Kroniek van een toffe familie en een toffe gemeente.
26-02-2006
de twee G-kes.
De twee "G's." Vorig weekend zijn we gaan wandelen aan het Kroonven in Bladel. Voor diegenen die Bladel niet weten liggen: Het is een Brabants dorpke niet ver van de Belgische grens met nog vele honderden hectares bossen en daarin verscholen een hoop vennen. Dat wandelen van ons is maar een alibi om na niet al te lange tijd ergens in een kroeg te belanden. Dit keer was dat "het Nekkermenneke".
Vroeger toen er nog geen leidingwater bestond werd met een lange boomstaak en daaraan een emmer, water uit een put gehaald en in die putten zaten de nekkermennekes. Je zag die zitten als je over de rand van de put keek.
Het cafeeke waar we belanden heette het "Nekkermenneke". In de jaren '60-'70 werd er zondagsvoormiddags gekaart door een paar stamgasten en de cafébaas zelf. Met z'n vieren zaten ze te klaverjassen aan een tafeltje met daarrond een hoop supporters. Als er iemand dorst had moest hij het zelf halen want de cafébaas was aan 't winnen. Wanneer er een toevallige passant het café binnenkwam en naar de waard vroeg om een pint te bestellen dan zei de kaartende cafébaas steevast:" die heb ik vandaag nog niet gezien" en hij kaartte verder. Toen wij binnenkwamen zat "koud Pietje" aan het stamtafeltje. Koud Pietje is een gepensioneerde gemeenteambtenaar op jaren die zo'n beetje de "Swis" is in het café. Hij wandelt van tafel naar tafel en vraagt uitgebreid naar ieders gezondheidstoestand, zelfs als met het blote oog te zien is dat deze hopeloos is. Pietje is 76 maar dat is er niet aan te zien. Hij is nog één en al vitaliteit, komt erbij zitten, buurt, vertelt, en in een onbewaakt moment drinkt hij uw borreltje jenever half leeg. Pietje heeft zijn bijnaam -Koud Pietje of Pietje diepvries - gehaald toen hij als bijverdienste zijn huis had omgebouwd tot een grote frigo die hij verdeelde in klein vriezerkes. Overdag leverde Pietje, als ambtenaar op het gemeentehuis, de slachtvergunningen af en 's avonds stopte hij de gevierendeelde koeien in zijn verhuurde frigos. Koud Pietje had voor ons nog een moppeke in petto: "..In de klas was juffrouw Annelies bezig met de les Nederlands en de kindjes in de klas moesten voorbeelden geven van woordjes met daarin 2 g's. "gegeven" zei Chareltje. "goed zo Chareltje" zei juffrouw Annelies. "gegeten" zie Fritske. "flink zo Frits" zie de juffrouw. ....Andréke op de laatste rij zat al tien minuutjes met zijn vingerke te zwaaien. Eindelijk was hij aan de beurt. "Geslachtsgemeenschap" zei Andréke. " Mooi zo, dat is een hele mond vol " sprak juffrouw Annelies. "Nee juffrouw dat is pijpen met twee p's" antwoordde Andréke. ...Toen moest Koud Pietje van de cafébaas aan de toog komen zitten...
Voor de vroege bloggers... ....voor de nachtraven onder jullie, voor de vroege kruideniers, voor de stokers en andere pipos als daar zijn "de holtorren", "het vuurpeleton", "den douwen", "het schoentje", "dauwke junior" en nog een hoop bloggers die anderen niet gerust kunnen laten, vannacht gelezen in een serieus boek en onmiddellijk aan jullie gedacht: "Wijsgeerige opmerkingen en gedachten". De menschen ijveren doorgaans tegen die ondeugden, welke zij zelve bezitten of waarvan zij het tegenbeeld in de tegenoverstaande deugd meenen te bezitten."
Wie herinnert ze zich nog? ..de kapellekes tegen de gevels van de huizen, boven de voordeur, afgeschermd onder een dakgoot?... Als men door landelijke dorpen van de Kempen rijdt ziet men ze links en rechts nog hangen, maar het worden curiosa : de Mariakapelletjes. Toen in 1954 het kerkelijk dogma "Onze Lieve Vrouw Onbevlekt ontvangen" honderd jaar oud was werden in de verschillende Vlaamse bisdommen de gelovigen aangespoord om een gevelkapelletje op een goed zichtbare plaats aan hun huis te bevestigen.Tegelijkertijd deden de huishoudens de belofte iedere dag tesamen met de kinderen tenminste één tientje van een paternoster te bidden. Het waren de hoogdagen voor de vlaamse katholieke kerk. In landelijke parochies hingen de kapellekens deur naast deur, en het was als met de zondagsmis; wie er geen aan zijne gevel had hangen werd vies aangekeken. Nu meer dan 50 jaar later kom je ze nog sporadisch tegen: tegen de gevel van een oude boerderij, bij een bejaarde jonkman die niet meer op de ladder durft om het beeldje weg te halen of boven een oude staldeur, op enkelen na, allemaal vergaan en verweerd door wind en zon. Deze vorm van volksdevotie is verloren gegaan en vervangen door deze van de tuinkabouterkes in het voortuintje of heksenvrouwkes achter de ramen.....'t Is maar waar ge in gelooft.
