De steenuil is zeldzaam geworden in Friesland.
Voor velen is de steenuil een onbekende uilensoort die maar weinig wordt gezien in de provincie Friesland. Kijken we naar de laatste broedvogelverspreiding in ons land van 2017-2019 (SOVON) dan is de gemeente De Fryske Marren geheel wit. Noord-Nederland stevent af op het volledig verdwijnen van de steenuil al er niks wordt gedaan aan de bescherming van zijn broedareaal. Vaak is er sprake van onbekendheid met de soort en wordt er maar weinig per gebied met geluid geïnventariseerd om te ontdekken waar de steenuilen zich bevinden. Vanaf half februari tot ver in mei kan men aan de hand van de baltsroep de aanwezige steenuil mannetjes opsporen. Ook helpt een oproep in lokale en regionale couranten om meer aandacht te vragen voor deze voor Noord-Nederland steeds zeldzamer wordende soort te helpen bestaan.
De broedplaatsen die er nog zijn worden soms per toeval ontdekt tijdens het afbreken of renoveren van oude gebouwen, opruimen van rommelige hoekjes en het verwijderen van oude boomsingels met holle bomen. De steenuil lijkt zich vooral uit Friesland, Groningen en het noord- en noordoosten van de provincie Drenthe terug te trekken als broedvogel.
In Drenthe is de achteruitgang recent gestopt door het ophangen van speciale marterproof nestkasten. Zou het ophangen van deze speciale nestkasten in Friesland (en Noord-Nederland) voor de steenuil ook net zo goed werken als dat met de kerkuil het geval is? Zou best eens kunnen dat er toch te weinig (kunstmatige) nestgelegenheid aanwezig is. Of moeten we overgaan naar het uitdelen van oorkonden of vergoedingen (zoals ook bij de grutto) aan eigenaren bij het de zeldzame broed locaties die er nog zijn in Friesland?
Hoe zien steenuilen er eigenlijk eruit?
Vaak wordt me deze vraag gesteld als we het over de steenuil hebben. Veel boeren, nazorgers, vogel waarnemers en correspondenten hebben de soort nog nooit gezien, laat staan gehoord tijdens de aanwezigheid in het veld. Johan de Jong van de Werkgroep Kerkuilen meldde het zo treffend in een artikel wat in maart 2003 in Geaflecht verscheen; De Steenuil is de kleinste onder onze uilen. Hij is herkenbaar aan de geringe grootte (22 cm) en de plompe gestalte. De helder citroengele ogen met de donkere pupil en de afgeplatte kop geven hem een fel en streng uiterlijk. Het verenkleed is van boven bruin met op de kop enkele witte vlekken. De onderzijde is licht gekleurd met donkere vlekken. De staart is bruin en heeft een aantal witte dwarsbanden. De vleugelspanwijdte bedraagt 55-60 cm. De Steenuil is veel minder nachtvogel dan andere uilen. Overdag zit hij vaak te zonnen en tegen de avond, wanneer het nog licht is, gaat hij al op jacht. Wanneer de uil opgewonden raakt, laat hij een blaffend "kjè - kjè - kjè - kjè " horen. De Steenuil is een vogel van het halfopen agrarische landschap met houtwallen en een korte vegetatie. Ook parkachtige landschappen en oude hoogstamvruchtbomen zijn erg geschikt voor de Steenuil. Maar ook bij boerderijen, aan de rand van dorpen en langs landwegen kan hij voorkomen, als er maar rustige hoekjes zijn, zoals oude schuren en holle bomen.
Foto © Jan Houwen Steenuilen broeden graag in een wat rommelige schuren, hokken en loodsen waar ze zich overdag kunnen verstoppen.
Het voorkomen in ons land en in de gemeente De Fryske Marren.
Kijken we naar de meer uitgebreide gegevens uit vroegere jaren in ons land dan is daar maar weinig bekend over het voorkomen van de steenuil in de gemeente De Fryske Marren in Friesland. Deels zal dat komen door onbekendheid denk ik. Laten we eerst eens gaan kijken wat men vroeger schreef over het voorkomen van de steenuil in ons land en wat de aantallen broedparen waren. Daarbij moet men bedenken dat het in de tijd veel minder hulpmiddelen had om de soort vast te stellen en door determinatie en inschattingsfouten grote verschillen konden ontstaan qua aantal broedparen tellingen.
Wat zegt de literatuur.
1897. Mr. Herman Albarda noemde in zijn Aves Neerlandicae (Naamlijst van Nederlandsche Vogels) in 1897 de steenuil al; In het gehele Rijk voorkomende. Zwerft na den broedtijd rond. Maakt haar nest somtijds in konijnenholen, wat te Lisse en bij Arnhem werd waargenomen.
