publishing on demand
onlangs aan den lijve ondervonden wat zoiets
als publishing on demand (pod) is: een systeem waarbij je als
auteur van een eigen publicatie maar net zoveel boekjes moet laten drukken,
aankopen en verspreiden als je zelf wil. ook kunnen je boekjes meestal gedownload
worden als e-book. dus: gedaan met papierverspilling, geen
stoffige kartonnen dozen met vergane onverkochte dichtbundels meer op zolder!
demerpress, een kleinschalige e-uitgeverij, gevestigd in
diepenbeek (limburg), heeft reeds een fraaie lijst poëzieuitgaven op haar naam.
vele auteurs die in het gevestigde literaire circuit niet aan bod komen kregen de
kans om hun pennenvruchten picco bello gedrukt te zien. de enthousiaste lady
achter al dat moois is de nederlandse dichteres hannie rouweler (op de foto met haar man joris iven).
zij wil poëzie toegankelijk maken voor iedereen, haar motto is: poetry for
all!
ik denk hierbij: poetry for all poets! want dank zij de inspanningen van hannie
en haar team hebben heel wat bundels het daglicht gezien en auteurs, of het nu
debutanten zijn of ervaren schrijvers, major- of zogenaamde minor- poets:
zij kunnen toch maar een nieuwe uitgave op hun naam schrijven!
want volgens hannie bestaan er geen slechte gedichten.
als een gedicht niet klopt is het doodgewoon geen gedicht. ook nog: wie bepaalt
de waarde van goede of slechte literatuur? de academici, die geen weg weten met
hun intellectuele hoogmoed? het volk, dat een zwak heeft voor simpele frietgedichten
en literaire abstracties in de prullenmand gooit? of een paar zelfverklaarde literaire
goeroes, dikwijls leden van het mannelijk geslacht die zich opstellen als
(en ik deze term leen ik gezwind van hannie) acp's, arrogant chauvinist pigs? haha, ik overdrijf, want ik ken
natuurlijk ook ernstige en waardige literatoren met een suikeren hart en een zwak voor vrouwenliteratuur.
maar ik wil het hier niet hebben over de emancipatie van vrouwelijke
auteurs. gezwind keer ik terug naar
hannie en haar toch wel heel sociaal project 'poëzie voor allen' en vooral: haar
profilering als dichteres. het is ok je volledig in te zetten om een goed
auteur te worden en jezelf op superieure manier te managen en te promoten, maar
anderen de gelegenheid geven ook eens mee te doen - dan ben je reeds op een
hoger trapje beland, los van het pure ego-trippen dat zoveel literatoren kenmerkt.
zodra hannie terug in mijn vizier kwam (want ik kende
haar naam reeds uit een ver verleden, hoogstwaarschijnlijk had ik al poëzie van
haar gelezen) ben ik gaan surfen op internet, nieuwsgierig als ik was
naar haar persoon en haar gedichten. en ja, ik kon ontelbare web-adressen
openen waarop de bio- en blblio-gegevens van hannie in volle glorie prijken. en
o wonder, zij is niet alleen dichteres en uitgeefster, maar ook een begenadigde
schilderes.
hannie rouweler, een beminnelijke vrouw
een gedicht dat vermoed ik, kenmerkend is voor het
huidige profiel van hannie rouweler is 'het langzaam stromen van water',
een gedicht gepubliceerd in de bundel rozentuin, klavierklanken (waar ondergetekende ook een bijdrage in leverde!) en
waarin zij het langzaam stromen van de rivier de dommel associeert met 'het
gaan van een beminnelijke vrouw, 's zomers in een ruisend kleed met bloemen in
haar haar, in de lente als een schuchter meisje, in de winter een bevroren
uiltje dat uiteindelijk de seizoenen weerstaat en voeling heeft met de
eeuwigheid.
ik heb zo een vaag gevoel dat hannie in dit gedicht zichzelf portretteert:
is zij niet die beminnelijke vrouw, bijwijlen schuchter en die soms spreekt als
was zij met een laagje ijs bedekt (dat, ahum, door zijn lagere dichtheid blijft
bovendrijven maar zo het leven onderwater voor de eeuwigheid bewaart) - een
nuchtere vrouw, die het leven naar zijn werkelijke waarde schat?