Het zeusbeeld op Olympus. Voor vrienden van mij die niet te beroerd zijn om toe te geven dat ze ook alles niet weten, plaatsen we in wekelijkse afleveringen een beschrijving van de zeven wereldwonderen. We beginnen met de klassieke zeven en eindigen met de moderne zeven....Tenminste als we lezers overhouden.!!!
1. de pyramides van Cheops.(20/01) 2. de Kolossos van Rhodos.(25/01) 3. de hangende tuinen van Babylon.(03/02) 4. het mausoleum van Halicarnassus.08/02) 5. de Pharos van Alexandrië.(16/02) 6. het Zeusbeeld op Olympia.(23/02) 7. de tempel van Artemis in Ephese
Het beeld van Zeus bevond zich binnen in de Dorische tempel van Olympia, op de GrieksePeloponnesus. Het beeld was 9 meter hoog (andere bronnen zeggen 12 meter) en stelde de Griekse oppergod voor, tronend op de Olympus. Het was een houten beeld, bekleed met goud en ivoor en met ogen van edelstenen. Het werd omstreeks 433 voor Christus gemaakt door de Atheense beeldhouwer Phidias. Deze maakte eerder al het Beeld van Athena te Athene. De tempel van Zeus was echter niet voorzien op zo'n groot beeld (het Parthenon was gebouwd rónd het beeld) en het beeld zat dus gekneld tussen de interne zuilen van de tempel.
Na de definitieve afsluiting van de "heidense" Olympische Spelen werd het beeld in 426 na Christus naar de hoofdstad Constantinopel overgebracht, waar het 50 jaar later (in het jaar 475) bij een paleisbrand verloren ging.
De Romeinse naam voor Zeus is Jupiter. (nog een geluk dat ze mij zo niet noemen).
Hoop op papieren.... Met de steun van de kardinaal, de bisschop op kop en gevolgd door een tachtigtal verenigingen en organisaties werd vorige week in Antwerpen betoogd om illegalen aan papieren te helpen.Opkomen voor mensen in de problemen is een lovenswaardig initiatief; dat is een vorm van naastenliefde. Maar meestappen voor regularisatie van de illegaliteit gaat me te ver.
Zonder in te gaan op een terechte vraag van sommige individuele gevallen moeten mensen die in België illegaal zijn, verplicht worden het land te verlaten. Dat staat duidelijk en zonder franjes in de wet. En het is zoals minister Dewael zegt:" Als ik gehoor geef aan geroep, protestmarsen en optochten dan bevoordeel ik de roepers en hun actiecomités en benadeel ik diegenen die niet roepen en geen actiegroep achter zich hebben en het land wel verlaten.". Waar het hier om gaat, en ook in Nederland, zijn de honderden, duizenden asielzoekers die reeds jaren geleden het bericht kregen dat ze niet voldeden aan de status van vluchteling zoals deze beschreven staat in de "Conventie van Geneve". Met andere woorden: zij kregen van de overheid een negatieve beslissing en dienden het land te verlaten. Geholpen door goedmenende burgers, pro deo-advocaten, scholen, voetbalploegen en andere clubs werd er aan hun verblijf een rek gebreid die iedere keer werd uitgerokken. Procedures bij de Raad van State, brieven aan de Koning, handtekeningenacties....alles werd uit de kast gehaald. En eerlijk is eerlijk: ook de overheid had schuld: ze treuzelde te lang om sommige gevallen op te lossen. Daar wordt nu een einde aan gemaakt. ...En het zal zo wel zijn: De beslissingsverantwoordelijke zal noodgedwongen eelt op zijn ziel moeten kweken maar als hij dat niet doet en willekeurig gaat beslissen wie wel en wie niet in ons peperkoekenlandje mag blijven dan wordt hij oneerlijk en zet hij de deur wagenwijd open voor willekeur en misplaatste naastenliefde..... of heeft een uitgeprocedeerde alleenstaande Nepalees waar niemand naar omkijkt en zelfs het bestaan ervan niet kent, minder recht op regularisering dan een Macedonische familie waarvan de 3 jongens supervoetballerkes zijn, de meiskes primuskes op school, waarvan pa wijkmeester van de KWB is geworden en ma streektaartjes bakt voor de rest van de straat ??? en waarom zou een simpele Afrikaanse neger zonder pardon de vlieger op moeten en een koppeltje leuk uitziende zigeunervrouwtjes niet??? Zegt het maar.
