De laatste week hoor je op allerlei plaatsen de zanglijsters al weer zingen. Zelf hoorde ik op 18 februari in de wijk Skipsleat er al twee luid zingen en enkele dagen later op een 6-tal andere plekken in Joure. De zanglijster (Bûnte Lyster) is er altijd vroeg bij met de eerste zang. Soms worden ze al in zwakke winters gehoord. Zoals op 15 december 2000 toen Tsjepke van der Honing er aan de Helling in Joure al een volop zingend (15 minuten) hoorde. Eelke Bosma uit Haskerhorne hoorde op 9 januari 2004 bij zijn woning ook een, de vogel was op 17 januari nog druk met de zang. Vanaf maart kan je de zanglijster de laatste jaren steeds meer horen zingen.
Foto Wim Priem 7-4-2020.Zanglijsters komen steeds vaker in tuinen, parken en volkstuinen.
Vroege en late nestvondsten.
De eerste broedgevallen kunnen al vroeg zijn. Zo vond ik in het archief al een melding van 2 maart 1998 toen er in Drogeham bij Fam. Spoelstra een nest met 1 ei werd gevonden. In Leeuwarden op 17 maart 1994 nest met 2 eieren (Auke Willem de Jong). Op 22 maart 1993 in Leeuwarden nest met 4 ei (Mevr. Aalbers). Het broeden kan tot zeker in augustus aanhouden en kan meerdere legsels bevatten. Zo werd er op 6 augustus 1996 in Hardegarijp nog zanglijster op nest met 1 ei gevonden in een klimhortensia door Fam. Goodijk. Op 8 augustus 2000 meldde A. Meersma uit Minnertsga me dat er nog een zanglijster zat te broeden in een dichte veld iep op nog geen twee meter van een merelnest met kleine jongen. De jonge zanglijsters zijn pas 25 augustus uitgevlogen.
Oproep let op vroege legsels.
Ik ben benieuwd of er dit jaar in Friesland (of daarbuiten) ook vroege maart legsels bekend zijn geworden van de zanglijster. Vaak wordt er in de maart maand nog maar weinig omgekeken naar broedende zanglijsters. Waarschijnlijk komen er de laatste jaren steeds meer broedgevallen voor in begin maart door de veranderende klimatologische omstandigheden. Het is dus opletten als je vrouwtjes zanglijsters al vroeg ziet slepen met nestmateriaal. Steeds vaker broeden ze in wat grotere tuinen bij woningen. Hun nest is komvormig gebouwd (door vrouwtje) van dunne takjes, mos, gras, plantenwortels, bladeren etc. en aan de binnen zijde een opvallend gladde kom. De eieren helder lichtblauw met zwarte of donkerbruine spikkels. Het vrouwtje begint vaak na het laatste ei te broeden en na 12 a 14 dagen komen de jongen uit. Deze jonge worden daarna nog zeker 12 a 16 dagen verzorgt voor ze uitvliegen. Als de jongen 7 a 9 dagen oud zijn openen ze al hun ogen en kunnen bij dreigend gevaar al uit het nest springen! Op de 8e dag komen de buik schouder en rugveren al 1 millimeter ui de bloedspoelen. Vanaf de 11e dag zijn de vlekken op de borst al zichtbaar.
Foto 3-4-2015. Anna de Vries. Smidse van de zanglijster waar hij zijn tuinslakken kapot slaat om de inhoudt te nuttigen. Het is belangrijk dat slakken in uw tuin NIET bestreden worden met giftige middelen. Dit zou slecht kunnen uitpakken voor zanglijsters die ze regelmatig eten.
Vooral in de trektijd, maar ook in het late broedseizoen, kunnen veel jonge zanglijsters al aan het zwerven gaan. Mening zanglijster komt dan opvallend vaak om als vensterslachtoffer. Zo vond Tjepke Hofma uit Joure er op 11 augustus 1994 in zeer korte tijd 3 dood in de tuin. Ook tijdens de voorjaarstrek sneuvelen er vele tegen vensterruiten, soms van ver. Meldt vensterslachtoffers zo veel mogelijk.
Enkele voorbeelden van gesneuvelde doortrekkers.
1. Op 26 maart 1994 sneuvelde er een tegen de ruiten in Hommerts bij B. Zwijgers. De vogel was geringd (GBT. RV…80617) op 20 november 1993 in Watlington in Engeland. Kennelijk een vogel die in Engeland probeerde te overwinteren en op de terugweg naar zijn broedgebied na 126 dagen al sneuvelde (476 km).
