Deze internetkrant is een volledig persoonlijk initiatief onafhankelijk van het stadsbestuur of welk orgaan ook. Wareber was ook nooit stedelijk ambtenaar of spreekbuis van Waregem.
Op termijn kan dit stadsblog een historisch of heemkundig archief vormen over het wel en wee in de regio Waregem. U kunt hieraan meewerken door zelf historische bijdragen of informatie door te geven voor bijdragen over gebouwen, oude herbergen, belangrijke en/of volksfiguren, gebeurtenissen, volksgebruiken, geschiedenis van uw vereniging of wijk, enz. Aanvullingen en verbeteringen zijn dus hartelijk welkom zodat uiteindelijk zo waarheidsgetrouw mogelijke bijdragen overblijven.
Dank voor bezoek. Deze internetkrant telt ruim 800.000 bezoekers en met de bijna 250.000 van zijn voorganger en vooral de honderden omvangrijke artikels kunnen we aannemen dat we een bijdrage leveren aan de kennis over het gebeuren in Waregem...
16-10-2015
51 schenkt derde hippisch kunstwerk aan stad
Gisterenavond donderdag 15 oktober na 19 u. werden we uitgenodigd voor de onthulling van een nieuw hippisch kunstwerk in de overigens helder heringerichte inkomhal van het stadhuis. Het is een kunstwerk van Kamagurka en wordt geschonken door de club 51. De Waregemse serviceclub is hiermee al aan hun derde kunstschenking toe. De in 2003 door dezelfde serviceclub geschonken bronsculptuur van Jan Desmarets op de markt is ondertussen uitgegroeid tot het kunstig uithangbord van de stad. In 2007 schonk volgde nog de schenking door 51 van het beeld ‘Obstacle’ van Jean Claeys, dat een plaats vond op de rotonde aan het Leeuwke.
De onthulling had plaats in aanwezigheid van de serviceclub 51 en kunstenaar Kamagurka. Onder de aanwezigen merkten we ook ereburger Johan Van Geluwe op, waarvan zijn in 2012 geschonken museum of museums ondertussen een opslagplaats heeft gevonden in het Pand. Cultuurschepen Pietro Iacopucci was uiteraard dankbaar en verheugd met het nieuwe kunstwerk.
De schenking kadert volledig in de ‘Mission Statement’ van 51 Waregem : Fifty-One is aanbieder van een omgeving waarin vriendschap, achting en verdraagzaamheid zich positief kunnen vormen en ontwikkelen en waarbij de persoonlijke uitdagingen en inzet tenvolle ontplooid kunnen worden door initiatieven voor de Dienst aan de Gemeenschap.
Fifty-One International werd op 21 oktober 1966 in Waterloo officieel boven de doopvont gehouden. Op 19 september 1975 volgde Waregem, dat zijn stichtingsvergadering vierde in de feestzaal van de Pigeon d’Or en op 8 mei 1976 zijn chartermeeting met Keure-overhandiging kende in het Kursaal van Oostende. Als eerste Club in West-Vlaanderen kregen zij als stamnummer het cijfer 9. Fity-One Waregem mag zich dus rekenen bij de tien eerste clubs van District 102.
Kamagurka verklapte dat zijn belangstelling voor het paard gegroeid is vanaf 2008 met de lessen paardrijden van zijn dochter Aurélie. Ondertussen was het paard al meermaals een inspiratiebron voor zijn werk. Vorig jaar vonden we nog een vergelijkbaar beschilderd paard terug in de hippodroom van Oostende. Op de onthulling werd door 51 de kostprijs van het kunstwerk niet onthuld, maar als we mogen aannemen dat die toch op ruim 10.000 euro ligt. De serviceclub haalde het bedrag op met allerlei acties zoals de nog lopende wijnactie en de sponsorverkoop van twee litho’s van Kamagurka.
Monumentendag in vernieuwd Koetshuis en park Casier
Tijdens de 27e Open Monumentendag zet Waregem het vernieuwde Koetshuis en het park Casier in de schijnwerpers. U wordt daarbij in een sfeer anno 1900 gegids door het vernieuwde park met als trekpleisters taferelen aan de vleermuizenkelder, het pompmolentje en de kapel. De vier Waregemse fotoclubs hebben een fototentoonstelling in de gerestaureerde koetshuis.
In 2003 werd het Koetshuis in het park beschermd als monument omwille van de bijzondere architectuurhistorische waarde. Helaas zorgde de slechte staat van het gebouw ervoor dat je weinig van de architectuur kon genieten. Dankzij een grondige restauratie kreeg het neoclassicistische pronkstuk nu haar oude glorie terug. Op enkele details na zijn die werken nu grotendeels afgewerkt. Naar aanleiding van Open Monumentendag nodigt het stadsbestuur iedereen uit om op zondag 13 september van 10.30 u. tot 17 u. een kijkje te komen nemen naar het resultaat van de werken.
Omstreeks 10.30 u. start het gebeuren met een optocht van de Markt naar de ingang van het park in de Stationsstraat, waar het park en het Koetshuis plechtig worden geopend. In het Koetshuis is er een fototentoonstelling van de vier Waregemse fotoclubs onder de noemer ‘Park Casier in de kijker’. Een archieftentoonstelling belicht de geschiedenis van het Koetshuis en het park. Doorheen het park staat ook een fototentoonstelling opgesteld over het paardensteden netwerk Euro Equus. De monumentdag wordt muzikaal begeleid door Downtown Gentlemen Dixieband.
Vanaf 12 u. en dit tot 16 u. kunt u zich bij een unieke rondleiding met gids en acteurs doorheen het Park Casier bewegen in de tijdsgeest omstreeks 1900. Elk uur start een nieuwe rondleiding met een gids van de Waregemse Gidsenkring. Kinderen kunnen terecht bij authentieke kinderspelen en voor de kleinsten zijn er ponytochtjes.
Het Koetshuis is in zijn nieuwe gedaante een echte tentoonstellingsruimte geworden. Kunstenaars kunnen gebruik maken van het gebouw én de tuin erachter om hun werken tentoon te stellen.
Dat de Vlaamse Regering de gemeenten wil aanmoedigen om te fusioneren is niet nieuw en er waren trouwens al concrete maatregelen tijdens vorige legislatuur. Fusies van gemeenten kunnen een middel zijn om te komen tot meer bestuurskrachtige lokale besturen. Volgens de huidige voorstellen suggereert de Vlaamse regering een nieuwe stad Waregem met ook Deerlijk, Wielsbeke en Anzegem. Maar waarom zou de regio ook niet Zulte, Kruishoutem en Wortegem opnemen in een grotere samenwerking?
Reeds tijdens vorige legislatuur ontvingen de gemeentebesturen een schrijven van toenmalig Vlaams minister voor Bestuurszaken en Binnenlands Bestuur Geert Bourgeois met een concreet voorstel en ondersteuningspakket voor gemeenten die, op vrijwillige basis, wilden fusioneren op 1 januari 2013. Het huidige plannen van minister Liesbeth Homans om gemeenten te fuseren zijn daar een vervolg op. Tot eind volgend jaar kunnen gemeenten zich kandidaat stellen om vrijwillig te fuseren, in ruil voor de overname van 500 euro schuld per inwoner. Met die fikse bonus en deadline wil Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Homans de druk opdrijven, want tot nu toe slaagde Vlaanderen er nooit in een vrijwillige fusie te realiseren.
Onderzoeker Stijn De Ruytter van Vives, het Vlaams Instituut voor Economie en Samenleving aan de KU Leuven, ontwikkelde vorig jaar al een nieuwe methode om te bepalen welke gemeenten men best kan samenvoegen. Hij baseerde zich op dagelijkse pendelbewegingen tussen gemeenten en een minimumaantal van 15.000 inwoners per gemeente. Op die manier daalt het aantal Vlaamse gemeenten van 308 naar 152. Dit plan stelt een fusie voor van Waregem met Deerlijk, Anzegem en Wielsbeke. Aan de grens met Waregem zou Zulte dan samengaan met Kruishoutem en Dentergem.
Ondanks de schaalvergroting zou de overal bekende voetbalfusie Zulte-Waregem dan nog altijd over twee verschillende gemeenten blijven opereren. Het argument van het behoren onder verschillende provincies gaat daarbij niet op, als uit West-Vlaanderen wel Dentergem van burgemeester Koen Degroote van over de Leie mag samengaan met Zulte en niet het logische Waregem. In 1976 was het argument van de verschillende provincies zowat het enige om de fusie van Zulte met Waregem te dwarsbomen. Zulte was toen trouwens dichter met Waregem verweven dan Beveren-Leie en Desselgem.
Langs de Expresweg in Wielsbeke ontwikkelt WVI in samenwerking met de gemeente de bedrijven- en dienstenzone Lobeek. Voorafgaand aan de daadwerkelijke ontwikkeling van het terrein dient er op voorschrift van het agentschap Onroerend Erfgoed van de Vlaamse overheid een archeologisch onderzoek uitgevoerd te worden. Op deze wijze wordt nagegaan of er wetenschappelijk interessante resten in de bodem te vinden zijn. Tijdens het onderzoek, dat momenteel uitgevoerd wordt, werd al snel duidelijk dat er bijzonder interessant archeologisch materiaal onder de oppervlakte verborgen lag.
Opdrachtgevend bestuur is de West-Vlaamse Intercommunale WVI, een dienstverlenende vereniging die gemeenten bijstaat bij het vervullen van hun taken. WVI is actief in 54 West-Vlaamse gemeenten, waaronder de gemeente Wielsbeke. WVI staat de gemeente bij wat betreft ruimtelijke planning en mobiliteit en verleent advies op het vlak van milieu, natuur, klimaat en energie. Inwoners van de gemeente kunnen bij WVI terecht voor een goedkope lening ten behoeve van energiebesparende maatregelen aan hun woning.
WVI heeft in Wielsbeke diverse verkavelingen gerealiseerd en er bijna 250 loten bouwgrond verkocht. Tevens werden in opdracht van het OCMW diverse aangepaste woningen voor senioren en mindervaliden gebouwd. Ook voor het bedrijfsleven heeft WVI in het verleden reeds een belangrijk aanbod aan bedrijventerreinen kunnen realiseren, waaronder het bedrijventerrein Vaarthoek, dat in 2012 feestelijk geopend werd.
Bedrijven- en dienstenzone Lobeek
Ook op het terrein in de omgeving van de Lobeek, waar momenteel de opgravingen in een laatste stadium treden, zal ruimte gecreëerd worden voor ondernemend Wielsbeke. Een belangrijke voorwaarde hiervoor was de goedkeuring van het ruimtelijk uitvoeringsplan Lobeek eind 2014. Via dit ruimtelijk uitvoeringsplan werden de gronden in het gebied bestemd voor bedrijvigheid. Niet alle bedrijfsactiviteiten zullen echter toegelaten zijn op het terrein. De kavels zijn vooral bedoeld voor diensten, kantoren en op handel gerichte, kleinschalige bedrijvigheid. Daarnaast biedt het ruimtelijk uitvoeringsplan de mogelijkheid om gemeentelijke diensten en sportvoorzieningen in het gebied onder te brengen. WVI hoopt binnenkort de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning te kunnen indienen, om na het verkrijgen van de vergunning spoedig met de infrastructuurwerken te starten.
Archeologisch onderzoek
Zoals decretaal bepaald in Vlaanderen moet er voorafgaand aan de ontwikkeling van grootschalige projecten worden nagegaan of er archeologisch erfgoed in de bodem verborgen zit. Dit gebeurt in eerste instantie via een proefsleuvenonderzoek. Indien er bij dit proefsleuvenonderzoek sporen gevonden worden, dan volgt er doorgaans een uitgebreidere opgraving.
Op de site Lobeek werd het proefsleuvenonderzoek uitgevoerd in november 2014. Ondanks het feit dat Wielsbeke door de ligging langs de Leie van oudsher een aantrekkelijke locatie voor bewoning was, waren er voorafgaand aan dit proefsleuvenonderzoek geen concrete aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologisch erfgoed. Toch werden er op diverse locaties sporen en vondsten aangetroffen uit de steentijd, de metaaltijden en de Romeinse periode. Vooral de grondverkleuringen met veel houtskool die in het gebied werden aangetroffen bleken interessant. Nader onderzoek wees uit dat het onder meer ging om de resten van crematiegraven. Hierop werd er besloten om een uitgebreide opgraving te organiseren, waarbij alle aanwezige archeologische sporen grondig in kaart worden gebracht.
De opgraving, die begin mei 2015 van start ging, wordt uitgevoerd door een team archeologen van Monument Vandekerckehove nv uit Ingelmunster. Zij werken onder toezicht van het Vlaams Agentschap Onroerend Erfgoed. De kosten van de opgraving bedragen circa 190 000 EUR en worden gedragen door WVI.
Eeuwenoud monumentaal grafveld
Intussen is de opgraving bijna afgerond en kan een tussentijdse balans worden opgemaakt. En deze oogt bijzonder spectaculair. Zo troffen de archeologen resten aan van drie eeuwenoude grafheuvels, waarin de crematieresten van een overledene werden begraven. Waarschijnlijk zijn het prestigieuze grafmonumenten van een elite, ongekend in deze streek. Rond de grafheuvels werden tientallen andere graven aangetroffen. Bij sommige graven was de as van de dode netjes in een urne gedeponeerd, bij andere bleek bijna de hele brandstapel mee in een kuil gegooid. Heel wat overledenen kregen grafgiften mee, bijvoorbeeld een dodenmaal of mooie voorwerpen in aardewerk.
Erg opvallend is de datering van de site, van ongeveer 1.500 vóór tot 250 na Christus. Het is (nog) niet bekend hoe de graven er bovengronds uitzagen, maar het feit dat het grafveld bijna tweeduizend jaar in gebruik was, betekent wel dat de mensen zeer goed wisten dat hier werd begraven en dat ze dit ook respecteerden. De locatie van de nederzetting van de levenden is ook nog een raadsel – de bodem van Wielsbeke verbergt nog meer geheimen.
Het opgraven van het grafveld is slechts een eerste stap in het onderzoek. Nadien volgt een periode van studie, waarbij onder meer labotesten en analyses worden uitgevoerd. De focus ligt niet zozeer op de mooie vondsten, maar op de verhalen en de mensen die erachter zitten. Zo bevatten de graven duizenden verkoolde plantenresten die een uniek beeld kunnen opleveren over het landschap en het voedselpatroon uit die tijd. Analyse van het botmateriaal kan gegevens opleveren over bijvoorbeeld geslacht, leeftijd of ziektebeeld van de overledene. Het onderzoek van de materiële vondsten kan dan weer inzicht verschaffen in de sociale structuur van de maatschappij: is dit het grafveld van een rijke elite?
Het wetenschappelijk belang van de site is bijzonder groot. Alle gegevens samen zullen toelaten om een volledig nieuwe bladzijde te schrijven over de geschiedenis van Wielsbeke en de ruime regio.
Deze opgraving is een mooie illustratie van de hedendaagse archeologie, waarbij archeologisch onderzoek en economische ontwikkeling hand in hand gaan. De opgraving wordt strak geïntegreerd in de planning waardoor er geen risico is op vertraging door onverwachte vondsten: op het moment dat de werken starten zijn alle archeologische sporen uit de bodem verwijderd.
Juliaan Claerhout
De ontdekking in Wielsbeke is een formidabel aanknopingspunt voor geschied- en heemkundige kring Juliaan Claerhout in Wielsbeke. In hun jaarboek Leiesprokkels, dat dit najaar verschijnt, wordt daar uiteraard al aandacht aan gegeven al komt dit te vroeg om de volledige resultaten bekend te maken. Er is alvast reeds afspraak gemaakt met de archeologen om in het volgend jaarboek in 2017 uitgebreid in te gaan op het belang van de ontdekkingen bij deze opgravingen. Er wordt ook gedacht aan een tentoonstelling van het gevonden materiaal. Daarbij wordt zeker ook de link gemaakt met het pionierswerk van Juliaan Claerhout.
