Kroniek van een toffe familie en een toffe gemeente.
13-05-2007
China dag 12 zaterdag 12 mei.
China dag 12; zaterdag 12 mei
Uitstekend geslapen. Alle kamers lijken hier wel bruidssuites wat niet noodzakelijk tot bijkomende inspiratie of transpiratie dient te leiden. We worden stillekesaan moe. Na het ontbijt kuieren we door de oude binnenstad van Guilin. De souveniertjes en prullaria blijven de ogen uitsteken en voor kleindochtertje nummer 4 wordt cadeautje nummer 5 gekocht.
Na de middag is het tijd om afscheid te nemen van Yangshuo, Guilin en zijn bewoners en vertrekken we naar het vliegveld van Guilin voor een vlucht van twee uren dertig naar Shangai. De vluchten gebeuren allemaal met moderne boeings met alle comfort aan boord. We landen op "Hongqiao, de lcuthaven waar alleen binnenlandse vluchten aankomen. Ze ligt op een uurtje rijden van het centrum van Shanghai waar ook ons hotel "The Bund Riverside" gelegen is.
(the Riverside bund hotel in Shangai). Alle tot dusver bezochte hotels zijn van een uitstekende kwaliteit met alle voorzieningen, TV, internet-verbinding, sauna,...alles er op en eraan.
Shanghai heeft 17 miljoen inwoners, 10 miljoen fietsen en is de grootste stad van China. Het is het financiële en het handelscentrum van het land. Hier ziet men hoe de maoistische principes een verstandshuwelijk zijn aangegaan met het kapitalisme. Een ongebreidelde bouwwoede in zijn meest extravagante vormen is daar een voorbeeld van.
(de skyline van Shanghai) 's Avonds nemen we een voorproefje van de volgende dag en bezoeken we "en petit comité" de Bund, een brede boulevard gelegen aan de . Het is een aaneenschakeling van Brits-koloniale gebouwen van voor 1937. Verder wisselen souvenirwinkeltjes af met vitrines van grote modehuizen en sexshops. Gelukkig dat we "en petit comité" waren.
Onze bagage gepakt en de bus op. De drukte van de steden laten we vandaag achter ons en we gaan de ganse dag de boer op. Met het vervoer dat we ondertussen gewoon zijn -een Vanhoolbus op zijn chinees- rijden we van Yangshuo naar Longshen. De tocht duurt ongeveer een drietal uren en leidt ons door ontelbare rijstvelden aangelegd in terrasvorm. Heel de streek is een mengeling van verschillende culturen. Een bekende minderheidsgroep zijn de "Yao"
Langs stoffige wegen passeren we door kleine dorpjes waar de tijd schijnt stil te staan. Hier is er van het hectische geharrewar geen sprake. De Olympische spelen van 2008 zijn hier ver weg.
We bezoeken de rijstvelden van Longhi, gelegen op terrassen van 400 tot 900 meter hoog en aangelegd tijdens de Ming dynastie. Op de middag genieten we van een echte plattelandslunch. We zijn ondertussen vakkundige "stokjeseters" geworden alhoewel de meegebrachte vorken en messen tussendoor uitstekende diensten bewijzen.
(ons koninkrijk voor 1 nacht) Langs een overweldigende natuurpracht rijdt de bus ons naar Guilin waar we zullen overnachten in het Parkhotel vooraleer we morgen naar Shangai zullen vliegen. 's Avonds kuieren we over de drukke avondmarkt en laten ons...voor de zoveelste maal, verleiden tot een chinees biertje of een speciaal geserveerde thee.
(thee serveren; manneke pis heeft er niets tegen !!!)
Als we thuis de cafébazen iets gunnen waarom zouden we het dan hier ook niet doen.
Een ander fenomeen in de chinese steden zijn de massale ochtendlijke turnoefeningen. Scholen, fabrieken, heelder straten verzamelen hun personeel en bewoners en starten in parken en op pleinen met ochtendgymnastiek. Het schijnt goed te zijn voor de fysief en "en passant" wordt het groepsgevoel aangewakkerd.
Daarom vroeg eruit vandaag en om de hoek van het hotel gaan turnen. Naast de strakgetrainde lichamen van die chinezen viel onze seniorenbuik zwaar uit de toon... We zijn daarom maar vanachter in de rij gaan staan. Lang kunnen we de clown niet uithangen want we gaan de boot op voor een tocht op de Li rivier tot in het dorpje Fuli. Op en aan de rivier zien we de vissers op hun bamboeschuiten met hun fameuse aalscholvers. Die laatsten doen het werk en brengen de vis aan boord.