2. Op18 maart 2019 vloog een zanglijster zich dood tegen de ruiten bij Binne en Aafke Kunnen in Ureterp. De vogel droeg een ring uit Noorwegen (NOS. …8222559) en was op 1 september 2017 als jonge vogel op de najaarstrek geringd te Buas, Songdalen en is na 563 dagen toen ie op weg was weer naar zijn geboorteland gesneuveld (583 km).
3.Op 12 februari 1980 sneuvelde bij G. van der Bij in Zwaagwesteinde 1 zanglijster tegen de ramen met een Zweedse pootring (SVS. …4163166). De vogel was op 6 oktober 1979 op de najaarstrek geringd in Svensca, Hogarne, Zweden en sneuvelde al na 129 dagen (1076 km).
Soms gaat de najaarstrek van zanglijsters wel erg snel.
1.Op 14 oktober 1990 werd er in Leeuwarden door J.K. Dijkstra een jonge zanglijster dood gevonden onder het vensterraam, de vogel bleek 13 dagen (!) daarvoor geringd te zijn (SUE. H…201973) op 1 oktober te Parnumaa, Matsalu in Rusland 286 km).
2. Op 4 november 2003 vond Sabine Bosma uit Schettens een dode zanglijster met ring onder het raam (SVS. …4446768). De vogel was 27 dagen ervoor op 8 oktober 2003 als jonge vogel geringd te Varberg in Zweden (622 km).
Leeftijden
Zanglijster kunnen een flinke leeftijd bereiken. Dat weten we aan de hand van de vele ringvondsten en ringvangsten. Oudste zanglijster volgens het Vogeltrekstation in Nederland werd 12 jaar en 12 dagen. De oudste in Friesland ruim werd 11jaar. Helaas sterven veel zanglijsters (meer dan 50%) al binnen het eerste levensjaar, voornamelijk op de najaars en voorjaarstrek. Daarbij vliegen ze in ons land veel tegen windschermen en ramen en komen om in het verkeer. Onervarenheid speelt daarbij een grote rol. In het buitenland werd nogal eens een geschoten.
Het is nog maar begin maart en de eerste meldingen van boerenzwaluwen in ons land komen al binnen. In Friesland zijn eind november de laatsten gezien. Op 17 november 2020 zagen Theo Bakker en Gerben ter Haar er nog 1 bij Ternaard ’t Schoor. Twee dagen later zag Hans van Gasteren er nog een bij de vliegbasis Leeuwarden rondvliegen en op 23 november 2020 ontdekte Romke van der Veen er nog een late tussen Veenwouden en de Houtwiel.
Op 24 december 2020 werd de laatste in ons land uitgezwaaid in Serooskerke in Zeeland door Corstiaan Beeke. De hele maand december zijn er zeker nog een 15-tal meldingen in ons land geweest, vooral aan de westkant in de provincies Noord en Zuid-Holland, Zeeland en enkele in Noord-Brabant. Vaak ging het maar meer om één of twee vogels. Mogelijk zelfs om dezelfde vogels die aan het rondzwerven zijn.
De eerste boerenzwaluw in 2021 in ons land was vroeg en werd al gemeld op 18 februari uit de Kwade hoek in Zuid-Holland (Henrik). De eerste boerenzwaluw in Friesland werd enkele dagen later op 21 februari gemeld. Op 20 februari werd er door Stefan Muller en Mark Broeckaert bij Assendelft (Zuid-Holland) een boerenzwaluw gezien. Kees Hendriks zag op diezelfde dag er ook 1 in Gouda bij Slagenbuurt. Op 21 februari zag Erik Jansen er aan het Badstrand op het eiland Schiermonnikoog de eerste vroege in Friesland. Irma Acket zag op 24 februari haar eerste in Mariapeel in Limburg en M. P. Janssen-Willems trof er op 28 februari 1 bij Vlodrop- Roerdal in dezelfde provincie. Jos Hooijmeijer zag in Koudum op 3 maart zijn eerste boerenzwaluw dit jaar.
Met momenteel (4 maart) nog komende nachten met nachtvorsten van -1 tot -4 graden lijkt het toch aan de koude kant voor boerenzwaluwen om hier overdag al genoeg voedsel te kunnen vinden om te overleven. In hoeverre de boerenzwaluwen die in februari in ons land gezien worden vogels zijn uit onze broedgebieden is nog onduidelijk. Mogelijk zijn het boerenzwaluwen die probeerden te overwinteren in Zuid -West Europa (Portugal) en Noord-Afrika. Halverwege en eind februari komen in Portugal soms al de eerste boerenzwaluwen terug op de broedplekken. Dat is veel vroeger dan bij ons in Friesland.
