Inhoud blog
  • HET VERHAAL VAN FRANS - 14
  • BIJ DE 15de ZONDAG C
  • HET VERHAAL VAN FRANS - 13
  • HET VERHAAL VAN FRANS - 12
  • LICHTVOETIG
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Doorheen de dagen
    Ervaringen besproken
    28-06-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FEEST VAN DE HEILIGEN PETRUS EN PAULUS

    29 JUNI

    HEILIGEN PETRUS EN PAULUS

    De Kerk viert vandaag de heilige apostelen Petrus en Paulus. Ze kiest ervoor om ze samen te gedenken omdat ze onafscheidelijk zijn in hun belijdenis van de Verrezen Christus. Beiden werden geroepen om zijn evangelie te verkondigen, beiden deden dat met een uitzonderlijke liefde en overgave.

    Op een dag vroeg Jezus aan zijn leerlingen: wie ben Ik volgens jullie?’ Simon Petrus antwoordde hem: ‘U bent de Messias, de Zoon van de levende God.’ Waarop Jezus hem antwoordde: jij bent Petrus; dat woord betekent steenrots. Op die steenrots zal Ik mijn kerk bouwen.  

     

    In de grote massa mannen en vrouwen

    - of ze nu christen zijn of niet -

    zijn er mensen op zoek

    naar een mensheid die echt menselijk is

    en die zich opent naar God toe.

     

    Hopelijk ontmoeten die mensen op hun weg

    een kerk, die zich van macht heeft ontdaan,

    een kerk, die arm is, zoals God arm is,

    een kerk, die is teruggekeerd naar het wezenlijke,

    een kerk, die rijk is met het evangelie alleen.

     

    Guy Riobé, bisschop van Orléans, + 1978

     

    Foto’s:

    1. Abdij van Jequitiba, Bahia, Brasil.

    2. Kerk van Mundo Novo, Bahia, Brasil. Bezoek van Vlaamse jongeren tijdens de Wereldjongerendagen van 203.

    3. Sacramentsprocessie in La Salette, Frankrijk.







    28-06-2025 om 08:23 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    26-06-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HET VERHAAL VAN FRANS - 8

    HET VERHAAL VAN FRANS - 8

    Allerzielen in Mamanguape, Paraiba

    Ik ben voor enkele dagen op vakantie in Paraiba, bij Jef Floren, een studiegenoot uit het College voor Latijns­-Amerika. Het is Allerzielen in Mamanguape. Een totaal andere sfeer dan in België, bijna een feest. Er is hier geen herfst met vallende baderen, geen nostalgie, alleen broeiende zon want het is weer volop zomer. Dus geen druilerige preken over de natuur die lijkt te vergaan maar in de lente wel weer zal verrijzen. We kennen die clichés.

    In de vroege morgen een mis op het kerkhof met honderden mensen. Ik sta er alleen voor want de collega’s celebreren op andere begraafplaatsen. Er is gezorgd voor een koor en de liederen worden ingezongen, met gitaren en slagwerk natuurlijk. Geen sombere teksten. God is Vader, en kan zijn filhos en filhas niet vergeten. Wij zijn zijn volk.

    Tijdens het eucharistisch gebed roept iedereen luidop de namen van  overleden familieleden waarvoor gebeden wordt. Dat duurt zo een vijftal minuten en veroorzaakt nogal wat beroering, honderden mensen die namen roepen. ‘Lembrar’ heet dat, in leven houden. Nadien valt alles ingetogen stil en na enkele minuten gaat de mis verder. Indrukwekkend en hoopvol want ze zijn nu geborgen in Gods hand.

    Weinig bloemen op de graven maar wel verse kalk. Kinderen zeulen rond met grote borstels en emmers witte en blauwe kalk om de grafstenen te “witten” en te “blauwen”. De blauwers komen eerst om het kruis te kleuren en dan volgen de witters die de grafsteen weer mooi wit maken. Grappig die kinderen die druipen van de kalk, dikke blauwe of witte kledders op hun bruine lijf. Je loopt er best niet tegenaan want dan ben je ook gekleurd. Het werk is zo klaar want de kalk droogt snel. De kinderen hebben hun centavos verdiend. De graven zijn weer schoon. Het kerkhof helemaal opgefrist. Graças a Deus.

    Tegen de avond komen de mensen terug naar de begraafplaats.  Duizenden kaarsen worden ontstoken en velen brengen een stuk van de nacht door op het kerkhof. Er wordt gebeden en gezongen en vooral ook veel gepraat over en tegen de overledene, een heel aparte sfeer.

    Met padre Jozef rijden we rond in het duister. De hemel raakt de aarde. Van ver zie je overal helverlichte plekken in het landschap, overal waar een begraafplaats of enkele graven samen te vinden zijn. Langs de baan ook veel kaarsen bij de kruisen waar mensen door een ongeluk om het leven gekomen zijn.

    Novemberdagen helemaal anders dan bij ons, niet zo triest, veel licht en hoop, leven en dood liggen bij elkaar en we geloven toch in de hemel, niet? God is toch goed.

    Op de begraafplaats van Mamanguape enkele graven van Duitsers die hier rond 1930 binnengetuimeld zijn, zwarte gietijzeren kruisen. ‘Hoe lelijk’, zeggen de mensen, wie zet er nu zoiets somber bij een graf, maar ja, het zijn vreemdelingen. We moeten dat verstaan. In hun land is alles koud en duister. ‘Que tristeza’

    Ik denk, hoe zal het met Kerstmis zijn? Kerstmis is veel minder, zegt de collega, weliswaar een feest maar zonder veel uitbundigheid. Daarvoor dient São João Batista, dat is hier het familiefeest. Afwachten dus.

    In Salvador staan er al enkele kerstbomen bij het winkelcentrum Iguatemi te pronken. Die steken belachelijk af bij de palmbomen die er vlak naast groeien. Een valse dennenboom met gekleurde ballen en plastieksneeuw onder een stralende zon. De commerce op haar best. Je krijgt er de slappe lach van.

     

    Padre Frans

    November 1998







    26-06-2025 om 09:53 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    24-06-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HET VERHAAL VAN FRANS - 7

    HET VERHAAL VAN FRANS - 7 

    PATROONSFEEST IN COBE 

    Viva São Joaquim e Sant' Ana 

    Als ik het kerkje van Cobé binnenkom hoor ik een zucht van verlichting. Ik ben twee uur te laat, een platte band en een vervuilde luchtfilter. Met deze droogte rij je permanent in een stofwolk. Normaal zou dit oponthoud geen probleem moeten zijn maar vandaag is het wel wat vervelend. Joaquim en Ana worden gevierd, de patroonheiligen van Cobé. Je mag de São en de Santa niet te lang laten wachten.

    Om Cobé te vinden moet je geen wegenkaart raadplegen. De makers van wegenkaarten vinden Cobé te klein om er zelfs maar een stipje aan te wijden. Cobé bestaat niet op de wegenkaarten. Cobé, dat zijn twee straten, een straat met kasseien en een straat met niets, met slijk in de winter en met stof in de zomer. Waar de twee straten samenkomen is er een plein met wat aanplantingen en het mooiste gebouw van Cobé, de kleine kerk van ‘Joaquim en Sant´Ana.’ Die verbinden rijk en arm in Cobé, of beter arm en straatarm.  

    Er was even wat ongerustheid. Zou de padre ons vergeten hebben? ‘Zie je wel dat ik gelijk heb!’ roept een oudere vrouw triomfantelijk. ‘São Joaquim en Sant´Ana laten ons nooit in de steek’ Ze zijn te vertrouwen. Ze zijn onze beschermers. Ze brengen de padre vanzelf naar de kerk, met of zonder wagen. 

    Het kerkje zit afgeladen vol. Alle deuren en vensters staan open maar het blijft evengoed bloedheet. Voor São Joaquim en Sant´Ana moet je wat over hebben. Ze beschermen, zeker en vast, maar eens per jaar moeten ze daarvoor bedankt worden. Dat dit wat ongemakken met zich meebrengt  is  normaal. We maken het hen ook niet gemakkelijk.  

    De massa vertrouwelingen van de São en de Santa wijken uiteen zodat ik tot bij het altaar kom. Ondertussen wordt er gezongen: ‘Seja bem vindo lélé, seja bem vindo lálá’ Welkom, welkom  beste mensen van Cobé, van Mundo Novo, van Alto Bonito, van Riacho dos Patos.  Alle aanwezigen uit de nabijgelegen gehuchten en alle familieleden die vanuit het verre São Paulo zijn teruggekeerd naar het geboortedorp voor het patroonsfeest worden vernoemd. Dat duurt zo een klein halfuur. Lélé en lálá voor iedereen. Welkom, welkom. We hoeven ons niet te op te winden. We hebben twee volle dagen voor ons om te feesten.

    Er wordt overlegd wat er nu moet gebeuren. De padre moet de mis opdragen, er moeten kinderen gedoopt, er willen enkele koppels huwen en natuurlijk moet er een processie zijn. Hoe schikken we dat? De processie houden we voor morgen want daarmee eindigt het feest. Na wat geharrewar wordt er beslist eerst de mis te zingen. Dat kan nog net voor de middag.

    De bonen zijn nog niet helemaal gaar en het vlees moet ook nog wat hebben. Dat melden de senhoras die de kookpotten in het oog houden. Naast de kerk staan een aantal grote aluminium schotels  te pruttelen op een houtvuur voor de gezamenlijke stamppot van bonen met vlees en groenten. De platte kuipen zijn eigenlijk doordeweekse wasteilen maar vandaag zijn ze bevorderd tot kookpotten.

    Dopen doen we straks, rond vier uur, en trouwen vanavond, dan hebben de bruiden tijd genoeg om zich mooi te maken.

    We zingen dus eerst de mis. Dona Luzia, de gepensioneerde lerares van Cobé, maakt enige bewegingen die de maat moeten voorstellen. Je kan evengoed denken dat ze vliegen wegjaagt. Er valt weinig uit op te maken maar het is de maat. Geen mens die daaraan twijfelt.