(boten met chinese dagjestoeristen) Links en rechts wordt onze boot gepasseerd door boten en bootjes volgestouwd met chinese dagjestoeristen. Je mag er niet aan denken wat er gebeurd als zo'n ding zou zinken. Langs de oevers van de Li rivier is het een drukte van jewelste: ploegende boeren, spelende kinderen en vrouwen die de was doen in de rivier, waterbuffels... en overal groene rijstvelden. Het dorpje Fuli zelf is bekend om zijn typische chinese huisjes en om de schilderkunst op de chinese waaiers. Voor het oog van de toerist allemaal handwerk. (handgeschilderde waaierkes) Na de middag proeven we nog even de speciale sfeer op de markt van Yangshuo en dan pakken we de fiets om een toer te maken over het platteland, langs riviertjes en door kleine lokale dorpjes. Gelukkig moesten wij niet oversteken.
(overstekend verkeer.) Na het avondeten in een lokaal restaurantje in Yangshuo verkennen we nogmaals de markt maar nu in de avonduren. Overal branden de lampionnekes en draaien de papieren draken in het rond. Een karaokebar kan ons maar matig bekoren niettegenstaande we een optreden ten beste wilden geven van "cherie" verkleed als een lokale Eddy Wally. ...Het zal voor een volgende keer zijn....
Het ontbijt in de hotels is gedeeltelijk westers, gedeeltelijk chinees. De paar chinezen die er ontbijten eten en slurpen rijstballen, banaanbladerensoep en satees. Wij houden het, gezien de gevolgen van de hot pot van de vorige avond, op spek met eieren. Vandaag hebben we ingeschreven voor een excursie naar het "stenen woud."
(de plaatselijke kaartjesknipper.) Met een overjaarse bus waarop ze in China een patent hebben toeren we door een prachtig landschap naar het karst-gebergte. Na een tocht van twee uur komen we aan het "stenen woud", een wonder van grillig gevormde kalksteenrotsen. Vrijwel elke bergtop en rots in het woud heeft een eigen naam, zoals "Moeder en zoon aan het wandelen", "Olifant" en "Neushoorn die naar de maan kijkt". Allemaal verzonnen in een eindeloze Chinese fantasie.
(rotsformatie van "de penis met afgeknotte eikel").
De plaatselijke gids heeft een baaldag en vindt het een meer dan prima idee om hem even te laten uitrusten. Wij maken van de gelegenheid gebruik om eventjes af te wijken van de toeristische paadjes en komen zo terecht in een wondere wereld van paviljoenen, vijvers en grotten.
Helaas, we moeten terug want er wacht ons nog een vliegreis naar Guilin; zo'n 800 kilometers verder waar de chinese boeing zo'n klein anderhalf uur overdoet. Van de luchthaven van Guilin gaat het verder met de "bekende busjes" naar het centrum van Yangshuo, onze volgende overnachtingsplaats.
Nadat we zijn ingecheckt in het "New West Street hotel" gaan we de stad verkennen. In West street, de hoofdstraat van Yangshuo duikelen we een plaatselijke bar binnen en gaan we chineesjes kijken... Een aangenaam tijdverdrijf bij een lekkere 'Qingdao' of een 'Kiquan", de plaatselijke Blonde Leffe.
(de Meir van Yangshuo) Op een tarrasje in West street proberen we onze eerste woordjes chinees -geleerd van een lokale barkeeper -. "wo ai nie" roept mijne maat tegen een chinese schone vergezelt van hare vrijer. Hij kan nog net een blauw oog vermijden. "Wo ai nie" is het mandarijns voor "ik hou van jou". ...Tja dat roept ge niet tegen een schattig lief meiske waar de chinese vrijer naastloopt. Om groter onheil te voorkomen zijn we maar gaan slapen.
Vroeg opstaan is de boodschap. De koffers worden terug ingeladen en na een typisch chinees ontbijt vertrekken we naar de luchthaven van Xi'an voor een vlucht met een boeing van China Eastern Airlines naar Kunming. De vlucht duurt 1 uur 45 minuten en de luchthaven van Kunming ligt in het centrum van de stad. 't Is niet te snappen dat er nooit een boeing in een van de pagodes is geland.
Kunming is de hoofdplaats van de provincie Yunnan en telt zo'n 1.500.000 inwoners. De provincie zelf is bergachtig en grenst aan Birma, Vietnam, Laos en Tibet. Kunming ligt op 1900 meter hoogte en wordt omwille van het klimaat "de stad van de eeuwige lente" genoemd. De stad zelf valt tegen: op 5 jaar tijd zijn de typisch chinese straatjes en wijken compleet weggevaagd en vervangen door ultra moderne avenues en lanen. De verschillende tempels in het oude stadsgedeelte zijn dan weer lust voor het oog.
