Mijne vriend en ik verpozen weleens op een zonnig caféterrasje. In de winter en als het regent gaan we uiteraard binnen zitten. Met de regelmaat van een friese hangklok duikelen dan ook de wielertoeristen het terras op of de café binnen. Bezwete mannenlijven in veel te enge, opgespannen koersbroeken, de slagaders gelijk dikke koorden op hun slapen, en met starkijkende ogen in hunne kop die ook op springen staat. En allemaal met een potsierlijke helm op hunne knikker en aan hun lijf een truike volgedrukt met cafénamen. Hijgend bestellen ze dan een grote Ice Tea, en nog ene. Moesten er geen wielertoeristen bestaan dan ging de fabriek van den Ice Tea failliet. De velofanaten die wij tegenkomen zijn die van het oudere type; zo van een jaar of 50 en ouder. Nadat ze uitgehijgd zijn en het schuim van de mond hebben gekuist beginnen de verhalen: "Ze zijn deze morgen al om half zes vertrokken, ze hebben al 75 kilometer op hunne kilometriek staan, ze rijden tegen 26 kilometer per uur, en ze kunnen nog harder als die ouw gepensioneerde wandelaars aan de kant van de weg bleven, en ze moeten er nog 45 kilometer bijdoen". Bij hun derde Ice Tea beginnen ze aan hun repen krachtvoeding die ze in hun koersbroek verstopt hadden. Ik heb nikske tegen mensen die met een velo rijden.-Alhoewel ik nog nooit iemand op een velo heb zien lachen- maar ik vind dat mijn gepensioneerde wielervrienden overdrijven. Ik denk maar zo: Als ze vroeger bij hunne baas ook zo hard hadden moeten zweten als op hun velo dan waren ze in staking gegaan. En moest het nu nog gezond zijn !!!
|