    Dona Luzia is het onbetwiste gezag in Cobé. Ze kan lezen en schrijven. Ze  heeft generaties Cobézanos voorbereid op hun uittocht naar het verre São Paulo. Vandaag is het voor haar een hoogdag. Veel van haar oud-leerlingen zijn op bezoek met vrouw en kinderen.     

    Sâo Joaquim en Sant´Ana brengen voor enkele dagen de families terug bijeen. Sommige uitgeweken Cobézanos zijn er in geslaagd hun weg te maken in São Paulo als metser of schrijnwerker en zijn terugggkeerd met hun eigen wagen. Anderen hebben minder geluk gehad  en zijn een drietal dagen onderweg geweest met  de lijnbus of de ‘pau de arara’, open vrachtwagens boordevol mensen, waar achterop een aantal smalle planken worden gemonteerd die zitplaatsen moeten voorstellen.

    Dona Luzia heeft iedereen een plaats bezorgd. De kinderen mogen op de grond zitten rond het altaar. De meisjes van het koor moeten plaats nemen aan de linkerkant, dichtbij de koorleidster. De beste plaatsen in het midden van de kerk worden toegewezen aan de vrome leden van het ‘Apostolaat van het Gebed’. De overige kerkgangers zoeken het maar uit daar ze niet tot het vaste cliënteel van het kerkje behoren.

    Het is een bonte bende. De meisjes hebben zich opgemaakt met goedkope lippenstift en andere attributen om zekere blikken op zich te vestigen. Vanavond wordt er gedanst! Dona Luzia heeft er wel voor gezorgd dat ze hun schooluniform aanhebben om buitenissigheden te vermijden. De dames en heren van het ‘Apostolaat van het Gebed’ zijn getooid met het rode lint en de medaille van het genootschap. Zij zijn de vaste ijveraars van São Joaquim en Sant´Ana. Ze ijveren er ieder jaar voor dat er niets op het feest ontbreekt .

    De kerk geurt naar zeep en reukwerk. Iedereen ziet er keurig uit. Je kan nauwelijks merken dat veel van deze mensen in huizen van leem en stokken wonen. Achteraan in de kerk staan de vaqueros, de koewachters, wat onhandig aan hun leren hoed te friemelen. Eens per jaar komen ze ook naar de kerk om de bescherming van São Joaquim en Sant´Ana af te smeken. Ze zijn de enigen die zich niet speciaal voor het feest hebben uitgedost. Ze brengen de lucht mee van  koemest en paardenzweet. Buiten de kerk staan hun paarden te hinniken. Die worden straks na de mis gezegend.

    De mis duurt een paar uur. Onophoudend wordt er gezongen. De bijbel wordt in processie binnengebracht en plechtig op de lezenaar gelegd. Na iedere lezing wordt er in de handen geklapt. De homilie van de padre wordt onderbroken en aangevuld door bedenkingen van de kerkgangers. We mediteren vandaag over het evangelie van de kostbare parel.

    Wie zijn de kostbare parels van onze gemeenschap? Onze kinderen zijn onze parels!  Dona Luzia is ook een parel! Ze heeft ons allemaal leren lezen en schrijven. Er zijn nog parels in ons midden: Senhor Joâo die voor de bonen en het vuurwerk heeft gezorgd, Dona Elza die het altaar met rozen heeft versierd.

    Ineens ontdekken we hoeveel kostbare parels er wel zijn in onze gemeenschap. Er wordt enthousiast geroepen voor de kinderen, voor Dona Luzia, voor onze heilige patroon Joaquim, voor onze heilige patrones Sant’Ana, en voor Jezus en zijn woord. Viva de kinderen, viva Dona Luzia, viva Joaquim e Sant´Ana, viva Jesus ... 

    Tijdens de offerande brengt iedereen wat mee voor het feest, maniokwortels, bananen, rijst, bonen, olie. We  danken voor wat de aarde voorbrengt met de zegen van de Heer. We danken voor de regen die dit jaar niet ontbrak. We bidden opdat de mais verder goed mag groeien, dat de kinderen gezond mogen blijven en dat de heiligen ons blijven beschermen.

    Het wordt stil in de kerk tijdens de consecratie. De mensen heffen de linkerhand omhoog als teken van aanbidding. De ingetogenheid van deze eenvoudige mensen maakt indruk. Hij is hier onder ons, Hij die zijn leven gaf om ons te redden, Hij die méér is dan al wat niet deugt in deze wereld, Jezus ons Heil.

    Met de vredeswens wordt de stilte weer doorbroken. Iedereen omhelst iedereen. Dona Luzia wordt bedolven onder de ‘abraços’ van haar oud-leerlingen. Liturgie en leven lopen door elkaar.

    Nog voor het einde van de mis laat senhor João het vuurwerk knallen. Het is een oorverdovend lawaai. De kleinsten schrikken en beginnen luidskeels te huilen. Het zit namelijk zo; São Joaquim en Sant´Ana hebben recht op vuurwerk  dadelijk na de mis.

    Het feestelijk geknal mag niet uitblijven. Anders verliezen de heiligen hun geduld. Senhor João was wat te snel met zijn actie. Doch daarom niet getreurd. Na het feestelijk gespetter volgt de communie en een ingetogen gebed. Nog tijdens de zegen stormt iedereen naar buiten en gooit zich op de stamppot met bonen. Die is veel beter dan vorig jaar. Er zit meer vlees in, en de aperitief mag er ook wezen, caipirinha, rhum met lemoensap en suiker. Caipirinha alleen voor de stoere binken, niet voor de vrouwen en de kinderen. Die drinken limonade. En de padre?

    Daar wordt even over getwijfeld. De padre hoort geen alcohol te drinken. Alcohol behoort tot het domein der zonden. Maar het is feest! Dus mag het voor de padre ook caipirinha zijn, als hij er maar geen gewoonte van maakt!

     

    Padre Frans

    April 2001

     







    24-06-2025 om 10:33 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    21-06-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.SACRAMENTSDAG

    Sacramentsdag

     

    Heer, blijf bij ons

    en kom met ons aan tafel

    en doe het nog eens voor:

    hoe wij brood te breken hebben

    van ons hart,

    en met geschudde korven

    aan anderen delen.

     

    Heer, blijf bij ons

    en kom met ons aan tafel

    en doe het nog eens voor:

    hoe wij de wijn te schenken hebben

    van geluk, uit eigen broze kruiken

    vol warme vreugde.

     

    Heer, schuif nu de bank

    waarop Ge zit nog dichter bij de tafel,

    dan kunnen wij

    - als Gij verdwijnt uit ons verbaasde ogen -

    op deze plaats misschien

    een broer of zuster zien.

     Ward Bruyninckx (1924-2008)

     

    De eerste foto toont het tabernakel in de kerk van Boekhoute. De andere foto's tonen drie goede vrienden tijdens de eucharistie: Padre Frans Verhelle, Dom André Dewitte en Padre Jef Floren. Dom André en Padre Frans werkten als missionaris in Brazilië maar zijn ondertussen overleden. Padre Jef is nog steeds werkzaam daar.









    21-06-2025 om 10:51 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    18-06-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    GEDICHT VAN DE WEEK

     

    ALS IK OVERNIEUW ZOU KUNNEN …

     

    Als ik mijn leven overnieuw zou kunnen leven,

    dan zou ik daarin meer fouten maken.

    Ik zou niet proberen zo perfect te zijn,

    ik zou meer relaxen.

    Ik zou meer gek doen dan ik gedaan heb,

    uit gewoonte zou ik zeer weinig dingen serieus nemen.

     

    Ik zou minder hygiënisch zijn.

    Ik zou meer risico's nemen,

    meer reizen ondernemen,

    meer schemeringen aanschouwen,

    meer bergen beklimmen,

    meer rivieren over zwemmen.

     

    Ik zou naar plaatsten gaan waar ik nog nooit geweest was,

    meer ijsjes en minder bonen eten,

    meer echte en minder imaginaire problemen hebben.

    Ik was een van die mensen die vol en met overgave leefde,

    elk moment van zijn leven, zeker had ik momenten van geluk.

     

    Maar als ik terug zou kunnen,

    zou ik proberen alleen maar goede momenten te hebben.

    Want als u het nog niet wist, uit dit bestaat het leven,

    alleen uit momenten, verlies toch niet het zicht op nu.

    Ik was een van diegenen die nergens heen gingen

    zonder een thermometer, een waterkruik,

    een paraplu en een parachute.

     

    Als ik weer zou kunnen beginnen te leven

    zou ik lichter reizen.

    Als ik weer terug zou kunnen om te leven,

    zou ik uit principe blootsvoets gaan

    van de lente tot aan het einde van de herfst.

     

    Ik zou meer rondjes in de draaimolen draaien,

    van meer ochtendgloren genieten

    en meer met kinderen spelen,

    als ik het leven nog een keer voor me had.

     

    Jorge Luis Borges (1899-1986)

     

    Argentijns dichter.

    Geschreven in 1989 op 85 jarige leeftijd.

     

     

    18-06-2025 om 07:43 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    17-06-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HET VERHAAL VAN FRANS - 6

    HET VERHAAL VAN FRANS – 6

     

    NAMORADOS … DE VERLIEFDEN

     

    Santo Antônio, ja, daar wordt niet mee gelachen. Ik moet naar Barra want padre Nicanor is onwel geworden. Nicanor is 83 en nog altijd pastoor van Mundo Novo. Barra is een klein gehucht dat tot de parochie behoort. Vroeger was er een treinhalte. De trein hield er enkele uren halt en leverde ondertussen het cliënteel voor de talrijke bordelen van Barra. Trein en bordelen zijn nu verdwenen maar de slechte naam van Barra is blijven bestaan.

    Het verdachte gehucht is uitgegroeid tot een kleine gemeenschap van mensen die echt voor elkaar opkomen.  En nu is padre Nicanor ziek, en morgen is het Santo Antônio. We kunnen het kleine dappere Barra dat zo intens voor een nieuw bestaan vecht niet zonder zijn heilige laten. Dus weerom over aarden wegen, putten en bulten naar Barra.

