Kroniek van een toffe familie en een toffe gemeente.
03-09-2005
dynamiet en munitie.
Arendonk heeft altijd al iets gehad met dynamiet en munitie. Al in 1872 liet een Parijse ingenieur zijn oog vallen op zo'n 100 hectaren hei- en bosgronden achter het kanaal. Ver weg van de bewoonde wereld. Daar plantte hij in de loop der jaren een dynamietfabriek neer. Zelfs Alfred Nobel is er goeiendag komen zeggen. Tientallen jaren hebben de Arendonkse mensen er hun kost verdiend onder het toeziend oog van Franse directeurs en vlaamsonkundige meestergasten. In totaal werd "de S.A. Poudreries d' Arendonck" een vijftal keren getroffen door zware ontploffingen. Op 7 juli 1927 was het heel goed prijs: Een bunker vol dynamiet ontplofte en met de bunker 6 personeelsleden.Allemaal mensen van Arendonk, behalve Julien Jacques. Voor hem werd er zelfs een apart doodsprentje gemaakt.(zie hierboven
De fabriek bleef draaien tot in 1964. Toen ging een groot gedeelte van het ontslagen personeel naar het nieuw opgerichte Duits Nato-munitiedepot op de Grens met Nederland....Maar daarover een volgende keer.
Vrijen aan Brug 4 Toen mijne vriend, zo'n 42 jaar geleden een lief ging zoeken kwam hij terecht aan de vaart. Hij vond een bloem van een meisje langs de boorden van het kanaal Dessel-Schoten. Haar ouders hadden een bloeiende staminé. 't Zat er altijd vol vissers, smokkelaars, douaniers en mannen van 't dynamietfabriek die boten moesten lossen en voorttrekken. Mijne vriend zijn lief moest op de klein mannen passen als moeder Julia de klanten stond te gerieven. Dat ging goed zolang hare vrijer maar uit haar buurt bleef. Als die d'r was begon het te kriebelen en vroeg ze aan moeder Julia permissie om een half uurke over de vaartdijk te slenteren...vlinderkes tellen en bootjes kijken. Ze mocht altijd van moeder. Voor een half ureke en als ze maar binnen was voor vijf uur.Want dan kwamen de bengels van 't school en hadden honger, en mijne vriend zijn lief moest de boterhammekes smeren. Ge weet hoe dat het gaat: Een half uurke in 't gezelschap van uw schat dat is zo voorbij. Op die tijd krijgt ge de knoppekes van uw bloeske nog niet terug dichtgeknoopt. Elke wandeling eindigde dan ook na het afgesproken uur. Mijne vriend en zijn lief hadden altijd een uitvlucht: De ophaalbrug over het kanaal was juist omhoog om een schip te laten passeren. Vandaar. Moeder Julia keek eens boos en dacht bij derzelve "'t is nog precies gelijk in mijne tijd." Brug IV, de ophaalbrug over het kanaal Dessel-Schoten ligt er nu al zo'n klein honderd jaar en ze begint te verslijten. De hoge piefen van de dienst der Scheepvaart willen ze afbreken en vervangen door een hoge Brug. Er is nu een actiecomité opgericht om de ophaalbrug te behouden. Ik ben d'r ook bijgegaan. Alleen al voor mijn kleindochters. Stel dat ze over tien of vijftien jaar te laat thuis komen met hunne vrijer, dan moeten ze toch kunnen zeggen : "Jamaar mama, de brug was naar omhoog."
Een weekje vacantie aan de Vlaamse kust was dit jaar twee dagen regen, 1 dag Boudewijnpark, 1 dagje in de duinen, 2 dagen aan het strand en dan nog een braderij bezoeken. Overal kostte de Blonde Leffe meer dan 3 euro, 50 eurocent om te plassen, was de grootste hoop van de cafébazen knorrig, trapte men in hondenpoep en was er uren in de omtrek geen parkeerplaats te vinden. Gelukkig hadden we de kleinkindjes bij; en die maakten er een keigoeie vacantieweek van. ...Ondanks alles.
Eén van de laatste herinneringen aan de tweede wereldoorlog inArendonk is een bunker aan het kanaal Dessel-Schoten. Eigenlijk is het niet meer dan een zwaar verstevigd betonnen hok van een meter vijftig bij een meter vijftig. Op de buitenkant van de bunker zijn er met behulp van een soort grote soeplepel betonnen dopjes opgezet. Waarvoor?...Ik zou het niet weten!. (klik op de foto.)
De vacantie is bijna voorbij. En daarmee ook de drukte op de Europese wegen. Ook aan de massale emigratie van mijn Nederlandse buren komt daarmee een einde. Ik heb ze zien rijden en ben ze tegengekomen: Gelijk de Hunnen, de Noormannen en onze Germaanse oosterburen in vroeger tijden Europa overspoelden, maar dan in omgekeerde richting, zo trekken mijn hollandse vriendjes in een laattijdige inhaalbeweging Oost- en Zuid-Europa binnen. Als colonnes werkmieren, in eindeloze slierten en rijen. Met sleurhutten achter hun wagens- kerrevens, zeggen mijn vrienden daartegen - in alle maten en vormen. Volgestouwd met pa en ma, familie en ouwe oma, trekken ze richting Pyreneeën,Salou en andere kampeerterreinen. Eens aangekomen kapen zij het eerste beste caféterrasje, bestellen de hoogstnodige consumaties en geven de kelner van dienst een uitgebreide fooi. O wee, de garcon of serveuse die daarin trapt. Vanaf het moment dat de fooi is overhandigd wordt het bedienend personeel gegijzeld en het café aangeslagen: Het caféetje wordt voor veertien dagen een hollandse enclave. "Nou Piet en Toos, lekker gesellich hé !!" Niet gehinderd door enige talenkennis of een beginnende vorm van wellevendheid komen mijn vrienden te voorschijn op de onmogelijkste plaatsen: In een speciaal voor passagiersboten aangelegde zijarm van het meer van Annecy - compleet verboden voor alle ander vaarverkeer - duikt plots een gehuurd motorbootje op, met allemaal hollandse kapiteins aan het roer. "We motte terugvaren Joop..." In de historische binnenstad van Albertville, verboden voor alle gemotoriseerd verkeer - zelfs de bakkers en beenhouwers moet alles te voet aanslepen - komen Kees en Sjaan hun autookes draaien. Eindeloos zijn de verhalen.... ...En dan, eindelijk is de vacantie voorbij en keert de rust weer: de plaatselijke middenstand kan starten met puin ruimen en herstellen van de opgelopen depressies.En de volgende invasie opnieuw bang afwachten !!!!