Ik ben Everaert Albert, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Awbeir (Eeklo's voor Albert).
Ik ben een man en woon in Eeklo (België) en mijn beroep is ...bloggen.
Ik ben geboren op 11/02/1948 en ben nu dus 76 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: mijn blog, foto's, computer, fietsen...
Eeklo rouwt om de dood van Christ De Crop (71). De man was politieman, maar vooral bekend omdat hij 37 jaar ceremoniemeester was bij de stad Eeklo.
Christ startte bij de politie op 1 juli 1969 en werd inspecteur in 1982, om te promoveren tot hoofdinspecteur in 1989. Een functie die hij tot op zijn pensioen op 1 november 2001 uitoefende. "Als ceremoniemeester van ons stadsbestuur volgde hij in 1977 Freddy De Smet op", zegt burgemeester Koen Loete (CD&V+). "Een halve eeuw van dienstbaarheid en engagement worden verpakt in de herinneringen en maken plaats voor grote waardering voor zijn vele werk. De laatste maanden leidde hij Anja Matthijs op tot zijn waardige opvolgster", aldus burgemeester Loete.
Christ De Crop stichtte in 1976 het Genealogisch Tijdschrift De Eik, en was er tot 2009 de secretaris en penningmeester van. Christ was ook medewerker op het Stadsarchief, lid van het Koninklijk Mannenkoor De Welgezinden en het Gregoriuskoor van de Sint-Vincentiuskerk en bestuurslid van de VVV van Eeklo. "Het zingen van het Herbakkerslied en het lied van Lotjen waren zijn hitnummers", zegt de burgemeester.
Christ was 48 jaar getrouwd met Anny Stul, vader van twee zonen Gert en Pieter en grootvader van Wout, Lina en Lyes. De uitvaart is op zaterdag 9 augustus om 11 uur in de dekanale Sint-Vincentiuskerk.
Op de voorgrond ceremoniemeester Christ De Crop bij het bezoek aan Eeklo
van de Amerikaanse ambassadeur Howard W.Gutman in 2011.
Bij de klassering van het moderne archief in de jaren 2001-2005 kwam een reeks mappen te voorschijn met als opschrift 'Akten uit vreemde gemeenten'. Ze bleken een allegaartje te bevatten: geboorte-uittreksels, overlijdensattesten, kopieën van huwelijksakten enz. Het half dozijn dozen werd ondergebracht in de afdeling B8, 'Uittreksels uit de burgerlijke stand'. Ruim vijf jaar bleven ze daar vrijwel onaangeroerd staan, omdat er dringender werk te doen was.
Maar de uitbreiding van het archiefteam tot negen leden maakte veel vage plannen van vroeger uitvoerbaar. Momenteel wordt gewerkt aan een aangevulde en verbeterde versie van de registers op de in- en uittredingen. De begindatum wordt nu 1818: acht jaar vroeger dan de eerste versie, maar nog altijd gaapt daar een vervelend gat van meer dan 20 jaar (1796-1817), waarover we zeer slecht zijn ingelicht.
Een toevallige blik op de B8-dozen deed een lichtje branden: deze "vreemde akten" waren in Eeklo terechtgekomen door de verhuizingen naar onze stad. Hier zit met andere woorden nog bijna een meter documenten over intredingen, en nog wel uit de jaren 1799-1824.
De euforie bleek een beetje voorbarig, want de begeleidende brieven bij de akten zitten er niet meer bij. Voor geboorte-uittreksels is dat geen probleem, bij huwelijksakten van ouders van inwijkelingen wel: dikwijls staat de naam van het naar Eeklo gekomen kind er niet op vermeld. Met enig zoekwerk valt zoiets doorgaans op te lossen, maar een meter documenten …
Een nieuwe archiefingang, 'Vreemde akten' wordt de oplossing: een alfabetisch register van alle personen die op deze stukken vermeld staan. Natuurlijk komt ook de afzendende gemeente erbij, plus de datum van opmaak, want die zal niet veel verschild hebben van de effectieve verhuizing.
Voor onze genealogen wordt dit een mogelijke uitweg uit een vaak voorkomend probleem, nl. wanneer bij een Eekloos gezin de geboorteplaats van vader en/of moeder niet werden genoteerd. De enige mogelijkheid is dan een systematische zoektocht in de registers van de omringende gemeenten, met als vervelende bijkomstigheid dat naam en voornaam alleen nooit zekerheid geven of het om de juiste persoon gaat. Nog vervelender wordt het bij de vaststelling dat van heel wat gemeenten nog maar weinig voorhanden is.