De heemkring is genoemd naar de pionier inzake opgravingen, nl. sociaal bewogen en christen-democratische priester, leraar-opvoeder, directeur en (onder)pastoor Juliaan Claerhout (1859-1929), afkomstig van Wielsbeke. Claerhout werd vooral bekend door zijn archeologische opgravingen in Pittem (het Heidens Kerkhof, 1896) en Dentergem (eerst ontdekte paaldorp, 1899-1903). Het leverde hem de bijnaam ‘de pastoor met de spade’ op. Het buitenprofessionele leven van de priester kenmerkte zich door zelfstudie, vele binnen- en buitenlandse studiereizen, opgravingen, het schrijven van studies en het redigeren van talrijke tijdschriften. De heemkring van Groot-Wielsbeke probeert met eenzelfde inzet de eigen geschiedenis te ontsluiten. De Wielsbeekse heemkring won in 2011 de Juliaan Claerhoutprijs, de cultuurtrofee van de gemeente Wielsbeke.
In hun uitgave van 2006 publiceerde de Juliaan Claerhoutkring al het archeologisch onderzoek van langs de Vaartstraat, de Ooigemstraat en de Bontekoewegel te Wielsbeke. Dat gebeurde ook al in het kader van de realisatie van een nieuw bedrijventerrein van de WVI. De oudste vondsten dateerden daar uit de Steentijden, waarbij een mooi artefact een fragment van een gepolijste Neolithische bijl van circa 5000 jaar oud werd ontdekt. Duidelijke sporen waren er van boeren van omstreeks het begin van onze tijdrekening, ondermeer een ingegraven hut die diende voor artisanale activiteiten zoals weven. Tenslotte werd daar ook bewoning aangetroffen van tijdens de Volle Middeleeuwen.
Het is vandaag Onze Heer Hemelvaart, een feestdag in ons land en voor de Christelijke Arbeidersbeweging die nu Beweging.Net wordt genoemd nog altijd aanleiding om de encycliek Rerum Novarum van Paus Leo XIII in de actualiteit te brengen. In Waregem bleef de viering na de nationale belangstelling vorig jaar met de komst van de nationale ACW-voorzitter Patrick Develtere eerder bescheiden. Na de plaatselijke vieringen in de voormiddag met eucharistie en toespraken in het plaatselijke lokaal (De Gilde) was er deze namiddag met de verschillende afdelingen (Waregem, Desselgem, Beveren-Leie) vanuit het OC De Coorenaar in Desselgem een gezamenlijke gezinswandeling met fotozoektocht.
In De Gilde te Waregem was de (gast)spreker Peter Desmet, schepen van Burgerzaken, milieu, groen en duurzaamheid. Een schepen van vzw’s en verenigingen, waar nationaal bewegingsvoorzitter Develtere vandaag voor pleit hebben we niet meteen of dat moet dan onze cultuurschepen Pietro Iacopucci zijn die in Beveren-Leie actief was. Peter Desmet gaf een andere benadering dan de nationale voorzitter en bleef ook oppervlakkig inzake overleg en sociale bescherming.
Spreker Peter Desmet herinnerde aan de oorsprong van de zalige feestdag. “Het was in 1891 dat paus Leo de 13de de encycliek Rerum Novarum uitvaardigde. Daarin formuleert hij een aantal vernieuwende uitgangspunten voor de sociale leer van de kerk. De situatie van de arbeidersklasse stond centraal. Toen was dit vernieuwend. Dat was ook de bedoeling. Letterlijk betekent Rerum Novarum ‘van de nieuwe dingen’ of vrijer vertaald ‘van een omwenteling’. Op basis van deze ideeën is de christelijke arbeidersbeweging uitgegroeid tot een ruime sociale beweging. Door al die jaren heen is deze encycliek ons blijven inspireren. Ook vandaag nog.”
“Maar ik moet u niet vertellen dat we vandaag in een zeer woelig tijdsgewricht leven. In die voorbije 124 jaar is de wereld totaal veranderd. Na 1891 was er in de vorige eeuw de industriële revolutie. Zie naar de landelijke gemeente Waregem, die uitgegroeid is tot een kleinstedelijk gebied met regionale uitstraling met veel tewerkstelling en welvaart. De (r)evolutie strekte zich over tientallen jaren uit. Maar na die industriële revolutie zitten we nu in technologische en digitale revolutie, die de samenleving opnieuw totaal verandert en voor grote uitdagingen plaatst. Het verschil met de industriële revolutie van de vorige eeuw is dat alles nu zeer vlug evolueert. Waar het toen zich over tientallen jaren ontwikkelde is op de dag van vandaag vijf jaar een eeuwigheid.”
“Dit alles stelt ons voor zeer grote uitdagingen. De ideeën van de encycliek zijn een inspiratiebron. Want op vandaag staan de sociale rechten zwaar onder druk. Anderzijds is het wellicht tijd om de encycliek te actualiseren vermits de wereld ondertussen al twee maal fundamenteel gewijzigd is. Paus Franciscus lijkt mij daarvoor de ideale kerkvorst. Wat de sociale rechten betreft moet ik er geen tekeningetje van maken. Op vandaag is Beweging.net met al zijn deelorganisaties meer dan ooit nodig. Want omzeggens alles wordt in vraag gesteld. De lijst is eindeloos :
- de werkgelegenheid staat onder druk – daardoor ook het inkomen van veel mensen – het vangnet van de werkloosheid wordt beperkt
- er is de indexsprong
- wonen blijft duurder worden : de huurprijzen stijgen de bouwgrond steeg vorig jaar met 6%, woningen met ongeveer 1% (appartementen en studio’s met ongeveer 2%)
- de energieprijzen zijn hoog en zullen met nog 1/3de stijgen
- er zal bespaard worden op de kinderbijslag
- de ziekenhuizen moeten we heruitvinden (verder van huis voor bepaalde behandelingen)
- de bus en de trein worden alsmaar duurder
- inschrijvingsgeld voor universiteiten
- taks-shift : meer nettoloon, maar BTW verhoogt
Meer armoede dreigt. Weet u dat meer dan 66.000 gezinnen onder schuldbemiddeling staan. Een veelvoud ervan komt niet voor in de statistieken, maar leeft op de rand van het financieel haalbare.”
“De uitdagingen voor Beweging.net zijn dus groot, zeker omdat de sociale reflex bij 3 van de 4 regeringspartijen zeer klein is. Meer nog : de grootste Vlaamse partij lust het middenveld rauw. Zij wil dit afbreken, de vakbonden eerst. Ondertussen heeft de schaduwpremier wel al ervaren dat de vakbeweging een veel taaiere klant is dan gedacht. Hij zal ze niet klein krijgen. Integendeel, door zijn polariserende houding maakt hij de vakbeweging sterker. En hij voelt al nattigheid. Een publiciteitscampagne van miljoen euro moet zijn imago zachter en sociale maken. De mensen weten wel beter.”
“De dagdagelijkse politieke realiteit is belangrijk maar wij mogen ook niet blind zijn voor de grote uitdagingen van morgen.
- de werknemers weten dat ze langer gaan moeten werken, maar zal dit menselijk zijn? en zal er sowieso werk voor handen zijn?
- en voor wie niet meer mee kan, wordt het mededogen in de tijd beperkt
- de robotisering neemt veel gewone jobs af en we staan nog maar voor een begin.”
Peter Desmet zag sombere toekomstperspectieven, niet alleen voor de tewerkstelling maar ook voor de democratie. “Door de globalisering en de eerste automatiseringsgolf verdwenen vroeger al massaal jobs voor laaggeschoolde arbeiders. Nu dreigt de aankomende robotisering van arbeid dat proces nog te verstreken. Laagproductieve mensen zullen hun loon nog verder zien dalen. De bedrijven worden al maar productiever, innovaties volgen zich in sneltempo op, maar tegelijkertijd stijgt het inkomen van de gemiddelde werknemer niet meer en loopt de werkgelegenheid structureel terug. Immers door de automatiseringsgolf dreigt de middengroep van de werknemers zwaar getroffen te worden. Dat vooral de jobs van de middengroepen in gevaar komen is problematisch. Het heeft een impact op sociaal vlak, want vandaag rust bijna het volledige gewicht van de sociale zekerheid op hun schouders. De publieke dienstverlening gaat achteruit. Ook op electoraal vlak heeft dit gevolgen. Aristoteles wist al dat een democratie best gedragen wordt door een grote middenklasse. Een gebrek aan toekomstperspectief schept politieke radeloosheid en dat zien we bij de verkiezingsresultaten van de voorbije jaren.”
“En dan zit ik opnieuw bij de politiek, die antwoorden moet vinden op deze grote uitdagingen, zoals de automatiseringsgolf. Met het huidig beleid zullen we er niet geraken (flexibeler maken van arbeid, wat soepeler werktijden en goedkopere arbeid). Wat is de echte opdracht : de schadelijke effecten van de automatiseringsgolf beperken en tegelijk voordeel halen uit de ongelofelijke opportuniteiten van de digitale revolutie. Dat kan via twee wegen :
- ofwel opteren om met zijn allen minder te werken of het werk onderling te herverdelen (maar op vandaag is dit politiek weinig realistisch)
- dan rest er maar één alternatief : meer jobs creëren dan er zullen verdwijnen door technologische veranderingen, zodat het sombere scenario van sociale afbraak geen realiteit wordt.”
“Daarom moeten we inzetten op innovatie, zodat machines weer mensen aan het werk helpen in plaats van alleen hun banen in te pikken. Daarom moeten we ook op onderwijs inzetten, dat de ambachtslui van de toekomst moet leveren. Tot slot moet de sociale zekerheid anders worden gefinancierd. Een taks shift weg van arbeid is in een gerobotiseerde wereld urgenter dan ooit. Grote uitdagingen tonen aan dat onze sociale beweging meer dan ooit nodig is. Aan ons om met Beweging.net te werken aan de sociale toekomst van onze kinderen en kleinkinderen.”
Vanavond stelde Liesbeth Deman het nieuwe Waregemse jaarboek van Unizo voor en het was voor velen ook een eerste kennismaking met de nieuwe polyvalente ruimte van Sociaal Secretariaat Wij Helpen in het Pand. Waregems Jaarboek 2013-2014 omvat honderden artikels van nieuwsfeiten van de afgelopen twee jaar. De secretaris nam deze gelegenheid te baat voor een woord van dank aan de vele vrijwillige medewerkers, sponsors, meters en peters, hetstadsbestuur, ea. Dank zij hen kon Unizo de mooie traditie van jaarboeken verder zetten.
Secretaris Liesbeth mag fier zijn met het puike resultaat. Het is een prachtige editie met maar liefst 176 bladzijden aan actualiteit van de afgelopen twee jaar. De Unizo-klassieker is al aan zijn 11de jaarboek. De hoofdbetrachting van de Unizo-werkgroep met deze naslagwerken blijft de Waregemse geschiedenis vast te leggen voor het nageslacht. Unizo maakt dit waardevol ‘visitekaartje’ van Waregem al sedert 1996, eerst jaarlijks en nu al enkele uitgaven tweejaarlijks. Het initiatief kwam er op aangeven van ex-burgemeester Jozef Vanryckeghem, die stelde dat er zoveel gebeurt in Waregem, dat we in korte tijd belangrijke gebeurtenissen niet meer weten.
Aflossing geslaagd
“In februari 2013, een goede twee jaar geleden dus, kreeg ik te horen dat ik vanaf maart aan de slag kon gaan als secretaris van UNIZO Waregem, als opvolger dus van Rik Ghistelinck.”, zo opende Liesbeth Deman haar dankwoord. “Daarop werd ik direct uitgenodigd op de voorstelling van het Jaarboek 2011-2012. Daar ontmoette ik voor het eerst enkele medewerkers van het Jaarboek. Roland Lagaisse en Etienne De Riemaeker (1939-2014) deelden ijverig de boeken uit en hielden minutieus bij wie de boeken mee had. Dit was ook de avond waarop Rik de 'profetische' woorden uitsprak: Hopelijk zal mijn opvolger dit Jaarboek verderzetten’. En zo geschiedde. Twee jaar en enkele maanden later zijn we hier allemaal samen op de voorstelling van het Jaarboek 2013-2014.”
“Ik moet eerlijk toegeven dat ik niet goed wist waar te beginnen. Honderden artikels, honderden nieuwsfeiten. Daarom besloot ik om nog even de ervaringsdeskundige te raadplegen. Rik stond direct klaar om alles na te lezen en om mee te helpen met de selectie. Rik, ik ben je hier uiteraard ontzettend dankbaar voor! Heel wat teksten waren te lang om volledig te publiceren. Maar voor Roger Desmet was het maar een woord. Hij las ieder artikel netjes na en hielp ook nog met de correctie, waardoor hij het nieuwe jaarboek zeker meerdere keren doorgelezen heeft. Roland Lagaisse, Hervé Avet en Miel Verstraete stonden met pen en fluostift klaar om mijn strenge verbetereisen toe te passen. Joseph stond klaar om brieven te verzenden, etiketten te kleven,... Met de hulp Simonne waren de brieven voor de meters en peters tot op de millimeter juist geplooid. Heel erg bedankt voor jullie hulp!”
“Ik wil ook een woord van dank richten tot de stagiaires die alle artikels verzameld hebben. We hebben voor het eerst gebruik gemaakt van het digitale krantenarchief, waardoor het overtypen van artikels grotendeels beperkt werd. Ook de lay-out werd grotendeels op het secretariaat uitgevoerd. De mooie cover en het eindresultaat op papier is de verdienste van drukkerij Vanderhaegen. Dan wil ik niet in het minst de meters, peters en sponsors van het Jaarboek bedanken, alsook de stad Waregem voor steun aan dit initiatief.”
Het jaarboek is een goed toonbeeld van wat er allemaal leeft in Waregem. Er zijn enorm veel initiatieven voor goede doelen, bloeiende verenigingen, actieve Waregemnaars en noem maar op. Waregem is een Stad die niet vies is van vernieuwing en net dat maakt ons tot de bruisende stad die we nu zijn. Het boek is cronologisch opgesteld en we kunnen goed volgen wat er maand na maand is gebeurt en ook aandacht voor nagedachtenis van overledenen. Achteraan bevat het boek een handige trefwoordenlijst.
Overzicht jaren 2013 en 2014
Tijdens de jaren 2013 en 2014 zijn er in het Waregemse straatbeeld heel wat veranderingen uitgevoerd. Denk maar aan de werken aan de Zuidboulevard, die nog steeds volop aan de gang zijn. Ook de nieuwe tribune van het voetbalstadion zorgt voor een prachtig uitzicht langs de Ring.
Op sportief vlak beleefde Waregem enkele 'boerenjaren'. Zo was er een gigantisch feest naar aanleiding van de match Essevee - Anderlecht, waarbij Zulte-Waregem nipt de titel uit handen moest geven. Een jaar later trokken duizenden supporters naar de Heizei om de bekerfinale bij te wonen. Het BK Veldrijden op de Hippodroom bracht heel wat volk richting Waregem. Beide edities van Waregem Koerse waren eveneens een regelrecht succes. We zetten enkele jonge, beloftevolle Waregemse wielerbeloften in beeld. Ook andere sportdisciplines komen aan bod: badminton, basketbal, sport voor andersvaliden via Somival,...
De vele verenigingen zijn niet te tellen. Er werden tal van acties voor het goede doel op poten gezet. Honderden Waregemnaars zetten zich belangeloos in voor hun vereniging door het organiseren van tal van evenementen die onze stad doen bruisen.
In maart 2014 schreef Waregem geschiedenis: de Amerikaanse President Barack Obama kwam zijn gesneuvelde landgenoten op het Flander Fields Cemetry eer betonen. Een gebeurtenis die ongetwijfeld in het collectieve geheugen van de stad geschreven staat, zeker aangezien ook die dag de aankomst van Dwars door Vlaanderen in Waregem op het programma stond.
