Het weer.
Meestal zwaar bewolkt met eventueel wat lichte neerslag.
Vandaag was het eerst gedeeltelijk tot regelmatig zwaar bewolkt met over de noordelijke landshelft wat meer opklaringen. Plaatselijk was er kans op wat lichte regen, maar vooral toch ten zuiden van Samber en Maas.
De maxima varieerden tussen 12 en 17 graden.
De wind was eerst zwak en aan zee en op het Ardense reliëf soms matig uit oost tot oostzuidoost, en werd zwak en variabel.
Actueel.
SAMENLEVING
Denise Waelbers, de oudste Belg.
Ze is de oudste nog levende Belg. Ze blaast vandaag 110 (!) kaarsjes uit.
Pas op je 109e naar een rusthuis verhuizen. Het is weinigen gegeven. Denise Waelbers woonde lang zelfstandig, maar in april dit jaar nam ze dan toch haar intrek in het woonzorgcentrum van Mortsel. Haar buurvrouw en mantelzorger Monique, een zeventiger, moest immers geopereerd worden en daarna een tijd revalideren.
Verwacht werd dat Denise in het rusthuis zou blijven wonen. Maar amper vier maanden later, toen Monique in augustus weer op de been was, keerde de eeuwelinge toch terug naar haar appartement. Ze woont nu weer thuis.
De mensen in het rusthuis waren vriendelijk en mijn familie kwam alle dagne op bezoek maar doorheen de dag waren er toch nog altijd momenten dat ik alleen zat. Thuis is dat niet zo. Daar is Monique de hele tijd bij mij. Ze kan wel eens streng zijn voor mij maar ik kan haar toch niet goed missen, zegt Denise.
Terug in de tijd: zondag 26 september 2010.
Wedstrijd: marathon Gent.
De vooruitzichten waren niet echt goed. Woensdag was mijn laatste trainingsrun geweest. Redelijk intensief, maar toch. Donderdag, vrijdag en zaterdag heb ik niet gelopen. Wat zou dit geven.
Op zondagmorgen alles behalve lenig opgestaan. Ik woog mij nog even en de weegschaal gaf 63 rond aan. Een kilootje bijgekomen. Het regende. Toch maar vroeg vertrokken naar Gent, samen met Jeroen die mij van start tot finish zou bijstaan. De andere supporters gingen, wegens het slechte weer, iets later komen.
Rond half negen waren we ter plaatse. Mijn borstnummer en chip had ik reeds van de dag ervoor zodat ik niet moest aanschuiven om ingeschreven te geraken. Die rompslomp had ik op zaterdag reeds doorstaan. Ik moest dus alleen nog de kleedkamers opzoeken en de plaats waar we onze tas in bewaring konden geven. Er was dus voldoende tijd om alles rustig te doen.
Rond kwart voor tien de topsporthal en de kleedkamers daar verlaten en mij rustig naar de startplaats daar recht tegenover begeven. Het was droog. De temperatuur was goed, ik vermoed zo’n 14 à 15°. En er was zuurstof in de lucht.
De halve en de hele marathon gingen samen van start. Een behoorlijk aantal atleten stonden klaar om het ‘inlooprondje’ van vijf kilometer rond de watersportbaan te lopen. Ik deed eerst nog wat stretchoefeningen en dan konden we er rond tien uur aan beginnen.
Het begon dus met een rondje watersportbaan. Ik startte relatief traag en forceerde in den beginne zeker niet. Ik liep een rustig tempo dat goed aanvoelde. Ik genoot ook van de toch wel talrijk opgekomen supporters en van het tromgeroffel dat voor wat extra sfeer zorgde.
Reeds voor de start voelde ik een plasneiging. Na enkele kilometers hield ik het even voor bekeken. Ik stapte uit en genoot van de plaspauze. De tijd die ik hier verspeelde zou ik nog wel inhalen. Ik voelde mij opeens een stuk beter. Het liep nu licht. Het rondje watersportbaan zat er bijna op en we konden de Blaarmeersen induiken voor het tweede deel van het parcours.
Hier kregen we opeens al wat hindernissen voorgeschoteld: smalle paden, plassen en enkele klimmetjes. Het was al vrij vlug duidelijk dat we niet moddervrij zouden aankomen.
Een derde deel van het traject ging richting de Drie leien in Drongen. Om daar te geraken dienden we ook een paar bruggetjes te nemen en het parcours bleef ook langs die kant modderig.