(de eigenaars zitten ergens thee te slurpen.)
Het was ons ook al in Peking opgevallen, hier loopt de lokale bevolking ook rond met vogelkooitjes. Daarin kwetterende beestjes in alle soorten en kleuren: van simpel kanarievogeltjes tot nachtegalen. Zou het kunnen dat ze hun honden opeten en vogeltjes houden als huisdier? Typisch zijn ook de blinde masseurs en de lokale dokters die door zuiver aan de pols te voelen, precies kunnen vaststellen wat er aan uw corpus mankeert. De medicatie die zij voorschrijven zijn allen homeopatisch. Zonder vooraf te informeren naar mijn kwalen wist mijn dokter na 10 minuten polsvoelen precies te vertellen dat ik door de jaren heen een "bourgondische lever" had opgebouwd.
(mijn privédokter.) Na een rondwandeling door de stad maken we een excursie naar de westelijke bergen op zo'n 40 km. van Kunming. We maken een ritje met een kabelbaantje over de groene heuvels en komen terug naar ons vertrekpunt langs prachtige kleine grotten en een zicht op het nabije gelegen Dianchi meer. Prachtig is het houtsnijwerk en de vele bloeiende planten op de tempel van het Bloemenpaviljoen, de grootste pagode van Kunming.
(de chinese hot pot.) Van de vrije avond maken we gebruik om ons eindelijk over te geven aan de hot-pot. Een chinese mix van vlees van allerlei beesten (koe - schaap...) vis, ontzaglijk veel verschillende groentes (bamboes, rijst, onbestemde bladeren) en verschillende sterk gekruide sausjes (op basis van olien en rode pepers.) en dat allemaal te eten met de typische chinese stokjes. 't Smaakte in ieder geval, we zullen maar afwachten hoe het afloopt.
Goed geslapen in zo'n softsleeper en gewekt door een schattige chinees hostessje. We zijn aangekomen in Xi'an, het hart van de Chinese beschaving en ooit de hoofdstad van China. Xi'an ligt aan het oostelijk eindpunt van de vroegere zijderoute en momenteel wonen er zo'n 5 miljoen mensen. Als gevolg van de vroegere zijderoute is er nog een vrij grote moslimbevolking met als centrum de Grote moskee van Xi'an.
(een rotondeke in Xi'an) Na een kattewas in het "Aurum international hotel" maken we ons klaar voor een bezoek aan de "grote pagode van de wilde gans" en later in de middag aan het wereldberoemde Terracotta leger. De grote wilde gans- pagode is gebouwd in 652 na Chr. om er de heilige boeddistische geschriften in te bewaren die door monniken uit India werden meegebracht. Tussen 701 en 704, tijdens het bewind van kiezerin Wu, werd de pagode gerenoveerd en herbouwd tot zijn huidige vorm. De pagode telt nu 7 verdiepingen en is 64 meter hoog en wordt beschouwd als een belangrijk Nationaal Monument. (wilde ganspagode) In de namiddag bezoeken we een van de hoogtepunten van onze reis: het Terracotta leger in Xi'an.
In 1974 spitten boeren een terracotta-soldaat naar boven; het begin van een enorme ontdekking: ruim 8.000 terracottaboeren - soldaten, -ruiters, -paarden in 3 verdiepingen boven elkaar vormen het leger van keizer Ying Zheng die in 210 voor Chr. stierf.
Elk van de 8.000 figuren heeft een uniek gezicht. Pikant detail: de makers van de beelden werden zelf levend begraven om het terracotta-leger geheim te houden. In de avond wacht ons het "dumplingbanket": Omdat Xi'an dé stad van de raviola is krijgen we maar liefst 15 verschillende soorten voorgeschoteld. Dat met een goed glas chinese gele wijn, een fles "Hoea Tiao = (uitgesneden bloem- waar halen ze het) brent ons in de juiste stemming om nog een bezoek te brengen aan de moslimwijk.
(de moslimwijk van Xi'an)
Midden in de moslimwijk ligt de 1250 oude "grote moskee" van Xi'an. Gebouwd in 725 na Chr. ten gerieve van kooplui uit Persië en Afghanistan.
(de grote moskee). Het geheel is een uitzonderlijke mix van architectonische moslim- en chinese stijlen. Tempels en nog eens tempels.... in alle maten en vormen.!!!
Morgen staat ons de eerste binnenlandse vlucht te wachten naar Kunming, dus in de rapte nog een chinees biertje aan de bar en onze peulder in.