De deelgemeenten hadden eveneens een goed gevuld programma, met verschillende verenigingen, jeugdbewegingen, bouwprojecten,...
Dit jaarboek bewijst dat Waregem een bijzonder druk bedrijfs- en verenigingsleven kent. Wat we publiceren is slechts een kleine samenvatting van wat er allemaal te beleven valt. De redactie benadrukt dat het al dan niet selecteren van een onderwerp zeker geen waardeoordeel inhoudt. Alles wat er gebeurt is waardevol. En hopelijk blijven honderden vrijwilligers zich ook in de toekomst inzetten voor hun stadsgenoten.
Het jaarboek 2013 – 2014 verschijnt op 1000 exemplaren en is te bekomen aan 18 euro in de dagblad- en boekhandel. Verantwoordelijke uitgever is vzw De Middenstand, Pand 343a te 8790 Waregem.
Deze vooravond donderdag 7 mei 2015 om 18 u. had de officiële opening of ingebruikname plaats van de nieuwe burelen van de dienst burgerzaken naast de stadswinkel in het administratief- en winkelcentrum Het Pand. De burger en het personeel kon al enkele dagen kennismaken met de nieuwe ruime en open landschapsburelen met tien loketten voor de dienst bevolking en burgerlijke stand.
We ontmoetten daar de fiere schepenen Rik Soens van Patrimonium en Peter Desmet van Burgerzaken, alsook een fier diensthoofd Pieter Gevaert en personeel van de diensten Bevolking en Burgerlijke Stand. Wagso-Schepen Rik Soens gaf in zijn welkomstwoord enige toelichting over de van de nieuwe stedelijke burelen en uitbreiding van de nieuwe hal en de evolutie van het dossier.
Vroeger kapsalon en Blokker
“Het Pand werd gebouwd halverwege de jaren 70 en de eerste huurder van dit pand hier was kapsalon Eddy Verschuere, we spreken van 1978 tot 1984. Wie had ooit gedacht dat een vroeger kapsalon nu zou ingericht worden als een meer dan hedendaags kantoorcomplex. Vanaf 1984 tot eind 2012 werd dit pand gehuurd door Blokker. Mits goeie onderhandelingen en inspanningen van Wagso hebben we deze ruimte terug in stedelijke eigendom gekregen. En is Blokker verhuisd naar de andere kant van de wandelzone, met grote tevredenheid van Blokker zelf.
Toen de gemeenteraad van 3 april 2012 het ontwerp goedkeurde voor het aanstellen van een ontwerper kon dit project van start gaan. Na prijsvraag werd in het schepencollege van 12 juli 2012 het architectenbureau pluspunt architectuur onder de deskundige leiding van Ellen Vantomme aangesteld. Na grondige studie en overleg met de dienst burgerzaken en de dienst gebouwen werd in de gemeenteraad van oktober 2013 het ontwerp goedgekeurd. Na prijsvraag werd de firma Wycor in het schepencollege van 6 februari 2014 aangesteld.
De start der werken werd gegeven op 30 april 2014. Het volledig ontmantelen van deze ruimte kon beginnen, met heel wat stof, lawaai en trillingshinder vandien. Het verliep heel vlotjes en de samenwerking tussen architect, aannemer en onze stadsdiensten was een geoliede machine. De werfleider van de firma Wycor zette hier een puike organisatie neer door deze werken feilloos te coördineren. Een moeilijke week om dragen was dat Carlos supporter is van voetbalclub Lokeren en u moet weten dat we de finale van de beker van België jawel verloren hebben tegen Lokeren in diezelfde periode. Maar goed de totale investering bedraagt 1,4 miljoen euro BTW en erelonen erbij.
Door deze realisatie bieden we de burger want daar doen we het voor een nog laag drempeliger accommodatie aan en creëren we hierbij nog een aantal mogelijkheden voor verhuizingen van enkele diensten binnen de bestaande contouren van ons stadhuis. De volledige verhuis-cycli zal afgerond zijn tegen eind september 2015.”
Tot slot richtte hij nog een bijzonder woord van dank aan architect Ellen Vantommen en haar team van http://pluspuntarchitectuur.be/ , voor de enthousiaste samenwerking en de goeie planning van dit project. De firma Wycor werd bedankt voor de meer dan goeie uitvoering van deze verbouwingswerken met de hoop alvast dat we even tevreden kunnen zijn bij de verbouwing van de Treffer, want ook daar zijn zij nu aan het werk. Onze eigen stadsdiensten enerzijds de dienst gebouwen onder leiding van Kevin en anderzijds de dienst burgerzaken onderleiding van Pieter, hebben hier meer dan hun beste beentje toe bijgedragen. Hij sprak nog de hoop uit dat door deze verbouwing en investering de dienstverlening naar onze Waregemse burger zoals in het verleden en ook in de toekomst op een hoog niveau zal blijven staan.
Tweede fase dossier Stadswinkel
Schepen van Burgerzaken Peter Desmet wist nog van geen kinderziektes van deze ruime investering in de dienstverlening aan de Waregemse burger. Het is het resultaat van de tweede fase van het dossier stadswinkel. De Waregemnaar zal er goed bij varen.
“Hoewel de nieuwe burelen al op zaterdag 25 april 2015 voor het eerst voor het publiek opengesteld waren, hebben wij ervoor geopteerd om eerst enkele dagen op proef te draaien. Kwestie van eventuele kinderziektes onmiddellijk te kunnen verhelpen. En ik moet zeggen : de burgers waren onmiddellijk mee in het verhaal. De eerste info aan de balie van de stadswinkel was voldoende om de burger vlot naar deze burelen te leiden en het juiste ticket aan de zuil te nemen. Van kinderziektes was er geen sprake. Een pluim voor de dienst burgerzaken onder leiding van diensthoofd Pieter Gevaert.
‘Stadswinkel' Waregem is een mooi project, ontsproten bij de nieuwe beleidsploeg. die in januari 2007 (alweer 8 jaar geleden) hier het roer in handen had. Wij besloten om onze kans te wagen en bij de Vlaamse overheid een project in te dienen tot nominatie van ‘Eenvoudigste gemeente’. Na de brainstorm kwamen wij tot het idee van de stadswinkel. En ere wie ere toekomt. Het is collega Pietro Iacopucci, die met veel bevlogenheid zijn volle gewicht in de weegschaal legde. Onder zijn impuls werd het dossier samengesteld en hij ging het met verve gaan verdedigen in Brussel. Met het gekende resultaat. Waregem werd de laureaat en mocht zich de eenvoudigste gemeente van Vlaanderen noemen.
Het concept is duidelijk : in de stadswinkel wordt de burger snel bediend voor eenvoudige administratieve zaken (afgifte reispas, attest van goed zedelijk gedrag, huisvuilzakken, Waregembon, fietsnetwerkkaart. enz...). Voor andere zaken wordt de burger efficiënt doorverwezen naar de bevoegde dienst. Niet alvorens de baliemedewerker eerst gecheckt heeft of de burger wel alle noodzakelijke documenten bij zich heeft. Kwestie om hem "boven" niet nodeloos te laten wachten.
In 2010 ging de eigenlijke stadswinkel open. Ondertussen is de werking bij de burger al zeer goed gekend. Van bij het begin hadden wij de bedoeling om deze tweede fase te realiseren : de dienstverlening toegankelijker te maken. De dienst burgerzaken (bevolking en burgerlijke stand) wordt veruit het meest bezocht. Geen probleem meer om deze dienst vlot te bereiken, beneden, juist naast de balie van de stadswinkel. Gedaan met trappen en lift. Een zegen voor minder mobiele personen, rolstoelgebruikers en ouders met kinderwagen. De vrijgekomen ruimte boven biedt de mogelijkheid om de andere diensten logischer te schikken, en de dienstverlening te optimaliseren.
Het algemeen concept is niet veranderd. Elke bezoeker meldt zich bij de baliemedewerker in de stadswinkel. die de burger naar de juiste dienst verwijst. Voor burgerzaken wordt gewezen op de ticketzuil. Via een aanraakscherm ontvangt de burger een ticket en wacht tot hij bij een loket geroepen wordt. Er zijn 10 loketten (6 bevolking & 4 burgerlijke stand). Aan de hand van het product dat men kiest op de ticketzuil stuurt het systeem je naar het juiste loket en de juiste medewerker. Niet langer wachten dan nodig. Geen discussie meer van wie was eerst.
Door het systeem zullen wij een beter zicht krijgen op de wacht- en behandelingstijden per product. Bijsturing naar een nog klantgerichter werking kan dan gebeuren. De openingsuren van de dienst burgerzaken zijn verruimd. Thans zijn het dezelfde als de stadswinkel : de dinsdag is de dienst doorlopend open van 08u30 tot 18u30 en de dienst burgerzaken is nu ook iedere zaterdagvoormiddag open (met uitzondering van de dienst vreemdelingenzaken).”
In 2014 kreeg de stad gemiddeld 166 bezoekers in de stadswinkel op zaterdag (9u-12u) De piek ligt tussen 10u en 11u30 met 1 klant per minuut. Ongeveer 60% komt dan voor burgerzaken, dus gemiddeld rond de 100 klanten op 3 uur tijd. In piekperiodes vb. enkele weken voor een verlofperiode ligt dit cijfer nog hoger.
Vorige zaterdag trok KWB-Waregem met een gedreven gids in het spoor van ‘de Groote Oorlog”… in de Leiestreek. Die gedreven gids is Gil Bossuyt uit de Meierie in Desselgem. Een jarenlange passie voor de Eerste Wereldoorlog, talloze verkenningen ter plaatse en heel veel lees- en opzoekwerk resulteerden in dit project. Precies 100 jaar na datum neemt onze gids geïnteresseerden mee naar de plaatsen waar dit gruwelijke hoofdstuk uit de wereldgeschiedenis zich bij ons afspeelde en de littekens nog goed zichtbaar zijn. Na een inleiding gaat de tocht langs vergeten munitiedepots, pionierparken, smalsporen, vliegvelden en bunkers... met luchtfoto's en mooie anekdotes. We fietsen in de omgeving van de Leieboorden : Desselgem, Ooigem, Bavikhove en Hulste, om af te sluiten op het New British Cemetery in Harelbeke.
Gil Bossuyt is al zes jaar 'gepassioneerd' door WO I. "Ik kreeg het 'virus' te pakken toen ik het boek las van Peter Barton: 'Passendale - slagveld van W.O.I'. Door de lectuur van deze klepper, die schitterend geïllustreerd is, krijg je een degelijk inzicht op deze trieste maar boeiende periode uit onze geschiedenis. Ook in de jaarboeken van De Gaverstreke vond ik veel informatie. Ik probeer mijn publiek een inzicht te geven op het complexe gebeuren van WO I. Vooral aan de hand van persoonlijke verhalen toon ik aan hoe diep de oorlog ingreep in het leven van hele generaties jongeren van over de hele wereld. Naargelang van de herkomst van de groep of van de nationaliteit pas ik de route en de inhoud van de rondleiding aan."
Gil Bossuyt (41) is dermate geboeid door WO I dat hij er gedeeltelijk zijn job van maakte. Met zijn bedrijfje 'frontaal!' organiseert deze Desselgemnaar excursies naar de regio's leper en de Somme. Hij heeft momenteel een aanbod van drie programma’s met naast de hier behandelde fietstocht “Leiestreek : Bezetting en Bevrijding” ook het dagprogramma “de Ypres Salient” en vanaf volgend jaar de “Slagvelden aan de Somme” in Picardie. Voor meer info verwijzen we naar zijn website www.frontaaltours.com
de Groote Oorlog ook bij ons in Leiestreek
Bedoeling van de fietstochten van Gil tussen Desselgem en Harelbeke is aantonen dat ‘de Groote Oorlog’ ook in onze streek zijn sporen heeft nagelaten. “Een Ier, Schot of Canadees kent onze WO1-geschiedenis bijna beter dan wijzelf. We gaan allemaal op bezoek naar de oorlogsmonumenten uit WO2 in Normandië, maar in onze eigen streek kennen we de oorlogsverhalen niet.”
Tijdens de wandelingen en fietstochten die Gil Bossuyt uit Desselgem organiseert gaat men niet langs musea of de Last Post. Wel boeit hij zijn publiek met persoonlijke verhalen en opvallend lokale anekdotes. Over het vliegveld langs de Hoogstraat in Bavikhove , waar Hermann Göring het bevel had. Of over de Duitse boordwaarnemer Heinrich Lauer, die vroeger begraven lag op wat nu de parking naast de kerk in Desselgem is. Nu rust deze vliegenier op de Duitse begraafplaats in Menen. Met zijn wandelingen en fietstochten wil Gil de mensen uit de streek bewust maken van hun eigen geschiedenis.
Na een korte inleiding met luchtfoto’s en dorpsgezichten anno 1918, maakt u een tocht langs markante plaatsen en verrassend aanwezige sporen van de Groote Oorlog hier in de Leiestreek. Gil schetst de grote gebeurtenissen en vertelt anekdotes bij vergeten bunkers, vliegvelden, materiaaldepots, ea. Samen bezoekt u de plaatsen waar Roland Garros, Winston Churchill, Herman Goering en de ‘Rode Baron’ bij ons terecht kwamen. De tocht eindigt op ‘Harlebeke New Britisch Cementery’, rustplaats van 1116 Britten, Canadezen, Zuid-Afrikanen en Australiers, met vele persoonlijke verhalen van gesneuvelden.
Hij brengt het verhaal van de Eerste Wereldoorlog in onze contreien aan de hand van hier nog weinig gebruikte bronnen zoals Britse luchtfoto’s uit 1918, de logboeken van de 36e Ulster divisie en 9e Schotse divisie en uniek fotomateriaal. Een reeks Britse luchtfoto’s uit oorlogstijd geven een goed beeld van de militaire activiteiten in onze regio met vliegvelden, munitiedepots, enz. Kaartjes van de opschuivende frontlijn tonen aan dat ook de Fransen, die vast geraakten aan het kanaal Ooigem-Roeselare, gebruik maakten van de overgang tussen Bavikhove en Beveren-Leie om de Leie over te steken om vandaar via Beveren-Leie en Desselgem ook Waregem te bevrijden. Het Belgische leger werden uit de strijd gehaald, zodat generaal Biebuyck net de eer werd ontnomen om zijn geboortedorp Sint-Eloois-Vijve te bevrijden.
De tocht start in zijn thuisgemeente Desselgem, waar het dagboek van de toenmalige pastoor Coussement een goed overzicht geeft van de gebeurtenissen. Gil vond ondermeer een unieke foto van de door pastoor Coussement beschreven oorlogsdaden aan het klooster in het centrum in Desselgem. Logboeken van de activiteiten van de 36e Ulster Divisie vermelden hun doortocht door Desselgem, die goed is gedocumenteerd met een hier nog nergens gepubliceerd kaartje van activiteiten op de Desselgemse Dries en elders in de vlasgemeente. Op het grondgebied van Desselgem werden in 1917 ook minstens twee vliegvelden aangelegd met duidelijke sporen in de Ooigemstraat in de omgeving van de Leiebrug en ter hoogte van het huidig warenhuis Carrefour in de omgeving van de wijk Ten Rade.
In Beveren-Leie is Luitenant Kolonel B.Y. Jones van de 36e Ulster divisie gesneuveld. Hij rust nu op Harelbeke New British Cemetery en is daar de hoogste in rang. Op het kerkhof van Beveren-Leie ligt nog een niet geïdentificeerde infanterist van de Royal Irish Rifles begraven, waardoor daar een plaat hangt van de Commonwealth War Graves Commission (CWGC). In Bavikhove herkennen we op de luchtfoto’s de hoeve Donkele in de Hoogstraat, een munitiedepot, een schietbunker en een vliegveld. In dit kader passen de verhalen over de eerste jachtpiloot Roland Garros (Fr), piloot Herman Göring (D), Van Richthoven.
