Het caféke aan Brug IV. Vrienden van mij zijn naarstig op zoek naar een caféetje waar het rustig zitten is. Het bierlokaal waar ze al jaren een groot deel van de omzet helpen bepalen beleeft niet bepaald de meest florissante tijd van haar bestaan. Ooit was dat anders: 't Begon al in de jaren dertig van de vorige eeuw toen Frans Kölleman en zijn Fillemien aan 't kanaal Dessel-Schoten hun huis verbouwden tot staminee. De kelderkamer moest eraan geloven en de toog kwam dwars door de zitkamer te staan. Daar waar den dressoir stond. Lang duurde hun cafébazenbestaan niet en een paar jaar voor de tweede oorlog werden Gaston, die als boswachter bij graaf de Broqueville in Postel was buiten geflikkerd, samen met zijn madam Renille de nieuwe uitbaters. " 't Is hier het paradijs" zei Gaston tegen de paters van Turnhout op bedevaart naar Postel, toen die achter een pintje Desselse Campina naar de naam van het café vroegen. En het bleef het "Paradijs". Onder en na de tweede oorlog beleefde het caféke aan Brug IV hoogdagen: Het waren de jaren van de stropers, de vissers, de douaniers en de smokkelaars, de jaren van Jef Uil , van Pierre Keut en van Jef en Hubert binnendeur, de mannen van de Mols en die van de Raus..... Charel van Suske Slegers en zijn Julia, die ondertussen de zaak hadden overgenomen, zagen dat het goed was. ... En het ging er alleen maar op vooruit: Van een simpel caféetje op één van de uithoeken van Arendonk werd het "Paradijs" een drukbezochte taverne waar, achter Blonde Leffes, gerolsteiners en dagsoepen, ongeveer alle wereldrevoluties en andere oorlogen verbaal werden opgelost. Bij "Lewie en ons Nicolleke" was iedereen welkom en dat vertaalde zich dan ook in de regelmatige uitbreiding van het terras en de facturen van de brouwers.
....Als een hollander ergens 3 pinten bier op de toog ziet staan denkt hij aan een goudmijn, niet beseffend dat die pinten ook getapt moeten worden. Zo kwam het dat Kees met zijn Annemiek, toen zij voor de tweede keer in hun getrouwd leven een café aan de binnenkant zagen, zich geroepen voelden om het Paradijs over te nemen en cafébaas te worden. Zij zouden het Arendonkse volk eens leren hoe men pinten tapt en croque-monsiers in elkander flanst. Het werd een regelrechte catastrofe: Blonde leffes werden gemengd met grosseille, jenevers werden geserveerd in colaglazen, een koffie verkeerd eindigde als een Nescafé en de spiegeleieren druppelden langs de borden af. Annemiek sloeg tilt en in paniek bij elke bestelling en als het vat bier af was (wat echter hoogst zelden gebeurde) dan dook de voltallige familie samen met het ingehuurde personeel de voorraadkelder in, de tooghangers aan hun lot en de opkomende dorst overlatend. Tien dagen heeft het geduurd: toen werd Annemiek tesamen met haar dochter en schoonzoon met een zware depressie afgevoerd. Op de voordeur verscheen het bordje: "gesloten wegens omstandigheden".
Toen werd de tent overgenomen door twee schatten van meiden. Ze waren zo schattig dat men er zelfs de boel voor in de fik wilde steken. Vrijers kwamen en vrijers gingen, vogelepikkers, paardenvolk, cowboys en vissers kwamen en gingen. Jonkmannen kwamen en jonkmannen gingen en bleven weg. Toen vond één van die twee schatten van meiden de liefde van haar leven. Haar hele hebben en houden tesamen met haar lijf werd ingepalmd door een hollandse kroegbaas op wie ze stapel werd. Voor het "Paradijs" werd een noodplan uitgedokterd. "Ons Mams" zou samen met een bevriend en kundig iemand de boel draaiende houden. Laat me toe enigszins sceptisch te staan tegenover deze plannen. Waar ooit Janneke Casteleyns, 't volk uit de Rode Del (neen, dipperke: geen rooi del; nie heet worden!), de klj-ers, onze Ludo en Walterke, en zoveel verschillende clubs en verenigingen de dienst uitmaakten, waar ooit socialisten en kattelieken onder mekaar met de kaarten speelden, gaapt nu de grote leegte... Ik mag er niet aan denken maar ik denk toch dat het nooit meer tegoei komt. Ik denkt zelfs dat mijn vrienden op zoek moeten naar een nieuwe kroeg. Of het moest zijn dat er geen revoluties of oorlogen meer moeten opgelost worden, want dan heeft op café gaan geen enkele zin meer. 't Zou verdoemme spijtig zijn.!!!
|