Kroniek van een toffe familie en een toffe gemeente.
29-05-2005
kroegbaas of filmacteur ?
Als er in Amerika een filmacteur (Arnold Schwarzenegger) gouverneur van California wordt dan wordt hier honend gelachen : " Raar volkske die Amerikanen."
Als er hier een cafébaas gouverneur van Limburg wordt dan vindt iedereen dat maar heel normaal... Awel ik niet. Mijne vriend zal weeral zeggen: "Ja maar, das nie hetzelfde !!!". Allée joeng.
Alles goed? Twee vrienden van mij gaan elke week twee keer fietsen. Beiden hebben daarvoor verschillende beweegredenen. De ene omdat hij dan van huis is, de andere omdat hij niet graag in zijnen hof werkt. De twee geven fietsles aan asielzoekers. Iedere dinsdag en donderdag vertrekken zij tesamen met enkele nieuw aangekomen vluchtelingen vanuit het asielcentrum voor een toer door Arendonk. Afhankelijk van hun gasten bezoeken ze dan de gemeenteschool, een kerk, het zwembad, het gemeentehuis, de bibliotheek, de Aldi, een cafeetje.... De twee vrienden proberen hun nieuw maten ook Vlaams te leren. "Schol" of "een pintje drinken" en "alles goed ?" zijn standaard- uitdrukkingen. Als ze een asielzoeker tegenkomen vragen ze steevast: "alles goed?" en na een kleine week roepen die mannen, of het nu witte of zwarte, geel of rooi zijn, of het mannekens of vrouwkes zijn, of het nu morgen, middag of avond is "Alles goed". Gelijk wij goeie morgen, goeie middag, goeie avond, ...Alles goed? "Alles goed" is een standaarduitdrukking geworden hier in het asielcentrum.
Als ge dus in Brussel of in Antwerpen van de overkant van de straat ineens iemand hoort roepen: "alles goed" dan weet ge dat hij in Arendonk heeft leren velorijden.
Tijdens een fietsweekend rond de kanten van Veurne kwamen we voorbij het militair kerkhof van Steenkerke. Daar vonden we het graf van mijn grootoom: Gesneuveld aan "den Yzer" in 1918. Felix De Bie 31 jaar is hij geworden.
Mijn vriend - die in een zatte bui zichzelf weleens "God" durft noemen - is een overtuigd biologisch agrariër. Hij is tevens overtuigd dat legumen afkomstig van een kar of uit een buurtwinkel ondergespoten of bewerkt zijn met alle denkbare pesticiden. Hij composteert zelf, spaart de uitwerpselen van zijn ganzen, van zijn kippen en van zijn ezel, en als er per hoge uitzondering een van zijn legkiekens de pijp uit gaat, graaft hij dat eigenhandig in de grond op de plaats waar volgend jaar zijne prei groot moet worden. Vanaf het ogenblik dat het eerste onkruid opschiet neemt hij de spade ter hand, zoekt een onnozele ziel, geeft hem de schup en laat die zijne hof omspaaien. Kwestie van zelf hernias voor te blijven. Het zaaigoed - wortelkes, prei, tomaten, radijskes, spinazie...- gaat dan vakkundig de grond in en een grote "genoegdoening" maakt zich van mijn vriend meester als de eerste sprietjes hun koppeke boven aarde steken. Waarlijk dan is "God" daar. Zoals een duivenmelker op zijn prijsduif uit Quivrain zit te wachten, zo gaat mijn vriend om het anderhalf uur naar de vorderingen van zijne salade kijken. Waarlijk hij voelt zich een God.!!!! En alles zonder chemisch gedoe. En alles groeit en bloeit in pure pracht. Geruchten doen de ronde dat hij zelfs ondergrondse wegwijzerkes plaatst om de woelmuizen van zijn peekes weg te houden.... Maar dat zijn geruchten. En dan komt de productie op gang. Als men in de supermarkten en gespecialiseerde groentenwinkels met salade naar Uwe kop gooit, als de aardbeien in de solden zijn en de bloemkolen elkaar in de rekken verdringen, begint mijne vriend ook te oogsten: Hij moet dan drie weken aan een stuk salaad eten, krijgt 's morgens en 's middags spinazie bij zijne boterham, en de bloemkolen die komen zijn oren uit. Gelukkig heeft hij een paar goei vrienden die hem kostenloos van zijn overproductie afhelpen. Waarvoor dank.
Vijftien jaar geleden was ik een vriend van die van hiernaast en ook een uitermate populaire cafébaas van een jongerenkroeg, kom ik nu ook in aanmerking om straks gouverneur van Antwerpen te worden ?.
