Kroniek van een toffe familie en een toffe gemeente.
06-04-2008
dioxine-kiekens.
Een vriend van mij is in een diepe depressie gesukkeld....
Zo'n 35 jaar geleden verwierf een (nederlandse) vriend van mij van zijn schoonvader-agrariër enkele bunders landbouwgrond in eigendom. Hij had daar grote plannen mee. Via connecties die het systeem van de kolchozen genegen waren werd een deel ingekleurd als bouwzone - weliswaar zonevreemd. De rest zou dienen om have en goed te voorzien van patatten, bieten en carootjes.. Peëen zegt de simpele Arendonkenaar.
Met de hulp van paardenmest, varkenszeik en kiekenstront verdeeld en uitgespreid op de akkers door bereidwillige hollanders en andere illegale allochtonen werden de verkregen gronden productierijp gemaakt.
Tussen huis en akkerlanden werden er koters opgetrokken waarin ganzen, eenden, ezels, schapen, geiten en kiekens naar hartelust konden ronddalken en weg en weer scharrelen. Met de opbrengst van de kiekens ging hij de hort op: naar bevriende en gelijkgestemde zielen: Zo leverde hij eitjes bij de plaatselijke toebaksblaaikesboer in ruil voor een vervallen Ché of een Playboy die handig verscholen zaten achter de Libelle en de overschotten van "Kerk en Leven". Als er nog eikes overschoten dan waren deze bestemd voor de lokale apothekersassistente. Over de tegenprestatie voor de geleverde eieren is mijn vriend vaag en redelijk dubbelzinnig. Enkel de assistente, mijn vriend en hun gemeenschappelijke biechtvader hebben kennis van hun - durf ik hopen - frivole ruilhandel.
Deze week kwam aan het licht dat mijn vriend zijn trouwe klanten meer dan waarschijnlijk een dioxinevergiftiging heeft aangesmeerd. Zijn kiekens beschikken namelijk over een loopren van enkele ares zwaar vergiftigde gronden. Zij hebben hun scharrelgebied omgetoverd tot een middelgroot crossterrein met gaten, kuilen en bulten; alles bijeen- en overhoop gescharreld. Die gronden heeft mijn vriend in de loop van jaren noeste arbeid veranderd in een soort van Cambodjaanse killing-fields van omgekomen kiekens, de nek omgewrongen konijnen, doodgeslagen schapen, geaborteerde geiten... Alles een halve meter "moeder Aarde" in. De neerslag van verbrand patattenloof, opgestookte archieven en bankafschriften, en neerdwarrelende plastieken zakken hebben bijgedragen tot een gebied dat de vervuilde sites van "Poudreries Reunies d' Arendonck" - 't Poeierfabriek zeg maar - probleemloos kan evenaren.
Sinds professoren van zijn lievelingsuniversiteit in Brussel de gewone burger de schrik van hun leven hebben bezorgd met verhalen over dioxine-eieren van scharrelkiekens hebben de klanten van mijne vriend massaal afgehaakt. Niettegenstaande hun groene achtergrond, hun gaia-sympathiëen en hun liefde voor derde wereldbananen halen zij hun eieren nu bij ongelukkige batterijkiekens. Hun argument is dat Amnesty International niet over legkiekens gaat.
Mijne vriend is zijn klandizie kwijt: Naast een overschot aan scharreleieren is de levering van zijn "Ché en de Playboy" stopgezet; zijn leesvoer beperkt zich nu tot "de Standaard" en den "Okra", het boekske van de katholieke gepensioneerden. In momenten van diepe vertwijfeling leest hij fragmenten uit "Het verdriet van België". Naderhand schilt hij de patatten en denkt hij na... over de verschrikkingen en leegtes in een mensenleven, wat niet persé het zijne hoeft te zijn.
De plaatselijke apothekersassistente is op zo'n momenten heel nabij in 't diepst van zijn gedachten...