1925. Dr. G.J. van Oordt en Jan Verwey publiceerden in 1925 in Voorkomen en trek der in Nederland in het wild waargenomen vogelsoorten van de steenuil; “Vrij algemeene broed- en standvogel; op de Waddeneilanden ontbrekende; tegenwoordig ook veel in konijnenholen”.
1942. Mr. Fr. Haverschmidt publiceerde in 1942 in zijn Faunistisch overzicht van de Nederlandsche Broedvogels; Algemene broedvogel, die op de Waddeneilanden echter nog steeds schijnt te ontbreken,wat vooral met het oog op de beschikbare nestplaatsen, in de vorm van konijnenholen, opvallend is. Vroeger broedde de steenuil waarschijnlijk op Terschelling o.a. 1879 (Van Musschenbroek).
1970. De Commissie van de Nederlandse Avifauna publiceerde in 1970 de Avifauna van Nederland. Deze noemde de steenuil; Vrij schaarse broedvogel (250-2500 paar), standvogel.
1977. In Vogels in Friesland, 1977, deel2 blz. 871-873 schreef Piet de Bruin voor Friesland; jaarvogel en schaarse broedvogel (5-25 broedparen). In de periode 1972 t/m 1975 werden er tijdens de broedvogel inventarisatie geen steenuilen vastgesteld in de gemeente De Fryske Marren.
1979. R.M. Teixeira, 1979, noemt in de Atlas van de Nederlandse broedvogels; De Nederlandse broed-populatie wordt (tussen 1973-1977) geschat op 6000-8000 paar, waarvan 75-130 in Groningen en Friesland, 75-150 in Drenthe, 100-150 in Noord-Holland, 950-1050 in Overijssel en de Achterhoek, 75—125 op de Veluwe en de Gelderse Vallei,2000-2400 langs de grote rivieren, 300-500 in Midden-Nederland, 250-400 in West Nederland, 250-500 in Zeeland, 700-1050 in Noord Brabant en 1150-1450 in Limburg.
Vastgestelde steenuilen in gebiedsgrenzen van de gemeente De Fryske Marren.
De gemeente de Fryske Marren (sinds 1-1-2014- heden) heeft een oppervlakte van maar liefst 549,1 km², waarvan 351, 29 km² land en 197,81 km² water. Het heeft een openlandschap met veel meren, plassen en enkele bosgebieden bij Oudemirdum, Sint Nicolaasga en Haskerhorne. Een gevarieerd landschap waarin de steenuil goed zou passen als broedvogel. Ook in de omgeving van Heerenveen en gebieden langs de Tjonger zijn geschikte gebieden te vinden. Nu blijkt dat we elders in Friesland een sterke afname is van de steenuil hebben we onze hoop gevestigd op deze gemeenten De Fryske Marren en Heerenveen. Vooral vanuit de oost en zuidoostelijke grens met de gemeente Weststellingwerf en de provinciegrens met Drenthe zouden steenuilen gelokt kunnen worden met het ophangen van nestkasten (voor broedgelegenheid) op geschikte plaatsen. Ook zou er naast het ophangen/plaatsen van deze speciale nestkasten een intensievere inventarisatie van het gebied (met geluidsdragers) gestart kunnen worden. Naast de hulp van veel boeren (zij zijn vroeg op en horen of zien nogal eens wat) zou men ook overdag in geschikte broedgebieden op zoek kunnen gaan naar de vogel. Ze zitten overdag nogal eens in het zonnetje te rusten in de omgeving van de broedplek.
© Wikipedia. Gemeente grenzen van De Fryske Marren.
Voor de gemeente De Fryske Marren zijn er helaas maar enkele zekere broedgevallen in het verleden vastgesteld (Haskerhorne, Doniaga/Sint Nicolaasga en mogelijk Vegelinsoord). Tsjepke van der Honing uit Joure van de Werkgroep Kerkuilen Friesland noemde de steenuil in het jaarverslag 2005 van de Vogelwacht Joure terecht het zorgenkindje onder de uilen.
Ik zou het erg op prijs stellenom op de lijst met waarnemingen en broedgevallen aanvullingen te mogen ontvangen. Naast de meldingen uit de gemeente De Fryske Marren houden we ook uit de andere gemeenten bij waar de steenuilen in het verleden zijn gezien en of er ook broedgevallen of vondsten zijn geweest. Mogelijk dat er toch op veel meer plekken de soort nog aanwezig is en kunnen we mogelijk deze plaatsen nog behouden als broedgebied. Hieronder een kaartje van Friesland met aangegeven plekken (per km²) waar steenuilen in het verleden zijn gezien en of mogelijk hebben gebroed.