Vrienden van mij, niet gehinderd door enige zelfkennis, hebben een eigen kwisploeg opgericht. "Café en Co." heet die ploeg. Sinds een klein half jaar maken zij parochiezalen en voetbalkantines onveilig met hun verschijning. Van zodra de kwiskalender bekend is, schrijven zij in. Dit tot grote wanhoop van de organisatoren. "Café en Co" zijn met z'n vijven. Vier om na te denken en eentje om te schrijven. Bij de eerste kwissen waar ze aan deelnamen bedachten ze gezamenlijk de antwoorden. Dat leidde telkens tot zulke discussies dat de Cafées nog stechelden over het eerste antwoord wanneer de kwismaster al met de zesde vraag bezig was. Sindsdien heeft ieder teamlid zijn specialiteit: Eentje houdt zich bezig met "Allerlei, Geschiedenis, Aardrijkskunde". Op elke vraag antwoord hij steevast: "Ik denk dat ik het weet." en dan stopt hij. Als de schrijver - het vijfde kwislid - dan vraagt wat hij denkt, blijft hij zwijgen.Dus alle vragen over "Allerlei, geschiedenis en aardrijkskunde" worden op het antwoordenblad met een horizontaal strepeke beantwoordt. Een ander teamlid - keurig geknipt en in het maatpak - is gespecialiseerd in media, BV's en roddelboekskes. Ondanks zijn kennis worden ook zijn antwoorden door de schrijver genoteerd met een horizontaal strepeke. In plaats van naar de vragen te luisteren, beloert hij ieder aanwezig vrouwspersoon als een mogelijke prooi voor de aprés-kwis-party. Het derde en vierde teamlid hebben het erg met elkaar getroffen. Naast hun professionele activiteiten bij het kwissen, zijn ze ook erg close in hun privéleven. Dat leidt tot erg gênante toestanden onder de kwistafel door. Met behulp van Rodenbachs en witte wijnen gaan in de tweede kwishelft de remmen los en doen ze enkel nog mee aan de ingelaste fysieke proeven. Het eindresultaat is telkenmale dat kwisploeg "Cafée en Co" in de kelders van het klassement eindigd en ruzie heeft met bijna alle aanwezige echtgenoten van het beloerde vrouwvolk. Enkel van de cafébaas krijgen zij een trofee: Die van de grootste verteerders.....Tenminste als ze niet vergeten hun rekening te betalen.
De verhalen en verslagen over de valsspelende (?) draagmoeder op teevee en in de kranten gevolgd. Ik vind het een intriestig verhaal: Neen, niet voor de draagmoeder, niet voor de wensouders, niet voor de twee vriendjes die een kindje wilden en zeker niet voor het hollands koppel dat het kindje gekocht zou hebben. Ik vind het intriest voor het kindje zelf. Nog niet eens geboren en zo met je gesold worden. Praten over onkostenvergoedingen, tegen elkaar opbieden: het lijkt de veemarkt van Anderlecht wel. Wie van deze hoofdrolspelers heeft er 1 minuut stil gestaan bij de toekomst van dat jongetje of meiske? Hoe moet dat straks door het leven? Zal dat ooit op zoek gaan naar zijn echte mama en dan te horen krijgen dat het ooit het voorwerp was van een platte commerce? Ik heb ook even de fameuse website bezocht waar contacten met draagmoeders worden gelegd. Daar staat : ".....bij de huisarts kun je een apparaatje halen waar het sperma ingaat dat de vrouw zelf inbrengt, kwartier met de benen omhoog voor het beste resultaat en dan afwachten...". Kijk, mevrouwen, mijne heren, en excuseer me de groffe schuttingtaal : U praat precies als een varkensboer die zijn zeugen gaat insimineren.
Vrienden van mij dagen me wel eens uit met de opmerking: deze foto durft ge niet op uw blog plaatsen. Voila ...en dan gebeurd het toch. Zoals hierboven....
Mijne vriend en ik verpozen weleens op een zonnig caféterrasje. In de winter en als het regent gaan we uiteraard binnen zitten. Met de regelmaat van een friese hangklok duikelen dan ook de wielertoeristen het terras op of de café binnen. Bezwete mannenlijven in veel te enge, opgespannen koersbroeken, de slagaders gelijk dikke koorden op hun slapen, en met starkijkende ogen in hunne kop die ook op springen staat. En allemaal met een potsierlijke helm op hunne knikker en aan hun lijf een truike volgedrukt met cafénamen. Hijgend bestellen ze dan een grote Ice Tea, en nog ene. Moesten er geen wielertoeristen bestaan dan ging de fabriek van den Ice Tea failliet. De velofanaten die wij tegenkomen zijn die van het oudere type; zo van een jaar of 50 en ouder. Nadat ze uitgehijgd zijn en het schuim van de mond hebben gekuist beginnen de verhalen: "Ze zijn deze morgen al om half zes vertrokken, ze hebben al 75 kilometer op hunne kilometriek staan, ze rijden tegen 26 kilometer per uur, en ze kunnen nog harder als die ouw gepensioneerde wandelaars aan de kant van de weg bleven, en ze moeten er nog 45 kilometer bijdoen". Bij hun derde Ice Tea beginnen ze aan hun repen krachtvoeding die ze in hun koersbroek verstopt hadden. Ik heb nikske tegen mensen die met een velo rijden.-Alhoewel ik nog nooit iemand op een velo heb zien lachen- maar ik vind dat mijn gepensioneerde wielervrienden overdrijven. Ik denk maar zo: Als ze vroeger bij hunne baas ook zo hard hadden moeten zweten als op hun velo dan waren ze in staking gegaan. En moest het nu nog gezond zijn !!!