maar ach, laat ik a.u.b. de nodige afstand bewaren: de persoonlijkheid
van een dichter of dichteres afleiden uit de analyse van zijn teksten is er
volkomen naast. beweren dat hannie beminnelijk is, schuchter, ijzig: dit is
mijn interpretatie. eigenljk een beetje grof, zo onrechtstreeks en ongevraagd willen
binnendringen in iemands persoonlijkheid. hannie schreef me trouwens onlangs: dichter en mens moet je altijd scheiden, hoewel ze
elkaar invullen en aanvullen.
zei descartes niet: wie verborgen heeft
geleefd, heeft goed geleefd. ik breek hierbij dus een lans voor het respecteren
van de kunstenaar als privé-persoon. het echte leven moet zo eenvoudig en bescheiden
mogelijk worden geleefd, het leven als kunstenaar moet vervat worden in zijn
(of haar) kunst. of is dit weer een te ver doorgedreven stelling, lopen die
twee levens automatisch in elkaar over?
en altijd opnieuw dat stromen van water
ik ga in deze drie volgende gedichten toch op bezoek
bij hannie, speurend naar invul - en
aanvulmateriaal. mijn bedoeling is een glimp op te vangen van wat
haar als mens en dichteres boeit als kennismaking is dat voor mij voldoende,
de rest is... tja...literatuur!
in gezichtsvormen en in leeg station,
drukt zij een ervaring uit die ik zó herken, in de setting zou ik zó zelf
hebben kunnen meespelen. hannie creëert
2 x een content waar ik makkelijk kan inkomen (is wat ons, dichters en
dichteressen bindt, niet eenzelfde soort gevoeligheid): namelijk het weerzien
van geliefden in een droom of in een soort déjà-vu (men meent een geliefde
persoon te herkennen, maar het is maar verbeelding). toch lijken de personages
reëel, zij bewegen, spreken, glimlachen.
in een paar verzen, schijnbaar los uit de pols, weet de dichteres hannie
rouwelier hier een moment op te roepen dat ons diep meevoert naar de duistere
regionen van het onderbewustzijn, de herinnering, de droom. en altijd opnieuw
dat stromen van water, dat meegevoerd worden door de wolken, het voorbijglijden
van de tijd, de eindeloosheid...
heb ik hier dé sleutel ontdekt tot de poëzie van hannie?
GEZICHTSVORMEN
Ik heb je weer gezien en ik kon
weer in je geloven omdat
je handen langzaam bewogen
en je voeten helder waren
zoals het water dat langs ons stroomde
toen de zon schaduwen wierp
van onze lichamen op de zwarte aarde.
De woorden klanken meevoerden
als een vlucht ganzen boven onze hoofden
voorbij de wolken vlogen,
waardoor het leek alsof geen einde naderde.
Ik zag je terug en het was niet meer in
duisternis
en ook niet in het licht waarin men vele dingen
meent te bespeuren die er niet zijn. We waren
even samen tot elk van ons weer verdween in de
openingen van het verleden, achter gesloten
vensters.
LEEG STATION
Ik zag mijn broer
aan de overkant op het perron staan
enkele seconden gleden in stilte voorbij
op een verlaten station in Twente
met tussen ons een dubbelspoor
voor treinen uit beide richtingen.
Hij keek mij aan en een glimlach
verscheen op zijn gezicht.
Net voordat ik hem wilde wenken,
zijn naam riep, kwam een sneltrein voorbij
vond achter kleine ramen geen teken,
geen gestalte die op hem leek.