Aan zijn tijdelijke verblijfplaats in het centrum van Harelbeke wordt het plaatselijke verhaal vertelt van Churchill, die later in zijn memoires ook meldde dat hij op 29 oktober 1918 in Desselgem op het nippertje aan de dood ontsnapte bij een bominslag nabij zijn voertuig. De frontale inleving in de Grote Oorlog eindigt op het New British Cemetery aan de Geite in Harelbeke, voor gids Gil Bossuyt een gedroomde plaats om tientallen boeidende verhalen te vertellen rond de gesneuvelde soldaten die hier een laatste rustplaats kregen. De begraafplaats telt 1116 graven, waarvan ook nog tien uit de Tweede Wereldoorlog.
Dit programma werd uitgewerkt voor bestaande groepen en verenigingen, maar uitzonderlijk kan je op zaterdag 13 juni en zaterdag 4 juli 2015 individueel of in kleinere groepjes deelnemen.De fietstocht over 20 km staat open voor maximaal 20 deelnemers per tocht met vertrek en aankomst te Desselgem. Het programma duurt van 9.30 u. tot 16 u. (picnic voor onderweg mee te brengen). De deelnameprijs bedraagt 15 euro per persoon (gids en verzekering inbegrepen) en is gratis voor kinderen tot en met 14 jaar, mits begeleid door een volwassene. Aanbevolen leeftijd vanaf 9 jaar.
André Braet laureaat van de prijs Heemkunde West-Vlaanderen
Eerder deze maand reikte Heemkunde West-Vlaanderen haar Prijs voor Heemkunde 2015 uit aan Waregemnaar André Braet. Dit gebeurde op de jaarlijkse heemdag, die dit jaar plaats vond in Heist. De Westvlaamse heemkundigen bekroonden André Braet met zijn artikel over 'Gestorven Bevernaars, Desselgemnaars, Vijvenaars en Waregemnaars in dienst van Napoleon Bonaparte 1799-1814' dat verscheen in het 42ste jaarboek van 'De Gaverstreke' eind vorig jaar.
André Braet is bestuurslid-bibliothecaris van de Geschied- en Heemkundige Kring De Gaverstreke. Hij is afkomstig uit Ruiselede en sterk geïnteresseerd in alles wat met heem- en familiekunde te maken heeft. Hij publiceerde ondermeer “De Braet-route” met 192 blz over de oudste nederzettingen en de middeleeuwse familiegeschiedenis die start in Deerlijk (1245) en zich ondermeer verspreidde over Aalter, Kanegem, Lotenhulle, Poeke, Nevele, Ruiselede…
Hier in Waregem specialiseerde hij zich vooral op de periode tussen 1750 en 1850. In de jaarboeken van De Gaverstreke verschenen van hem al bijdragen over “gezagdragers en molenbestand te Waregem 1777”(jb 2005) en “Waregem doorgelicht op wapenbezit en munitie anno 1789” (jb 2006), “Waregemse Paardenhouders in de Franse Tijd” (jb 2007), “Herbergleven in en rond Eertbrugge te Waregem” (jb 2009), “Meest voorkomende familienamen in Groot-Waregem door de eeuwen heen” (jb 2010), “Trouwen in de moeilijke periode van de Franse Revolutie na de scheiding van Kerk en Staat te Beveren-Leie, Desselgem, Sint-Eloois-Vijve en Waregem (1797-1800)” (jb 2012),
Voor het jaarboek van vorig jaar vulde hij voor Waregem de grote leemte in met het wedervaren van tientallen Groot- Waregemse soldaten in dienst van Napoleon Bonaparte en dit in het licht van de herdenking van de slag bij Waterloo 200 jaar geleden. Napoleon voerde de dienstplicht in vanaf september 1798 en ook in onze streek werden mannen van 20 tot 25 jaar opgeroepen meteen voor een periode van vijf jaar. Op basis van zijn uitgebreid opzoekingswerk schat André Braet het aantal opgeroepenen in Groot-Waregem op zo’n 300 op nog geen 8000 inwoners.
Braet stelde vast dat de Waregemse soldaten, zeker in de beginperiode van de Napoleonistische oorlogen, bekend stonden als rasechte deserteurs. Hij denkt dat onze eerste burgemeester, Gillis Merlier, daar een niet onbelangrijke rol in speelde door hen schuiladressen aan te wijzen. Er was in die tijd een Franse gendarmerie in Vijve gevestigd en die gendarmes dienden de ‘conscrits’ te vatten die hun dienstplicht weigerden. Soldaten die ingerekend werden, moesten op strafkamp naar de Citadel van Rijsel. Hardleerse rekruten, zoals Waregemnaar Jean-Baptiste Rigolle, wachtte een triest lot. "Rigolle deserteerde twee keer en werd in 1808 tot tien jaar boulet veroordeeld, een straf waarbij een zware bol met kettingen aan de benen werd bevestigd". De man was geen lang leven meer beschoren, want volgens de overlevering stierf hij in een militair hospitaal in het Duitse Mainz aan de gevolgen van koorts.
Centraal in het artikel van André Braet staan de 73 gesneuvelde soldaten uit Groot-Waregem die we bij naam kennen omdat hun identiteit via overlijdensakten vanuit de plaatsen waar ze de dood vonden bekend werd gemaakt aan de gemeenten waar ze vandaan kwamen. Ze sneuvelden op 55 verschillende locaties in Europa, vooral in Frankrijk en Spanje, in naam van de Franse republiek. De helft stierf al in het eerste jaar na de inlijving..
De Westvlaamse Heemkring motiveerde zijn keuze als volgt : “In het herdenkingsjaar van de slag bij Waterloo slaagt de auteur er – na een intensief bronnenonderzoek – in de lezer de keerzijde te tonen van een groot staatsman. De auteur doet dit op een nuchtere, zakelijk manier, zonder zich evenwel boven het onderwerp te stellen. De bijdrage is bij momenten erg encyclopedisch, maar toch verliest de auteur zijn leiddraad niet in de lange, maar daarom niet minder onderhoudende tekst. Elk aspect van het onderzoek komt aan bod en elk vreemd woord of moeilijk gegeven wordt verklaard in voetnoot, zodat zowel professioneel vorser als amateur geboeid kunnen worden. Een onderzoek dat onder meer als voorbeeld kan gelden voor alle gemeenten waarvan de bevolking leed onder de opeisingen van jonge mannen door het Franse keizerlijke leger.”
Fanfare Leiezonen maakt opnieuw geschiedenis met zijn rol in de nieuwe theatervoorstelling “En avant marche” van Nederlands Toneel Gent, het stadstheater dat dit jaar haar 50 jarig bestaan viert. De premiere gaat door op woensdag 22 april in de stadsschouwburg in Gent en er volgen daar tot 9 mei nog 12 voorstellingen, waarna de productie een Europese tournee maakt met andere fanfares in de muzikale rol. De Koninklijke Fanfare Leiezonen tonen zich daarmee opnieuw waardige culturele ambassadeurs 2014-2016. De samenwerking met NT Gent en Wim Opbrouck is trouwens niet nieuw, want in 2010 verzorgden de Leiezonen uit Desselgem al een optreden in de openluchttheaterproductie Aida.
Het project kwam afgelopen dagen uitgebreid in beeld in het nieuws en in “de zevende dag” van gisteren kwam Leiezoon Wouter Vanhoucke met regisseur Frank Van Laecke de bijzondere theaterproductie met NT Gent voorstellen. We werden daarbij verrast met de onomwonden aankondiging van Tim Pauwels van de fanfare Leiezonen uit Desselgem, waarna Wouter in beeld kwam.
De theaterproductie brengt acteurs en fanfare in harmonie op één podium. Het is een productie van NTGent en les ballets C de la B. Van hun vorige twee coproducties “Gardenia” (2010) en “tauberbach” (2014) vind je beelden op www.lesballetscdela.be/nl Wim Opbrouck is een van de vier acteurs die samen met een veertigkoppige fanfare op het toneel staat. De andere acteurs zijn Chris Thys, Griet Debacker en Hendrik Lebon. Vier acteurs en zeven muzikanten krijgen op scène telkens het gezelschap van een plaatselijke harmonie of fanfare. Voor de voorstellingen in Gent wordt dat de Leiezonen uit Desselgem.
Fanfares, het behoort tot ons Vlaams cultureel erfgoed. "En avant marche", de nieuwe theatervoorstelling van regisseurduo Alain Platel en Frank Van Laecke en componist Steven Prengels gaat over dit muzikale fenomeen. Muziekverenigingen maken al decennia lang deel uit van het sociale en culturele leven van onze gemeenten. De traditionele politieke zuilen hadden vaak elk hun muziekgezelschap tot in het kleinste dorp.
Dat muziekverenigingen zoals fanfares, harmonieën of blaaskapellen heel erg lang deel uitmaakten van het sociale, culturele en maatschappelijke verenigingsleven inspireerde het Gentse museum Huis van Alijn in 2012 al tot een mooie tentoonstelling met foto’s en allerlei ander erfgoedmateriaal van vroeger en nu. Ze heette: “En avant, marche!” In samenwerking met onder anderen fotograaf Stephan Vanfleteren kwam er ook een fotoboek, met daarin zowel nieuwe portretten van muzikanten en majorettes als archiefbeelden in zwart-wit.
Onder diezelfde titel En avant, marche! laat regisseursduo Frank Van Laecke en Alain Platel zich inspireren door diezelfde traditie. Voor Platel en Van Laecke is het de eerste nieuwe samenwerking sinds Gardenia, de theaterproductie waarmee ze in 2010 veel succes oogstten in binnen - en buitenland, onder meer op het festival in Avignon en in Groot-Brittannië, waar de productie in 2012 werd genomineerd voor de prestigieuze Olivier Awards. En ook van de productie En avant, marche! zijn er niet enkel opvoeringen gepland in NTGent en de Vlaamse opera in Antwerpen, maar volgen er ook voorstellingen in Luxemburg stad, Montpellier, Ludwigsburg, Rome en Barcelona.
Vier acteurs en zeven muzikanten krijgen om die reden op de toneelscène elke vertoning het gezelschap van een lokale harmonie of fanfare. Voor hun nieuwe voorstelling benaderen Van Laecke en Platel het fenomeen van de muziekvereniging als een “minimaatschappij” op zich: een collectief van zeer uiteenlopende individuen dat probeert om zo goed als mogelijk één en dezelfde marsrichting aan te houden, soms met vallen en opstaan.
De muzikale leiding is in handen van componist Steven Prengels. Voor En avant, marche! beperkt hij zich niet tot het marsrepertoire, maar vertrekt ook vanuit het gekende klassieke repertoire uit de negentiende en vroege twintigste eeuw: van Giuseppe Verdi en Richard Strauss tot de Brabançonne. Deze muziek bewerkt hij, soms voor koperblazers en slagwerk, soms voor louter samenzang.
De vier acteurs en zeven muzikanten krijgen op scène telkens het gezelschap van een plaatselijke harmonie of fanfare, van de plek waar de voorstelling speelt. De acteurs musiceren mee, de muzikanten acteren mee. En avant marche! weerspiegelt een samenleving, die de anekdotiek van een fanfare overstijgt. Een 40-koppige fanfare speelt de hoofdrol in "En avant marche".
Muzikanten zijn Jonas Van Hoeydonck (trompet), Jan D’Haene (trompet), Witse Lemmens (slagwerk), Gregory Van Seghbroeck (bastuba), Niels Van Heertum (euphonium), Simon Hueting (hoorn), Lies Vandeburie (bugel) en de Koninklijke Muziekvereniging De Leiezonen uit Desselgem, een topfanfare van ongeveer 60 amateurmuzikanten o.l.v. Diederik De Roeck. Zie www.kmvdeleiezonen.be
Voor de data van alle uitvoeringen van “En Avant, Marche”, zie www.ntgent.be
Kiwanis Waregem schenkt 1.000 Kiwanis poppen aan de kinderafdeling van O.L.V. Van Lourdes Ziekenhuis Waregem. De katoenen poppen bieden de kinderen steun en troost tijdens hun verblijf in het ziekenhuis. Daarnaast kunnen de pediater en/of de verpleegkundigen aan de kinderen met behulp van de pop beter uitleggen welke ingreep of behandeling de kinderen zullen ondergaan, zoals bijvoorbeeld het aanleggen van een infuus.
De Kiwanis serviceclub heeft het project ‘Kiwanis pop’ opgezet op basis van een bezoek aan Zuid-Australië. Het project heeft verder vorm gekregen binnen Kiwanis BeLux waar verschillende ziekenhuizen nu met de pop werken. De pop is een 30 cm grote, gestileerde, katoenen pop. “Kinderen die in een ziekenhuis verblijven zijn vaak angstig voor wat hen te wachten staat en hebben gewoonweg behoefte aan een knuffelpop of een speelpop die hun ziekenhuisverblijf wat kan opvrolijken.” legt Jan De Dobbeleer, verantwoordelijke voor het project binnen Kiwanis BeLux, uit.
De kinderen kunnen de pop zelf aankleden en kleuren. Maar de pop dient ook om aan de kinderen uit te leggen wat er hen te wachten staat. Met de pop kan van alles gebeuren: hechten, opensnijden, prikken, inzwachtelen, in het gips leggen, opereren…Door het onbekende voor het patiëntje bekend en herkenbaar te maken wordt hierdoor getracht de ongerustheid en eventuele angst voor de operatie bij de kinderen te minimaliseren of zelfs helemaal weg te nemen. De pop helpt de verpleging om te voorkomen dat kinderen getraumatiseerd zijn als ze het ziekenhuis verlaten. En de pop is bovendien universeel, want ook kinderen van andere nationaliteiten snappen het zo.
Directeur Facilitaire diensten, Communicatie en Algemene zaken van O.L.V. Van Lourdes Ziekenhuis Waregem, Patrick De Groote beaamt de therapeutische werking van de pop: ”Klinieken zijn vooral voor kinderen minder aangename verblijfplaatsen en kunnen soms veel spanningen veroorzaken. Het is essentieel dat ze op een hospitaal opname - al dan niet met een chirurgische ingreep - mentaal en emotioneel worden voorbereid. De Kiwanis Pop is een beproeft concept en onze ploeg is enorm enthousiast om de pop in praktijk te gaan gebruiken”
“We zijn met Kiwanis Waregem zeer enthousiast over dit project” voegt Filip Lietaer, President van Kiwanis Waregem, toe. “De Kiwanis Pop is al jarenlang een succesvol project en we zijn blij dat het ziekenhuis in Waregem direct mee op de kar wilde springen. Zo bieden we naast het Kiwanis Huis, onze ondersteuning aan ’t Kelderke en Akaba Funk opnieuw een duurzame bijdrage aan onze regio.”
Ook dit jaar organiseert Kiwanis Waregem opnieuw hun jaarlijkse feest Kiwanis Koerse aan de Gaverbeek. De opbrengsten hiervan gaan integraal naar deze projecten. “Op vrijdag 5 juni verwachten we opnieuw zo’n 1000 mensen voor een gezellige avond met paarden (drafrennen), culinair genietenen een schitterend feest op de Waregemse renbaan.” verduidelijkt Filip Lietaer. “De opbrengsten hiervan gaan integraal naar deze sociale projecten en waarborgen onze duurzame ondersteuning.” Meer info hierover op www.kiwaniswaregem.be. Meer informatie over de Kiwanis Pop is te vinden op http://www.kiwanis-pop.be .
Streekverkenning De Groote Oorlog in de Leiestreek
Zondag 19 april 2015 kunt u met de nieuwe stadsgids Bernard Vandenbussche kennis maken met het aparte verhaal van het bevrijdingsoffensief tijdens het najaar van 1918 langs de Leievallei tussen Waregem en Machelen. De fietstocht van zo’n 30 km maakt een verbinding tussen de Amerikaanse begraafplaats in Waregem en de Franse militaire begraafplaats in Machelen-aan-de-Leie. Zo krijgen we in het spoor van jonge soldaten, het verhaal te horen van een aantal helse oorlogsweken.