    Het is al donker en mijn ogen zijn niet zo best. Ik heb last van mijn diabetes. Maar ik heb geluk, ik moet niet zelf rijden. Zélia, een jonge Franciscaanse zuster van Mundo Novo, brengt mij naar Barra. Ze watervalt van woorden. Ze heeft ook een indukwekkend postuur. ‘Van links naar rechts tante Stien’ denk ik oneerbiedig. Hoe komt Toon Hermans zo ineens in mijn hoofd dwarrelen, zo ver van huis op een verloren weg in Bahia . Lijd ik al aan ‘saudades’ , heb ik heimwee naar België. Voor zover ik weet, helemaal niet maar hoe kronkelen onze hersenen.

    Tussen het geronk van de motor door krijg ik les. Santo Antônio is hier zowat de patroon van de ‘namorados’. Dat zijn de verliefden dus. Valentijn heeft in Barra geen opdracht, wel in Rio en São Paulo. Dat zijn steden die Europa naäpen en commerce doen met Valentijn, de valse onderkruiper. Valentijn is daar trouwens al lang geen Santo meer. In Barra behoren de ‘namorados’ gelukkig nog tot het werkveld van Santo Antônio. De Santo zorgt er trouwens ook voor dat iedere jonge vrouw een prachtige baby krijgt. Zo is Santo Antônio, alles voor de verliefden en de gehuwden, voor de ‘namorados’ en de ‘casados.’ Ja, we kunnen hem niet missen, de Santo.

    Wat zal er in Barra gebeuren vanavond?  Er zal een viering zijn , en nadien gaan we de processie en de mis van morgen voorbereiden. We zullen de Santo eens laten zien wat we voor hem over hebben.

    Ik aarzelend, een beetje wantrouwig. Wat staat er mij weer te wachten, een viering van verliefden, hoe moet dat? En ik ben vanzelf al een nuchtere vreemdeling. Wordt dat niet weer een potje Braziliaans snottebellen?

    Het kleine kerkje, blauw-wit, vol licht en gezang en enthousiaste mensen. Ik krijg een plaats tussen de mensen, een gammele bank die ieder ogenblik dreigt door te breken. Ja, ik ben ook een beetje van links naar rechts tante Stien. De kerkbanken zijn berekend op bescheidener exemplaren.

    Vooraan een groepje jongeren met stralende blik. Dat zijn ze dus de ‘namorados’. Maar ze zijn niet alleen, de kinderen zijn er ook bij, en de papais en de mamais van de namorados en de hele oude rimpelmensen zijn er ook, iedereen is er dus.

    Mensen, we hebben een padre, we hebben dus morgen een processie en een mis! De Santo mag tevreden zijn, geen reclamaties, hij krijgt zijn deel, em nome do Pai, do Filho e do Espírito Santo’. En de viering is al bezig. Ze wisselen elkaar af, de namorados. Er wordt gebeden, gezongen, teksten uit de bijbel en niet de simpelste, het boek Wijsheid, Paulus aan de Corinthiërs, de Bergrede. Wie kent er dat nog  bij ons?

    Er volgt een schitterende uitleg van een jongeman over de liefde. Geen beuzelpraat. De gerimpelden laten zich ook horen. Grootvader Zé uit de roça veert recht en vertelt zijn leven. Zijn vrouw is te vroeg gestorven, ze was pas 88. Jongens en meisjes, de liefde is heerlijk. Dat weten de jongeren ook al. Maar ge moet trouw blijven en dat is niet gemakkelijk en pas ook op voor de droogte, altijd wat bonen in reserve houden om te kunnen planten maar in ‘32 en ‘33 hadden we helemaal niets, alle bonen waren op en de maïs was ook mislukt en ik moest ver in de stad gaan werken maar het heeft gelukkig maar een jaar geduurd, want toen heeft het weer geregend, en ik had acht kinderen en ze zijn goed getrouwd en ze hebben ook een goed huwelijk en ik heb al meer dan honderd kleinkinderen en achterkleinkinderen.

    Zo gaat ‘papai’ nog een eindje door. Hij spreekt met heel zijn lijf, de handen breed cirkelend in de lucht. Geen mens die er aan denkt hem te onderbreken.

    Het verhaal is niet nieuw en ook niet bijster origineel maar het is een echt verhaal van een echt leven. En daar heeft men eerbied voor. De ‘mamais’ lachen een beetje. ‘Papai Zé is weer bezig’. De kinderen wiebelen ongedurig op de kerkbanken. ‘Wij trouwen niet, wij blijven thuis’.

    Ik moet ook naar voor om commentaar te geven op het evangelie. Dat was in mijn scenario niet voorzien, in het scenario van de namorados wel. Ik sta daar dus totaal onvoorbereid wat portugees aan elkaar te breien. Waar ligt mijn woordenboek, waar zijn mijn teksten?  In Mundo Novo, daar ligt alles, zeker weten. Ik parel nogal van het zweet.

    De mensen luisteren aandachtig naar mijn gestuntel. Papai knikt, hij gaat akkoord. Met wat? Ik weet pertinent dat ik totaal onverstaanbaar ben. Maar niet getreurd, op mijn literair stuntwerk volgt er toch handgeklap en het is ‘muito bem’.  

    De namorados weten van geen ophouden. De viering is al lang gedaan maar ze blijven palaveren over de liefde, de bijbel in de hand. Wij zetten ons in een andere hoek van het kerkje om de processie en de mis voor te bereiden. Papais en mamais zijn bezig Santo Antônio een bad te geven en zijn draagberrie te versieren. Papai Zé is even ontstemd. Hij mag de Santo niet helpen dragen, morgen, te oud en zwakke benen. De kinderen jagen achter de vliegen en wisselen prentjes van Ronaldinho, de ‘krakie’ van onze futebol.  

    Viva Santo Antônio!

     

    Padre Frans 

    Juni 1998

     







    17-06-2025 om 07:41 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    15-06-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FEEST VAN DE H. DRIE-EENHEID

    FEEST VAN DE H. DRIE-EENHEID

     

    Gij, die boven ons bent

    Gij, die één van ons bent,

    Gij, die bent –

    ook in ons,

     

    mogen allen U zien – ook in mij,

    moge ik uw weg bereiden,

    moge ik dan dankbaar zijn

    voor alles wat mij ten deel valt.

    Moge ik dan niet vergeten

    de nood van anderen.

    Bewaar mij in Uw liefde

    zoals Gij wilt dat allen

    in mijn liefde blijven.

    Moge alles in dit mijn wezen

    U tot eer zijn,

    en moge ik nooit wanhopen.

    Want ik ben in uw hand

    en in U is alle kracht en goedheid.

     

    Dag Hammarskjöld (1905-1961)

     





    15-06-2025 om 09:05 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VOOR SAMAY

    VOOR SAMAY

     

    Wij komen van ver,

    mijn lieve kind,

    en moeten ook ver gaan

    je moet niet bang zijn:

    allen zijn wij bij jou

    je moeke, en je vake

    en allen, die er vóór hen waren

    heel, heel lang geleden al

    allen zijn we bij je;

    je moet niet bang zijn

    wij komen van ver

    en moeten ver gaan

    mijn lieve kind.

     

    Heinrich Böll (1917-1985)

     





    15-06-2025 om 08:16 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    12-06-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HET VERHAAL VAN FRANS - 5

    HET VERHAAL VAN FRANS – 5

     

    Tapiramutá, Terra da Banana e do Café.

     

    Ik woon nu in Tapiramutá, het land van bananen en koffie. De bananen doen het redelijk, de koffieplanters klagen, te overvloedige regen toen het net niet mocht regenen. Als de koffieplanten in bloei staan mag het niet regenen om de bloesems niet te beschadigen. Alle koffieplanten bloeien vrijwel op hetzelfde moment, slechts één of twee dagen en als het dan regent, is bijna alles verloren.

    Het heeft dus geregend op het verkeerde moment. Gevolg, de meeste landarbeiders worden afgedankt want er zal bijna geen koffie geplukt worden. Veel landarbeiders zijn al vertrokken naar het Zuiden, voor de oogst van het suikerriet.

    Tapiramutá is een parochie van miserie zoals destijds de parochies in Vlaanderen van de ‘astepieten en de bietenmannen’. Geen werk, altijd op schok van de ene streek naar de andere, laag loon, geen sociale zekerheid en de vrouwen alleen thuis met de kinderen.  Tapiramutá, een parochie met weinig stabiliteit, komen en gaan. We zijn de vasten begonnen in de kerk met ‘de processie van de de lege pannen’.

    Indrukwekkend is dat, een oorverdovend gerammel met lege potten en pannen. Je moet geen lange preek afsteken: ‘lege pannen, waarom kinderen? Omdat er geen werk is, padre’. Papa is ver weg, ik heb dat niet graag, zucht een klein ventje, en onmiddellijk een koor van kinderen. Mijn papa is ook weg in São Paulo, en de mijne in Salvador voor het suikerriet, ‘Bóias Frias’, worden ze genoemd, de mannen van de koude gamellen, en er zijn er zo duizenden in onze streek.

    In de kerk zie ik enkele mensen wenen. Lege pannen, bittere realiteit, maar de afwezigheid van papa vinden de kinderen veel erger dan de lege pannen. En wat doen we daaraan? Weinig en veel. Weinig, waar moet ge hier beginnen en dan nog als vreemdeling. Veel, want de mensen vragen of er een Eucharistie zal zijn, dan kunnen we bidden, dan is Deus tenminste nog bij ons, alleen Die blijft, alleen God blijft trouw al zijn we door iedereen verlaten.

    Ik krijg brieven die vragen naar ‘mijn projecten’, heel lieve en medelevende vragen van mensen die ons willen steunen. Het belangrijkste project na tien maanden is voor mij nog altijd de taal leren, de mensen van binnenuit leren begrijpen en luisteren, luisteren, luisteren ... en bonen eten, bruine, witte, zwarte …

    We hebben een aantal projecten in ons bisdom, water voor alle mensen in het jaar 2000, landbouwscholen, vorming van pastorale werkers. Er is heel veel samenwerking tussen alle kerkwerkers, priesters, zusters, catechisten, eenvoudige mensen van de roça, noem maar op, maar we verwachten geen plotse veranderingen. De structuren die ons domineren zijn machtiger dan onze povere middelen maar ze hebben geen hart. En als het hart stilvalt sterft iedere cultuur.

