Het leuke aan een blog is dat je soms door een bezoeker uitgenodigd wordt een kijkje te nemen op zijn of haar blog. Menigmaal (oeps, antiek woord, ben ik al onder invloed van onderstaande lectuur?) ontdek ik tot mijn verrassing wonderlijke pagina's...
Op zijn blog http://www.bloggen.be/thuishaven publiceert André gedichten van mij tot nu toe totaal onbekende dichteressen!
Ik presenteer in dit bericht enkele van deze dames. Zij schreven o.a. sonneten alsof het niets was. Klein detail: alledrie geboren eind negentiende eeuw in Nederland, afkomstig uit gegoede milieus. Zij doen mij blozen, zo goed kenden zij de wetten van klank, metrum en ritme, zo vloeiend schreven zij hun zieleroerselen neer. Emoties worden lichamelijk vertaald (fel kloppende harten, moe gekuste lippen, gretig drinkende mondjes...). De natuur is een en al tederheid! Toch is weemoed een centraal thema, de dames dromen en dorsten naar geluk...
Het klopt allemaal, wat zij schrijven... Zij zingen!
1. H Moulijn-Haitsma Mulier
Hester Henriette Jacoba Moulijn-Haitsma Mulier (1877-1948) studeerde te Utrecht en was actief in de vrouwenbeweging. Naast eigen werk vertaalde zij gedichten van Shakespeare. Zij vertaalde
ook werk van Rudolf Steiner. In 1902 huwt zij met de grafisch kunstenaar Simon Moulijn.
Leven
Ach, er zijn dagen dat ik alles haat, de lichte zon, de groen omwaasde boom, de volle beek in de bebloemde zoom, dat heel de wereld mij onbevredigd laat.
Dan voel ik aan mijn hart, hoe fel het leeft, en toch in koele klop draagt haar lust tot de dood, ik haat de weelde om smarten, die zij bood, zo fel ben ik van de ogenlust doorleefd.
Dan voel ik mij doorvlamd van heet verzet, die stelt mij mijn natuur als hoogste wet, nooit mag ik de wereld nemen om te leven.
Maar ik moet leven enkel om haar schoon, in spiegelend dromen om haar terug te geven, op zulk een dag doet dromen mij aan als hoon.
2. Marie Agathe Boddaert

Jonkvrouw Marie Agatha Boddaert
(1844 Middelburg- 1914 Den Haag) stamt uit een
oud adellijk geslacht. Pseudoniem(en)/naamsvariant(en):Rudolph
Curtius, Luctor Op de foto's hieronder ziet u haar begrafenis, een
foto van Marie in mooie jurk en een foto van de oudere schrijvende dichteres.
Lenteboomgaard
Hier is jonge aarde één wijde bloesemhalle, bomen en bomen zover de ogen reiken, doen takje aan takje in gulle blijheid prijken, met bloesemsneeuw, de sneeuwigste sneeuw van alle.
Is het niet of uit de de zonhemel neer kwam strijken, een vlucht van vlindertjes, zo neergevallen, in dromerig verpozen, duizendtallen, van vlerkjes fijn, die vleugelbloempjes blijken?
Al mondjes het leven drinkend in de lucht, gretig intens, en het goudlicht neergezegen, liefkoost en koestert ze. Ritseling van vlucht,
van een kleine vogel even, dan bewegen, noch ritselen meer, al stilte, al teerheid, zacht om ons van het leven een mysterieuze macht.
3. Annie Salomons

Annie Salomons, eigenlijk Anna Maria Francisca van Wageningen-Salomons (1885- 1980).
Sappho
Ik weet niets dan deze ene zang, van het hart dat zocht, en nimmer vond, en van een altijd droeve mond, die dorstte, heel het leven lang.
Ik weet alleen dit ene lied, van trouw, die leeg en bitter is, van schrille vreugd en staag gemis, en onvrede, martelend als verdriet.
Mijn stem was jong en sterk, en stout, zong zich de grootste wereld in, mijn hart werd moe, mijn hart werd oud, en zingt nog als in het eerste begin.
Ik zocht de liefde in het stille dal, op steile bergen, in het feestelijk groen, ik zocht de liefde overal, en derf nog steeds haar zuivere zoen.
|