you and me and everything I see
literair dagboek, 8 maart 1992
mijn stukje over de derde dimensie in haiku (zie 'yasuda') houdt mij nog altijd bezig. hoe de harmonische compositie van een kunstwerk (en dat is een haiku zeker, een minuscuul maar perfect kunstwerkje) de toeschouwer of lezer nog intenser kan doen genieten van schoonheid.
schoonheid treft, ontroert, brengt iets in beweging.
niet voor niets bestaat het woord ontroering, uit het grondwoord 'roer', van het ww roeren, met een voorvoegsel en een achtervoegsel erbij. roeren is beweging.
maar wat beweeegt?? het schilderij, de haiku, het gedicht zelf??? of beweegt er iets in ons, de toeschouwer? en wat voor een beweging is dat dan? ik heb me altijd afgevraagd wat een emotie (en trouwens ook: een gedachte, een idee) eigenlijk is. wat gebeurt er met ons als wij emoties hebben???
uiteindelijk kwam ik tot de conslusie dat emoties met lichamelijke (chemische) processen te maken hebben. als we erg van slag raken, bang zijn, blij, euforisch gelukkig, worden er telkens andere stoffen in ons lichaam aangemaakt en afgescheiden en dat geeft ons dan een bepaald gevoel. emoties worden dus duidelijk opgewekt door gebeurtenissen of toestanden buiten onszelf en zijn onze lichamelijke reactie hierop.
de taak van de kunstenaar is dus (of een van de taken, zou ik zo zeggen), een kunstwerk zodanig op te bouwen dat een effect van beweging wordt bereikt. dat effect van beweging kan dan worden gerealiseerd door gebruik te maken van allerlei (technische) middelen, die door de kunstenaar intuitief, bewust of onbewust worden gehanteerd.
dus rekening houden met de regels van perspectief in haiku valt zeker onder bovenstaande stelling.
maar ook in andere tekstvormen valt me telkens op dat ze mij boeien omdat ik meegenomen word in een soort beweging, een reis in de ruimte als het ware, waarvan de ijkpunten woorden zijn. woorden als vervoermiddel, als ultiem glijmiddel voor de droom.
|