    Dit jaar is onze munt, de Real, al met 20% gedevalueerd. Als deze brief jullie bereikt misschien al met 40%,  maar de prijzen mogen niet stijgen zegt president Fernando Henrique. Zotte praat natuurlijk, het brood slaat op, de benzine slaat op, de olie, de bonen enz…  Maar het loon van de meeste mensen blijft hetzelfde, als het al uitbetaald wordt …

    Hebben onze projecten dan geen zin? Ja en neen. Tegenover de enorme kapitaalvlucht staan wij daar met onze goede wil en onze lege handen. Maar iedere cisterne die we bouwen met povere middelen is water voor een familie en vooral ook een signaal: het kan anders mits wat goede wil. Een kaarslicht in de duisternis, heel zwak en kwetsbaar, maar precies dit kwetsbaar lichtje wordt van ver gezien. De mensen beginnen vragen te stellen. Waarom hebben wij geen water en waarom geen scholen? Want de televisie staat in ieder huis van leem en houten paaltjes en toont een andere wereld.

    Het is hard, de confrontatie met de armoede. Maar het doet mediteren en nadenken. De vraag uit het boek van Lode Zielens: ‘Moeder waarom leven wij?’  Ik leef hier als een monnik, met weinig maar met alles wat ik nodig heb, meubels van stoofhout, zegge één kast, één tafel en vijf stoelen, een oude bureau, vijf teljoren, zes tassen en een plastieken bak met lepels en vorken, wat potten en pannen. Ik heb een bed, veel te hard voor mijn rug, maar er zijn twee nieuwe besteld die op weg zijn, voor als er bezoekers komen.

    En toch leef ik met overvloed want ik eet alle dagen, mijn huis is van steen en niet van modder en ik heb twee badkamers en een paar diplomas, waarmee ik kan lezen en schrijven en ook een beetje rekenen want dat is mijn sterkste kant niet. En, opperste zaligheid, iedere zondagavond is er een frisse pint, 600 mililiter Antartica, om de smaak niet te vergeten, heerlijk fris uit mijn koelkast, want die heb ik ook.

    Dus, met weinig ben ik toch een rijk mens. Ik heb zelfs een nieuwe rode Golf, Lula genaamd, omdat Lula de voorzitter is van de Arbeiderspartij, de enige serieuze oppositiepartij waarop de hoop van velen gevestigd is.

    De kerken lopen hier vol of leeg zoals bij ons. Met Aswoensdag een volle kerk omdat de mensen dan graag wat as meenemen naar huis om in het water te strooien als ze ziek zijn. Daar geneest ge dan rap van. Ja, in Gits was dat ook zo, met de palmtakken van Palmzondag, drie kuipen vol en ik moest er ieder jaar nog bijsnijden.

    Ook hier hebben de mensen veel vragen en twijfels. Het aantal kerken neemt toe, de Assembléia de Deus, het ‘Quadrangular’ of het vierkantig evangelie, de Universele kerk van Jezus, de Pentecostais enz … Daarnaast overblijfselen van Afrikaanse godsdiensten, candomblé, macumba, orixás en allerhande esoterische toestanden.

    Daartussen zijn de pastoors één van de velen, voor de enen de zonen van de duivel en voor de anderen de padre, de nabijheid van Deus in onze comunidade. Maar toch is er verschil met Europa. Er is de universele overtuiging dat er een God bestaat. Atheisme is hier een uitzondering. Onze president Fernando Henrique Cardoso heeft het eens gewaagd te verklaren dat hij agnosticist is. Alle Brazilianen verontwaardigd. Zijn politiek mandaat wankelde. De lepe vos had zich even ferm misrekend. Hij hoopte op sympathie maar kreeg het deksel op zijn neus.

    Brasil is een vreemde cultuur met vreemde kronkels. Tijdens het laatste carnaval was het succeslied een naar mijn gevoel belachelijk godsdienstig lied van padre Marcelo Rossi, priester Marcel die al miljoenen CD´s  verkocht heeft. Tekst van het lied: ‘Steek je handen omhoog om God te loven’. Een carnavalslied met een tekst over God. Stel je voor bij ons.

    Dit lied werd zeer geaprecieerd door de gauwdieven die tijdens het enthoesiaste gezwaai met de armen omhoog wat dieper afdaalden om snel de beurzen te ledigen. Het beste carnavalslied in jaren vonden ze. Zoiets is allleen in Brasil mogelijk.

     

    Padre Frans

    Maart 1999

     







    12-06-2025 om 07:54 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    11-06-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    GEDICHT VAN DE WEEK

     

    Het andere land

     

    Zacht is de waterkant
    zacht is de groene weide;
    maar zachter kleurt het land
    ginds aan de overzijde.

    Het riet, de oeverrand
    fluist'ren te allen tijde
    beloften in het land
    ginds aan de overzijde.

    En staande hand in hand
    wij zwijgend turen beiden
    naar 't licht bewaasde land
    ginds aan de overzijde.

    Zo na ons hart verwant
    zo ver van ons gescheiden;
    het onbereikbaar land
    ginds aan de overzijde.

    Ida Gerhardt (1905-1997)

    Foto’s 1 en 2 werden genomen bij het standbeeld van Jeanne d’Arc (1412-1431) in Béziers, Frankrijk. Het opschrift: 'Toen kwam er een stem, ongeveer rond het middaguur, een zomer, in de tuin van mijn vader.' De derde foto toont een glasraam van de Sagrada Familia in Barcelona, Spanje.

     

     







    11-06-2025 om 08:54 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    10-06-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HET VERHAAL VAN FRANS - 4

    HET VERHAAL VAN FRANS – 4

     

    Milagrosa … MIRAKELMEISJE

     

    Gisteren naar Pintadas geweest. Vijftig kilometer ver over een aarden weg. Putten en bulten, zwaaien en zwieren in de jeep. Langs de weg alleen ‘mandacarus’, grote cactussen die volop in de ‘sertão’(1) groeien, en veel droogte, stof, struiken die staan te sterven, gevolg van de grote droogte, hier en daar een koe of een ezel. Hoe kunnen er hier tienduizend mensen leven bijna zonder water.

    Er is een project geweest van een Franse organisatie om honderden cisternes te bouwen en een vijftal kleine stuwdammen om het water op te houden. Er werd zelf een landbouwschool gebouwd voor een zestigtal leerlingen. Vanuit Frankrijk is er een delegatie komen opdagen om te vorderingen van de werken na te gaan. Ik moet een beetje tolk spelen want de Fransen kennen geen woord portugees.

    Het is indrukwekkend wat we zien. De mensen werken allemaal mee, gratis. Dat noemt men hier ‘mutirão’, gratis arbeid in dienst van de gemeenschap. Met weinig geld doet men hier wonderen. Naast de aarden stuwdam een veld bladcactussen. De bladeren van de bladcactus dienen als voedsel voor het vee. Zelfs bij maandenlange droogte blijven de cactussen groeien. Daar zit het geheim: als er geen gras meer is eten de koeien cactusbladeren. Dus zelfs bij heel lange droogte kan men hier overleven.

    We bezoeken een schooltje in de ‘roça’. De roça dat is alles wat ergens verloren ligt buiten het dorp. Er zijn 36 leerlingen in de klas, de jongste is 6 en de oudste is 22 jaar. De juffrouw zelf is 18 jaar, een hele mooie juffrouw trouwens. Ze legt alles uit. ‘Dit is onze klas’ zegt ze. ‘Waar’, vragen wij. Wel daar, zegt de juffrouw en ze wijst naar een klein kotje. Boven het kotje hangt een uithangbord : ‘Bebe Antartica’, ‘drink Antartica’, dat is hier het bier.

    Jamaar, dat is een bar waar ze rhum en bier schenken. Juist, zegt de juffrouw, maar dat is alleen ‘s avonds, overdag is dat onze school, kom maar kijken. We gaan het cafeschoolkotje binnen. Vuile muren en een toonbank vol flessen. De toonbank is de lessenaar van de juffrouw. Achter de toonbank een klein bord met bovenaan wat krijtstreepjes .

    Dat stukje bovenaan mag ik niet uitvegen, zegt ze, want dat zijn streepjes van klanten die op de poef gedronken hebben, maar hieronder is nog  plaats genoeg en daar mag ik wel op schrijven. De cafebaas kan niet tellen en trekt daarom lijntjes op het bord telkens een klant niet betaalt. Vijf lijntjes is een rood bankbriefje, weet hij, en zo doet hij zijn handeltje.

    Hoe geraken jullie met zesendertig in dat kotje? Simpel, lacht de juffrouw, ik ga eerst binnen en dan komen de kleintjes, die zitten op de schoot van de groteren, gewoon op de grond. Dan komen de tien stoelen voor de grootsten en dan zit ons caféschoolkotje stampvol, dan begint de les. We zingen het Onze Vader.

    Er zijn zes schoolboeken voor gans de klas en iedere leerling mag van de juffrouw een balpen lenen. De oudste leerlingen krijgen een taak en gaan naar buiten om tussen de rotsen hun taken af te werken. Papier wordt langs alle kanten volgekriebeld tot er nergens een plaatsje meer vrij is. Dan krijgen de kinderen een nieuw blad van de juffrouw. Schriften zijn er niet.

    Na een tijdje is het caféschoolkotje weer leeg en zit iedereen buiten te werken, gewoon op de grond ergens waar wat schaduw te vinden is is. De juffrouw kan nu ook terug buiten en gaat overal rond waar de leerlingen in groepjes zitten te werken. Ja, ze weet verschrikkelijk veel, onze professora knikken de volwassen kinderen.