Hieronder zie je de verspreiding van steenuilen in Friesland van het aantal waarnemingen wat op www.waarneming.nl is gemaakt. Het kan zijn dat U gebied of woonplaats er niet op staat omdat die niet gemeld. Graag horen we waar recent, maar ook in het verleden, steenuilen aanwezig waren/gebroed hebben/gevonden of gezien zijn.
© www.waarneming.nl Steenuil waarnemingen in Friesland van 1900- 2021.
Hieronder het specifieke aantal meldingen binnen de huidige gemeentegrenzen van De Fryske Marren. Daarbij valt het op dat vooral aan de provinciegrens in zuid- oost Friesland nogal wat meer waarnemingen zijn geweest.
Tabel waarnemingen in de gemeente De Fryske Marren.
Foto © Uit het Archief van Tsjepke van der Honing, Joure.
Nestje met jonge steenuilen in Waverveen, foto gemaakt door boer aldaar.
Naast de waarnemingen en broedgevallen kijken we ook naar waar er in Friesland steenuilen zijn geringd.In de overzichtsfoto hieronder staan de omgevingen aangegeven waar tussen 1911 en 2021 steenuilen zijn geringd (www.vogeltrekatlas.nl ).
© Vogeltrekstation Wageningen. Steenuilen geringd in Friesland tussen 1911-2021 (stand 2-2-2022).
In Friesland zijn tussen 1911 en 2021 zeker rond de 305 steenuilen geringd.
Opmerkelijke terugmeldingen uit Friesland.
Ondanks dat er maar weinig steenuilen in Friesland zijn geringd zijn er toch flink wat meldingen van gecontroleerde en of gevonden vogels. Daar de vogel geen echte trekker is maar een standvogel zijn de afstanden waarover ze gezien en of gevonden zijn niet zo groot.
NLA. 3467232. Geringd door vogelringer Willem Louwsma op 17 juni 1992 als nestjong (uit een nest met 4 jongen) te Jonkershuizen bij boer Haarsma. Dood gevonden door Harry de Vries op 10 Januari 2004 te Sint Nicolaasga. Tijd 4224 dagen. Afstand 19 km. De oudste in Friesland?
NLA. 3413986. Geringd door Willem Louwsma op 16 juni 1988 als nestjong (uit een nest met 3 jongen) te Heidenschap. Op 23 mei 1999 gecontroleerd en weer los door J. van der Sluis uit IJlst te Jonkershuizen bij boer Haarsma. Tijd 3993 dagen. Afstand 9 km.
NLA. 3538393. Geringd door R. Dillerop uit Schildwolde op 7 juni 2008 als nestjong te Anderen in Drenthe. Op 9 juni 2011 vogel gecontroleerd te Blesdijke aan Markerweg (Friesland) door Ringer Ultsje Jellema uit Steggerda. Tijd 1097 dagen Afstand 50 km.
NLA. …78306. Geringd op 20 juni 1931 in de omgeving van Franeker. Gepakt door een kat te Bierum (Groningen) op 6-1-1940. Tijd plm. 3123 dagen. Afstand plm. 92 km.
NLA. 3755861. Geringd op 1 juni 2013 als volwassen vogel bij Randwijk (provincie Gelderland). De vogel is daar op 17 mei 2014 nogmaals gecontroleerd en weer losgelaten. Op 8 april 2016 de vogel gecontroleerd en los bij Burgwerd. Tijd plm. 1043 dagen. Afstand plm. 134 km.
NLA. 3629392. Geringd op 4 juni 2007 als volwassen vogel in de omgeving van Doesburg (bij Achter-Drempt). Op 12 augustus 2010 dood gevonden op eiland Griend in Waddenzee. Tijd plm.1166 dagen. Afstand plm. 150 km.
NLA. 3746404. Geringd als volwassen vrouw op nest op 21juni 2018 te Amen door R. Dillerop uit Veenhuizen. Gecontroleerd 12 juni 2019 te Boijl door ringer Ultsje Jellema. Afstand 26, 9 km. Tijd 356 dagen.
Tot zover de aantekeningen van de steenuil. Wie vult deze aan?
Jan de Jong
Joure ,9 februari 2022 j.d.jonglc@home.nl
Vogelkundig medewerker Leeuwarder Courant (sinds 1977).
Tel. 0513-414788
|