Het wordt een aparte historische streekverkenning per fietsdoor de Leievallei in het spoor van De Groote Oorlog. Afspraak wordt gemaakt met de fiets zondag 19 april om 13.30 u. aan de achterkant van het station van Waregem. Na de gegidste fietstocht langs ondermeer de Amerikaanse begraafplaats Flanders Field, de Pontstraat in Kruishoutem, de Franse begraafplaats in Machelen, Machelen put, de vierfrontenbrug tussen Zulte en Oeselgem, het kasteel te Lake en het pionierspark in Vijve komt de tocht omstreeks 17.30 u. terug aan het Waregemse station.
Stadsgids Bernard Vandenbussche werkte de fietstocht historisch uit onder de titel “In het spoor van de Poilus en de Doughboys, een verkenning per fiets tussen Waregem en Machelen”. De studie verscheen als bijdrage in het 41e jaarboek van de Geschied- en Heemkundige Kring De Gaverstreke, 2013, blz 261-289.
Bernard laat u kennis maken met het aparte verhaal van het bevrijdingsoffensief tijdens het najaar van 1918 in een uithoek van de Leievallei. Tijdens een fietstocht van zo'n 30 km maken we een verbinding tussen de Amerikaanse militaire begraafplaats in Waregem en de Franse in Machelen-aan-de-Leie. In het spoor van jonge Doughboys, Poilus en Afrikaanse tirailleurs brengt een streekverteller het verhaal van deze helse oorlogsweken. Er zijn ook overgeleverde getuigenissen van streekbewoners die het geweld en de ellende over zich heen kregen. Terwijl we per fiets rustig de streek en het landschap verkennen, pikken we dit pakkend verhaal op dat zijn plaats verdient in het Groote Oorlogsverhaal 1914-18.
Thematische fietstocht
De thematische fietstocht 1914-1918 start in de Boulezlaan aan de achterzijde van het station van Waregem. Tijdens WO I was Waregem een belangrijk verkeersknooppunt voor de Duitse fronttroepen. De spoorinstallaties werden in 1917 sterk uitgebreid en op de Bilkhage was er een vliegveld. De Duitsers hebben het station echter opnieuw vernield op 19 oktober 1918 om het militair transport van de geallieerden te verhinderen.
Eerste halte wordt de nabijgelegen villa Rozenhuis in de Ter Elststraat, die bewoond was door kunstschilder Modest Huys en ontmoetingsplaats voor kunstenaars als Karel Vandewoestijne, Emile Claus, Stijn Streuvels. Huys portretteerde ook figuren als Hugo Verriest en René De Clercq en tijdens de oorlog schilder hij “De Ulanen in Vlaanderen”. Na de wapenstilstand schilderde Modest Huys puingezichten zoals de beschadigde kerk van Olsene. In de Ter Elststraat ligt ook een gedenksteen voor Michele Chimienti, een Amerikaans soldaat die op 31 oktober 1918 overleden is in de tuin van villa Ter Elst.
Volgend aandachtspunt wordt het drama in Nieuwenhove en executies door het Duits vuurpeleton. Op het oud kerkhof in de Olmstraat ligt het gezamenlijk graf voor de 16 slachtoffers van het drama op 27 maart 1918 in Nieuwenhove. Daar staat ook een herdenkingsobelisk voor René Sabbe en Oscar Verschuere, die actief waren bij de inlichtingendienst van het Engels leger. Op de markt in Waregem passeert de fietstocht het oorlogsmonument ter ere van de gesneuvelde soldaten en Zivil Arbeiter uit WO I. Wa regem werd bevrijd door de Fransen, maar aan het Leeuwke vielen vele burgerslachtoffers.
Een indrukwekkende getuige van WO I blijft uiteraard een bezoek aan Flanders Field American Cemetery. Daarna doet de tocht verder de toenmalige frontstreek van de laatste oorlogsweken aan tussen Nokere, Kruishoutem, Zulte en Olsene om aan te komen bij de tweede peiler van de tocht: de Franse militaire begraafplaats in Machelen aan de Leie. De gevechten tussen de Leie en de spoorweg Gent-Kortrijk duurden hier 12 dagen van 19 tot 31 oktober 1918. De fietstocht gaat ook naar de oude begraafplaats op de Kerkhoek, naast de brug over de gedempte Leie waar vroeger ook de dorpskerk van Olsene stond. Daar is ook de herinnering aan de Eerste Wereldoorlog heel zichtbaar. Boeiend is ook de omgeving van de Vierfrontenbrug tussen Zulte en Oeselgem en het Kasteel Te Lake. In 1912 hadden de paters oblaten dit kasteel aangekocht als eventuele pleisterplaats voor het noviciaat, maar dit kasteel als ‘Oblatenhuis’ werd niet aanvaard door de toenmalige Gentse bisschop.
Na een tocht op het fietsnetwerk langs de Leie komen we tenslotte bij het Pionierspark in Sint-Eloois-Vijve. Het nog bewaarde stationsgebouw uit 1913 verving het vroegere uit 1889 langs de overkant. Onder beide dakgoten bevinden zich kleurrijke faiences met taferelen uit de vlasnijverheid. Het oud stationnetje werd gebruikt als opslagplaats voor grasmaskers en in oktober 1918 ernstig beschadigd toen terugtrekkende Duitsers de treinsporen tot ontploffing brachten. Ook de kleine bareelwachterswoning naast het tweede spoorwegstation is beschermd. Nabij het station in Vijve richtten de Duitsers een Pionierspark in, een voorraad- en werkplaats van de Duitse genietroepen. Op zijn hoogtepunt in 1917 werkten er ruim 600 geronselde en opgeïste burgers als ijzerbewerker, houtbewerker, kleermaker, schoenmaker.
Stadsgids
De fietstocht is samengesteld door de Waregemse stadsgids Bernard Vandenbussche. Hij heeft een ruime belangstelling voor industriële archeologie, erfgoed, streekgeschiedenis, de vlasvallei. Hij is ook auteur van fietsverkenningen in Erfwoord, het tijdschrift van Erfgoed Vlaanderen van bijvoorbeeld 150 jaar kanaal Bossuit-Kortrijk, het unieke vlaszwingelmolentje in Kortrijk (Heule), Leiefietstochten van de monding van het kanaal Roeselare-Ooigem tot de Mandel, Moen, fietstochten langs vlasroterijen, …
Begin dit jaar werd hij nog voorgesteld als één van de vier nieuwe Waregemse stadsgidsen naast Linda Vande Velde, Nadine Gheysels en Rita Huys. De nieuwe stadsgidsen worden ingezet voor het rondleiden van bezoekers op de Amerikaanse begraafplaats Flanders Field, in het hart van Waregem en deelgemeenten, op de Gaverbeekhippodroom en tijdens toeristische evenementen. De nieuwkomers volgden een jaar lang het gidsen in Waregem, schreven een eindwerk over een toeristisch onderwerp en leidden een gidsbeurt voor een proefpubliek.
Woensdagavond overleed de Waregemse ereschepen Georges Vantieghem (°Harelbeke 27/02/1945 – Gent 01/04/2015). Hij blijft in de herinnering van veel Waregemnaars als een gedreven persoonlijkheid, een volbloed volksfiguur, sterk sociaal en maatschappelijk geëngageerd. Hij was zaakvoerder van het gekende Huis Bossuyt en voorzitter van tal van sportieve, sociale en handelsverenigingen. Hij was gedurende één legislatuur van 1989 tot 1994 OCMW-raadslid en twee legislaturen van 1995 tot 2006 schepen.
Georges Vantieghem leed al enige tijd aan suikerziekte, maar werd een maand geleden opgenomen in het UZ in Gent voor een operatie aan een lekkende hartklep. Er waren echter complicaties waarbij nieren en lever nog amper werkten en hij ook nog eens een longontsteking kreeg. Langs deze weg willen we onze innige deelneming betuigen met zijn echtgenote Rosa Boone (68) en zijn kinderen Nathalie (46) en Fréderic (33) en kleinkind Michel. De plechtige uitvaartdienst zal plaatshebben in de dekenale kerk St. Amandus op de markt te Waregem op donderdag 9 april 2015 om 10 uur.
Zaakvoerder
Georges Vantieghem is afkomstig van Harelbeke, meer bepaald van wijk ’t Ooste. Het was volgens hem een typische Harelbeekse gemeenschap waar ondermeer veel metsers woonden. “Mijn peter hield er een bakkerij open. Misschien dat ik daar al heel vroeg ondervond wat het is om een winkel te moeten runnen. Dat ik uiteindelijk in Waregem ben aanbeland heb ik mij nooit beklaagd. Integendeel, zelfs.”
“‘Ik was een van de laatsten die afstudeerde aan het intussen legendarische Graduaat in Waregem. Een boeiende tijd was dat. Ik leerde er veel mensen kennen die later ondernemer werden of op zijn minst kozen voor een job als middenstander. Zelf heb ik in het bekende Huis Bossuyt gewerkt in opdracht van de verffabriek, die uiteindelijk is verhuist naar Beveren-Leie. De winkel in de Stormestraat was zeer goed beklant. De overgang naar de colora-winkel in de Wijmeriestraat heb ik zelf niet meer meegemaakt, daar ik toen met pensioen kon gaan.”
Hij was actief bij het toenmalige NCMV (huidige Unizo) en ondermeer als voorzitter van het handelaarscomité van de Stormestraat en voorzitter van de handelsbeurscomité zette hij zich samen met de andere bestuursleden in voor de Waregemse middenstand. Onder zijn leiding kende de Stormestraat heel goede braderieën. Ook de handelsbeursen kenden onder zijn voorzitterschap een nieuwe impuls. Hij lanceerde Vlaanderens Bouw- en Verbouwbeurs, die tweejaarlijks tijdens de onpare jaren doorging in afwisseling met de traditionele handelsbeurs. De (Ver)Bouwbeurs stond volledig in het teken van energievriendelijk (ver)bouwen. Een ander lovenswaardig initiatief was de Horizon-beurs in 1994, een soort ‘lentebeurs met kermis’ of in feite een sport- en vrijetijdsbeurs waarbij de verenigingen nauw werden betrokken.
Politieke loopbaan
Georges Vantieghem zal ook in herinnering blijven om zijn politieke realisaties. Juist omwille van die realisaties kon hij er achteraf met voldoening naar terugblikken. “Een mooie tijd is dat geweest. Ik ben eraan begonnen toen wijlen ereburgemeester en dokter Jozef Vanryckeghem mij kwam vragen om mee op te komen voor de middenstand op de lijst van de toenmalige CVP. Dat was in 1989. Ik raakte in de OCMW-raad. De daaropvolgende twee verkiezingen haalde ik heel veel voorkeurstemmen. Voldoende om telkens schepen te zijn. Ook na 2006 had ik nog graag drie jaar de schepensjerp gedragen. Maar dat heeft niet mogen zijn.”
Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1988 haalde hij 769 voorkeurstemmen en werd vanaf 1989 OCMW-raadslid. Zijn veelzijdige initiatieven resulteerden bij de gemeenteraadsverkiezingen in 1994 tot een monsterscore van 1988 voorkeurstemmen, waarmee hij onmiddellijk schepen werd van sport, sociale zaken, informatie, feestelijkheden. In 2000 bevestigde hij met 1833 voorkeurstemmen en kon zijn werk als schepen verderzetten. Die twaalf jaar schepen betekenen dat we hem ook ere-schepen van de stad Waregem mogen betitelen. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 haalde hij nog 1508 voorkeurstemmen en had hij er graag nog twee jaar bijgedaan in een gedeeld mandaat met Kristof Chanterie. Maar dat werd hem niet meer gegund. Hij werd langs de kant gezet wegens de interne afspraken tussen de standen en het feit dat de middenstand al de burgemeester had en aldus minder mandaten kon invullen. Hij bleef wel zijn mandaat van gemeenteraadslid opnemen. “Wat ik vooral overhoud aan die politieke jaren is de dankbaarheid van de mensen voor wie je iets hebt gedaan. En ook: verschillende projecten die ik er met de collega’s van het schepencollege heb doorgekregen.”
De vernieuwing en uitbreiding van het zwembad in sportcentrum de Treffer beschouwde hij als zijn mooiste realisatie. “Dat was letterlijk een voltreffer, zo blijkt nu. Want wij staan in de toptien van de meest bezochte Vlaamse zwembaden. Dat komt omdat wij er verschillende waterpartijen hebben waar iedereen op een of andere manier zwem-of waterplezier aan heeft. Het was een dure maar bijzonder goeie investering in elk geval."
In zijn bevoegdheden sociale zaken, feestelijkheden en sport nam hij heel wat initiatieven, waardig voor Waregem in het statuut van stad. Vooral als sportschepen legde hij een indrukwekkend parcours af en zette Waregem opnieuw op de kaart als sportgemeente. We denken hier zowel aan het sportleven in de nieuwe sporthal en het zwembad De Treffer, als aan de ondersteunende initiatieven voor de diverse sportverenigingen. Als voorzitter van de joggingclub bewerkte hij de komst van een joggingpiste in het sportstadion. Hij was ook voorzitter van Somival – sport en ontspanning voor minder validen.
Niets was hem teveel om samen met een werkgroep het wereldkampioenschap wielrennen naar Waregem te halen. Het project 2002 werd jarenlang voorbereid en met zijn werkgroep ging hij het project gaan promoten bij de wereldkampioenschappen in Italië en Valkenburg. Dwars door België werd Dwars door Vlaanderen met Kortrijk als partner-startplaats. Bedoeling was 700 jaar na de Gulden Sporenslag het wereldkampîoenschap tijdrit symbolisch te laten doorgaan tussen Kortrijk en Waregem. De dioxinecrisis en de toenmalige paarsgeelgroene coalitie saboteerde echter Waregem en steunde Zolder. De ontgoocheling van het missen van het wereldkampioenschap wielrennen in 2002, 45 jaar na het exploot in 1957, was voor hem het sein naar een nieuwe uitdaging : de tour naar Waregem halen.
Heel wat initiatieven werden opgestart onder zijn impuls. We denken hier bijvoorbeeld aan de ijspiste, Kiwanishuis en andere sociale projecten zoals het voetbaltornooi van de schepen.
Minister Crevits start bouw Passiefschool Hemelvaart
Vanavond maandag 23 maart 2015 legt Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits symbolisch de eerste steen voor de nieuwbouw van Hemelvaart. Het gaat om een energiezuinige passiefbouw van meer dan 4000 m2. 1550 leerlingen en leerkrachten kunnen vanaf 1 september 2016 terecht in een multifunctioneel en duurzaam gebouw. Het gaat om een totale investering van bijna 11 miljoen euro. De nieuwbouw past in het publiek-private programma Scholen van Morgen.
Hemelvaart wil hiermee een voorbeeld stellen naar de leerlingen toe en aangeven hoe belangrijk het milieu en zuinig omgaan met energie is. Dit bouwproject wordt gerealiseerd via de publiek-private samenwerking 'Scholen van Morgen', de inhaalbeweging scholenbouw van de Vlaamse overheid.
Begin januari startte de aannemer Antwerpse Bouwwerken met de afbraakwerken van blok G, blok F (het oude ziekenhuis) en de huizen aan de overkant. De oplevering van het nieuwe schoolgebouw is voorzien voor 30 juni 2016. De gebouwen worden in gebruik genomen op 1 september 2016.
Voor de sporthal komt een nieuwe keuken en refter met een capaciteit van 350 leerlingen. Ook de leerkrachten nemen een nieuwe refter in gebruik. Het tweede schoolgebouw dat aansluit bij campus Keukeldam zal verschillende functies hebben. Het gebouw krijgt drie bouwlagen. Naast een officiële inkom zal er plaats zijn voor 9 gewone klaslokalen en 3 computerlokalen. Er komt een klaslokaal speciaal voor de richting Kantoor: een klas ingericht als een echt kantoor zodat de latere werkomgeving gesimuleerd kan worden.