    Tegen de middag houden we even op, dan eten we allemaal een broodje en spelen of zingen we wat. We hebben hier wel geen toilet, dat is nogal ambetant. Het water komt toe in een kleine ton, alle dagen vers, want anders raakt het door bacterieën besmet. Het bier en de rhum laten we staan, dat is voor de activiteiten die zich na zonsondergang ontwikkelen.

    Ja, zo gaat dat hier, heren uit Frankrijk. Het caféschoolkotje staat midden in de roça, nergens een huis te bespeuren. De kinderen stappen uren te voet om het schooltje te bereiken. De juffrouw vertrekt iedere morgen om zeven uur vanuit het centrum van Pintadas.

    Met wat geluk kan ze soms meerijden met een ezelkarretje of met de tankwagen, die overal rondrijdt om de cisternes met water te vullen. Tegen  9 uur is ze gewoonlijk bij het caféschoolkotje. ‘s Avonds dezelfde weg terug, rond zes uur, net voor het donker wordt, is ze weer thuis.

    Wat verdient de juffrouw, 3 tot 4 real per dag. (120 Bfr, een kg bonen kost nu 3 real)(2), dus werken voor spek en bonen zoals we in Vlaanderen zeggen. Alleen is het hier alleen voor de bonen want het spek is er niet bij.

    We staan paf, pafferdepaf, de Franse delegatie en de Belgische padre. We zijn er stil van. Wat ontroert het meest, het enthousiasme van de schooljuffrouw of de vrolijkheid van de kinderen?

    Opeens willen we rap weg, het is ons teveel, we zijn geraakt tot het diepste van wat geraakt kan worden. We geven de juffrouw een dikke ‘abraço’ en we zwaaien naar de kinderen terwijl we met de jeep doorrijden. Ze zingen ons na.

    Wat verder moeten we even stilstaan om te bekomen van onze emoties. Het is stil in de jeep. We horen elkaar denken. Ze vliegen naar de maan, ja, en de gazetten staan er vol van maar wat die schooljuffrouw van 18 jaar doet, daar is al de rest maar gortepap bij, de competoeters en de emailders en alles wat wij verder zo verschrikkelijk belangrijk vinden..

    ‘s Avonds dragen we de mis op voor de schooljuffrouw en de 36 volwassen kinderen. Plots ontdekken we dat we niet eens weten hoe de moedige schooljuffrouw noemt. We zijn er een beetje beschaamd om. Laten we haar dan maar ‘Milagrosa’ noemen denk ik luidop, mirakelmeisje. En we bidden voor Milagrosa en haar wonder cafeschoolkotje.

     

    Padre Frans

    Mei 1998

     

    (1)  De ‘sertão’ is een droog en dor gebied in het Noordoosten van Brazilië.

     

    (2) Thans is de wisselkoers: 1 real is ongeveer 0,16 euro en omgekeerd is 1 euro ongeveer 6 reais (meervoud van real)







    10-06-2025 om 07:54 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    07-06-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HET VERHAAL VAN FRANS - 3

    HET VERHAAL VAN FRANS - 3

    Tudo bem irmã, tudo bem(1) !

     

    Met vijf zijn ze, de kinderen. Het oudste is nauwelijks nog een kind. Vijftien en al vier maand zwanger. Hun moeder is plots gestorven, dezelfde dag al begraven, zonder ceremonie en zonder tranen. Tranen zijn er elke dag, en dus gewoon …

    Vader is zoals de meeste vaders ver weg van huis, seizoenarbeider in de Mato Grosso. Van vader geen taal of teken meer. Er lopen vreemde geruchten in  het dorp.  De seizoenarbeiders van de Mato Grosso zouden niet betaald worden. Wie protesteert zou geruisloos verdwijnen. Overtrokken verzinsels van door armoede gepijnigde mensen of waarheid? Niemand durft het gerucht bevestigen.

    De Mato Grosso is zo ver, duizenden kilometers. De mannen zijn al maanden weg en ach, er wordt ieder jaar wel weer een nieuw onheil voorspeld. Morgen zijn ze misschien al terug met een gevulde beurs. Morgen is alle leed allicht voorbij. Hoop, onzekerheid en twijfel zweven over het dorp.

    Het huis waar moeder gestorven is durven de kinderen niet meer betreden. Daar hangt de dood. De dood heeft geen vriendelijk gezicht. Ook niet voor kinderen die door de miserie al gehard zijn. Ze wonen nu een huis verder, bij de grootouders, ook een huis in adobe, opeengestapelde blokken aangedrukte aarde.   

    Irmã Velzi, Zuster Velzi, vermoedt dat de kinderen problemen hebben. Zij werkt al achttien jaar in de parochie. Ze heeft het lastig door de aanhoudende droogte.  Er is geen oogst dit jaar, alles verschroeid en opgedroogd. Velzi is verantwoordelijk voor de bedeling van de noodrantsoenen bestemd voor de wijk . Dat is een uiterst delicate opdracht. Er is meer honger dan voedsel. 

    Er wonen nu drie kinderen bij haar die geen familie meer hebben. Je kan die toch ook niet onder de blote hemel laten. Lieve kinderen, Moisès, Ronaldo en Carmélia, maar ontzettend druk. Moisès vernielt de kleine tuin met zijn voetballende vrienden, Ronaldo laat overal troep slingeren en de ondeugende kleine Carmélia springt voortdurend op bedden en zetels. Geen minuut rust in huis met die troep. Irmã Velzi is ook geen dertig meer. Ze loopt in de zestig. Vandaar de vermoeide randen onder haar ogen.

    Als we het huis van de grootouders naderen is het meteen duidelijk dat Irmã Velzi zich niet vergist heeft. We horen geschreeuw. Grootmoeder weet geen raad met de vijf kinderen die ongevraagd binnengetuimeld zijn. Ze is wanhopig. Wat moet dit stokoude mens nog met vijf kinderen ?  En het oudste meisje in verwachting!

    Klappen uitdelen en onophoudend schelden is haar manier van doen. Ze is nochtans van goede wil, grootmoeder, maar de last is haar werkelijk te zwaar. Bovendien is ze doodsbang dat de kinderen zich zouden bezeren.

    Daar is wel reden toe met de diepe waterput naast het huis en het veld vol bladcactussen. De kinderen moeten maar de ganse dag  binnen blijven. Grootvader vlucht naar zijn ‘roça(2)’, teveel lawaai in huis, en ik heb nog  werk met de bonen. Er zijn geen bonen, het heeft niet geregend.

    Grootmoeder is niet opgezet met ons bezoek. Tudo bem? waagt Velzi voorzichtig, alles goed, senhora(3)? Jazeker, alles goed zuster, graças a Deus(4). De kinderen zijn luidop aan het wenen. Waarom  ze wenen? Ach, die zijn immers nooit tevreden, irmã, ze zijn zo rotverwend geweest door hun moeder. JézoesMaria ...

    Er ontspint zich een moeilijk gesprek. Velzi wil weten hoe het met de kinderen gesteld is. Grootmoeder staat op haar eer en verzwijgt koppig de waarheid. Tudo bem, graças a Deus ... Je laat nooit merken dat je arm bent. Armen beschermen hun eer, gelukkig maar! Hun eer is alles wat hun rest. Maar de kinderen zijn daar ook en die hebben dringend hulp nodig. Vragen en antwoorden lopen door een spanningsveld, grootmoeder mag niet vernederd worden  maar  de manifeste nood van de kinderen moet  en zal gelenigd worden!

    Of ze al gegeten hebben vandaag? JézoesMaria, hun buikje spant van het voedsel. Van de wormen, stelt Velzi vast. Ze hebben dus vandaag nog niets gegeten. Wanneer dan wel? Gisteren, wat bonen. Was er vlees bij de bonen? JézoesMaria, is de irmã op haar kop gevallen. We hebben hier toch geen koelkast, alleen een petroleumlamp! Hier op den buiten is geen elektriciteit, we kunnen geen vlees bewaren! 

    Hoeveel bonen zijn er nog in huis? Meer dan genoeg, irmã!  Waar dan? Daar, zie maar zuster. In de hoek van het krot ligt een smerige zak met hooguit een kwart kilo bonen voor zeven mensen. Velzi haalt vier kilo bonen uit haar tas. Maar zuster, zoveel, ze zullen zich ziek eten! De bonen worden toch aanvaard. Voor de kinderen dan, want wij hebben niets nodig. Het protest is maar voor de eer. De kinderen geven geen krimp. Ze staren naar de grote kartonnen doos die Velzi bij heeft. Welke heerlijkheden zijn er daarin nog voor hen verborgen? 

    Hebben ze nog genoeg kleren want het is winter? JézoesMaria, ziet de zuster dan niet dat ze kleren aanhebben. De kinderen hebben inderdaad wat vodden om hun lijf.  Het jongste kindje niet, dat hoeft niet.

    Het is nog maar acht maand en ik kan geen kleren meer wassen, rheuma in de handen, JézoesMaria. Jamaar, het meisje van vijftien kan dat toch voor jou doen, senhora. Ze is toch al oud genoeg. Straks wordt ze moeder. Die daar, JézoesMaria, zulk een luie trien, die voert geen lap uit , alleen maar janken en klagen.

    Er komen een hoop kleren uit de wondere doos van Velzi. Één voor één mogen de kinderen passen. Dit voor overdag en dit voor de nacht als het koud wordt. Let op dat je geen griep krijgt, want medicamenten zijn onbetaalbaar. Zwijgend trekken de kinderen de nieuwe kleertjes aan. Grootmoeder verzamelt de lorren. Die kunnen nog dienen voor het poetsen van de petroleumlamp.

    De kinderen laten niets merken. Grootmoeder zou dat niet nemen. We hebben immers niets tekort en tudo bem. Dat is het principe.  Het meisje van vijf krijgt een fris jurkje aangepast. Het is direct een ander kind, een mooi kind met een open en blij gezicht. Als grootmoeder voorover buigt om de vodden op te  rapen laat ze even haar vreugde blijken. Een sprongetje in de lucht en frivool met het jurkje zwaaien. Obrigado, dankjewel en zoveel bloemetjes op het jurkje, rood en geel en blauw. De kleuren worden geteld. Bloemen hoeven we hier niet, gromt grootmoeder. Het kind verstijft. Wat staat haar straks te wachten als het bezoek verdwijnt.

