Rudy Matthijs
Eén van de Meetjeslandse flandriens die stilaan in de vergeethoek is geraakt, luistert naar de naam Rudy Matthijs. De Kleitenaar werd geboren op 3 maart 1959 en was van jongsaf aan sterk gebeten door de wielermicrobe. Als kind dweepte hij met de prestaties van Roger De Vlaeminck en Jean-Pierre Monseré en hij keek dan ook reikhalzend uit naar de dag dat hijzelf vijftien jaar zou worden, de leeftijd waarop hij zou debuteren bij de nieuwelingen.
Rudy kon van bij zijn debuut meer dan zijn mannetje staan : de eerste wedstrijd beëindigde hij op een meer dan verdienstelijke derde plaats en op het eind van zijn eerste wielerseizoen stonden zes overwinningen achter zijn naam vermeld. Vlot winnen bleek een constante zowel bij de nieuwelingen, juniores als liefhebbers.
Vooral door toedoen van Guido Reybrouck en Romain De Loof besliste de talentrijke Matthijs om in 1981 als prof te debuteren bij het bescheiden ploegje Fangio-Sapeco-Mavic. Aanvankelijk lag zijn werkterrein vooral in de toen nog populaire kermiswedstrijden. Ondanks de vrij moeilijke omstandigheden binnen dat kleine ploegje won Rudy in 1981 toch vijf wedstrijden. Dat had de aandacht getrokken van Lomme Driessens die een plaatsje vrijhield in de meer gerenommeerde Boule d’Orploeg. Financieel betekende dat een hele stap vooruit en ook sportief zat er met Freddy Maertens en Daniel Willems heel wat talent in die ploeg. Tijdens dat eerste jaar bij Driessens won Rudy Matthijs zowel de Grote Prijs van Fourmies als de Grote Prijs Poeske Scherens in Leuven.
Het tweede seizoen bij Boule d’Or was nog meer succesvol : winst in de Ronde van Limburg, ritzege in de Ronde van Luxemburg, de Leeuwse Pijl en vooral de ritzege in de Tour met aankomst in Roubaix. Als fervent supporter van Roger De Vlaeminck had Matthijs er altijd van gedroomd om in de voetsporen van zijn grote idool te kunnen treden en met winst in Roubaix werd die droom voor een groot stuk gerealiseerd.
Nadat Rudy in 1984 in Koolskamp kampioen van Vlaanderen was geworden, beleefde hij zijn topseizoen in 1985 toen hij de kleuren van Hitachi-Splendor verdedigde. Na een veelbelovende etappezege in de Ronde van Zwitserland verbaasde Matthijs de internationale wielerwereld met drie ritzeges in de Ronde van Frankrijk, waaronder de slotetappe met de vermaarde aankomst op de Parijse Champs Elysées. Niemand kon toen vermoeden dat het beste van zijn carrière dan reeds voorbij zou zijn. Een aanvankelijk onschuldig lijkende valpartij tijdens een oefentrip in de duinen leidde in 1986 een ware martelgang in. Eerst leek er niets ernstigs aan de hand maar korte tijd nadien begon alle miserie. Bijna elke pedaaltred ging gepaard met vervelende pijn zodat het een klein mirakel is dat Rudy Matthijs het nog drie jaren uithield in het peloton. Grote prestaties werden echter niet meer geleverd. En tijdens het voorjaar van 1988 hield hij het, op amper 29-jarige leeftijd, noodgedwongen voor bekeken. Zonder die constante pijn in zijn zijde zou de erelijst van Rudy Matthijs er ongetwijfeld nog een stuk imposanter hebben uitgezien. Nu blijven vooral die drie ritzeges in de Tour 1985 op het netvlies van iedere Meetjeslandse wielerfan gebrand.
Na zijn sportieve loopbaan verdween Rudy volledig van het wielertoneel. Eerst als vrachtwagenchauffeur en later als bouwvakker kwam hij op een heel andere manier aan de kost.
(Mark Van Hamme)
|