DePyramidal.
Toen ik vorige week op weg naar een weekendje Ardennen met de familie, in de file stond moest ik onwillekeurig terugdenken hoe men vroeger op vacantie trok. We schrijven 1965. De familie van mijn toenmalig lief en huidige vrouw, wou ook wel eens een weekje vacantie aan de Vlaamse kust. Broers en zusjes met hun halve trouwboek en de respectievelijke kindjes: zevenentwintig mannekes en vrouwkes in totaal. Ze zouden hun tentje neerzetten op een camping in Blankenberge en daar als een moderne volksstam met z'n zeventwintigen in trachten te overleven. Als kersvers verloofde van hun oudste dochter werd ik door mijn aanstaande schoonouders moreel verplicht om een tent te versieren. Ik was per slot van rekening chiroleider en wij hadden afgedankte legertenten in stock. Ze kozen een pyramidal; daar konden met gemak zo'n dertig man in. Een van de nonkels was chauffeur bij een wegenbouwbedrijf en hij zou voor het vervoer van het materiaal zorgen: van zijn patroon kreeg hij een camion met open laadbak. Daar moesten de tent, de kookpotten, de matrassen en ligstoeltjes in. De familie zou volgen in volgestouwde personenwagens. Niet gehinderd door enige kennis van legertenten werd begonnen met de opbouw van het kampement. Een neergestreken clan zigeuners had er niets tegen. Na vier uur hard zwoegen, enkel onderbroken door 4 regenbuien , lag de tent nog steeds als een afgelaten ballon op de camping. De buren, meestal Hollanders, hadden het opgegeven goede raad te geven en waren begonnen aan het ledigen van de meegebrachte bakken bier.Ten einde raad, en kort na middernacht, werd door de familieraad besloten om de tent terug op te laden en een goedkoop familiepensionneke te zoeken. Dat lukte. De camion met de legerpyramidal en de meegebrachte matrassen heeft nog een week op een hoekske van de camping gestaan. Om mijn prille liefde te redden besloot de voltallige leidersgroep van de chiro om geen huur te vragen voor de uitgeleende tent. Ik ben mijn maten van destijds daar nog altijd dankbaar voor.
|