De gemiddelde aankomstdata van 86 boerenzwaluw adressen in Friesland in 2020 was 8 april (8.55). Daarbij valt op dat er van de 86 stallen er ruim 25% (23 stallen) binnen kwam op 6 april.
Zie Grafiek aankomst Friesland onderaan artikel.
De vroegste aankomst in broedschuur of stal in 2020 was 3 april te Harkema (Foppe van der Meer).Laatste was 26 april te Hemrik (Henk F. Harmsma).
Vanuit de andere provincies in ons land kwamen helaas maar weinig meldingen binnen van de eerste aankomst IN broedschuren of stallen. Toch kreeg ik uit Gelderland van Arend Heideman (Gelselaar) een vroege melding binnen van 28 maart. Vroegste was een melding van Roel en Maartje Veenstra uit de Gaarkeuken te Oldekerk (provincie Groningen), daar was de 1e al terug op 24 maart. In de onderstaande tabel zijn alle meldingen per woonplaats alfabetisch op een rij gezet. Mocht U boerenzwaluw aankomst er in 2020 NIET in dit overzicht staan dan zou ik dit graag nog willen weten.
Boerenzwaluwen terug IN de stal in 2020
Plaats
Provincie
Naam
1e terug in stal 2020
Aantal
1e terug in stal 2021
Aantal
Appelscha
Friesland
Adrienne Jonker
11-apr
2
Britswert
Friesland
Afke Hoogland
6-apr
1
Buren Ameland
Friesland
Janke Nobel
10-apr
2
Burgum
Friesland
Jaap van Leersum
22-apr
2
Dedgum
Friesland
Ton en Catharina Westendorp
22-apr
2
De Knipe
Friesland
Sil Dekker
6-apr
2
De Knipe
Friesland
A. Durkstra
7-apr
1
Delfstrahuizen
Friesland
Nelleke Roos
6-apr
1
Drogeham
Friesland
Egbert Veenstra
6-apr
2
Eastermar
Friesland
Arend Timmerman
5-apr
2
Eastermar
Friesland
Willem Oevering
6-apr
1
Gelselaar
Gelderland
Arend Heideman
28-mrt
1
Goingarijp
Friesland
Bloemers I.
7-apr
3
Grou
Friesland
Maatschap. Wartena- Hoekstra
8-apr
2
Grou
Friesland
Sjoerd Hoekstra
10-apr
2
Harkema
Friesland
Foppe van der Meer
3-apr
1
Haskerhorne
Friesland
Jolanda Hoekstra
18-apr
2
Haulerwijk
Friesland
Dirk Hiemstra
6-apr
1
Hemrik
Friesland
T. Algra
7-apr
1
Hemrik
Friesland
Henk. F. Hansma
26-apr
2
Hitzum
Friesland
Joki Bakkers
7-apr
2
Hommerts
Friesland
H.J. van Os
7-apr
2
Jonkerslân
Friesland
Heleen Achterberg
6-apr
1
Joure
Friesland
Artina Oppenhuizen
6-apr
3
Jutrijp
Friesland
Wilbert Boersma
5-apr
2
Jutrijp
Friesland
I. Groenveld
4-apr
2
Jutrijp
Friesland
H. Huitema
5-apr
1
Jutrijp
Friesland
H.J. de Jong
10-apr
8
Katlijk
Friesland
Hendrik en Atsje de Vries
6-apr
2
Kollum
Friesland
Anny de Jong
9-apr
2
Kollumerpomp
Friesland
Menne Osinga
11-apr
2
Kortehemmen
Friesland
Hilda Mollenhorst
10-apr
2
Koufurderrige
Friesland
Jan Brouwer
7-apr
1
Koufurderrige
Friesland
B.de Vries
5-apr
3
Langezwaag
Friesland
Sietse van der Wal
5-apr
1
Langezwaag
Friesland
B. de Vries
6-apr
2
Langezwaag
Friesland
G. J. Fekken
11-apr
2
Lippenhuizen
Friesland
L. Jager
8-apr
2
Lippenhuizen
Friesland
Wytse de Jong
11-apr
4
Luxwoude
Friesland
Maatschap Maat - Fleer
6-apr
2
Makkum
Friesland
Wietske Visser
5-apr
6
Metslawier
Friesland
Tjitske Veenstra-van Dijk
5-apr
2
Mildam (brug)
Friesland
Jan Oord
11-apr
2
Molkwerum
Friesland
Mineke Bekkema
10-apr
1
Noardburgum
Friesland
Jan en Froukje van der Veen
7-apr
1
Noardburgum
Friesland
Johannes van der Veen
4-apr
1
Oldeberkoop
Friesland
A. Koning
6-apr
3
Oldeberkoop
Friesland
Dirk Schipper
6-apr
1
Oldekerk, Gaarkeuken
Groningen
Roel en Maartje Veenstra
24-mrt
1
Oldeouwer
Friesland
Alkema J.