Vandaag blijven we de ganse dag in Peking. 't Is zondag, dus we zouden Confusius of Boedha of DengXiaoping een goeie dag kunnen gaan zeggen. Geen van dit alles; we gaan velorijden. ( driewielers wachtend op klanten) Per driewieler gaat het naar de Hutong-wijk, maar eerst maken we een omweg langs de Belgische ambassade: we mogen tenslotte weten waar ons belastingsgeld naar toe gaat. (Belgische ambassade.) De Hutong-wijk is een verzameling van kriskras door elkaar lopende oude straatjes met winkeltjes en restaurantjes van divers pluimage. Hier leeft het oude Peking nog. We moeten echter rap zijn want de bouwwoede heeft toegeslagen en alles verdwijnt in snel tempo om plaats te maken voor nieuwbouw. Olympische spelen in 2008 weet je wel.
(Hutong-wijk in het oude stadsgedeelte) Nu we toch in de volkswijken zijn kunnen we net zo goed bij een lokale chinees gaan koffiedrinken. Misschien krijgen we er een stuk vlaai bovenop. De chinees is een vriendelijk, maar tegelijkertijd een smerig ventje: hij rochelt, spuwt en chikt de hele buurt onder. Eten bij een chinees is een belevenis: tientallen potjes en kommetjes met ondefinieerbare gerechten erin; en iedereen kan nemen naar believen.
(eitjes met gestoofde kwabbekens) Als westerling stel je jezelf best geen vragen over hygiëne. De wareninspectie en het voedselagentschap staan hier voor een onmogelijke taak. Gekookte eieren met halfwassen gestoomde embryos erin, gebakken kevers en larven in alle soorten en kleuren. Men eet er letterlijk alles. Verstand op nul en eten wat de pot schaft... In de late namiddag brengen we alsnog een bezoekje aan de tempels van Lama en Confusius. De Lama-tempel met zijn erepoorten en vijf grote hallen behoort samen met de Confusiustempel tot een groot complex dat dienst deed als onderkomen voor diverse Chinese keizers.
(ons hotel voor 1 nacht) We houden het voor gezien in Peking. In de late namiddag vertrekken we naar het Beijng Railway station om vandaar met de nachttrein -een softsleeper, zeggen de kenners - naar Xi'an te sporen: een nachtrit van 13 uur. We gaan nog een paar uurtjes naar de voorbijglijdend landschapppen kijken, ritueel thee drinken en dan slapen. ...Morgen wacht ons een heel leger... in slagorde.
Zelfs in Chengde is het prettig wakker worden. De hotels zijn klasse en de bediening is overal prima. We moeten voort maken want vanavond worden we al terug in Beijing verwacht. Vooraleer we terug de bus pakken brengen we een bezoek aan het kleine Potala paleis. Het is gebouwt als een copie van het Potala paleis van de Dalai Lama's in Lhasa in Tibet.
(zomerpaleis van Chengde.)
Een andere bezienswaardigheid in Chengde is het zomerpaleis. Als het tijdens de zomer te heet werd in Peking verkastte de keizer met zijn gevolg naar de bergen van Chengde. De paleizen staan op de lijst van het werelderfgoed van de Unesco. Meer dan de moeite waard maar te groot voor onze hof. Na de middag vertrekken we met onze luxe autobus terug naar Peking. In ons vorig hotel zijn ondertussen de bedden opgedekt en we vieren dit met een "Heineken". Onze dames zijn verslingerd geraakt aan een chinees likeurtje, Mei Kuei Lu, gemaakt van granen en op smaak gebracht met rozenblaadjes. 't Smaakt anders dan een witte porto.
Toen de diensterkes kwamen vragen om mee te helpen met de afwas zijn we maar gaan slapen. Morgen komt er weer een nieuwe dag; dan gaan we velo rijden.
Vandaag moeten we ons jong voelen; in China vieren ze het feest van de jeugd. We gaan dat gedoe in alle stilte aan ons laten voorbijgaan en na een uitstekend ontbijt pakken we ons valiezen en vertrekken we per luxe autocar naar Chengde, 300 kilometer noordwaarts. Ergens halverwege stoppen we om een van de wereldwonderen te bekijken: de chinese muur of zoals de Chinezen zelf vol trots zeggen" the gleat wall."
(de chinese muur in Jinshanling)
de muur is ongeveer 6.200 kilometer lang en men begon te bouwen rond 200 voor Christus. De muur in zijn huidige vorm is gebouwd en hersteld in de periode 1400 - 1600. Dat men de muur van op de maan zou kunnen zien lijkt een fabeltje. Een chinese astronaut zag ze vanuit de ruimte in ieder geval niet maar misschien lag dat aan zijn spleetoogjes.