Ik bleef rustig mijn tempo lopen en kreeg gezelschap van enkele halve marathon lopers. Met een viertal bleven we een ganse tijd samen. Maar het gehijg van enkele atleten maakte mij dra duidelijk dat sommigen het moeilijk hadden om te volgen.
Na een 15 km kwamen we Ivan De Muynck tegen, een man die ‘het’ altijd doet onder de drie uur. Voor mij een ideaal richtpunt. Ik vond zijn tempo voor mezelf op dat moment iets te traag en bleef bij mijn halve marathon compagnons. Even later, aan een 180° keerpunt, zag ik dat Ivan niet zo ver achter lag en zijn tempo blijkbaar ook iets had opgedreven.
Naar het einde van de eerste ronde toe viel ons groepje uiteen. Samen met een jongere atleet liep ik de topsporthal binnen. Voor hem zat zijn wedstrijd er op. Ik liep even verder weer de hal buiten en kon, weerom gesteund door het opbeurende trommelgeroffel, aan mijn tweede ronde beginnen.
De tweede grote ronde begon dus terug met het rondje watersportbaan. Ik was blij dat ik terug op ‘normale’ wegen kon lopen. Ik voelde hier en daar wat spierpijn en lette dus wel op dat er geen kuit- of andere verrekkingen ontstonden. Jeroen zou samen met mij die tweede ronde afleggen. Hij per fiets. Hij had wel gehoord dat het niet zo’n fietsvriendelijk parcours was maar ging het er toch op wagen.
Ik zag lopers voor mij, maar liep nu wel alleen. Ik was enorm blij met de fietsbegeleiding. Dit voelt minder eenzaam.
Naar het einde van het rondje watersportbaan kreeg ik gezelschap. Die kerel liep op dat moment iets vlugger van mij maar ik voelde dat ik zijn tempo, al was het eventueel maar tijdelijk, zou aankunnen. Ik pikte aan. Toen we terug aan de sporthal kwamen werd hij aangemoedigd door een schare supporters en hij deed hen teken dat het goed zat. Ook ik voelde mij daar, na zo’n 26 km, nog goed.
Maar het moest eigenlijk nog allemaal beginnen. Bij een controlepost iets verderop nam ik even een slokje. Niet te veel want ik voelde dat dit niet gemakkelijk liep. Ik gaf de rest in bewaring aan Jeroen. Mijn metgezel zag ik een gans flesje sportdrank uitdrinken, en dit zonder zijn tempo te verminderen. Ik zou het niet kunnen.
Ik liet dan ook even een gaatje van zo’n 50 meter. Toch bleef ik in zijn spoor en heel geleidelijk kwam ik terug dichterbij. We waren ondertussen aan kilometer dertig gekomen. Ik keek nu uit naar het 35 km bordje.
Het was mijn bedoeling om nog wat samen te lopen, maar nu kreeg mijn collega het even moeilijk. Omdat ik even voor mij nog een atleet zag lopen zette ik door en hield ik mijn tempo aan. Iemand riep mij toe dat ik in negentiende positie liep. Dat gaf mij moed. Voor mijzelf hou ik tijdens de marathon geen tijdregistratie bij. Dus was dit het enige gegeven van mijn positie op dat moment.
De weggetjes waren ondertussen niet beter beloopbaar geworden. Het was dus zaak om de grootste plassen wat te ontwijken. En ook de fietsers hadden het af en toe moeilijk. Een mountainbike had op dit parcours wel meer aangewezen geweest dan een gewone stadsfiets.
Ondertussen was ik aan kilometer 35 gekomen en naderde ik stilaan enkele atleten bij wie het licht toch wat aan het uitgaan was. Ook mijn tempo vertraagde wat maar ik kon toch een paar lopers inhalen. Ik wist dat kilometer 40 ook aangeduid was. Dat was nu mijn volgende doel. Maar de vermoeidheid en de pijn begonnen zich te laten voelen. Op de tandjes bijten nu. Ook de anderen begonnen allicht af te zien. En van ‘krekenloper’ Ivan De Muynck was nog steeds geen sprake. Hij is een sterke finisher en zolang hij niet afgestormd kwam zat ik goed. Aan kilometer 40 hoorde ik dat ik in 14e stelling liep. Nu moest ik volhouden.
Nog twee kilometer afzien. We kregen nog wat Finse piste op ons bord. Zwaar. Het was zwoegen. Maar het was niet ver meer. Maar twee kilometer kan wel immens ver zijn. Ik kreeg nog een loper in het vizier. In de laatste kilometer naderde ik hem langzaam. Ik was moe en twijfelde. Zou ik die atleet nog voorbij lopen? Dan eindig ik dertiende. Zou dit wel goed zijn, dertiende eindigen in een marathon? Brengt dit geen ongeluk?