    Ongenadig gaat Velzi door met haar vragen. Het welzijn van de kinderen contra het eergevoel van de grootmoeder. Het lijkt wel een rekwisitoor. Waar slapen ze? Op de grond. Zijn er dekens. Neen. Zijn er matrassen? JézoesMaria, matrassen, wat een gedacht!  Zijn er dan misschien strooien matten om op te slapen? Não(5), ook niet. Gaan de kinderen naar school? JézoesMaria, waar is dat nu goed voor, hier in de wijk leest niemand de gazet.

    Hebben de kinderen al papieren, een geboorteacte? JézoesMaria, papieren? Die worden opgegeten door de muizen. Ik merk nu pas dat de muizen al een stuk van de kalender aan de wand  verorberd hebben. Banco do Bra … ‘lees ik,  ‘sil van Bra-sil’ is in de maag van de muizen verdwenen. Ongewild moet ik lachen, het grootkapitaal opgeslokt door stomme muizen. De armoede wreekt zich op de verdukker. Muizen, let toch op, senhora, muizen brengen dodelijke ziekten over op de kinderen. Onze muizen niet, die zijn immers ongevaarlijk, JézoesMaria.

    Ja, wat moet grootmoeder dan wel  doen. Muizen kan je niet temmen, ook niet met de Banco do Brasil. Waardeloze opmerking beseft Velzi nu ook.

    Als de kinderen papieren hebben krijgen ze meer hulp, betoogt Velzi, dan kunnen ze  naar school en daar mogen ze dan gratis eten, iedere middag. Dat is roos. Grootmoeder bedenkt zich en wil nu ook voor de papieren zorgen als de irmã maar even wil helpen.

    Het is allemaal zo verwarrend, het plotse overlijden van haar dochter, de kinderen onverwacht in haar kleine huis en grootvader die maar naar zijn roça vlucht. Wie helpt mij eigenlijk ?

    Niemand, de buren hebben ook tekort en ik durf hen niets vragen. Als ik hen iets vraag  zullen ze het zeker niet weigeren maar dan hebben ze straks zelf tekort. We hebben allemaal honger en toch .... tudo bem, graças a Deus.

    De weerstand breekt, grootmoeder geeft zich gewonnen. Tranen vloeien. Of de zuster niet wat zeep heeft, wat tandpasta,  want ze is een proper mens. En tandenborstels voor de kinderen ook. En of de zuster binnen enkele dagen terug komt. En de kinderen zullen geen slaag meer krijgen, beloofd, maar ik ben zo moe ... zo moe, zuster. JézoesMaria..

    Grootmoeder krijgt een warme abraço(6), een dikke knuffel. Ze is een Senhora, een Mevrouw in al haar ellende. Of ik de Casa van de Senhora mag zegenen. Ja, padre. We bidden heel lang, voor haar dochter die overleden is, voor de kinderen, voor het meisje dat in verwachting is, voor grootvader die naar zijn roça vlucht en voor grootmoeder, a Senhora, en voor Nossa Senhora(7), die zoveel miserie gekend heeft met haar Zoon Jézoes, maar ook onder het kruis bij Hem bleef staan. Heer zegen dit paleis, dit huis van aarde en houten palen, hou de dakpannen vast, vooral als het onweert en dat het wat mag regenen, voor de bonen van grootvader …

     

    (1)                Alles in orde, zuster, alles in orde.

     

    (2)                De ‘roça’ is een stukje grond, ver buiten het centrum waar sommige mensen wat groenten kunnen telen of een beetje landbouw uitoefenen.

     

    (3) Uit te spreken als 'senjora'

     

    (4)                Graças a Deus = Godzijdank

     

    (5)                Não = neen, in het Portugees. Wordt ongeveer uitgesproken als ‘nau’, maar nasaal.

     

    (6)                Abraço, uit te spreken als ‘abrasoe’ en betekent zoveel als ‘een knuffel’, in Brasil wordt een abraço zeer vaak gegeven als men iemand ontmoet.

     

    (7)                Nossa Senhora = Onze Lieve Vrouw

     

    Padre Frans 

    juni 1998

     







    07-06-2025 om 11:41 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.EEN GEDICHT BIJ PINKSTEREN

    EEN GEDICHT BIJ PINKSTEREN

     

    Wij vierden het feest van het Kind in de kribbe.

    Wij lagen geknield bij een ruw houten kruis.

    Wij mochten het weten, het graf werd geopend.

    Maar met Pinksteren staan we verder van huis.

     

    Dan denken wij aan de komst van de Trooster

    maar leven daarna of Hij nooit is geweest.

    Toch zegt Hij tot ons: ‘Kind, wees stil, heb vertrouwen’

    en Hij nodigt de mensen nog uit voor het feest.

     

    De Pinksterbloem bloeit ondanks koude en regen.

    Het rijk van Zijn Liefde gaat door, ‘t is gezegd.

    Geopende harten wil Hij zijn tot zegen,

    ‘t Geheim tussen God en de mens werd gelegd.

     

    Auteur onbekend

     







    07-06-2025 om 08:08 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    05-06-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HET VERHAAL VAN FRANS - 2

    HET VERHAAL VAN FRANS – 2

     

    Picolé ... picolé ...

     

    Er wordt nadrukkelijk aan mijn broekspijpen getrokken. Dit is nogal hinderlijk want wegens vermageren schuift mijn broek zo naar beneden. Ik grijp in paniek naar mijn broeksriem om het gevaar te voorkomen. Een padre met afgezakte broek verliest alle geloofwaardigheid. De seingever blijkt grote ogen te hebben en hoofdzakelijk uit snot te bestaan. ‘Picolé’, lispelt hij ‘Picolé’... Picolé is waterijs op een stokje. Meer uitleg wordt door de seingever niet verstrekt: Picolé, picolé …

    Het is namelijk feest in Tapiramutá, feest van onze patroonheilige, met een processie, kraampjes vol heerlijkheden, een dansfeest op het dorpsplein onder de sterrenhemel die voor de gelegenheid met gekleurde lintjes wordt versierd en ‘picolé-ijsjes’ voor de kinderen…

    Mijn seingever heeft het duidelijk moeilijk. Voor hem géén picolé want de zonodige fondsen ontbreken. En een feest zonder picolé is voor mijn seingever een onoverkomelijke ramp, erger nog dan een afgerukte broek. ‘Dez’ zeggen zijn ogen ‘dez’. Hij spreidt de vingers van beide kleverige handjes. ‘Dez centavos padre’. Tien centavos heeft hij nodig voor zijn heerlijkheid, tien centavos zullen wanhoop in feest veranderen.

    Ik tast in mijn broekzak naar mijn buisjesgeld. Ja, dat is speciaal geld, munten opgeborgen in een leeg plastieken buisje van medicamenten, een permanent noodfonds om rampen van kinderen te voorkomen. Twee muntjes van vijf centavos en Snot is weg. Even later is hij terug. ‘Dit is geen dez’, zegt hij wat verongelijkt. ‘Dez centavos’ is groter weet hij. Ik leg aan het snot uit dat twee muntjes van vijf samen net ‘dez’ zijn. Even licht het wantrouwen nog op. Is dit zaakje wel zeker? Ik knik nadrukkelijk en Snot weer weg, overtuigd nu, hard rennend naar zijn feest. ‘Picolé, picolé, picolé... ‘

    De processie vertrekt. Hopen mensen devoot zingend. De patroonheilige voorop. Ik voel een kleverige hand in de mijne wringen. Snot is terug, stralend, zonder picolé… ‘Fluitje gekocht’, zegt hij: ‘Beter dan picolé, gaat langer mee en ook dez centavos’. En om zijn besluit kracht bij te zetten begint hij met bolle wangen op het ding te blazen. Het plastieken fluitje ziet er uit als een vogeltje. Als je het vult met water en aan een staafje trekt, borrelt en fluitert het ding net als een vogeltje. Een moment van herkenning, zoiets heb ik ooit ook eens gekregen  toen het kermis was op onze Sint-Jansparochie in Oostende. Ik glunder mee met Snot. Het snot borrelt trouwens mee met het water uit het vogeltje, heel luid en opgewekt.

    ‘Doe hem toch in “s hemelsnaam ophouden, padre, dit is niet te harden‘, zuchten enkele oudere processiegangers. ‘Nee’ zeg ik beslist ‘Nee, want het is zo zijn manier van bidden’. ‘Dan is het goed’, beamen de vromen, berustend in het onheil. En we stappen verder, voor onze patroonheilige zingend, met het vogeltjesgekweel uit het vogelwaterfluitje van Snot er schril doorheen. Dez centavos en de wereld is veranderd. Viva Snot en onze Santo.

    ‘Blijft Snot nu voor altijd aan mij plakken?’ denk ik plots geamuseerd.

    Padre Frans 

    December 1998

     







    05-06-2025 om 06:28 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    04-06-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HET VERHAAL VAN FRANS - 1

    HET VERHAAL VAN FRANS1

     

    Paulinho2

     

    Iets over mijn grote vriend Paulinho. Ik zie hem iedere morgen in het portaal van de kerk als ik de mis kom opdragen . Paulinho is al een handjevol jaren, springt op en neer en is de vrolijkste jongen die ik ooit heb gezien. Hij is helemaal zwart  en heeft een hoofd vol vragen.Hij moet altijd iets weten, waar ik woon, wat ik eet en of er mijn land, ook jongetjes zijn die al een handvol zijn. Telkens steekt hij dan zijn hand omhoog met breed uitgespreide vingers, ik ben al zó: vijf jaar. Geen baby’tje meer …

    Op een morgen komt hij naast mij zitten. Ik zie het, hij heeft een brandende vraag die hij niet goed durft te stellen. Hij is al een paar dagen veel stiller als hij mij opwacht. Hij loert naar mijn voeten. Die zijn goed te zien want we dragen alleen slippers met een touwtje, ‘chinelos’, geen gesloten schoenen, geen kousen.Het gebeurt ook al eens dat we gewoon op onze blote voeten rondlopen als het te warm is.