Na een uitgebreide fotosessie gaat de reis verder naar Chengde. Een stad van zo'n 800.000 inwoners in de bergen waar de keizers in de 18de eeuw hun zomerresidentie uitbouwden. 't Is tijd dat we er zijn: we zijn dringend aan een borrel toe. Vanavond zijn we vrij en we maken van de gelegenheid gebruik om een plaatselijk restaurant te bezoeken en op de wilde bots een dineeke te bestellen. We weten niet wat we gegeten hebben maar't smaakte voortreffelijk, nog beter dan de Peking duck en malser dan de beste belgische tournedos. Alleen snapten we één ding niet: Toen we voor de maaltijd naar het toilet gingen zat er op de vensterbak, in een glazen bak een enorme kikvors. Toen we na het diner nog een keertje ons handen gingen wassen, was dat beest verdwenen...
We beginnen aan onze derde dag. We hebben met ons zessen ingeschreven voor een facultatieve tocht naar het Tian An Men plein of het plein van de hemelse vrede, een bezoek aan de verboden stad en een goeiendag aan de hemeltempel. Het Plein van de hemelse vrede is in de westerse wereld bekend
(plein van de hemelse vrede)
geworden toen in 1989 een opstand van een miljoen studenten en burgers bloedig werd neergeslagen. De foto van de protesterende student voor een aanrollende tank ging toen de wereld rond. Midden op het plein ligt het mausoleum van Mao Tse toeng, de grote roerganger. Via de poort van de hemelse vrede komt men in de "verboden stad", de vroegere paleizen van de chinese keizers. Het is een verzameling van paleizen, poorten, tuinen en monumenten. Plezant om weten is dat er zo'n 9.000 personen binnen de muren leefden waarvan zo'n 2.000 eunuchs, gecastreerde venten. Hun testikels werden gemummificeerd om ze later bij het overlijden van de eigenaar mee te begraven. Mijn maten nepen van 't verschieten hun billen tegen elkaar. Stel u voor; thuiskomen als eunugh en zonder ballen.
(de hal van de opperste harmonie)
De hemeltempel werd gebouwd in 1420 tijdens de Mingdynastie en diende als locatie voor gewijde riten. In het hemeltempelpark staat ook een van China's opmerkelijkste architectonische bouwwerken, de Hal van het Oogstoffer. Dit is een ronde hal met blauwe dakpannen en een gouden bol in de top.
(de gebedshal van het oogstoffer.)
De dag zit er op, maar een voorstelling van "de Acrobaten van Beijng" konden we moeilijk laten schieten. In het Chao Yang theater worden we op onze wenken bediend: schitterende acts met ringen, trapeses, slangenmensen...Ik hoop maar wanneer ik zo dadelijk in mijn hotelbed kruip, ik al die kunstjes niet moet herhalen voor moeder de vrouw.
Een sympathieke nederlandstalige medewerker van Thomas Cook staat ons op te wachten in de aankomsthall van de luchthaven om ons naar het hotel te brengen. Een kast van een gebouw waar zelfs een chinese kat haar jongen niet meer in terug vindt.
het hotelpersoneel in kostuum. Na een opfrisbeurt en nadat we gecontroleerd hebben of de roomservice werkt staan we voor onze eerste vrije voormiddag. We maken er dankbaar gebruik van om per taxistop een deel van de omgeving te verkennen.
"het openbaar vervoer." In de namiddag bezoeken we het "zomerpaleis". Het domein ligt zo'n 11 km. buiten de stad en bestaat uit een groot meer en verschillende paviljoenen en tempels. Het was de lievelingsplek van Ci Xi, de keizerin-weduwe die China met ijzeren hand regeerde. Het ganse domein staat vol prachtige beelden van draken en mytische monsters.
's Avonds is het Duck time; De fameuse Pekingeend. Het beest, met de kop er nog aan, wordt met een pomp opgeblazen zodat het vel loskomt van het vlees. Ingesmeerd met marinade wordt het te drogen gehangen waarna het, opgehangen aan zijn nek, in een oven geroosterd wordt. Hierdoor smelt het vet en de huid wordt knapperig. Met veel show wordt het eendje dan in fijne reepjes gesneden en bij een goei fles chinese wijn soldaat gemaakt. Zonde van het beestje maar wel lekker. De duck is op, de wijn is op, de chinese serveuskes beginnen te geeuwen...tijd om te gaan slapen.
Half zeven dinsdagmorgen. Terwijl in Antwerpen in café Germinal de plaatselijke fanfare de "internationale" instudeert om straks achter de rooi vlaggen aan te toeteren, staat het busje van het luchthavenvervoer voor de deur. We vertrekken naar Zaventem waar vlucht BA 391 van Britisch Airways om 10.05 uur zal opstijgen om na een tussenlanding op London Heathrow door te vliegen naar Peking. De reis, georganiseerd door Thomas Cook, zal ons via Peking , Xian, Guling naar Shangai brengen.
