o primavera
heerlijke bloemennaam,
betekent ook begin
Over mijzelf
Ik ben Van Overstraeten Nicole, en gebruik soms ook wel de schuilnaam yasmin.
Ik ben een vrouw en woon in Halle 1500 (België) en mijn beroep is gepensioneerde leerkracht Nederlands.
Ik ben geboren op 30/06/1946 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: poëzie, theater, oosterse cultuur, muziek en koken.
Ik publiceerde 4 dichtbundels (De dagen van de winter, Jagen, Sapkracht en De tuinen van Thevenet). In 2006 acteerde ik in 'De koffers zijn gepakt', een theaterproductie van het Masereelfonds, als eerbetoon aan Bertold Brecht.
een lief okerkleurig scharminkel
literatuur, cultuur, small talk
16-06-2013
Poetry International 5
laatste dag. de naam ester ligt in poëziemiddens heel goed, vermoed ik. want het is een ester die de vsb-poezieprijs won, het is een estor die de herman deconinckprijs won, en nu is het een ester die de cees buddinghprijs wint, haha!
vanavond (zaterdag dus) was het de beurt aan naomi en aan de ghanees-jamaicaanse kwame davies. leuke naam, die 'zwarte' woorden bekken fabuleus... doet me altijd een intens plezier dat 'gekleurde' dichters zo krachtig, helder en scherp op het podium staan. kan wel in nederland en in jamaica, kan (nog) niet in vlaanderen, ahum. maar mijn opmerking is eigenlijk niet nodig, het is maar normaal dat ook dichters divers zijn.
Ester Naomi Perquin
(Netherlands,
1980)
Ester Naomi Perquin (1980) schrijft poëzie en
columns voor De Groene Amsterdammer en VPRO De Avonden, is redacteur van
tijdschrift Tirade en was stadsdichter van Rotterdam. Ze debuteerde in
2007 met de bundel Servetten Halfstok, die meteen positief werd ontvangen. In haar tweede bundel, Namens de ander,
onderzoekt ze angsten en fobieën en de soms gecompliceerde relatie tot
de ander. Ze kreeg er onder meer de Jo Peters Poëzieprijs en de J.C.
Bloemprijs voor. Met haar derde bundel, Celinspecties, grijpt
ze terug op haar verleden als cipier in een Rotterdamse gevangenis. De
bundel verscheen in het voorjaar van 2012 en werd bekroond met de VSB
Poëzieprijs 2013.
'LIET ME ARGELOOS VALLEN'
Liet me argeloos vallen die dag in andermans leven, andermans
autorijles, boodschappenlijstjes, college, in andermans
aarzelingen, beginnende benen op dansles.
En overal wist ik de weg, ik wandelde talloze wezen
naar propere ouders en leerde een drinkende man
op de duur van zijn glas te vertrouwen,
ik stormde bont en blauw geslagen vrouwen huizen uit,
schuifelde bedelaars kastelen in, liet een kille moeder
tijdig knielen bij een kind dat viel,
was het kind dat viel.
Ik leerde een voetballer in God te geloven als in de klap
tegen de lat, een blinde alles wat hij miste
zonder vragen terug te vinden, ik was
het talent dat de schilder bezat
aan zijn licht te ontkomen.
Alleen het echt vanzelfsprekende te water gaan
van een magere zwemster, s ochtends vroeg,
in het buitenbad tussen de bomen,
verliep uiterst krampachtig.
Boven het water bleef ze machteloos zweven terwijl ik
teruggleed, opnieuw in beweging, haar huivering
uit, de moed opgegeven, het badpak
al bijna verdwenen.