    Paulinho is een snugger ventje dat altijd een middel vindt om zijn doel te bereiken. Padre, zegt hij, kijk eens naar boven daar, kijk, ... het beeld van Sint Antonius, daarzie … hoe mooi! Ik voel het, hij wil mij een loer draaien. Ik stap mee in zijn spel en kijk heel lang en heel nadrukkelijk naar boven. Ondertussen hou ik hem ook in de gaten .

    En wat ik dacht gebeurt, het zijn mijn voeten die hem interesseren. Hij kruipt op zijn knieën en foefelt wat aan mijn broekspijpen. Dan nijpt hij in mijn vel, eerst voorzichtig maar dan heel hard. Het doet pijn maar ik laat niets merken. Dan komt zijn vraag. ‘Wat is me dat?’  ‘Ja ik ben wit’.

    Nietes zegt Paulinho, als ik nijp word je rood en blauw. Hij heeft verdorie zo hard genepen dat ik een blauwe plek heb. Zijn ogen staan wijdopen van verbazing, hoe kan dat? En ben je helemaal zo? Voor hem totaal onverklaarbaar. Hoe kan je zo wit zijn, en dan zo rood en zo blauw uitslaan?  Een groot mysterie.

    Zijn onderzoek gaat verder, hij legt zijn arm naast mijn voet om de kleuren te vergelijken. Hij nijpt in zijn eigen arm maar die blijft gewoon zwart. Bij hem verandert er niets. Hij schudt met zijn kroezelkop, wat is dat voor iets raar?

    Ineens is hij weg, heel triest. Ik hoor hem voorzichtig fluisteren in de sacristie tegen onze kosteres: het is verschrikkelijk, padre Francisco is zéér, zéér lelijk en hij verandert van kleur ook. Hoe moet dat verder? Er moet iets gebeuren want anders vergaat de wereld. Hij is echt helemaal in de war van zijn verschrikkelijke ontdekking.

    Ik kan het ventje zo niet naar huis laten gaan. Hij heeft trouwens geen thuis meer, hij woont bij zijn grootmoeder. Grootmoeder veegt iedere morgen het plein voor de kerk. Het is een klein vrouwtje dat bijna helemaal onder haar strooien hoed verdwijnt. Grootmoeder heeft ook in de gaten dat er iets mis is met Paulinho. Hij springt niet meer rond en dat is voor hem niet normaal.

    Ze komt naderbij. Wat is er gebeurd. En weerom fluistert Paulinho, het is padre Francisco, hij is wit en rood en blauw en dat is héééél erg. Grootmoeder lacht zich dubbel. Maar Paulinho is nog niet overtuigd. Goed dan, het zal wel niet zo erg zijn als grootmoe het ook niet erg vindt. Hij verdwijnt maar blijft toch erg zwijgzaam.

    ‘s Anderdaags is hij daar weer en het is weer de gewone Paulinho die lacht en springt als een veertje. Hei, roept hij, ik weet nu alles er zijn zwarte mensen en witte mensen maar ook rooie en gele en blauwe en groene en alle kleuren en die zijn allemaal dik in orde. Grootmoeder heeft hem alles uitgelegd, de kleur van ons vel is van geen tel. Die gele, blauwe en groene mensen heeft hij er zelf bij uitgevonden om zeker te zijn dat het allemaal wel geen belang heeft.

    En...., zegt hij, je kan ook heel oud worden en dan komen er vanzelf heel veel rimpels in je vel zoals bij mijn moemoe en dat is ook niet erg want mijn moemoe is een héééérlijk mens. Weg is hij als een pijl uit een boog. Hij komt nog vlug even terug, heel schichtig ... en jij bent toch niet zo héééél lelijk, alleen maar een heel klein beetje …

    Frans Verhelle (1943-2022

    Mei 1998

     

    1 Frans Verhelle, priester van het bisdom Brugge, licentiaat orthopedagogie, missionaris in het bisdom Ruy Barbosa, Bahia, Brazilië van 1998 tot 2022. De komende maanden wordt de rubriek ‘Lichtvoetig’ vervangen door ‘Het verhaal van Frans’. Eerst een aantal verhaaltjes die Frans geschreven heeft, daarna een beknopte biografie.

     

    Spreek uit: ‘Paulienjo’







    04-06-2025 om 09:18 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    07-04-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VIJFDE ZONDAG VAN DE VASTEN

    5DE VASTENZONDAG C
    ALS OP DE EERSTE DAG

    Jezus richtte zich op en vroeg haar:
    ‘Waar zijn ze? Heeft niemand u veroordeeld?’
    ‘Niemand, heer,’ zei ze.
    ‘Ik veroordeel u ook niet,’ zei Jezus.
    ‘Ga naar huis, en zondig vanaf nu niet meer.’
    (Johannes 8,10-11))

    Verrassend! Dat is het enige dat we kunnen zeggen. Johannes vertelt zo plastisch, dat we alles zien gebeuren. Ze staan er allemaal. De vrouw, rood van schaamte, gebogen hoofd, de schrik in de ogen. Tevoren een geachte dame, en nu vernederd. De minuten aftellend voor de voorstelling begint. Wat speelt er door haar hoofd? De jaren dat zij glorieerde, de straf, die wacht, de dromen, die zij als meisje had gekoesterd, en wat er van die dromen is geworden? Zo staat zij daar, doodsbang.
    Ze staan er ook, de ongekreukte heren, de wet van Mozes in de hand. De één een grijnzende tronie, de ander een uitgestreken gezicht. Misschien was er wel één die ook bij haar geweest was. Maar allen vol minachting, de steen al in de hand. Want voor de letter van de wet steunden zij op Mozes. Heilig was die wet toch, en even heilig was die letter. Het spektakel kon beginnen, maar Jezus loopt daar rond. Een unieke kans, misschien kunnen ze Hem ook strikken, Hij daar, die zo graag met zondaars omging.
    En Jezus, Hij staat er ook. Rustig in dat gejaagd gejoel. Misschien wel een glimlach op de lippen. Hij wist toch wat er ging gebeuren. Zo ziet Hij ze komen, de triomf al in hun ogen. Eén waagt het: ‘Wat dunkt U? Moet zij gestenigd worden?’ De spanning is te snijden, wat gaat Hij zeggen? Maar Hij zegt niets. Hij bukt zich alleen maar, om in het zand te schrijven. Wat zou Hij getekend hebben? Een zaaier met breed handgebaar? Of vogels in de lucht en lelies in het veld? Of die kinderen, die Hij geaaid had? Misschien schreef Hij gewoon ‘Uw Rijk kome, Uw wil geschiede …’, zoals kinderen wel eens meer hun diepste dromen tekenen.
    Dan kijkt Hij even op. Heeft Hij hen aangekeken, heeft Hij hun ziel gelezen en tot hun hart gesproken? We zullen het nooit weten. Er staat alleen: ‘Wie zonder zonde is, die mag het eerste gooien!’ Een antwoord komt er niet, en geen verweer. En Hij bukt zich weer en tekent verder, minutenlang.
    Dan kijkt Hij op en alleman is weg. Alleen die vrouw nog, en Hij zelf. Hebben zij elkaar aangekeken? Het is ons niet gezegd. Alleen: ‘Vrouw, ook ik veroordeel je niet. Ga maar naar huis, en zondig niet meer.’ Als op de eerste dag …
    Wat is er dan gebeurd? De vrouw zal wel naar huis gegaan zijn. En Hij stond daar alleen, zoals Hij wel eens meer alleen stond. En misschien heeft Hij gedacht: ‘Zo zal er in de hemel meer vreugde zijn om één zondaar die zich bekeert, dan om negenennegentig rechtvaardigen, die wilden stenigen.’

    (De eerste en de derde foto tonen een schilderij van Luc Blomme. De titel van het werk op de derde foto is: 'De eerste dag'.)

    En Jezus schreef in ’t zand …

    Jezus schreef met zijn vinger in het zand.
    Hij bukte zich en schreef in ’t zand, wij weten
    niet wat Hij schreef, Hij was het zelf vergeten,
    verzonken in de woorden van zijn hand.

    De schriftgeleerden, die Hem aan de tand
    hadden gevoeld over een vrouw, van hete
    hartstochten naar een andere man bezeten,
    de schriftgeleerden stonden aan de kant.

    Zondig niet meer, zei Hij, Ik oordeel niet.
    Ga heen en luister, luister naar het lied.

    En Hij stond recht. De woorden lieten los
    van hun figuur en brandden in de blos

    waarmee zij heenging, als een kind zo licht.
    Zo geestelijk schreef Jezus zijn gedicht.

    Gerrit Achterberg (1905-1962)







    07-04-2025 om 09:16 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (2)
    02-04-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    GEDICHT VAN DE WEEK

    HET KIND IN APRIL

    ’t Was in ’t begin der prille maand april,
    de merel floot luidruchtig en toch helder,
    de lucht was blauw, de wolken stonden stil
    en in de tuin geen groen dan winterselder.

    De perzikboom bloeide zo roze en teder,
    de doornenhaag liep uit, het rode dak
    riep mij naar huis, ik was vertederd
    door het seizoen en daardoor loom en zwak.

    Ik had te veel gedroomd – het was niet goed
    het hart te laten gaan – en ik was ziek
    van onderdrukt verlangen, zonder moed
    om te weerstaan aan bovenaards muziek.

    - Zo ben ik nog, zo zal ik immer blijven,
    ‘k kan mij niet hechten aan een aards geluk,
    ik sla altijd mijn eigen ruiten stuk,
    het is mijn lot te twijflen en te drijven.