In Brussel staan een 20tal reisgezellen ons op te wachten. Na een eerste kennismaking checken we in bij een lieftallig mieke aan de balie van Thomas Cook. De reis verloopt prima: Brussel - London 300 km; London - Peking 10.500 en een tijdsverschil van 6 uren. Wanneer we landen is het al 5.45 uur in de morgen van 2 mei. Gemiddeld zo'n 10 kilometer hoog en tegen een snelheid van zo'n 1.000 km/uur. 't Is niet te snappen dat die airhostesskes op hun bevallige beentjes kunnen blijven staan en niet smossen met de koffie.
(luchthaven van Peking) Na een te korte nacht waarin we voortdurend werden aangestoten door een zatte duitser met vliegangst landen we om 5.45 uur, stipt op tijd, op de luchthaven van Beijing. We kunnen er aan beginnen. De klein chineesjes staan ons al op te wachten, en de Peking Duck ook.
't Is zo ver. We vertrekken voor een 15-daagse reis naar China. De bus staat voor de deur."We" zijn drie koppels: een schoonzus en haar man, een bevriend stel, mijn enige en echte épouse en ikzelf.
(vanaf 1 mei moeten we die elke dag kussen) Op 1 mei nemen we de vlieger naar Peking, om via bussen, slaaptreinen en binnenlandse vluchten in Shangai te stranden. Tegen dan zullen die chineesjes ons wel beu zijn, dan zal de rijst ons de oren wel uitkomen en dan zal thuis de gazon dringend moeten afgereden worden.
(de reisroute van Peking naar Shanghai.) We gaan proberen om dagelijks verslag uit te brengen van de belevenissen in het land van de "grote Mao zaliger". Als de technische middelen ons niet in de steek laten dan komt er op dit blog iedere dag een klein verslag van onze esbattementen. Indien we halverwege met onze boeing in een rijstveld storten dan houdt het natuurlijk ook op.
(hij staat ons al op te wachten.) Zelf heb ik een deel van de reis (omstreken Beijing) gemaakt in 2000 en de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat sommige van de geplaatste fotos in de dagelijkse reportages genomen zijn gedurende die reis. (enige voorbereiding; weet je wel.)
Als we voor iemand een lief, klein en leuk chineesje moeten meebrengen; ge hebt nog 2 dagen tijd om uw bestelling door te geven.
Nu ga ik onze koffers helpen pakken en mijn eetstokjes aanpunten.!!!.
In Arendonk hebben ze de Kredietbank afgebroken...
...en hier hebben ons centen liggen renderen... in de kluis.
Waar eens ons kasbons en hypothecaire leningen lagen opgeslagen, waar de bankdirecteur ons de levieten las als we weer eens te laat waren met onze maandelijkse aflossing, daar staan nu de bulldozers.
Er komen appartementen in de plaats. Voor mannekes en vrouwkes die met hun fiets de hoge brug niet meer opgeraken. Een ideale voorlaatste stop.
Honderd meter van het OCMW-rusthuis,
Tweehonderd meter van de kerk,
en driehonderd meter van het kerkhof.
...Alleen nog een plaatske vinden om onze auto te parkeren.
De zon schijnt, de vlinders fladderenen de cafébazen hebben hun stoelen buiten gezet. En wie landt er? Onze vriendjes van boven Maas en Waal. In dichte drommen, kwebbelend en kakelend gelijk een nest jonge eenden die ontsnapt zijn aan een roedel waterratten, palmen zij de terrasjes in. Dit weekend was het weer prijs in Sankt Vith, een onooglijk Ardeens dorpje dat eindelijk hersteld leek te geraken van duitse en Amerikaanse invasies in 1918 en 1944. Pech blijft die mensen daar achtervolgen: nu landen er de boven-moerdijkers. ...Met z'n dertienen waren ze, inclusief een overbejaard stel - superoma en -opa erbij, waarschijnlijk voor de financiën. Voorzien van rugzakjes en draagtasjes plantten zij zich neer op een zonovergoten terrasje op de markt van Sankt Vith.
Na een uitgebreide kennismaking met het menu- en drankenboek begonnen ze aan hun bestelling: Twee Blonde Leffes met grosseille,want dat hoort in trappist, en 4 perriers zonder prik. Ondertussen waren er twee leden van het gezelschap met 4 lege éénliterflessen de toiletten ingeduikeld waar ze na 3 minuten weer buitenkwamen, ditmaal met 4 volle éénliterflessen. Zuivere Spa Reine blauw van de kraan. De flessen gingen solidair van hand tot hand en van mond tot mond.