20-apr
6
Oldeouwer
Friesland
P. Klompmaker
6-apr
2
Oldeouwer
Friesland
H. Nijholt
16-apr
1
Oldeouwer
Friesland
Fokke Stastra
5-apr
2
Ommen
Friesland
Ton Elzerman
7-apr
1
Oudwoude
Friesland
Willem en Sietske Jonkman
9-apr
1
Ouwsterhaule
Friesland
Maatschap Wietsma
11-apr
2
Paesens
Friesland
Oane Taekema
9-apr
1
Rohel
Friesland
D.J. Akkerman
7-apr
1
Rotsterhaule
Friesland
Afke Baas
6-apr
1
Rotsterhaule
Friesland
J. de Kleijne
17-apr
1
Rotsterhaule
Friesland
S.F. Venema
5-apr
2
Rottum
Friesland
H en E. Meester
7-apr
4
Ruigahuizen
Friesland
Melle van der Goot
10-apr
2
Scharsterbrug
Friesland
Siebe en Titia Bosma
20-apr
1
Sint Anna Parochie
Friesland
Sophie Brakelé
4-apr
1
Sint Johannesga
Friesland
Mulder P.
8-apr
1
Skarl
Friesland
Peter Jan en Hieke Dijkstra
6-apr
1
Steggerda
Friesland
Ultsje Jellema
23-apr
2
Suamarreheide
Friesland
Bareld Storm
8-apr
2
Terband
Friesland
Trienke en Henk Tjepkema
5-apr
1
Terwispel
Friesland
Bart Berga
8-apr
2
Terwispel
Friesland
Evert Wind
16-apr
2
Terwispel
Friesland
Arie en Ilse Steenwijk
14-apr
2
Terwispel
Friesland
Hannelien Ruijs en Marc van Leuven
8-apr
2
Terwispel
Friesland
Rikus en Tryntsje Veenstra
7-apr
1
Terwispel
Friesland
Sjoerd Wagenaar
6-apr
1
Tijnje
Friesland
Harriet van Sleen
4-apr
2
Twijzel
Friesland
Joke Smidt
6-apr
1
Warga
Friesland
Keimpe Gerrit de Boer
6-apr
2
Warga
Friesland
Aafke en Wiebe Kooistra
6-apr
1
Warga
Friesland
S. Talsma
6-apr
2
Warns
Friesland
P.J. Dijkstra
6-apr
1
Warns
Friesland
Bauke Smid
8-apr
5
Welsrijp
Friesland
Joustra
5-apr
2
Wijnaldum
Friesland
Sytse Elzinga
6-apr
2
Wijnaldum
Friesland
Rinze en Maartje Post
11-apr
4
Wommels
Friesland
Roel Schraa
5-apr
2
Zweins
Friesland
Anneke de Boer
7-apr
4
Uit deze lijst met eerste aankomsten in de stallen blijkt dat er toch een grote variatie in aankomst is. Vaak zijn het de mannetjes die als eerste terug zijn (lange staarten!) en snel hun plekje innemen. Soms zitten er grote verschillen in aankomst per woonplaats. Zo was het verschil in aankomst in Hemrik in 2020 groot tussen T. Algra (7 april) en Henk F. Harmsma (26 april). De oorzaken van vroege en late aankomsten kunnen allerlei oorzaken hebben. Soms worden de terugkerende boerenzwaluwen op hun reis verrast door opkomende stof en zandstormen. Een ander keer hebben ze een slecht seizoen in het overwintergebied gehad (weinig voedsel voor de rui van veren) en moesten ze veel naar het zuiden overwinteren of door weersomstandigheden een andere route nemen die veel langer was (b.v. terug over Italie in plaats van via Gibraltar). Ook deze winter 2020-2021 hadden de boerenzwaluwen weer te maken met stof en zandstormen. Op 18 februari 2021 toont het NOAA-20 ruimtevaartuig deze stof en zandstorm in Noordwest Afrika. Net op de route terug voor veel zangers die via Gibraltar ons land weer willen bereiken.
18 februari 2021
Zand en stofstormen in Noord-Afrika in februari 2021.