Verder is er een auditorium met een capaciteit van 250 leerlingen, aansluitend een atrium waar recepties kunnen doorgaan. Er zijn ook twee vergaderruimtes voorzien. Ook de directie neemt haar intrek in de nieuwbouw. Er komt een etalage langs de straatkant. Sanitaire voorzieningen zijn er voor jongens, meisjes en rolstoelgebruikers. Het complex werd ontworpen door L&A architects & engineering.
De totale investeringskost voor het Hemelvaartinstituut bedraagt 10,9 miljoen euro.
Bouwen met Scholen van Morgen
Via de publiek-private samenwerking DBFM Scholen van Morgen staan in Vlaanderen in totaal 165 nieuwbouw en/of renovatieprojecten gepland over alle onderwijsnetten heen. De vennootschap staat in voor het ontwerp, de bouw, de financiering en het 30-jarig onderhoud van de schoolgebouwen. Verspreid over heel Vlaanderen werden reeds meer dan 70 bouwwerven opgestart. De eerste "School van Morgen", het GTI in Londerzeel, is al in gebruik genomen.
Het O.L.V-Hemelvaartinstituut aan de Markt in Waregem biedt ASO, TSO en BSO aan. In de school volgen 1.400 leerlingen les en werken 150 leerkrachten. Een deel van de bestaande gebouwen zijn verouderd. Het waren oorspronkelijk woonhuizen waardoor de oppervlaktes van de klaslokalen te klein zijn voor eigentijds onderwijs.
Schoolgebouw en refter
Het nieuwe complex telt iets meer dan 4.195 vierkante meter gebouwoppervlakte en bestaat uit een schoolgebouw en een refter. Het schoolcomplex bevat onder meer klaslokalen, computerlokalen, een auditorium, een administratief deel en een nieuw sanitair blok. Eén klaslokaal wordt ingericht als een echt kantoor. Zo kunnen leerlingen uit de richting Kantoor aan de slag in een gesimuleerde werkomgeving. Iets verder op het terrein komt een reftergebouw met een schoolrestaurant voorzien van een nieuwe keuken. Er is ook ruimte voor een ondergrondse fietsenberging. De multifunctionele infrastructuur biedt tegelijk kansen naar naschools gebruik voor de inwoners en verenigingen van Waregem. De nieuwbouw betekent een investering van om en bij de 11 miljoen euro en zal klaar zijn op 1 september 2016.
Passiefbouw
Het O.L.V-Hemelvaartinstituut gaat voor een duurzame toekomst en kiest voor passiefbouw. Passiefscholen beperken het energieverlies maximaal. De gas- en elektriciteitsfacturen liggen 75% lager dan bij traditionele schoolgebouwen. De keuze voor passiefbouw sluit aan bij de ambities van de school. Het Hemelvaartinstituut nodigt hun leerlingen uit tot engagement om mee de maatschappij van morgen te maken. Binnen en buiten de lessen is er aandacht voor duurzaamheid. De energiehuishouding van het gebouw zal worden opengesteld zodat leerlingen en ouders de voordelen van passiefbouwen in de praktijk zien.
De nieuwbouw past in het DBFM-programma ‘Scholen van Morgen’. Die vennootschap staat in voor het ontwerp, de bouw, de financiering en het 30-jarige onderhoud van de schoolgebouwen. Via die publiek-private samenwerking staan in Vlaanderen 165 nieuwbouw- en/of renovatieprojecten op stapel. Dat betekent de realisatie van 200 nieuwe schoolgebouwen. In de provincie West-Vlaanderen alleen al zijn er zo 35 scholenbouwprojecten voorzien. Goed voor 104.000m2 bouwoppervlakte en een investeringsbedrag van 245 miljoen euro. Voor heel Vlaanderen gaat het om een investeringsbedrag van 1,5 miljard euro. Dit schooljaar zijn er al meer dan 65 schoolbouwwerven in Vlaanderen opgestart. Tegen het einde van dit jaar zullen dat er een 100-tal zijn.
Om de grote nood aan moderne en degelijke schoolinfrastructuur in Vlaanderen aan te pakken komt er naast het DBFM-programma een Masterplan Scholenbouw. Dat Masterplan zal de grote lijnen uittekenen over hoe in de toekomst de schoolinfrastructuur zal worden aangepakt, zowel renovatie van het verouderde schoolpatrimonium als het creëren van voldoende schoolcapaciteit in specifieke gebieden. Dit jaar wordt er in 50 miljoen euro bovenop het bestaande budget voorzien.
Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits : “ De nieuwe gebouwen voor het O.L.V-Hemelvaartinstituut in Waregem zullen het toekomstige beeld van het centrum van de stad mee bepalen. Met passiefbouw kiest het O.L.V.-Hemelvaartinstituut bewust voor die duurzame toekomst. Het project is niet louter economisch en ecologisch ‘winstgevend’, maar is vooral een educatief middel om verder te werken aan de milieubewustmaking van de leerlingen en hun ouders. Er gaat bijzondere aandacht naar het naschools gebruik, comfort en duurzaamheid. Deze school biedt met haar aanpak inspiratie voor andere scholen in Vlaanderen.”
GreenHouse Dienstencheques engageert zich om het komende jaar 300 extra arbeidsplaatsen te creëren voor huishoudhulpen. Daarvoor wordt het kantorennetwerk uitgebreid naar 30 én zijn er ook bijkomende vacatures voor bedienden. Dit engagement komt er omdat de Vlaamse Regering extra zuurstof geeft aan de sector van de dienstencheques. Maar ook omdat er door de professionalisering steeds meer malafide of zwakkere dienstenchequebedrijven verdwijnen.
GreenHouse ziet de toekomst rooskleurig in en wil haar rol als voortrekker blijven waarmaken. Het bezoek van de Vlaamse Minister van Werk Philippe Muyters (NVA) is een belangrijke stimulans voor het bedrijf en een hart onder de riem voor de 2800 werknemers.
Philip Nichelson, afgevaardigd bestuurder van GreenHouse : "Vanaf 1 april 2015 zijn de dienstencheques een regionale materie. De Vlaamse Regering ziet onze sector als een belangrijke pijler van het arbeidsmarktbeleid. De voorbije 12 jaar hebben de verschillende ministers van Werk elk hun eigen klemtonen gelegd. Dit zorgde ervoor dat het voor ons moeilijk was een lange¬termijnbeleid te voeren. Door de stabiliteit die de Vlaamse Minister van Werk nu belooft komen we eindelijk in een periode van rust en rechtszekerheid : dat is heel belangrijk voor de gebruikers van dienstencheques en voor de tienduizenden werknemers in deze sector. Wij garanderen ons personeel werkzekerheid".
GreenHouse Dienstencheques werd samen met de introductie van de dienstencheques opgericht in 2003. Het bedrijf evolueerde tot een professioneel gerunde onderneming met op vandaag 2800 werknemers en 27 kantoren. Het beleid concentreert zich op drie 'werven' : kwaliteit van de dienstverlening, een perfecte administratie en een persoonsgerichte communicatie. Een belangrijk aspect is de continue vorming en begeleiding van zowel de huishoudhulpen als het omkaderend personeel. Philip Nichelson : "Nieuwe huishoudhulpen krijgen bij ons een startcursus van negen uur maar worden ook nadien bijgestaan door een praktijkcoach. Voor nieuwe bedienden is er een intense opleiding : zo kunnen we onze klanten en medewerkers op een professionele manier begeleiden. Amateurisme kan niet bij ons".
De sector van de dienstencheques professionaliseert in sneltempo. De strikte overheidsreglementering en de toegenomen sectorale akkoorden verplichten bedrijven tot efficiënt en nauwgezet werken. Van november 2014 tot op 31 januari 2015 zijn er in België maar liefst 50 dienstenchequeondernemingen verdwenen. In Vlaanderen zijn er dat in diezelfde periode 15. Nationaal komen we van een 2700 bedrijven : in anderhalfjaar is dit gereduceerd tot 2141. Philip Nichelson : "Maar dit is eigenlijk géén slecht nieuws. De toegenomen professionalisering komt ten goede aan de gebruikers en de werknemers. Zij willen genieten van een degelijke dienstverlening, correcte afspraken en financieel stabiele ondernemingen. Ook voor de overheid biedt deze afslanking van het aantal dienstenchequebedrijven voordelen : de sector wordt transparanter en zo beter beheersbaar. Cowboytoestanden zijn gedoemd om te verdwijnen".
"Wat discriminatie betreft, kan ik zeggen dat dit bij GreenHouse een non-issue is. We hebben al altijd een inclusief beleid gevoerd. Dat resulteert in een grote verscheidenheid aan werknemers zowel wat betreft afkomst, religie als seksuele geaardheid of leeftijd", besluit Philip Nichelson.
Minister Muyters brengt vertrouwen
De visie van Minister van Werk Muyters en de Vlaamse regering boezemt het bedrijf alle vertrouwen in voor meer stabiliteit, continuïteit en zuurstof voor de sector. Philip Muyters bevestigde in zijn toespraak die verwachtingen :
“Dankzij 6e staatshervorming zijn dienstencheques bevoegdheid van regio’s. Vanaf 1 januari 2016 is Vlaanderen echt (operationeel) bevoegd (eigenlijk al sinds 1/7/14). We hebben afgesproken in het regeerakkoord dat we het systeem verder zetten. We hebben daarbij drie duidelijke doelen:
- Mensen die werken ondersteunen in de vaak zware combinatie van job en gezin
- Laaggeschoolde en/of langdurig werkzoekenden aan een job helpen
- Zwartwerk tegengaan
Daarom kiezen we er met Vlareg dus ook voor om prijs én fiscale aftrekbaarheid te behouden. (uiteraard binnen huidige budgettaire context!). Waar we kunnen, willen we het systeem ook nog verbeteren door vereenvoudiging en minder administratieve lasten voor gebruikers, maar vooral ook voor dienstenchequebedrijven.
Zo willen we bvb 60%-regel afschaffen: u weet wel: de regel die dienstenchequebedrijven verplicht om minstens 6 van de 10 aanwervingen voor te behouden voor werkzoekenden en leefloners. Hierbij geldt natuurlijk de voorwaarde dat we kortgeschoolde en langdurig werkzoekende mensen op andere manieren voldoende toeleiden. Het blijft absoluut het doel om vooral hen aan te trekken. Maar vanaf 1 april is dit niet langer verplicht, wat voor enorme administratieve vereenvoudiging zal zorgen.
We kiezen radicaal voor automatisering en digitalisering, maar dit vraagt enorme aanpassing. Voorlopig blijven we op korte termijn dus met 1 aangestelde uitgiftemaatschappij werken, zoals dat tot nu toe steeds het geval was. Een nieuwe offerteaanvraag wordt voorbereid, een opdracht die zou lopen vanaf 1 jan 2016. We zoeken uit hoe dit zo vlot mogelijk kan, met minder kans op juridische geschillen dan dat nu soms het geval is. Door het op deze manier aan te pakken, hopen we overdracht zo gemakkelijk mogelijk te maken.
Ondertussen ondernemen we de nodige stappen om elektronisch dienstenplatform op te zetten. Daarvoor gaan we de huidige werkwijze grondig herdenken. We denken aan een digitaal uitwisselingsplatform tussen gebruikers, dienstencheque-ondernemingen en overheid. Bij uitbreiding kunnen we dit misschien ook inzetten voor gelijkaardige transacties (vb: opleidingscheques - loopbaancheques). Mensen kunnen zo terecht bij één digitaal platform voor alles wat met werk te maken heeft.
We starten met de studie om gefundeerd en optimaal te kunnen kiezen voor de beste optie. We beseffen daarbij dat de financiële toestand van dienstenchequebedrijven niet altijd evident is. De rentabiliteit daalt bij elke loonsindexering.”
Ten slotte toonde de minister zich tevreden dit bedrijf te kunnen bezoeken. Want de laatste week enorm heeft hij veel negatieve berichten gehoord over de dienstenchequesector, waar vele het niet zo nauw zouden nemen met respect tegen discriminatie. “Hier bij GreenHouse hangt een heel andere sfeer: positief, open, fris. Alleen al jullie reactie op de berichten in de pers over discriminatie in de sector vind ik fantastisch: jullie verwijzen niet eens naar jullie diversiteitscharter dat jullie al jaren hebben, maar geven een antwoord waar ik me helemaal kan in vinden: - Wij geloven in de positieve kracht van diversiteit. Medewerkers die beschikken over de nodige competenties en met het hart op de juiste plaats, dat maakt GreenHouse sterk! -.
Dit zegt het helemaal: nadruk op talenten en competenties van elke individuele werknemer. Bovendien is dit terug te vinden in hele manier van werken: werknemers krijgen een uitgebreide opleiding en coaching, maar ook aandacht voor wat werknemers buiten de werkvloer graag doen en goed kunnen. Vaak komt dat ook tot uiting op de vele initiatieven die jullie lokale kantoren organiseren om band tussen collega’s te versterken, want lijkt me geen evidentie als dienstenchequemedewerkers die voornamelijk alleen bij klanten langsgaan. Kortom: jullie proberen duidelijk sfeervolle leefwereld te zijn voor jullie medewerkers. Zo zijn jullie inderdaad de grootste familie van het land!”
De Waregemse stadsgidsen hebben een oorlogswandeling uitgetekend. Tijdens de begeleide tocht ontdek je aan de hand van oude foto’s de sporen van de Eerste Wereldoorlog in Waregem. De wandeling leidt je langs de plaatsen in Waregem die belangrijk zijn geweest tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Bombardement in toenmalige Nieuwstraat (Guido Gezellestraat)
Naar aanleiding van de herdenking van 100 jaar Eerste Wereldoorlog creëerden de Waregemse stadsgidsen, in samenwerking met het stadsarchief, een nieuwe gidsbeurt langs de gebouwen, monumenten en straatnamen in het centrum van Waregem die nog herinneren aan de Groote Oorlog, en de andere sporen die de oorlog heeft achtergelaten in het Waregemse straatbeeld. De gidsbeurt is bedoeld voor de Waregemse scholen, verenigingen en alle geïnteresseerde groepen.
Onderweg vertelt de gids verhalen en anekdotes en toont hij grote foto’s die tijdens de bezetting en bevrijding werden genomen. De oorlog eindigde in Waregem met een driest hoogtepunt op de Markt. Op 24 oktober 1918 werd Waregem langs twee kanten aangevallen, aangezien de Duitsers aan de kant van ’t Leeuwke zaten en de Fransen hun bommen over het centrum moesten smijten om hen te raken. Enkele dagen later werden we bevrijd, maar alles lag wel plat.
Stadsgids Patrick Meuris : “Op 4 augustus 1914 viel het leger van keizer Wilhelm II het neutrale België binnen. Een kleine drie weken later, op zondag 23 augustus 1914, bereikten de eerste Duitse verkenners via de Anzegemseweg de grens van Waregem, waar ze werden opgewacht door veldwachter Amédée Vanhoutte. Hij overhandigde hen de boodschap van burgemeester Jean Bouckaert dat Waregem zich vreedzaam overgaf, om bloedvergieten zoals eerder in Dinant, Leuven en Aarschot te vermijden. Het was het begin van vier lange jaren van bezetting, angst en honger. Waregem werd ingedeeld in het Etappengebiet van het 4de Duitse leger, dat geleid werd vanuit Tielt, en omgebouwd tot aanvoerstation voor troepen, wapens, munitie en voorraden richting het front in de Westhoek.
Eind oktober 1918 werd Waregem met veel wapengeweld bevrijd door Franse en Amerikaanse troepen. Twee weken later verstomden de geweren, mitrailleurs en kanonnen en kon de uitgeputte bevolking beginnen aan de heropbouw van het vernielde en leeggeplunderde land. In Waregem betekende dit concreet de heropbouw van het station, de kerk en het centrum, het begraven van de gesneuvelde en geëxecuteerde Waregemnaren en de van ontbering omgekomen zivilarbeiter en het aanleggen van een begraafplaats voor de Amerikaanse bevrijders.