Ik ging het er toch op wagen. Misschien was de informatie die ik gekregen had onderweg niet helemaal correct. De laatste honderden meter liep ik de man voorbij. Ik zag voor mij de sporthal. De poort stond open en ik liep de mooie hal, bekleed met tapijten, binnen. Wat een mooie aankomst! Jonas ving mij op en zei dat ik goed gelopen had. Ik eindigde in een tijd van 3:00:33. Dit kan niet waar zijn dacht ik. Zo dicht bij die 3 uur grens. Ik weende stilletjes. Onzichtbare tranen.
Een aantal mensen vonden dat ik ‘goe geluupe’ ( Gents voor ‘goed gelopen’) had. Dat vond ik ook. Het was een redelijk zwaar parcours, mede door de hevige regenval van de afgelopen dagen. Ik had een PR en had fijne uurtjes beleefd. De ontgoocheling omwille van de tijd was vlug weg en na een verkwikkende douche, een heerlijke pasta en nog wat nakeuvelen in de topsporthal konden we zoals steeds moe maar tevreden huiswaarts keren.
Bij deze wil ik tot slot nog ‘mijn’ supporters nog even bedanken voor de geweldige steun die ze mij gegeven hebben. Zonder hen had het allicht nog veel en veel zwaarder geweest!
Uitslag 1e Long Life Marathon Gent – Oost-Vlaanderen – België
1 Nico Jerroen – 32 - 2:32:23 – 3.37 – 16.6
2 Tom Van Driessche – 36 – 2:41:12 – 3.50 – 15.7
3 Chris Verhaeghe – 32 – 2:46:22 – 3.57 – 15.2
4 Johan Vounckx – 41 – 2:50:49 – 4.03 – 14.8
5 Guy D’Heer – 42 – 2:51:55 – 4.05 – 14.7
6 Filip Laoen – 37 – 2:53:19 – 4.07 – 14.6
7 Harbans Chauhan – 50 - 2:53:46 – 4.08 – 14.5
8 Stefaan Vanneste – 43 – 2:53:49 – 4.08 – 14.5
9 Diederik De Mulder – 32 – 2:54:34 – 4.09 – 14.5
10 Jeroen Van Nieuwenhove – 42 – 2:55:06 – 4.09 – 14.4
11 Lowie Steenwegen – 47 – 2:59:35 – 4.16 – 14.1
12 Maarten Van De Sompel – 36 - 3:00:20 – 4.17 – 14.0
13 Dirk Patoor – 55 – 3:00:33 – 4.17 – 14.0
14 Olivier Descamps – 46 – 3:00:51 – 4.18 – 14.0
15 Bert Verbruggen – 31 – 3:00:54 – 4.18 - 14.0
16 Alain Bruyneel – 47 – 3:01:18 – 4.18 – 13.9
17 Geert Wils – 28 – 3:01:23 – 4.18 – 13.9
18 Dimitri Tondelier - 39 – 3:02:09 – 4.19 – 13.9
19 Jean-Paul Grimard – 39 – 3:02:12 – 4.20 – 13.9
20 Andy De Dobbeleer – 38 – 3:03:03 – 4.21 – 13.8
21 Ivan De Muynck – 55 – 3:03:37 – 4.22 – 13.7
22 Wouter Notebaert – 42 – 3:06:17 – 4.25 – 13.5
23 Jan Malfait – 46 – 3:06:27 – 4.27 – 13.5
24 Bart Verbeeck – 49 – 3:07:03 – 4.26 – 13.5
25 Henk Sanders – 49 – 3:07:05 – 4.27 – 13.5
De run vandaag.
TR282 – afstand 15km000 – chrono 1:41:22 – km-tijd 6.45 - calorieën 875 – temperatuur 12,2° - gewicht 59,4 kg – hartslag 76-133 – pasfrequentie 174 – iets minder koud dan gisteren; maar om nu te zeggen dat het zacht nazomerweer was, dat is toch wat overdreven; maar het was droog en heel veel wind was er ook niet; dus wel -aangenaam om te lopen – 15 jaar geleden was het ook slecht weer; net als gisteren; het had toen gans de week al vrij veel geregend; dat zorgde voor een vrij zwaar marathonparcours daar in Gent




|