De Zweedse dichter Tomas Tranströmer kreeg de Nobelprijs literatuur 2011!
Nieuwsgierig als ik ben, sprokkelde ik onmiddellijk (van allerlei websites) gedichten van hem bijeen. De Nederlandse vertalingen zijn van Bernlef.
1. Tomas Tranströmer publiceerde zijn eerste bundel 17 dikter in 1954.
Prelude, het openingsgedicht van het eerste boek van Tranströmer:
Waking up is a parachute jump from dreams.
Free of the suffocating turbulence the traveler
sinks toward the green zone of morning.
Things flare up. From the viewpoint of the quivering lark
he is aware of the huge root systems of the trees,
their swaying underground lamps. But above ground
theres greenery a tropical flood of it with
lifted arms, listening
to the beat of an invisible pump.
2. Tranströmer schreef ook haiku's. Hier eentje uit 2004:
Birds in human shape.
The apple trees in blossom.
The great enigma.
3. Een gedicht is ok als het einde ok is, zegt men. Dit einde is subliem:
A page of the night-book
I stepped ashore one May night in the cool moonshine where grass and flowers were grey but the scent green.
I glided up the slope in the colour-blind night while white stones signalled to the moon.
A period of time a few minutes long fifty-eight years wide.
And behind me beyond the lead-shimmering waters was the other shore and those who ruled.
People with a future instead of a face.
3. Dit stukje schijnproza heeft ook een schitterend einde:
IJSLANDSE ORKAAN
Geen aardschok maar hemelbeving. Turner had het kunnen
schilderen, vastgesjord. Zojuist wervelde één enkele want voorbij,
verscheidene kilometers van zijn hand vandaan. Ik moet met tegenwind
naar dat huis aan de overkant van het veld. Ik fladder in de orkaan. Ik
ben geröntgend, mijn skelet dient zijn ontslagaanvrage in. De paniek
groeit terwijl ik laveer, ik ga ten onder, ik ga ten onder en verdrink
op het droge! Wat is het zwaar, alles wat ik plotseling mee te slepen
heb, wat is het zwaar voor de vlinder om een praam te slepen! Eindelijk
aangeland. Een laatste worsteling met de deur. En ditmaal binnen.
Binnen. Achter de grote glasruit. Wat een eigenaardige en grandioze
uitvinding is glas toch dichtbij zijn zonder betrokken te raken.
Buiten stroomt een horde doorzichtige reuzensprinters over de
lavavlakte. Maar ik fladder niet langer. Ik zit achter glas,
bewegingloos, mijn eigen portret.
4. Transparant, ongerept, gecondenseerd, dat zijn de trefwoorden bij Transtömers poëzie:
UIT MAART 79
Moe van iedereen die met woorden komt, met woorden maar niet met taal
begaf ik mij naar het sneeuwbedekte eiland.
Het ongerepte heeft geen woorden.
De ongeschreven bladzijden breiden zich naar alle kanten uit!
In de sneeuw stuit ik op hoefsporen van een ree.
Taal maar geen woorden.
Besluit: en of ik een fan ben van Tranströmers gedichten!
http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=DMF20111006_091
http://www.poetryinternational.org/piw_cms/cms/cms_module/index.php?obj_id=466
http://home.kpn.nl/kolos/vertalen/herinneringen.htm#begin
http://tijdschriftraster.nl/michail-bachtin-michel-leiris/gedichten/
|