En last but not least: de immigranten kwamen in bepaalde gevallen uit de meest onvermoede hoeken. Een recent voorbeeld, in omgekeerde richting: het stadsarchief kreeg onlangs het bezoek van een genealoog uit Diksmuide, die na tien jaar zoeken de onvindbare voorvader in een artikel over Eeklo had ontdekt!
Mooie klasfoto uit 1954-1955 die ik kreeg van Rudy Oosterbaan
uit de tijd van de Broederschool.
Van sommige jongens zijn de namen niet meer bekend maar
misschien zijn er wel mensen die iemand herkennen.
Staand v.l.n.r. De Bruycker, Pauwels, ?, Baute, Bruggeman, Vermeire Johan,
?, Van Wijnsberghe Luc en meester De Coeyer.
Middenste rij: De Bruycker, Heyde, Van De Veire Luc, Reychler, De Smet, Van Acker, ?, ?, De Baets Piet, ?, Verhelst, Bouchier K., Bauwens Erik, ?, ?, Van Lent Frank.
Zittend: Mollet, ?, ?, Hooft Ronny, Cnudde W., De Beir M., Slock,
Oosterbaan Rudy, Hermie. Mensen die nog namen hebben reageer aub.
Sedert de verhuizing naar de Industrielaan eind 2006 besteedt het Stadsarchief extra aandacht aan fotomateriaal. Flink geholpen door de overbrenging van de VVV-collecties, kon het archiefteam op korte tijd zowat twintigduizend stuks bij elkaar brengen, waarvan het grootste deel is gedigitaliseerd op 250 cd's.
Desondanks stuit de liefhebber van het oude Eeklo onvermijdelijk op de historische grenzen van de fotografie. Werden de eerste opnames in België gemaakt omstreeks 1850, de grote bloei kwam er in Eeklo pas in het eerste decennium van de 20ste eeuw. Foto's van vóór 1900 bestaan, maar zijn behoorlijk zeldzaam.
Een uitzondering vormen de zogenaamde stereoscopische foto's. Zij bestaan uit kartonnetjes van ongeveer 18 bij 10 cm, waarop naast elkaar twee opnames van ca. 8 x 8 cm zijn gekleefd. Die tonen hetzelfde beeld, maar gefotografeerd vanuit een lichtjes verschillende hoek. Het is de bedoeling dat ze worden bekeken door een speciaal brilletje met een groen en een rood gekleurd glas (in die tijd mica), waardoor de illusie van een driedimensionaal beeld ontstaat.
De kwaliteit van dit soort opnamen is voor die periode merkwaardig goed. Zij droegen dan ook de voorkeur weg van de eerste Eeklose beroepsfotograaf, Henri Smitz, die de techniek zelfs bleef gebruiken tot na de Eerste Wereldoorlog. Dat er stadsbeelden van omstreeks 1875 bewaard zijn gebleven, mag dus zeker als een verdienste van hem worden beschouwd.
Met de medewerking van de familie Smitz slaagde het Stadsarchief erin, zo'n tachtig stereocopische kaarten te digitaliseren. Die bevatten o.a. ronduit schitterende beelden van de Markt, de Boelare, de Stationsstraat en de Molenstraat. Merkwaardig is het grote aantal opnamen van in het begin van de Kerkstraat. Niet toevallig woonde daar Polydoor Lippens, die een grote belangstelling had voor alle nieuwe technische snufjes. Hijzelf staat ook op een dergelijke foto, en een hele reeks beelden is gemaakt in zijn tuin en in de pastorie aan de overzijde van de straat. We mogen dus aannemen dat hij zelf geregeld door de zoeker keek.
In het Stadsarchief zijn de opnamen verzameld op drie cd's, met telkens het origineel en twee of meer via Photoshop verbeterde versies. Enkele daarvan zijn zo goed, dat ze gerust kunnen doorgaan voor foto's uit de jaren zestig.
Het genoegen is jammer genoeg niet altijd onverdeeld. Een tiental van de tachtig kaarten werden door barbaren in tweeën geknipt, misschien om de fotootjes apart te kunnen verkopen. Als één van de twee ontbrak, moest een digitale reconstructie redding brengen, maar het driedimensionale effect kan dan niet meer bereikt worden …