De gidsbeurt begint met het verhaal van Waregem vlak vóór WOI, met de industrialisering, de eerste elektriciteit, de schitterende nieuwe panden en villa’s, de hoogdagen van Waregem Koerse, de hoge scholingsgraad, de eerste toneelvoorstellingen met actrices op het podium en de allereerste filmvoorstelling in Waregem, met pianobegeleiding. Maar ook de kloof tussen rijk en arm en de grote staking van 1913.
In het tweede deel komt het begin van de oorlog en de bezetting aan bod, met de inval van de Duitsers, de installatie van het Duitse militaire bestuur, de avondklok en reisbeperkingen voor de bevolking, de inkwartiering van 7.000 Duitse militairen in Waregem, de verplichte tewerkstelling in de ateliers in het centrum en het pionierspark in Sint-Eloois-Vijve, de inventarisering en opeising van alle rollend materieel, voedingsproducten, metalen en andere goederen, de vele verordeningen en beperkingen, de armoede en vluchtelingen, de dwangarbeid in Duitsland en Frankrijk, de spionage, gevangenzetting en executies… Kortom, de manier waarop de Waregemnaren de 4 oorlogsjaren beleefd en overleefd hebben. Ook het verhaal van het drama van Nieuwenhove komt aan bod, waar op 27 maart 1918 bij een tragisch ongeval 15 kinderen gedood werden door een Duitse obus.
In het derde deel vertelt de gids het verhaal van de bevrijding eind oktober, toen Franse en Amerikaanse troepen bijna 2 weken lang gevochten hebben om de Leie over te steken en de Duitsers te verdrijven uit Waregem, ten koste van honderden militaire slachtoffers en vele tientallen burgerdoden, en met een enorme verwoesting van het centrum als gevolg. De wandeling volgt het spoor van de geallieerden door het centrum, van west naar oost, en toont hoe de Duitsers dag per dag verder achteruit gedrongen werden, achter de spoorweg, de Gaverbeek en uiteindelijk de bossen en heuvels tussen Waregem, Anzegem en Wortegem. Pas op 1 november 1918 was Waregem definitief bevrijd en konden de Waregemse vluchtelingen terugkeren naar hun kapotgeschoten huizen.
De wandeling maakt een achtvormige lus door het centrum en passeert o.a. langs de Oude Olm, het station, de ter Elststraat, de Gaverbeekse meersen, de markt, de Keukeldam en het Park Casier. Onderweg vertelt de gids verhalen en anekdotes en toont grote originele foto’s genomen tijdens de bezetting en vlak na de bevrijding. De wandeling kan geboekt worden bij de Waregemse Dienst voor Toerisme, www.waregem.be/toerisme, toerisme@waregem.be, tel. 056 62 12 37 en kost 50 EUR voor een groep van maximum 25 personen. Meer info over Waregem tijdens de Eerste Wereldoorlog is te lezen op de websites van het stadsarchief (www.waregem.be/archief) en de Waregemse Gidsenkring (www.gavergids.be). De stadsgidsen werken ook nog aan een brochure met een wandeling en fietstocht langs de sporen van de Eerste Wereldoorlog in Waregem en Sint-Eloois-Vijve, die zal verschijnen in de lente van 2015.”
De stadsgidsen stellen de nieuwe stadswandeling voor tijdens de lente-uitstap op 12 april van de leden van de gidsenkring. Binnenkort staan er rondleidingen voor scholen op het programma. In het najaar is er nog een open voorstelling van de achtvormige wandellus voor de Waregemnaars. De gidsbeurt is er op maat van iedereen. De wandeling kan aangepast worden volgens de doelgroep.
Vorige dinsdagavond 10 februari 2015 mocht cultuurschepen Pietro Iacopucci bij een plechtigheid in de stadswinkel officiëel de ‘zilveren troffel’ in ontvangst nemen. Dit memorabel truweel werd op 5 juli 1842 gebruikt bij de eestesteenlegging van de barrage over de Leie in Sint-Eloois-Vijve en komt door bemiddeling van de Nederlandse juwelier Steph Vaessen terug definitief naar Waregem. De toenmalige minister van Openbare Werken Leander Desmaisières werd voor dit plechtig moment bijgestaan door de toenmalige burgemeesters van Waregem, Sint-Eloois-Vijve en Wakken. De troffel wordt voorlopig tentoongesteld in de stadswinkel, waarna ze een plaatsje zal krijgen in de leeszaal van het stadsarchief.
Door de opkomst van het scheepvaartverkeer en de talrijke overstromingen werden vanaf 1820 langs de Leie heel wat stuwsluizen herbouwd, brugopeningen verruimd en meanders doorgestoken. Ook in Sint-Eloois-Vijve werden in die periode reeds plannen gemaakt voor een nieuwe sluis en een barrage. Toch kwam er pas na de overstroming van 1840 echt schot in de zaak.
Het Koninklijk Besluit van 29 maart 1841 voorzag in het bouwen van een barrage. Datzelfde jaar werd een stuk van de Leie rechtgetrokken, waardoor een noordelijke en een zuidelijke arm ontstonden. Het jaar erop werd gestart met de aanleg van een barrage op de nieuwe vertakking. Op 5 juli 1842 legde L Desmaisières, minister van openbare werken, in het gezelschap van Petrus Verougstraete, burgemeester van Sint-Eloois-Vijve, en de burgemeesters van Waregem en Wakken, de heren Huys en De Borggraeve, de eerste steen. Ook aannemer HJ. Damman was van de partij. Op 6 juli 1844 werd krachtens ministerieel besluit Augustin- Jean Bekaert tot eerste 'ontvanger der scheepsvaertrechten' aangesteld.
Inhuldiging zilveren truweel
Schepen van cultuur Pietro Iacopucci toonde zich vorige dinsdagavond heel vereerd en dankbaar de schenking van de zilveren troffel te mogen in ontvangst nemen. Hij noemde de zilveren truweel uit 1842 ‘een knap stuk erfgoed’, dat door de familie Desmaisières aan het stadsarchief van Waregem werd geschonken in 2014. Dit gebeurde door bemiddeling van de Nederlandse juwelier Steph Vaessen die als tussenpersoon fungeerde, en die er dus voor zorgde dat de troffel zijn weg terugvond naar Waregem
Schepen Iacopucci : “Deze troffel werd in 1842 gebruikt voor de eerste steenlegging van de barrage te Sint-Eloois Vijve. De troffel is een waardevol stuk dat herinnert aan één van de allereerste grote bouwwerken in Groot-Waregem sedert de onafhankelijkheid van België. Reeds voor de onafhankelijkheid van België circuleerden er plannen om het overstromingsgevaar in te dijken en het waterpeil van de Leie beter te kunnen beheersen. Uiteindelijk werden die plannen concreet na de onafhankelijkheid en na een zoveelste erge overstroming, toen het KB van 29 maart 1841 voorzag in het bouwen van een barrage over de Leie te Sint Eloois Vijve.
Het is als lid van de zevende Belgische regering Nothomb dat toenmalig minister van Openbare Werken Leander Desmaisières naar Waregem kwam voor de eerste steenlegging van de barrage. Dit gebeurde in gezelschap van burgemeester van Sint Eloois Vijve Peter Verougstraete, en de burgemeesters van Waregem en Wakken, de heren Huys en De Borggraeve.
Op 6 juli 1844 werd de eerste ontvanger der scheepsvaertrechten, de heer Augustin Jean Bekaert aangesteld. Archiefdocumenten leren ons dat er meer dan 300 jaar eerder ook al een tolbrug had gelegen over de Leie, eigendom van de burggraaf van Vijve, die toen ook al tolrechten invoerde voor de oversteek. Een wagen getrokken door vier paarden kostte 7 penningen, een paard met twee korven kostte 2 penningen, een koe 1 penning en een schaap en een varken een halve penning. Een vrouw geladen met pak en zak kostte evenveel als een varken (info Marcel Delmotte en Filips Benoit).
De komst van minister Desmaisières, die tegelijk gouverneur van Oost Vlaanderen was, kaderde waarschijnlijk ook een beetje in de noodzakelijke profilering voor de verkiezingen van juni 1843. Inzet van die verkiezingen was puur economisch, zijnde de strijd van de traditionele landbouweconomie gedomineerd door grondbezittende adel en kerk versus het nieuwe industriële kapitalisme dat als een aanslag op de samenleving werd beschouwd. Voor Desmaisières werd in de campagne vaak verwezen naar zijn verdiensten als minister van openbare werken: ‘de vermeerdering der inkomsten van den yzeren weg, wienst dienst spoediger en min kostelyk gewerden was was uytsluytendlyk het werk van uwen tegenwoordigen gouverneur. Met grootelyks de onkosten van den yzeren weg te verminderen, en den zelven meer te doen opbrengen, had hij verscheyde miljoenen franks gespaerd.’
De bouw van de Barrage kan ook gezien tegen de achtergrond van de Belgische revolutie, industriële revolutie en zelfs ook een culturele revolutie. De aanleg van de barrage veranderde de dorpskern sterk en zo verscheen als gevolg daarvan het Gildhuis, later gekend als Ter Leie, waar Emiel Claus geboren werd in 1849.
De tweede sasmeester die de reeds genoemde Augustin Jean Bekaert opvolgde, was de heer Jacobus Petrus Benoit en dat is de vader van de musicus Peter Benoit die zijn oratorium De Oorlog eind 1870 in het huisje van zijn vader in Vijve componeerde. In 1885 schreef Peter Benoit: ‘het sashuis van Vijve, dat mijn vader als sluismeester-ontvanger gedurende ettelijke jaren bewoonde is het aantrekkelijkste en schoonse aller leiesashuizen.’ Zo ziet u dat de barrage ook mee aan de oorsprong ligt van onze cultuur.”
Tot slot dankte onze Cultuurschpen nog de milde schenkers van deze troffel, de familie Desmaisières, de bemiddelaar de heer Vaessen en hij dankte ook onze archiefdienst en technische dienst voor de mooie presentatie van dit prachtstuk.
De Barrage
De barrage lag op een afzonderlijke aftakking van de Leie en had een houten brug. De barrage bestond uit vier doorgangen en een landhoofd. Het was de taak van de sasmeester om in geval van overstromingsgevaar, via het loopbruggetje de schutbalken zo vlug mogelijk te verwijderen en ze na de vloed op tijd en stond weer terug te plaatsen. Dit werk was niet gemakkelijk en nam heel wat tijd in beslag. Na een hevige regenval op Allerheiligen 1894 was de toevloed van het water zo groot dat er een toch een grote overstroming was en het vlas uit de hekken zwalpte. Er werd beweerd dat de sasmeester te laat opgetreden was.
Door een van de vier doorgangen konden ook schepen passeren. Ook hier moest de sasmeester telkens de schutbalk verwijderen en terugplaatsen. Daarom dan ook dat ongeveer 20 jaar later in 1863 op de oude (zuidelijke) arm van de Leie een nieuwe sluis werd gebouwd. Het uitvoeren van de werken aan de sluis, in baksteenmetselwerk en voorzien van houten puntdeuren, kostte 1532 franken. Men hoopte langs deze weg de schepen gemakkelijker en vlotter te kunnen laten passeren.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog geraakten barrage en sluis, net als het huis van sasmeester, licht beschadigd, maar konden kort na de oorlog worden gerestaureerd. Het huis van de hulpsasmeester werd volledig verwoest, maar werd heropgebouwd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de schade echter een stuk groter en kon ze niet meer hersteld worden. In het begin van de jaren 50' werd de barrage dan ook vervangen door een nieuwe brug, terwijl er een nieuwe sluis werd aangelegd, enkele honderden meters verder op de Leie. De oude arm van de Leie, waar voordien de sluis was, zou dan ook een aantal jaar later worden drooggelegd.
Ontwerp nieuw parkeerbeleidsplan voor stadscentrum
De laatste jaren is de parkeerdruk in het Waregemse stadscentrum toegenomen. Daarom grijpt de stad de parking in het project Zuidboulevard aan om het volledig parkeerbeleid in het centrum onder de loep te nemen. Na twee jaar van intensief onderzoek heeft de stad een ontwerp van parkeerbeleidsplan klaar. De grote krachtlijnen in het plan vormen de basis van het toekomstig parkeren in het stadscentrum. In de komende maanden wordt dit plan in overleg met alle belanghebbenden verder uitgelegd en uitgewerkt.
Vorige zaterdag 17 januari 2015 kregen de gemeenteraadsleden inzage in het ontwerp voor een nieuw parkeerbeleidsplan voor het stadscentrum in Waregem. Er volgt nu een informatieperiode met overleg- en infovergaderingen voor verschillende doelgroepen. De gemeenteraadsleden gaan vanaf volgende maand in debat om volgens de huidige planning het definitieve plan te kunnen goedkeuren in de gemeenteraad van juni of juli 2015. Het parkeerbeleidsplan zou dan van kracht worden bij de inhuldiging in de lente volgend jaar lvan de nieuwe parkeerhaven onder de Boulevard.
Doelstelling
Het is de bedoeling om tot een beter parkeerbeleid te komen: een eerlijk, gastvrij en eenvoudig plan; op maat van elke doelgroep; minder parkeerzoekverkeer, minder foutparkeerders, minder hinder voor fietsers en voetgangers. Dit beleidsplan is geen nieuwe bron van inkomsten maar wel opgemaakt om budgetneutraal te zijn.
Verschillende zones
Het stadscentrum wordt opgesplitst in drie verschillende zones: (1) de Markt + aansluitende winkelstraten, (2) het ruimere centrum richting station / hippodroom / Regenboogstadion en (3) de ondergrondse parkings onder Het Pand en de Zuidboulevard.
Overdag gelden gunstige parkeertarieven, afhankelijk van de zone. In de zones 1 en 2 kan iedereen bovendien gratis parkeren tussen 19.00u. en 9.00u. én is het eerste halfuur parkeren overdag gratis (t.o.v. slechts 15 minuten nu). Dat zorgt ervoor dat iedereen nog zorgeloos kan binnenspringen bij de lokale handelszaak. Voor de bewoners in deze zones is er overal een bewonerskaart mogelijk. In de meeste gevallen is de eerste kaart zelfs gratis. Voor zone 2 zijn er ook goedkope abonnementen voorzien. Een abonnement zou ook mogelijk zijn voor de ondergrondse parkings, waar eveneens aangepaste tarieven gelden.
Gratis langparkeren
Op slechts 5 minuten stappen van het stadscentrum blijven er ook in het nieuwe plan honderden gratis parkeerplaatsen beschikbaar. Gratis langparkeren blijft mogelijk aan Waregem Expo, het Jeugdcentrum en langs de Ring. Een groot deel van het centrum ten noorden van de Markt wordt blauwe zone, waar iedereen gratis (en maximum) 2 uren kan parkeren.
Het stadsbestuur is ervan overtuigd dat dit plan een oplossing kan bieden voor de grootste parkeerergernissen die uit het parkeeronderzoek naar voor kwamen. De verdere praktische invulling van het plan gebeurt in de komende maanden, de praktische implementatie gebeurt samen met de opening van de ondergrondse parking in de Zuidboulevard midden 2016.
42e jaarboek van Geschiedkundige kring De Gaverstreke
Dinsdag 16 december 2014 om 20 u. stelt voorzitter Guy Algoet het 42e jaarboek voor van de Geschied- en Heemkundige Kring De Gaverstreke. Traditioneel gaat de voorstelling de derde dinsdag van december door in de oranjezaal van het cultuurcentrum De Schakel in een gecombineerde organisatie met de plaatselijke Davidsfondsafdeling. Het is niet moeilijk om raden dat het onderwerp van de gratis voordracht dit jaar handelt over de Eerste Wereldoorlog in Waregem met Marcel Delmotte als deskundige spreker. Het nieuwe jaarboek is vanaf die avond ter beschikking en kan dan worden afgehaald.