    Jan van Nijlen (1884-1965)







    02-04-2025 om 07:18 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    30-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HET VERHAAL VAN FRANS 8

    HET VERHAAL VAN FRANS 8

    ALLERZIELEN IN MAMANGUAPE, PARAIBA

    Ik ben voor enkele dagen op vakantie in Paraiba, bij Jef Floren, een studiegenoot uit het College voor Latijns-Amerika. Het is Allerzielen in Mamanguape. Een totaal andere sfeer dan in België, bijna een feest. Er is hier geen herfst met vallende baderen, geen nostalgie, alleen broeiende zon want het is weer volop zomer. Dus geen druilerige preken over de natuur die lijkt te vergaan maar in de lente wel weer zal verrijzen. We kennen die clichés.
    In de vroege morgen een mis op het kerkhof met honderden mensen. Ik sta er alleen voor want de collega’s celebreren op andere begraafplaatsen. Er is gezorgd voor een koor en de liederen worden ingezongen, met gitaren en slagwerk natuurlijk. Geen sombere teksten. God is Vader, en kan zijn filhos en filhas niet vergeten. Wij zijn zijn volk.
    Tijdens het eucharistisch gebed roept iedereen luidop de namen van overleden familieleden waarvoor gebeden wordt. Dat duurt zo een vijftal minuten en veroorzaakt nogal wat beroering, honderden mensen die namen roepen. ‘Lembrar’ heet dat, in leven houden. Nadien valt alles ingetogen stil en na enkele minuten gaat de mis verder. Indrukwekkend en hoopvol want ze zijn nu geborgen in Gods hand.
    Weinig bloemen op de graven maar wel verse kalk. Kinderen zeulen rond met grote borstels en emmers witte en blauwe kalk om de grafstenen te “witten” en te “blauwen”. De blauwers komen eerst om het kruis te kleuren en dan volgen de witters die de grafsteen weer mooi wit maken. Grappig die kinderen die druipen van de kalk, dikke blauwe of witte kledders op hun bruine lijf. Je loopt er best niet tegenaan want dan ben je ook gekleurd. Het werk is zo klaar want de kalk droogt snel. De kinderen hebben hun centavos verdiend. De graven zijn weer schoon. Het kerkhof helemaal opgefrist. Graças a Deus.
    Tegen de avond komen de mensen terug naar de begraafplaats. Duizenden kaarsen worden ontstoken en velen brengen een stuk van de nacht door op het kerkhof. Er wordt gebeden en gezongen en vooral ook veel gepraat over en tegen de overledene, een heel aparte sfeer.
    Met padre Jozef rijden we rond in het duister. De hemel raakt de aarde. Van ver zie je overal helverlichte plekken in het landschap, overal waar een begraafplaats of enkele graven samen te vinden zijn. Langs de baan ook veel kaarsen bij de kruisen waar mensen door een ongeluk om het leven gekomen zijn.
    Novemberdagen helemaal anders dan bij ons, niet zo triest, veel licht en hoop, leven en dood liggen bij elkaar en we geloven toch in de hemel, niet? God is toch goed.
    Op de begraafplaats van Mamanguape enkele graven van Duitsers die hier rond 1930 binnengetuimeld zijn, zwarte gietijzeren kruisen. ‘Hoe lelijk’, zeggen de mensen, wie zet er nu zoiets somber bij een graf, maar ja, het zijn vreemdelingen. We moeten dat verstaan. In hun land is alles koud en duister. ‘Que tristeza’
    Ik denk, hoe zal het met Kerstmis zijn? Kerstmis is veel minder, zegt de collega, weliswaar een feest maar zonder veel uitbundigheid. Daarvoor dient São João Batista, dat is hier het familiefeest. Afwachten dus.
    In Salvador staan er al enkele kerstbomen bij het winkelcentrum Iguatemi te pronken. Die steken belachelijk af bij de palmbomen die er vlak naast groeien. Een valse dennenboom met gekleurde ballen en plastieksneeuw onder een stralende zon. De commerce op haar best. Je krijgt er de slappe lach van.

    Padre Frans
    November 1998







    30-03-2025 om 18:45 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    29-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BIJ DE VIERDE ZONDAG VAN DE VASTEN

    VIERDE ZONDAG VAN DE VASTEN

    HET VERHAAL VAN DE VERLOREN ZOON

    Ik ga terug naar mijn vader.
    Ik zal hem zeggen:
    Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u;
    ik ben het niet meer waard om uw zoon te heten,
    (Lucas 15,18-19)

    Het verhaal van de verloren zoon, wat moeten we daar mee aanvangen in ons gewone leven: dat kàn toch niet: iemand, die door eigen schuld in zijn ongeluk loopt, en dan maar doen alsof er niets gebeurd is!
    Misschien kunnen wij het leren verstaan als we gaan vatten dat die zoon, die man, in werkelijkheid vereenzaamd geraakt is en ver van huis, een hoopje miserie. Niet alles wordt goedgepraat, niet alles wordt ongedaan gemaakt, maar vergeving wordt mogelijk vanuit het begrip voor het leed van die mens.
    ‘Vader, ik heb misdaan tegen God en tegen u’. Tot tweemaal toe komt het zinnetje voor in het verhaal. Dat de zoon in kwestie zijn vader verdriet heeft aangedaan, verstaan we gemakkelijk. Maar dat andere: ‘ik heb misdaan tegen God’, dat voelen wij vandaag minder gemakkelijk aan. Toch is ook dat wezenlijk. We zeggen wel eens dat God zich een wereld gedroomd heeft. Ik denk hier aan die historische woorden van Martin Luther King: ik heb een droom, dat eens in dit land, vrede en verstandhouding zullen heersen tussen alle mensen van alle rassen; of aan Broederlijk Delen ‘de aarde behoort aan allen’. We nemen aan dat God, van bij de schepping, een bepaald ideaal vooropstelde, en dat hij de voltooiing daarvan aan ons overliet. God heeft een bepaalde orde voor ogen, zoals die opgeroepen wordt in dat mooie beeld van het aards paradijs. We moeten dat aards paradijs niet in een ver verleden plaatsen: het ligt veeleer vóór ons: Gods droom ligt in onze handen! Als ons leven afwijkt van dit ideaal, zondigen wij derhalve ook tegenover God; wij werken zijn verwachting van een aards paradijs tegen. En dat is de kern van zonde; het gaat niet zozeer om een inbreuk tegen één of andere wet maar wel om Gods ideaal, dat tegengewerkt wordt.

    En dan is er nog die vader in het verhaal, een wereldvreemde zonderling misschien in onze ogen. Als een kindje gedoopt wordt, vraagt de priester aan de ouders: ‘beloven jullie trouw te blijven aan dit kindje, wat de toekomst ook brengen mag?’ Meer dan ooit is die toekomst thans een groot vraagteken. Je hebt dat als ouder niet echt in handen. Jaren geleden was er op tv een reeks ‘de vrouwengevangenis’. Ik was vooral getroffen door het feit dat zoveel meisjes van 17, 18 jaar ook al in de cel zaten. Wij hopen dat niet, integendeel …maar die toekomst ontsnapt ons. Wij zijn dan wel God niet, maar de Vader uit het verhaal is hier wel een voorbeeld. ‘Beloof je trouw te blijven aan je kind, wat de toekomst ook brengen mag?’
    Het verhaal van de verloren zoon, het is één van de mooiste verhalen, die Jezus verteld heeft, we hebben het dikwijls gehoord en we kennen het goed. Maar het is zeker niet versleten of verouderd.
    ---
    (De eerste foto toont een schilderij van Luc Blomme, waarvoor heel veel dank.)

    ---

    Wat is het evangelie anders
    dan de graffiti van God
    op de muur van de mensengeschiedenis.

    Geen zwaar theologisch betoog
    maar kreten en tekens
    - eenvoudig, vol goedheid,
    soms ontroerend naïef -
    geloof in het licht
    ondanks de duisternis,
    geloof in de mens
    ondanks het beest.

    Een mens die zich bekeert
    en gelooft in het evangelie
    is niets anders dan een teken
    op de muur van de geschiedenis:
    een klein naïef tekeningetje ,
    een graffito,
    dat vertelt van blijdschap in verdriet,
    van rijkdom in armoede
    en van vergeving in plaats van haat.

    Zo werkt God verder aan zijn graffiti
    op de lange muur van onze geschiedenis.
    Niemand ziet wanneer
    en niemand weet waarom.

    Manu Verhulst







    29-03-2025 om 07:45 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    25-03-2025
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    GEDICHT VAN DE WEEK

    BLAUWDRUKKEN

    Hoe mijn moeder wekenlang
    weloverwogen afscheid nam.
    Ze hield haar hoofd schuin. Ze luisterde.
    Iemand riep.
    Hoe ze er de tijd voor nam: kijk daar, zie,
    een seizoen ruimt plaats voor een volgend seizoen.
    Hoe blauwdrukken van wat komen ging
    maalden door haar hoofd en hoe ze daar ’s nachts
    wakker van lag. Hoe wij ons allemaal klaarmaakten.
    We wisselden elkaar af en schikten bloemen.
    Keken door haar ogen naar de wolken
    en klopten kussens op.
    We hielden ons in stilte bezig maar
    stel mij een vraag en ik zal praten over haar.

    Max Temmerman

    Max Temmerman schrijft gedichten voor ‘De Eenzame Uitvaart’ te Antwerpen, een initiatief waarbij een passend gedicht bij de uitvaart van eenzame overledenen wordt voorgedragen.







    25-03-2025 om 07:49 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 07/07-13/07 2025
  • 30/06-06/07 2025
  • 23/06-29/06 2025
  • 16/06-22/06 2025
  • 09/06-15/06 2025
  • 02/06-08/06 2025
  • 07/04-13/04 2025
  • 31/03-06/04 2025
  • 24/03-30/03 2025
  • 17/03-23/03 2025
  • 10/03-16/03 2025
  • 03/03-09/03 2025
  • 24/02-02/03 2025
  • 17/02-23/02 2025
  • 10/02-16/02 2025
  • 03/02-09/02 2025
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 22/05-28/05 2023
  • 15/05-21/05 2023
  • 08/05-14/05 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 24/04-30/04 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 27/12-02/01 2022
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 27/07-02/08 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 08/06-14/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 20/09-26/09 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 02/08-08/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 12/07-18/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 14/06-20/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 28/11-04/12 -0001

    Blog als favoriet !

    Categorieën
  • Dagboek/bedenkingen (1668)


  • Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!