Hij verdween zoals hij was gekomen,
mijn broer, op die dag waarop niets
terugkwam.
het gedicht als touchscreen
ik wil nog een derde gedicht noteren, dat hannie
rouweler geschreven heeft voor haar dochter: na al die tijd van vage dromen, gepubliceerd in van alles 1 + 1, de jubileumuitgave van demerpress.
ik vind hier een heel leven terug. hannie beschrijft hoe het was toen haar
dochtertje nog een ukkie was, hoe zij heeft genoten van haar kinderlijke
verbeelding. hoe zij zich de huizen en plaatsen herinnert waar zij samen verbleven.
hoe haar kind plots schoksgewijs volwassen werd en de grote dag aanbrak: in het
wit gekleed, met om haar hals een fijn kettinkje: een huwelijk, het grote
loslaten. maar dit proces resulteerde niet in een onoverkomelijke afstand: de
band blijft desondanks bestaan, niets kan hen scheiden.
mooi verhaal. maar toch wil ik de aandachtige lezer ook wijzen op de
intense verdichting van dit gegeven. hoe de dichteres in enkele verzen een heel
menselik bestaan omschrijft, hoe zij werelden kan concentreren in enkele
woorden. niet alleen laat zij verzen tegen elkaar opbotsen of in gesprek gaan,
ook de witruimtes omvatten oceanen. op twee plekken van dit gedicht is dit
overduidelijk: twee volkomen wat ik noem onaangekondigde verzen.
het eerste vers in je stralende blauwe ogen gooit hannie abrupt
op het papier. het lijkt een vers dat eigenlijk een aanvulling had moeten zijn
van een ander, bijvoorbeeld ik zag het geluk in je stralende blauwe ogen. maar
neen, hannie begint haar vertelling met een bijwoordelijke bepaling van plaats.
het onderwerp en het werkwoord, daar laat zij naar raden. het kan ook zijn dat
een hele paragraaf, een hele reeks verzen, een opmerking, een stelling aan deze
bepaling voorafgaat.
de lezer mag deze items, deze bewustzijnslagen, zelf aanvullen, mag zelf
graaien in zijn verbeelding... als dat geen sublieme vorm van verdichting is, dan
weet ik het niet meer! en het beginvers van de derde strofe, je meteen
gevonden kan worden is schijnbaar ook een stuk van een vers, dat hier
midden in het gedicht wordt gegooid.
maar door dit procédé zet hannie weer de lezer aan het werk: hij kan
gissen naar en fantaseren over wat vooraf is gegaan en wat zou kunnen volgen...
hannie is, vind ik (en ik gebruik deze termen voorzichtig), een redelijk
klassieke dichteres, zij schrijft zachte, vloeiende verzen. een meesteres in de
dichtkunst, die haar vak grondig beheerst. maar door bovenstaande gedurfde
procedure balanceert zij op een supermoderne schommel. dit is poëzie van deze schokkende
tijd. haar gedichten zijn als touchscreens, je tikt ertegen met je vinger en
ja, een waaier van mogelijkheden opent zich...
NA AL DIE TIJD VAN VAGE DROMEN
In je stralende blauwe ogen.
Namen gaf je aan alle dingen:
'kijk, mijn schaduw is een donkere spiegel.'
Ik raakte de tel kwijt van zelf bedachte woorden.
Dat ik na zoveel jaar, zoveel straten, dorpen, steden,
voorbij al die woningen die ik met je deelde
weer geluk vind in een glmlach. Weelderige ogen.
Geen omwegen om eindeloos in te verdwalen.
Je meteen gevonden kan worden. Blindelings
in die grote dag, wit gekleed. Om je hals
een fijn kettinkje. Op je huid zonlicht zichtbaar.
Als meisje groeide je schokoksgewijs, naar dit moment.
Ik vergeet bijna dat ik je moeder ben. Zoveel afstand
is genomen. Zoveel andere bruggen over diezelfde rivier.
Niets kan ons scheiden. Je blijft mijn kind. Alles hetzelfde.
tot slot: toch nog enkele kiekjes!
twee vrouwen...(noot van Hannie: geschonken aan de dichteres CHAWWA Wijnberg, Middelburg) Acryl op papier, potlood.
de droom van irma... acryl op canvas..(noot van Hannie: gekocht door een vrl hoogleraar, Heerlen).
neen, neen, dit is niet hannies dochter uit het gedicht, maar haar kleindochtertje elise... een dotje! (Hannie: MIJN POPPEMIEKE
.)
links:
http://www.demerpress.be/
http://stores.lulu.com/hannierouweler
|