xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
Droom nummer 74
Ik was weer in het kleine huis. Mocht even de tuin in. Ik herinnerde mij de tuin. De groengeverfde latten van het punthekken dat de tuintjes van de buren afbakende. Rechts Paula en Jan, links Maree.
Het gammele duivenhok achteraan. Het houten bankje, vanwaar je de duiven kon zien struinen en hun vleugels strekken. De preistruiken, de radijsjes. En altijd weer de geur van druivenstront.
Het kleine afdak, waaronder je kon schuilen als het regende. Er was niet veel plaats. Onder het afdak de resten van een oude houten wasmachine met zwengel, de onderdelen opeengestapeld.
Je moest eerst door het huis lopen, de voorplaats, de keuken, over de koer naar het tuintje.
Maar tot mijn grote consternatie was er geen tuin meer. Ik kwam uit op een vlak soort pleintje, bedekt met glanzend asfalt. Je moest zelfs een trapje op om het te bereiken.
Ik voelde voorzichtig met mijn rechtervoet of het plein geen verraderlijke val was, of de grond niet zou doorzakken als ik erop liep.
Dinsdag 21 juli 2015
|