Voorzitter Guy Algoet : “We zijn al aan ons 42e jaarboek en in de loop der jaren konden al heel wat geheimen van onze streekgeschiedenis worden opgehelderd. Met het nieuwe jaarboek bieden we over 420 blzé. opnieuw een rijk aanbod aan onderwerpen. Uiteraard geven we inkijk bij de dramatische Eerste Wereldoorlog 100 jaar geleden, maar we gaan ook terug naar de tijd van de Franse Revolutie en Waregemnaars in dienst van Napoleon Bonaparte en de Heren van Nieuwenhove (15e - 17e eeuw) en Poeke in Beveren-Leie.”
In het kader van de herdenking van de Grote Oorlog 1914-1918 krijgen we een vervolg van het oorlogsdagboek van de Waregemse frontsoldaat Julien Vandenberghe. In het tweede deel komt de frontperiode aan de IJzer aan bod van 24 oktober 1915 tot 18 juli 1917. Het betreft het epische verhaal van de taaie en verbeten soldaat die aan de IJzer af en toe door heimwee wordt verteerd, in de loop van 1917 door honger gekweld en niet begrijpt waarom men 20 tot 30 km moet marcheren om een paar uur te werken of zelfs te vernemen dat er helemaal niets te verrichten viel.
In oktober 1918 tijdens de bevrijding lagen Vichte, Anzegem, Ingooigem en Tiegem tijdelijk aan het front. Frans Speleers brengt de gedetailleerde beschrijving door toenmalig onderpastoor Delphin Vanhautte van de militaire strijd in Vichte en naaste omgeving. In dit kader past ook in mengelmare met het spotlied over keizer Wilhelm en naklank over de Franse militaire begraafplaats in Machelen. Er is ook aandacht voor het blitzbezoek van de Amerikaanse president Obama aan de militaire begraafplaats Flanders Field in Waregem.
André Braet vult dit jaar voor De Gaverstreke gedeeltelijk het hiaat op over de Franse tijd met een verhelderende studie over ‘Gestorven Bevernaars, Desselgemnaars, Vijvenaars en Waregemnaars in dienst van Napoleon Bonaparte 1799-1814”. Er stierven zowat 300 groot-Waregemnaars doorheen Europa als soldaat in dienst van Napoleon, waarvan André 73 slachtoffers meer uitgebreid belicht met familiale en militaire gegevens.
Rik Castelain brengt ons met zijn bijdrage over de heren van Nieuwenhove en hun landgoed in Waregem terug naar 15de tot de 17de eeuw. Hun eigendommen lagen verspreid tot ver buiten de regio. De heer van Nieuwenhove kon voor rechtspraak en administratie beschikken over een baljuw en zeven schepenen. Norbert Follens grasduint in de kerkgeschiedenis van Nieuwenhove en weerlegt de kwakkel als zou de kapel van Nieuwenhove in 1799 door Franse scansulotten verwoest zijn. Ze werd op 28juli 1805 verkocht aan een Kortrijkse notaris.
Beveren-Leie komt in het 42e jaarboek aan bod met een uitgebreide studie van Etienne Ducatteeuw over de heerlijkheid Poeke, die teruggaat tot de tiende-elfde eeuw. Terwijl de oostkant van Beveren, aanleunend tegen Desselgem, viel onder de Sint-Pietersheerlijkheid, ressorteerde de westkant aanleunend bij Harelbeke grotendeeld onder Poeke. Hun heerlijkheid had ook nog enkele uitlopers in Deerlijk, Harelbeke en Waregem.
Met de toponymische wandelingen door Desselgem is Etienne Ducatteeuw dit jaar al aan zijn derde aflevering. Dit keer wandelen we van aan de Leemput verder noordwaarts richting Gentsstraat. We zijnb in hert derde kanton ‘Den Beck’, het kleinste van de acht kantons waarin Desselgem was ingedeeld door landmeter Charel Philippe Minne. Overal verschijnen plaatsnamen met verwijzing naar vroegere tijden en naar het geëvolueerde landschap. Het kanton had uitgetekend de vorm van een bek aan de zuid-oostelijke hoek bij het kruispunt De Krekel.
Luc Cappon brengt met Majoretten van Hoger Op vullen Vijves prikkeltekort op een aanvulling over zijn geschiedenis van de Vijfse Muziekmaatschappij in het 40e jaarboek. Een hoogtepunt was het optreden op 26 mei 1974 n.a.v. de voetbalbekerfinale in het Heizelstadion tussen KSK Tongeren en KSV Waregem.
Een bijdrage van Charles De Zutter laat ons het spoor volgen van Savoyards en Fourniers in Vlaanderen en Noord-Brabant. Het waren colporteurs uit het zuidoosten van Frankrijk (dorpje Fours), waarvan er enkelen uiteindelijk naar hier migreerden. Jean Pierre Verhelle onderzocht de genealogie van Bolle tot Boulez in Waregem.
Tenslotte is er nog de historische benadering van Waregem Koerse door Wouter Kerkhove, die dit keer de Braun Jaren 1946-1966 belicht. Na de Tweede Wereldoorlog was de Franstalige Gentse baron Emile-Jean Braun de spilfiguur van de Société des Courses. Hij was een centrale figuur in de Belgische paardenwereld. Door zijn contacten konden buitenlandse paardenstallen worden overtuigd om deel te nemen aan Waregem Koerse.
Zoals elk jaar brengt De Gaverstreke nog enkele eerder anekdotische gegevens onder de titel ‘Mengelmaren’ of ‘Naklanken’, onder meer over de Sint-Jansmelkerij te Anzegem, Berlie Poorte in Waregem en de vernielde kerk in Anzegem.
Kostprijs Jaarboek: 22 euro. Te verkrijgen bij de bestuursleden of door storting op rekeningnummer IBAN: BE12 0680 5030 1092 van de Geschied- en Heemkundige Kring De Gaverstreke, Waregem.
Op vrijdag 19 december 2014 komt de Albert I-bus te gast ook naar Waregem. Iedereen kan dan van 10 tot 18 u. hier gratis de tentoonstelling bezoeken over de rol van het Belgisch leger en Koning Albert I tijdens de Eerste Wereldoorlog. De expo toont het traject dat het Belgische leger aflegde tijdens de Eerste Wereldoorlg vanaf de Duitse grens tot aan de IJzer, waar het front zich stabiliseerde. Aan de buitenkant is de bus beschilderd met een overzicht van het verloop van de veldtocht.
De tentoonstelling ‘Albert I en de Grote Oorlog – Strijden voor vrede’ in een initiatief van de Private Stichting Stille Getuigen. Deze stichting www.stillegetuigenstichting.be heeft als doel: “Het verhogen en verbeteren van het historisch besef van de bevolking, door de bekendmaking en beleving door publicaties, tentoonstellingen, cursussen, evenementen en dergelijke activiteiten, van historische, geografische en cultuur-historische disciplines rond gebeurtenissen eigen aan de geschiedenis van Europa, voornamelijk die van de Lage Landen.” Het organiseren van tentoonstellingen is dan ook een van de manieren om deze doelstelling te bewerkstelligen.
Koning Albert I
Ondanks de honderden herdenkingsinitiatieven is er weinig aandacht voor de figuur van de koning, het leger en de regering. De tentoonstelling in het kasteel van Rumbeke wil dit hiaat opvullen. Zes jaar lang – van 2014 tot 2019, even lang als die Grote Oorlog formeel duurde – zal telkens een tip van de sluier gelicht worden. Er zijn twee belangrijke vernieuwingsmomenten, in 2016 en 2018, maar daarnaast zijn nog tal van andere activiteiten gepland. Volg deze evolutieve tentoonstelling op www.albert14-18.be .
Koning Albert op weg naar het Paleis der Natie waar hij zijn troonrede zal uitspreken, 4 augustus 1914. bron: Koninklijke Vereniging Dynastie en Cultureel Erfgoed
Velen weten dat koning Albert I met het Belgisch leger achter de IJzer standhield tegen de Duitse overmacht en strijd leverde voor het herstel van het Belgisch grondgebied en zijn instellingen. Minder geweten is dat hij daarbij een strijd in de strijd leverde: een strijd voor vrede, soms tegen zijn eigen regering, de legerleiding en de geallieerden in. Het is deze strijd die de samenstellers van deze tentoonstelling, historica Petra Gunst en haar team van Museumspot, onder de aandacht willen brengen.
Koning Albert schouwt de Belgische troepen op het strand van De Panne, november 1914. bron: Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis
Albert was niet voorbestemd om de taak van het toekomstige koningschap op zich te nemen. Pas na het overlijden van zijn broer in 1891 kreeg hij die rol toebedeeld. De introverte Albert had weinig zelfvertrouwen maar ontpopte zich al heel snel tot een vorst met zin voor verantwoordelijkheid. Samen met zijn echtgenote, koningin Elisabeth, en hun drie kinderen slaagde Albert er ook in het door Leopold II beschadigde imago van monarchie om te buigen naar een groeiende populariteit bij alle lagen van de bevolking. Daarom zocht hij het voetlicht op, al ging hem dat met zijn schuchtere aard niet gemakkelijk af. Tijdens de Grote Oorlog ontstond het krachtige beeld van de koning die het lot van zijn soldaten deelde en nam zijn invloed ongeziene dimensies aan.
Expobus
De tentoonstelling van Stille Getuigen loopt momenteel in het kasteel van Rumbeke. In de Albert I bus 1914 wordt hetzelfde verhaal verteld als in de vaste tentoonstelling te Rumbeke, maar dan in een bondiger versie. De nadruk wordt gelegd op het verloop van de route die het Belgisch leger volgde toen zijn soldaten het Duitse leger probeerden te stoppen. De bus volgde ook fysiek deze route, maar dan exact 100 jaar later. De tentoonstellingsbus was ondermeer in september al in Zulte en komt op uitnodiging nu ook naar Waregem.
Het Belgisch leger tijdens WO I is een stukje (bijna) vergeten geschiedenis. Winston Churchill, die tijdens de laatste oorlogsdagen bij een bominslag in 1918 in de Ooigemstraat in Desselgem op het nippertje aan de dood ontsnapte, sprak de gevleugelde woorden: “The War was decided in the first twenty days of fighting, and all that happened afterwards consisted in battles which, however formidable and devastating, were but desperate and vain appeals against the decision of Fate.” “De oorlog werd beslist in de eerste 20 dagen dat er gevochten werd. Alles wat daarna gebeurde waren gevechten, hoe groot en verwoestend ook, die slechts een hopeloze en nutteloze smeekbede waren aan het lot”
Wat gebeurde er in die eerste 20 dagen? Het Belgisch leger zorgde voor een strategisch oponthoud van het Duitse leger, dat verwacht had snel door België te kunnen trekken. Onrechtstreeks verloor het Duitse leger hierdoor de oorlog, de kaarten waren volgens Churchill en andere strategen toen reeds geschud.
Koning Albert I werd door zijn briljante en humane strategieën een zeer populair vorst in binnen- en buitenland en zette België als ‘Brave Little Belgium’ op de wereldkaart. Hij weigerde zijn soldaten als kanonnenvoer op te offeren, wat de andere opperbevelhebbers wel deden en waardoor deze oorlog zoveel slachtoffers eiste. Dit stukje geschiedenis, waarop ieder burger terecht trots kan zijn, mag niet verloren gaan.
Word deel van het verhaal en bezoek de bus! Zodat het nooit meer oorlog wordt. Want wie de geschiedenis niet kent, is gedoemd ze te herbeleven. Een bezoek aan de bus duurt slechts 10 minuten. De ideale manier om op een luchtige en snelle manier dat gat in uw geheugen te dichten. Al wie na een bezoek aan de bus honger heeft naar een gedetailleerder verhaal, kan nadien de moedertentoonstelling in Rumbeke bezoeken: ‘Koning Albert I en de Grote Oorlog – Strijden voor Vrede’.
Resultaten Poll Moet wareber doorgaan met e-Waregem ?
74 van de 109 deelnemers aan de rondvraag willen dat wareber doorgaat met e-Waregem en 35 zouden liever hebben dat e-Waregem stopt. Telkens zijn er nuances in het antwoord, gekozen uit de zes mogelijkheden.
Bij de neen-stemmers oordelen er 15 dat het oorspronkelijke doel van de internetkrant is gerealiseerd (archief van 1 jaar activiteiten in Waregem).14 bezoekers vinden dat de oorspronkelijke nood intussen is opgevuld door andere Waregemse blogs. 6 andere bezoekers vinden dat e-Waregem de auteur de tijd ontneemt om te werken aan heemkundige bijdragen.
Bij de enthousiaste bezoekers die wensen dat deze internetkrant verder wordt aangevuld, zijn 14 ook tevreden met een minder actieve opvolging en tonen er zich niet minder dan 60 bereid om actief mee te werken. Dat is ruim 55 % van alle deelnemers aan de rondvraag. Daarvan onderscheiden we 35 bezoekers die gewoon actief willen meewerken aan e-Waregem en 25 bezoekers die aangeven mee te willen zoeken naar informatie voor historisch getinte bijdragen.
Vooral voor hen van deze laatste categorie kan gezegd dat het een van de hoofdmotieven bij de opstart van de Waregemse internetkrant was om langs deze weg interactief historische en heemkundige informatie te verzamelen over de regio Waregem. e-mail mij met suggesties en/of reageer met historische aanvullingen en verbeteringen op bijdragen via de knop ‘reageer’.
e-Waregem is de opvolger van Wareber, wat staat voor Ware(gem) bekeken door Ber(nard). De voorganger telt meer dan 400 geïllustreerde bijdragen. Bij een klik op de foto krijgt u een grotere weergave van deze illustratie. Onze webruimte van 30 MB voor foto's was opgebruikt. Liever dan de foto's van onze oude bijdragen te verwijderen, kozen we voor deze opvolger.
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Zoeken met Google
U kunt meewerken met e-Waregem. We willen hier uw historische of heemkundige bijdragen publiceren over belangrijke gebeurtenissen in de regio vorige eeuw(en), geschiedenis van nog bestaande en/of verdwenen herbergen, belangrijke culturele figuren, ...
Publicatie kan dan misschien nieuwe elementen losmaken bij de lezers, die we willen oproepen om hun ervaringen over deze onderwerpen te delen en de bijdragen zonodig te verbeteren of aan te vullen.
We wachten uw reacties in op "e-mail mij" of in "reageer".
Op termijn kan dit stadsblog een historisch of heemkundig archief vormen over het wel en wee in de regio Waregem. U kunt hieraan meewerken door zelf historische bijdragen of informatie door te geven voor bijdragen over gebouwen, oude herbergen, belangrijke en/of volksfiguren, gebeurtenissen, volksgebruiken, geschiedenis van uw vereniging of wijk, enz.
Laat het historisch erfgoed of het levend archief uit het geheugen van uzelf, uw ouders en grootouders niet verloren gaan. We willen met e-waregem meewerken om deze informatie te bundelen in verschillende heemkundige rubrieken. Regelmatig worden ook oudere teksten aangepast of verbeterd, zodat uiteindelijk een waarheidsgetrouw en zo volledig mogelijk beeld overblijft voor het archief. We doen hier een oproep om daaraan mee te werken en eventuele verbeteringen of mogelijke aanvullingen te melden, waarvoor dank.
Dank voor bezoek. Op 10 oktober 2006 werd deze 'e-Waregem' beoordeeld (basis van meest aantal verschillende bezoekers) als 18de site op een totaallijst van 8903 Vlaamse blogs (241.428 berichten). Voorganger 'Wareber' stond nog altijd op 19.
Resultaat Poll 'Kunst in Straatbeeld'
94 deelnemers19 neen 75 ja Ruim 80 % staat dus achter idee van Kunst in Straatbeeld, vooral als opwaardering voor de stad.
ja, het is een opwaardering voor de stad51 % (48)
neen, ik heb daar geen belangstelling voor4 % (4)
ja, als het past bij de omgeving15 % (14)
neen, ik ben daar tegen wegens last en kost11 % (10)