Als ge in 't Bels zijt dan moet ge friet eten. De garçon werd er opnieuw bijgeroepen en meteen werd er een flinke hap uit superoma's budget gehapt: in een "het-kan-niet-op" gebaar werden er 5 frieten met mayo besteld. Met vork "sil vouzz pleit...." want wij spreken ook fransoos. Zodra de friet, mooi aangeleverd op 5 bordjes, op tafel stond begon het spektakel: een blonde, langopgeschoten deerne, met enige verbeelding leek ze uit Volendam te komen, haalde uit haar rugzakje een pot Deutsche Knackwursten, een pot appelspijs -compote zeggen ze in de regio Nieuwegein -, en een blikopener. Vijf minuten later liep het Knackwurstensap over lippen en kinnen. Nou seg, wat heerlijk !!!...en de friet smaakte ook.
Na anderhalf uur later was de schranspartij afgelopen. Superoma haalde haar knip te voorschijn en voldeed met een gelukzalige glimlach de gepresenteerde rekening: 16 euro 85 cent moest zij betalen voor een hele namiddag kermis, bedrag dat zij na enig aandringen van de aanwezige schoonzoons genereus afrondde op 17 euro. Het was weer een fijn en geslaagd dagje uit daar bij die leuke belzen.
De inwoners van Sankt Vith vragen zich ondertussen vertwijfeld af wat zij de mensheid in de weg hebben gelegd. Pech blijft hen achtervolgen: al bijna 100 jaren lang...
Mijne kleinzoon zaagt al maanden om een konijntje.
Een kleinzoon van mij, de middelste uit een nest van drie, zaagt al maanden om een konijntje. 't Moet geen knuffelkonijn zijn maar een echt. Eentje dat gras en pisbloemen eet. Om aan al dat geweeklaag een einde te maken trok den opa met de kleinzoon naar Mol Markt. Op zoek naar een konijn. De instructies waren duidelijk: het moest een dwergkonijntje zijn en tegelijkertijd wit.
Mol Markt was vergeven van de konijnenboeren met langoren in alle maten, kleuren en gewicht. Na lang zoeken vond den opa er eindelijk ene die er redelijk betrouwbaar uitzag en die ook witte konijntjes in zijn assortiment had. Na vijf minuutjes was de deal beklonken: kleinzoon had zijn konijn, opa was vijf euro armer maar had wel de verzekering dat het een dwergkonijn was. Een rammelaar nog wel. "Dat geef ik op een briefke" zei de konijnenboer.
Twee dagen later zaten er in het hok 3 konijntjes. De twee anderen uit het nestje moesten ook een dwergkonijn hebben. En ook gekocht bij de ondertussen vertrouwde konijnenboer.
Een zwart en een grijs en allebei rammelaars anders komen daar vodden van en daarna klein konijntjes. Nog een dag later lag er al eentje dood. "Iets verkeerd gevoeierd" zie de konijnenboer en wie zijn wij , burgermannetjes uit een kleine plattelandslandsgemeente, om een konijnenboer tegen te spreken. Dus werd er een vervangkonijntje aangekocht; weer voor vijf euro en weer een rammelaarke.
We zijn nu een kleine maand verder en het rammelt in het hok dat het klettert. Aan twee van de drie konijnen is zelfs zonder zwangerschapstest te zien dat ze een nest jongen verwachten en de rammelaar zelf - die zwarte ondeugd - blijkt geen dwergkonijn te zijn maar een fiere afstammeling van een Vlaamse reus.
...'t Is bij de konijnen af.! Moet ik nu die konijnenboer een proces aandoen ????
...Niettegenstaande het dwingend advies van zijn vrienden om voor één keer niet naar zijn vrouw te luisteren besloot een kennis van mij, nu vier jaar geleden, tot de impulsieve aankoop van een ezel. 350 euro betaalde hij voor het scharminkel. Vier jaren van miserie zijn ondertussen voorbij: Wat gekocht was als een ezel bleek meer te lijken op het soort van beesten waarmee de Taliban in Afghanistan hun zware artillerie over de bergen van Tora Bora sleuren.
Keer op keer zette het beest de buurt op stelten: de plaatselijke parochieherder moest het regelmatig op een lopen zetten, de huisdokter kon geen huisbezoeken meer afleggen en de facteur ging in ziekteverlof; in één woord: de ezel brak dagelijks uit zijn omheining en terroriseerde dan de aanpalende straten. Ten einde raad werd aan een bevriend veearts gevraagd om de ezel zijn ballen te amputeren. Dat zou hem kalmeren. 150 euro betaalde hij voor de castratie.