Na mijn vrouw zijn de "bollemiekes" de liefste wijvekes van de hele buurt. De "bollemiekes" is een liefkozend naampje voor een plaatselijk kerkzangkoor en een van mijn meest close vriendinnen is er de leadzangeres van. Buiten het feit dat de populatie van het kerkzangkoor bestaat uit mannekes en vrouwkes van onbepaalde, edoch de uiterste houdbaarheidsdatum naderende leeftijd wil ik over de samenstelling van deze fiere vlaamse kerkzangers niet veel kwijt. Ik kan U wel verzekeren dat ons Heer nog steeds zijn getal heeft, zoals men dat in goed vlaams zegt.
Eigenlijk zijn "de bollemiekes" een populaire omschrijving voor de naam waarmee ze destijds - kort na de tweede wereldoorlog en in volle schoolstrijd - door de toenmalige parochieherder, Ref. Dom. pastoor Wilhelm Van Bree, werden benoemd: "Profaan genootschap ter bevordering van de eeuwigdurende muzikale lofuitingen aan Mamma Rosa". Bij deze naamgeving werd de pastoor gesteund door zijn trouwe meid Lewis die ook een woordje latijn sprak en op de pastorij de broek droeg.
Tijdens een intieme tête à tête tussen het overschot aan rioolbuizen in onze nieuwe straat vertelde mijn close vriendin over de pijn die ik de leden van de "bollemiekes" had aangedaan. Ik had het repertoire van het zangkoor als te eenzijdig omschreven en voorgedaan alsof ze alleen het "Ave Maria", het "Ten paradijse geleiden U de engelen" en "Te Lourt op de bergen" konden zingen. Mijn vriendin en met haar de hele schare aan kerkzangers waren diep teleurgesteld in den Brabbes.
Omdat ook ik de ijdele hoop koester om ooit enthousiast toegezongen te worden als ik achterste te voren Gods tempel wordt binnen gedragen, beloofde ik mijn vriendin om werk te maken van een wetenschappelijk verantwoorde rechtzetting; kwestie van de advocatuur voor te blijven. Twee trainingen van het plaatselijk zangkoor heb ik nu al meegemaakt. En inderdaad, buiten het reeds aangehaalde "Ave Maria" en "te Lourt..." zingt de mix van alten, saksen en sopranen een heel werelds repertorium bij elkaar. Niet dat het koor nu direct het kabaal van de Paranoiacs kopieert of Nathalia of Amy Winehouse probeert na te kwelen; ze komen wel in de buurt. Een greep uit hun zangboekje: "Mie katoen kom morgen noen", "Potteke potteke vet, tiende couplet", "O clown", "mijn sari Marijs" en de "wilde boerendochtere". Tevens wagen de bollemiekes zich aan anderstalige songs zoals daar zijn "de internationale","Paradise by the dashboardlight" en "Tulpen uit Amsterdam".
Net voor we onze intieme tête à tête beëindigden wist mijn close vriendin nog te vertellen dat er, onder impuls van een koorlid dat anoniem wenst te blijven, ijverig geoefend wordt op het "Horst Wessellied", "Auf der Heide blüht ein kleines Blümelein" en "Lili Marleen". Of dit laatste op enige waarheid berust heb ik tot op heden nog niet kunnen achterhalen.
Tegen de tijd dat ik, zoals gezegd, achterste te voren de Kerk wordt binnen gedragen hoop ik dat mijn favoriet koor dat ik liefhebbend en met een groot hart de "bollemiekes" blijf noemen, ook mijn lijflied, "zo ne goeie hebben wij nog niet gehad" op de juiste toon en met de nodige passie ten gehore zullen brengen. Als tegenprestatie zal ik dan, het weze postuum, met een Blonde Leffe trakteren in het parochiecentrum.
...de chirogroep van Kontich achterna op hun oversteek van Italië naar Slovenië.
Het gezin vertrekt wél goed voorbereid: 3 grote reddingshonden... alleen de buskes snapps moeten nog onder hun nek gebonden worden. -------------------------------- Proficiat en veel succes met de kasseien.
(Het gezond verstand heeft hier duidelijk gewonnen.!!!)