Ann Jäderlund is dichter en toneelschrijver. Haar poëtica is intrigerend, soms introvert en somber, soms ironisch en grappig, altijd fascinerend. Jäderlunds gedichten laten zich niet vluchtig lezen. Ze bieden weerwerk en zorgen voor verwarring bij de lezer. Jäderlund maakt vooral in haar vroege werk gebruik van intertekstualiteit. Ze verwijst naar bijbelverzen, een Zweeds legendarium of naar vergeten vrouwelijke auteurs. Na haar poëziedebuut Vimpelstaden (1985) verschenen Snart går jag i Sommaren ut (1990) en cilinder i vattnet av vattengråt (2006). Jäderlund werd in 2004 bekroond met De Nios Stora pris en in 2004 met de Dobloug Prize .
Op die wanhopige afstanden. Die noch hier kunnen zijn noch daar. Ze glanzen vanuit hun domeinen. Tillen zichzelf omhoog en worden zwart. Het is zo dik. Het zijn enkel deze laatste dagen die naar hun plaats teruggaan. Men kan van plaats verwisselen. Maar niemand die het doet. De atomen zelf kunnen wel van plaats verwisselen. En alles zelf.
© 2009, Ann Jäderlund Uit: Vad hjälper det en människa om hon häller rent vatten över sig i alla sina dagar Uitgever: Albert Bonniers Förlag, Stockholm, 2009 © Vertaling: 2014, Lisette Keustermans Voor het eerst gepubliceerd op Poetry International, 2014
|