Mijn kennis had het dier aangeschaft omdat vrienden die hij zogezegd kon vertrouwen hem wijsgemaakt hadden dat ezels ook distels eten. Dat doen ezels inderdaad ... van de grote honger en als er in de wijde omgeving geen grasspriet meer te bespeuren valt. Vooraleer aan de distels te beginnen vrat "het beest" eerst alle bloesems en bloemekes van de appel- peren- en kriekenbomen. Zelfs de aanschaf van schrikdraadapparatuur bij een bevriend middenstander - genoeg om alle belgische gevangenissen extra te beveiligen - hielp niet. 100 euro betaalde hij voor de schrikdraad.
Vier jaar heeft mijn kennis op de toppekes van zijn tenen geleefd. Tesamen met zijn ezel was hij het voorwerp van plaatselijk hoongelach en flauwe grappen. Wielertoeristen en zondagswandelaars maakten een omweg van kilometers om het beest en zijn eigenaar bezig te zien om daarna in een nabijgelegen herberg krampen te krijgen van het lachen...
Nu is "de ezel" dus verkocht. Aan ook een moderne vlaamse boer wiens rotzooi in de achtertuin hoger opgestapeld ligt dan de schoorsteen van zijn huis. De verkoop gebeurde bij handgeklap zoals het echte boeren die ezels verkopen past. 420 euro kreeg hij voor zijn ezel.
Mijn kennis, die het kapitalisme en de Brusselse beurs koestert als een slang haar jongen is uitermate fier over zijn transactie. 180 euro verlies over 4 jaren of 45% van zijn geinvesteerd kapitaal; zeg nu zelf: dat is nog altijd beter geboerd dan al die West-Vlaamse bakkers en beenhouwers bij "Lernout en Hauspie".
Spijt voor wie het benijdt: Arendonk is weer een attractie armer...
Moderne boeren in Vlaanderen.... hoe leven zij, hoe werken zij, wat bezielt hen ?
Onze reporter trok met camera en velo door de vlaamse vlaktes en portretteerde de boerendoeningen.
Vandaag in episode vier: O lieflijk Vlaanderen, waar varkenszeik en lijkvocht samen vloeien.!!!
zo dood als ne pier.... Ook varkens gaan tussendoor wel eens dood. Zouden deze kadavers nu echt moeten dienen om haarshampoo van te maken of vullingen voor WC-eend? Als 't maar geen sateekes moeten worden.
Vorige zaterdag, 14 april, bestond dit blog, Jef Koffie's trots, twee jaar. De wereld is gewoon blijven draaien en de tapkranen bij "Jeanne Trul" hebben geen minuut stil gestaan. Maar goed ook, want d'r is nikske aan zo'n blog: ge verzint wat onzin, schrijft het op en als ge wat geluk hebt zijn er altijd wel die het lezen en er commentaar op geven of juist niet.
In zijn tweejarig bestaan heeft "Jef Koffie's trots" 153.000 pageviews gehad. Op zich heeft dat niets te betekenen: gewoon aanklikken en weer een stemmetje meer: Ik ken zelfs supporters en sympathisanten die bij gebrek aan vleselijke genoegtes en zonder de hand aan zichzelf te moeten slaan heel de dag mijn blog bevingeren....keer op keer met dat middenvingerke..... Waar ik wel een beetje fier op ben zijn de 65.000 unieke bezoekers die dit blog hebben bezocht: mensen die echt de moeite hebben genomen om te lezen wat er geschreven staat. Die wil ik uitgebreid bedanken, maar dan ook weer niet te uitgebreid; een tractatie met een Blonde Leffe kunt ge op uwe buik schrijven.
Ik wil tevens van de gelegenheid gebruik maken om enkele misverstanden uit de weg te ruimen: Mijn schrijversnaam - J.Rekel - heeft niks te maken met de bijnaam die een vos wel eens meekrijgt, het is - voor mij - idyllischer. J.Rekel is gewoon gevormd door de beginletters van de voornamen van mijn 6 kleinkinderen: Jef, Renée, Eva, Kobe, Emiel en Lien. Niet direct wereldschokkend maar ik had mezelf ook Egbert of Bengo of Irma kunnen noemen....of vuurpeloton. God nog aan toe.!
De blognaam tenslotte is "Brabbes" en dat slaat op een gebeurtenis ver in de tijd: Onze parochiepastoor, Willem Van Bree, en zijn meid vonden destijds -1956- dat de oudste zoon van Jef Koffie persé pater moest worden en dat het Klein Seminarie van Hoogstraten de ideale plaats was om de stiel te leren. Zoonlief ging dus op internaat, 10 jaar oud, en startte een moeizame relatie met de mannen in zwarte soutane.... De rest vertel ik later. Zo houd ik lezers over.