razzia bij de vogeltjesboer.
Een vriend van mij - hij is al een eind in de zeventig - houdt al sinds zijn jonge jaren vogeltjes. In een grote voliere, tegen de zonkant van zijn huis aangebouwd, verzorgd hij van zonsopgang tot in de late avond vol liefde zijn favorieten: goudvinken, bermsijsjes, paalkruiperkes....
Vroeger, toen, het nog mocht, gingen wij samen vogelnesten roven. Liefst van al nesten waarin halfvlugge kwabbekes zaten. Kwabben zeggen wij hier tegen uit het ei gekomen jonge vogelkes. Die kwabbeskes konden we dan zelf voederen en zo groot brengen. Heel de gevel hing vol kooikes met daarin jonge merels, lijsters en gele gorsen. Kraaien en eksters maakten we handtam en die mochten mee naar school. Van onze meesters, den Toreman en de rosse van de veldwachter, mochten die jonge kraaien dan op de vensterbank gaan zitten tot de kattekismusles voorbij was.
Den Toreman en de rosse van de veldwachter, dat waren nog eens schoolmeesters: het was een eer om van hen een stamp onder uw kont te krijgen of een tik op uw kneukels. Een klets tegen uw oren vooraleer ge voor straf in 't kolenkot moest, dat was pas een pluspunt op uw palmares. ...En daarna uitbleiten tegen de boezems van de kleuterjuffrouwen. Bij juffrouw Lens wou iedereen zijn: die had de grootste.
Een klets tegen uw oren mag niet meer en wilde vogeltjes vangen ook niet. Ook mijne vriend is daarmee gestopt; hij kan niet meer in de toppen van de bomen. Hij kweekt nog wel met die beestjes en als de geburen een platte mus of zoiets vinden dan zet hij dat vogeltje bij de rest van zijn verzameling. Van vogeltjes ringen weet hij nikske. Links en rechts zit er wel een zebravink tussen met een ringetje om zijn pootje, maar dat zijn gekregen beestjes: van mensen die vogelen beu waren. Op de keper beschouwt is mijne vriend dus dik in overtreding, vogels in kooien moeten geringd zijn. Maar welke mens, God o Here, doet hij met zijn uitdovende hobby kwaad of wie valt hij lastig?
Een tijdje geleden zijn geuniformeerde ambtenaren van de "groen jongeskes" bij mijne vriend binnengevallen. Zij waren gebriefd over de onwettige uitoefening van zijn hobby. Op zijn gestapoos en voorzien van grote schepzakken hebben ze de vogelkooi van mijne vriend leeggemaakt. Dat er zich daarbij enkele exemplaren tegen de draad hebben doodgevlogen kon de pret niet drukken van de groene fundamentalisten.
De grote voliere is nu leeg; enkel een hoop bijeengewaaide pluimkes herinnert nog aan de wettelijke maar donkerbruine handelswijze van de bevoegde ambtenaren. De groene beweging kan fier zijn op haar stormtroepen in uniform en met schepzak.
De vredige tijd van Kerst en Nieuwjaar nadert. De tijd van kerstkaarten met wensen aan alle mensen van goeie wil. Zouden die groene fatsoensrakkers bij het schrijven van hun goede wensen wel eens stilstaan bij de rotzooi die ze in naam van de dierenwetgeving aanrichten bij ouden van dagen?
|