Terugblik op onderzoek vogelslachtoffers in Friesland.
Als je wat op leeftijd komt (72) kijk je vaak eens terug op wat er zich allemaal heeft afgespeeld in de actieve periode als publicist/onderzoeker en natuurbeschermer. Om de herinnering wat meer te laten spreken snuffel ik in mijn mega grote archief (papier en digitaal) en stuit ik op een brief van 17 maart 2001 die ik destijds naar allerlei instanties zond. Een brief over de bescherming van de grutto in Friesland en onderzoek naar hoogspanningsleidingen.
Ik vraag me af hoe het na 20 jaar er nu voor staat met de bescherming van de hoogspanningsleidingen in Friesland en specifiek in Friesland. Met de grutto is het na 2001 nog steeds slecht gesteld.Hebben we er van geleerd en beter nog passen we de beschermingsmaatregelen toe. Zijn er nadien veel hoogspanningsleidingen in Friesland beveiligd? Lees en oordeel zelf door een kijkje te nemen in die gebieden waar de bedreiging het hoogst is.
Hieronder de brief die destijds verzonden is;
GRUTTO IN FRIESLAND HEEFT BESCHERMING NODIG TEGEN DRAADSLACHTOFFERS
Joure, 17 maart 2001
Beste mensen,
Dat de grutto populatie in Friesland snel achteruit zou gaan had ik persoonlijk al veel eerder verwacht. Wat me in hoge mate verwonderd is dat in de vele organisaties het punt van de sterfte, waar het in wezen om gaat, niet of nauwelijks ter sprake komt. Als een populatie achteruit gaat om de een of andere reden is het mijns inziens zaak te kijken naar sterfte oorzaken. Een van die sterfte oorzaken is het zich doodvliegen tegen hoogspanningsleidingen in ons land. In 1969 waren er in ons land nog een 116.000 broedparen van de grutto, de sterfte die per jaar onder deze soort door gevolg van aanvaringen met hoogspanningsleidingen werd berekend lag op ruim 27.000 grutto s (T.A. Renssen ,1977. Vogels onder hoogspanning). In mijn ogen een zeer hoog aantal. Nu de populatie van de grutto s is gedaald tot een 60.000 laat het zich raden hoe groot het aandeel wel is geworden. Vele van de slachtoffers vallen tijdens de voorjaarstrek, dus een hoog aantal volwassen vogels die niet meer in het broedproces mee tellen, en belangrijker nog, niet meer mee kunnen doen met de reproductie.
Met klem zou ik U dan ook willen aanraden om met name de sterfte oorzaken welke door menselijk ingrijpen in de natuur waaronder hoogspanningsleidingen te betrekken in U beschermingsplan / onderzoek. Sterfte onderzoek is naast populatie onderzoek beslist nodig om feiten boven tafel te krijgen. Mortaliteitscijfers van jaarlijkse jongen en volwassen sterfte in samenhang met voedsel en habitat onderzoek (populatie onderzoek / aantallen)zullen nodig zijn. Het tellen en “meten” van weidevogels aan de hand van een Weidevogelmeetnet is dus niet alleen voldoende om oorzaken te kunnen aantonen, het zijn vaak in deze de cijfers van de gevolgen. Ook gegevens over de conditie en de aanwezigheid van het voedsel voor de soort zijn nodig. Het I.O.O. in Heteren zou mogelijk sterfte cijfers kunnen leveren of via een speciaal RAS project populatie studies kunnen uitvoeren met vrijwilligers.
In 1976 heb ik in het orgaan Het Vogeljaar jaargang 24 nummer 3 een rapport geschreven over de Slachtoffers van de hoogspanningsleidingen tussen Veenscheiding te Rottum en Tjonger te Rotstergaast (Friesland). Dit heeft tot gevolg gehad dat er in 1981 in samenwerking met het toenmalige PEB, het RIN en de KEMA keur een rapport is verschenen van een onderzoek naar markeringen ( bargesturten ) (Kema rapport. Projectnummer 1282. ) Omdat ik destijds aan de uitvoering en het samenstellen ervan heb meegewerkt kan ik U mede delen dat de “bargesturt” die op een onderlinge afstand van 5 meter aan twee bliksemdraden verspringend werd aangebracht een vermindering van het aantal slachtoffers op het gemarkeerde lijnstuk gaf van bijna 90%! De grote “bargesturten” met een onderlinge afstand van 15 meter gaven een vermindering van ongeveer 70% van de slachtoffers. De kleine “bargesturten” die op een onderlinge afstand van 10 meter waren aangebracht leverde een vermindering van 55% op.
Dus uit deze cijfers blijkt dat de drie verschillende markeringsproeven op het lijnstuk een besparing van minstens 60% en mogelijk bijna 90% geven. U kunt begrijpen dat mede gezien deze feiten ik er van overtuigd ben dat het onderzoek van destijds een grote bijdrage kan leveren voor de bescherming van de soort. Een bescherming die men dan ook “a la minuut” kan uitvoeren als de politiek bereidt is in samenwerking met de Nederlandse Energie bedrijven (NUON etc.) er geld in te steken. Natuurbescherming moet ook voor Energiebedrijven een prachtige bestemming zijn van sponsor gelden, m.i. beter dan het subsidiëren van een voetbal club, die elk jaar wel tekorten kent. Voor de energiebedrijven wordt dan schone energie ook werkelijk “schoon” en kunnen de zeker meer dan anderhalf miljoen vogelslachtoffers voorkomen worden.
Laten we voor Friesland in ieder geval aan ALLE leidingen beveiligingen aanbrengen omdat hier in het bolwerk van de grutto voor Europa een lans gebroken moet worden voordat we ook hier al jammerend onder elkaar moeten vaststellen dat we NIET bereid waren deze offers te brengen.
Ergerlijk vind ik de laatste tijd de berichten in de couranten over de kritiek die over en weer over elkaar wordt uitgesproken betreffende onderzoekingen. Wordt het niet eens tijd om wat meer gezamenlijk op te komen voor de weidevogels in ons land? De groene ruimten worden ook in Friesland steeds meer in een “hokjes cultuur” ingevuld en nemen nog steeds af. Ook de landbouw moet steeds meer terrein inleveren. Hoever moeten we nog gaan, waar liggen de grenzen, moeten we de HSL lijn wel? De samenleving zal moeten beslissen en keuze s moeten maken, ook voor de grutto en de andere weidevogelsoorten.
Jan de Jong
WEET WAT JE ZIET
DRAAG KENNIS UIT NAAR ANDEREN
BESCHERM SOORTEN OM HUN BESTAANSRECHT
|
Vogelkundig medewerker Leeuwarder Courant
|