerd vogel ringer 403 Vogeltrekstation Wageningen. Vogelkundig medewerker Leeuwarder Courant (sinds 1977).
|