De inslag van een meteoriet in het huidige Mexico 66 miljoen jaar geleden, was een belangrijke oorzaak van het uitsterven van de dinosaurus. Wetenschappers zijn het daar al langere tijd over eens.

Maar er zijn ontelbare theorieën over wat er nu precies is gebeurd met onze planeet en de bewoners na de inslag.

Een enorme afkoeling van de aarde omdat grote puin- en roetwolken de zon blokkeerden, zou dinosaurussen de das om hebben gedaan. Een andere verklaring luidt dat schadelijke gassen door wereldwijde vulkaanuitbarstingen de planeet voor hen onleefbaar zou hebben gemaakt.

Volgens nieuw onderzoek dat is gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift ‘Proceedings of the National Academy of Sciences’ was de wereldwijde afkoeling de oorzaak.

Door de inslag van de zo’n 10 kilometer brede Chicxulub-meteoriet, ontstonden er honderden meters hoge tsunami’s. Er braken enorme branden uit tot honderden kilometers in de omgeving en er kwam voor miljarden tonnen aan zwavel in de atmosfeer terecht. Al die gassen blokkeerden de zon en koelden de aarde sterk af.

De meteoriet zorgde regionaal voor een inferno, gevolgd door langdurige afkoeling van de hele planeet. Het betekende het einde van de dinosauriërs.

"Ze werden gefrituurd en daarna bevroren", zegt onderzoeksleider Sean Gulick over het lot van de dinosauriërs in een persbericht. "Niet alle dinosauriërs stierven op de dag van de inslag, maar vele wel."

Onderzoek in de Chicxulub-krater