Legkippen. Twee vrienden van mij bewegen zich in de middens van de grootdistributie. De ene heeft zich toegelegd op de verspreiding van toebak en sigarettenblaaikes - daar wil ik het verder niet meer over hebben -, de andere heeft zich gespecialiseerd in tuinbouw- en neerhofprodukten, en over die laatste wil ik het wel hebben. Zijn land- en tuinbouwproducten zijn seizoensgebonden: In de vroege lente, als het weer en zijne rug het toelaten, worden de eerste percelen aangestampte potaarde volgeplant met sla-, radijs-, kervel- en aardbeiplantjes. Enkele weken later kan de vrucht van "Gods bodem" en mijn vriends "noeste arbeid" te gelde gemaakt worden. De eerlijkheid gebied me te zeggen dat de distributie van deze artikelen gratis is en gebeurt op een ogenblik dat enige groenigheid op uw teljoor welkom is.
Anders is het met de producten van zijn neerhofdieren: Hierop is mijn vriend uiterst zuinig. De eieren van zijn legkippen zijn gegeerd bij de plaatselijke middenstanders. Zozeer zelfs dat hij er hardgekookte moet tussensteken om de gevraagde quota te halen. De legsels van zijn uit een natuurreservaat weggelokte ganzen zijn verkocht vóór de kuikens uit het ei zijn, en zelfs overjaarse en versleten legkippen vinden hun weg naar nietsvermoedende kopers.Drie en half jaar geleden heeft mijn vriend de verkoop van zijn leven gesloten: Aan een mens die hem vertrouwde verkocht hij een legkip van zeven jaar oud. Nu, zoveel jaren later, staat dat beest nog altijd te pruttelen in een ketel...niet gaar te krijgen. Mijn vriend heeft terecht een goede naam in de kringen van zijn beroepssector....
(de gans hierboven is overgevlogen van Vera's ganzenpage.)
De penitentie... Mijn vriend is terug van zijn bedevaart naar Postel. De drie dagen afzondering en boetedoening hebben van hem een gelouterd man gemaakt. Eentje waar de mensheid vanaf nu alleen nog maar plezier aan zal beleven. Wie daar mee voor verantwoordelijk is dat is de hoogwaardig Heer Prelaat, trouwens een goede bekende van mijn vriend. Ooit waren zij samen op internaat in het Klein Seminarie van Hoogstraten. Toen scheidden hun wegen. Hoe de hoogwaardig Heer prelaat mijn vriend terug op het rechte pad kreeg is een verhaal voor later...
Wat hij mijn vriend ook vertelde was de geschiedenis van de Abdij van Postel, en als gelouterd en zondenvrije christene wil deze U daaraan deelachtig te maken.
Postel is een deelgemeente van Mol en ligt in de Antwerpse Kempen op de grens met Nederland. Liefhebbers van Willy Claes en Margrietje Hermans moeten langs de Postelse Norbertijnerabdij passeren om bij de "Kaasboerin" te geraken.. De orde van de Norbertijnen werd gesticht in 1121 in Prémonstré nabij Laon in Frankrijk door Sint Norbertus van Gennep, vandaar de naam van de paters: Premonstratenzers of Norbertijnen. Kort daarna, rond 1130, schonk een plaatselijk landman een groot deel van Postel aan de abdij van Floreffe waar toen al norbertijnerpaters een klooster hadden. Tot het begin van de 17de eeuw bleef Postel afhankelijk van de abdij van Floreffe. Mede onder invloed van de aartshertogen werd in 1618 de gemeenschap van Postel een onafhankelijke abdij met Rombaut Collibrant als eerste abt. Door haar ligging werd de abdij van Postel in de 17de eeuw ook een twistappel tussen de noordelijke en de zuidelijke Nederlanden en andere loslopende bendes: Dan weer werd Postel geplunderd door hongerige Arendonkenaars, dan weer kwamen de hollandse Calvinisten de boel aanslaan. Dat duurde tot 1785. Lang duurde de lol niet want in 1797 werd de complete abdij geplunderd door de mannen van de "Franse Revolutie". de 43 aanwezige paters werden uit hun klooster verdreven en verspreidden zich over de verschillende dorpen. Pas in 1847 kwamen ze terug. Onder de twee wereldoorlogen was Postel een toevluchtsoord voor honderden vluchtelingen.
Het dagelijkse leven in de Postelse abdij draait rond de "Liturgie", " de gastvrijheid", "de geloofsverkondiging" en allerlei vormen van "pastoraal leven" (parochies, scholen, ziekenhuizen). Op dit ogenblik verblijven er in de Postelse abdij nog een dertigtal paters, zijn er een 15tal actief in parochies in de omtrek van Postel en in onderwijsinstellingen en verblijven er twee in de priorij van Kinshasa, een priorij opgezet door de paters van Postel. Momenteel zijn er nog 1700 Norbertijnen en Norbertinessen verspreid over de ganse wereld, Vlaanderen telt 5 abdijen (Postel, Averbode, Grimbergen, Park van Heverlee en tongerlo) en Wallonië nog 2 (Leffe en Bois-seigneur-Isaac). ....Dus als er onder jullie nog zijn die "iets" voelen roepen...met z'n allen daarheen.