Ergens heb ik gelezen dat mensen die niks posten op facebook, de interessantste levens hebben. Misschien is dat wel waar. Eigenlijk moeten facebookers gewoon veel tijd hebben en zich heel erg vervelen, om zo de hele tijd door met hun slimme phone te kunnen prutsen. Afgelopen jaar heb ik als experiment even meegeliked. Het resultaat was niet alleen ontluisterend, maar vooral ontgoochelend. De overdaad aan onnozele posts (tja, je laat een scheet en plaatst dit event op facebook) irriteerde me bovenmatig, Als er dan iets interessants gepubliceerd werd, hield ik me de hele tijd bezig met op het schermpje van mijn smartphone te tikken en te wrijven, want ik moest liken en nog eens liken. Besluit: wat een tijdverlies!
In 2015 heb ik desondanks toch heel wat 'posts' bijeengeschreven, niet op facebook, maar wel in tijdschriften, verzamelbundels, op mijn blogs... Ik schreef een 10-tal recensies (goed voor 5000 woorden), de inleiding bij een verzamelbundel over Gerrit Achterberg en een essay over de dichteres Lieve Thiebaut uit Sint-Pieters-Leeuw, dat uiteindelijk in december in WEL, tijdschrift van de Universitaire Werkgroep Literatuur en Media in Leuven, werd gepubliceerd.
De aanleiding voor dit essay was niet alleen mijn waardering voor dit kleine, pittige vrouwrje, dat 's nachts, in het geniep, haar gedichten schrijft, zonder daarmee naar buiten te komen - wat anders dan de gilletjes en schrikkelmoves die dichters tegenwoordig produceren!
In haar jeugdjaren had Lieve al een en ander gepubliceerd, oa een dichtbundel met de intrigerende titel NAZCA. De lijnen van Nazca zijn geogliefen, tekeningen in het zand van de pampa's van Jumana en Nazca in Peru. De tientallen figuren van dieren, honderden geometrische vormen en duizenden lijnen en lijnenspellen zijn in het woestijnzand van de hoogvlakte van Peru lang bewaard gebleven. De hoogvlakte is een van de droogste gebieden op aarde met een gemiddelde jaartemperatuur van 25 graden Celsius. Het is er bijna altijd windstil en er valt vrijwel geen regen, zodat de lijnen duizenden jaren bewaard bleven.
Maar de gedichten in NAZCA gaan niet alleen over geogiefen, integendeel: het zijn fragiele aantekeningen over...
Als u naar beneden scrolt, beste lezer, wordt uw nieuwsgieriheid bevredigd. Let wel: mijn essay zal ik verdelen over enkel posts op deze blog, want het is een lang werkstuk, het aantal woorden kan ik me nu niet onmiddelllijk herinneren.
![](http://blogimages.seniorennet.be/yasmin/1863806-7d1891dc8ce5f54dcf00a6c8d6e45012.jpg)
Van eenzame vogels en mysterieuze geogliefen Essay over de poëzie van Lieve Thiebaut
Inleiding
Sommige dichters doen er alles aan om in de belangstelling te blijven en voortdurend op de voorpagina van literaire tijdschriften te worden vermeld. Andere auteurs werken jaren in stilte verder, alhoewel de kwaliteit van hun werk steeds beter wordt. Zo iemand is Lieve Thiebaut uit Sint-Pieters-Leeuw. Zij debuteerde in 1978 met de bundel Allene vogels, uitgegeven bij Panther Paperback. In Kalender 81 publiceerde zij gedichten samen met Anna Malibran en Hildo Leroy. In 1979 kreeg zij de prijs van het tijdschrift Schuim; in 1982 kreeg zij een vermelding voor een cyclus van tien gedichten uit de bundel Nazca (eerste tweejaarlijkse prijs van De Bladen van de Poëzie), in datzelfde jaar uitgegeven bij de Leuvense Schrijversaktie, in de reeks Leuvense Cahiers. In 1992 kwam uiteindelijk De Steen van Rosette op de markt, haar meest gestroomlijnde uitgave. Een vierde bundel is ongeveer klaar, na twintig jaar zwijgen, of beter: na twintig jaar geen tijd te hebben gehad om met uitgeven bezig te zijn, want het gezin, het werk, het leven gingen voor. Lieve Thiebaut bewondert Li Po en Du Fu, de klassieke Chinese dichters uit de Tang-dynastie (618 tot 908)*. In dit essay trek ik echter resoluut de lijn door naar het meesterwerk van de Japanse haiku-dichter Matsuo Bashō, Oku no Hosomichi 奥の細道, of おくのほそ道, vertaald in het Engels als The Narrow Road to the Deep North, in het Nederlands De smalle weg naar het verre noorden*. Matsuo Bashō werd beïnvloed door ….. jawel, de klassieke Chinese dichter Du Fu, die ook veel reisde en daaromtrent onsterfelijke poëzie schreef. Ik bespreek eerst de bundel Nazca*, daarna zoek ik naar Lieve Thiebauts verwantschap met het Verre Oosten.
De kosmos bestuderen en de wandeling van de maan in de pampa
Nazca is een bundel met sobere kaft en 40 fragiele, licht-melancholische gedichten over eenzaamheid, liefde en vergankelijkheid, met als belangrijkste kenmerken: eenvoudige formulering en intelligente woordgevoeligheid. Intrigerend toch, de titel van de bundel: Nazca. Na enige research kwam ik tot de ontdekking dat de lijnen van Nazca geogliefen zijn, tekeningen van dieren, geometrische vormen en duizenden lijnen en lijnenspellen, tussen 200 vóór en 600 na Chr. vervaardigd door de Nazca- en Paraca-indianen in het woestijnzand van de pampa's van Jumana en Nazca …. in Peru! In de jaren ‘30 van de 20ste eeuw formuleerden wiskundigen Maria Reiche en Paul Kosok de hypothese als zouden de lijnen en figuren een gigantische astronomische kalender zijn. Maria Reiche schreef: wij kunnen op elke lijn iets ontdekken: het pad van de zon in het verleden, of het voorbijgaan van een verre ster, het verschijnen van een of andere constellatie of simpelweg de wandeling van de maan in de pampa. Ongeveer tweeduizend jaar geleden hebben de oude bewoners van Nasca hier een ruimtestation gemaakt om de kosmos te bestuderen. Help, wat had dichteres Lieve Thiebaut in ‘s hemelsnaam te maken met Peru? En met astronomie? Ik wou hier toch zoeken naar aanwijzingen betreffende een delicate oosterse verwantschap? Maar hoe meer ik me verdiepte in de mysteries van Nacza, hoe meer ik ontdekte dat levenshoudingen, godsdiensten, mythen en filosofieën in oude culturen op verschillende continenten meer verwantschap met elkaar vertoonden dan men op het eerste zicht zou denken. Dit essay is niet de geschikte plek om op dit item dieper in te gaan, daarvoor ontbreekt de ruimte en de tijd. Ook vraagt zo’n project wellicht jarenlange studie in domeinen die niet rechtstreeks met poëzie te maken hebben.
|