Terwijl een groot deel van de pluim ten westen van Afrika verschijnt, is een sliert stof te zien die door de wind naar Europa waait. Volgens een verhaal van meteoroloog Marshall Shepherd, drijven sterke en aanhoudende winden uit het zuiden minstens een paar keer per jaar stof uit de Sahara naar Europa. Dit klopte want ik vond op de afvalcontainers achter onze woning dit jaar weet een laagje bruin zand!
Ik ben dan ook erg benieuwd wanneer de eerste boerenzwaluwen dit jaar terugkeren IN de broedstallen. Helpt U mee mijn lijstje met aankomstdata te vullen in 2021. Mocht U naam en woonplaats er niet bij staan, of U wilt voor de eerste keer meedoen dan hoor ik het graag. Stuur U aankomstdata door van 2021, ook oude data van voorgaande jaren is van harte welkom!
Joure 5 maart 2021.
Jan de Jong, E.A. Borgerstraat 66 8501 NG Joure. Tel. 0513-414788 of email; j.d.jonglc@home.nl
In de wintermaanden zien we vaak op allerlei plekken in en rond Joure maar ook op de Friese meren rondom aalscholvers vliegen en voedsel zoeken. Enkele aalscholvers bivakkeren al geruime tijd in het Hurdspietsje aan de E.A. Borgerstraat en rusten dan uit op het kruis boven op de kerk. Ze vissen met name in het najaar op veel plekken in de vijvers en vaarten in en rondom Joure.
Foto Jan de Jong. Aalscholver op kruis van gereformeerde kerk aan E.A.Borgerstraat.
Een deel van onze Nederlandse broedvogels trek weg en een deel overwintert in ons land. De aalscholver had in de zeventiger jaren een dieptepunt qua broedparen toen er nog maar een 1000 paren in ons land broeden. Echter door de stopzetting van vervolging en het verbod op het gebruik van DDT namen de aantallen snel weer toe en waren er rond 2000 meer dan 20.000 broedparen verspreidt over kleine kolonies in ons land aanwezig. Ook in Friesland komen enkele kolonies in klein aantal voor, onder anderen in het Oosterschar bij Rotsterhaule.
Foto Corriet van Rossen. Volwassen en onvolwassen aalscholvers op steiger te Goingarijp.
Tijdens schaarse sneeuwwinters zijn er bij ijswakken vaak wel enkele aalscholvers aanwezig. Als dat maar goed gaat dacht ik nog toen alles in dit wintertje in een snel tempo dicht vroor. Niet dus. Anne Lenis uit Joure belde deze week me dat hij vlak bij zijn woning in de vijver een dode aalscholver had gevonden. De vogel droeg een roestvrij stalen pootring uit Zweden en is opgezonden. Een wintergast uit noordelijker streken dus. Die zal wel verhongerd zijn dacht ik. Te zijner tijd krijgen we daar bericht over van het Ringstation in Zweden (Riksmuseum Stockholm). In de wintermaanden krijgen we gasten hier uit allerlei streken. Soms raken ze tijdens hun jacht op visjes en prooien uit het water onder het ijs en verdrinken dan. Ook komen ze nogal eens om door verzwakking en onderkoeling. In mijn archief vond ik nogal wat aalscholver slachtoffers die een pootring droegen en in onze omgeving zijn aangetroffen. Hierbij enkele meldingen;
1. NOS.BA..29148 geringd op 14 juni 2008 als nestjong te Frederiksstad in Noorwegen en op 12 januari 2008 dood gevonden te Rotsterhaule (Lammert Bos, Rotsterhaule). Afstand; 764 km. Tijd; 168 dagen.
2. DKC. ….218816 geringd op 17 mei 1989 als nestjong te Vorseovej in Denemarken en op 3 april 1994 dood gevonden te Tjerkgaast/Spannenburg (sint de Boer, Tjerkgaast). Afstand 431 km. Tijd 1752 dagen.
3. SVS. …9240032 geringd op 27 juni 1989 als nestjong te Gyovagen in Zweden en op 8 november 1989 verdronken in visnet bij Lemmer (Veldhuizen, Lemmer). Afstand 958 km. Tijd; 134 dagen.
4. DFH. ….258205 geringd op 24 juni 1989 als nestjong te Sleeswijk-Holstein in Duitsland en op 10 oktober 1989 verdronken in vis fuik te Lemmer (Poepjes, Lemmer). Afstand; 316 km. Tijd; 108 dagen.
5. DKC. ….218750 geringd op 17 mei 1989 als nestjong te Vorseovej in Denemarken en op 27 februari 1994 dood gevonden onder het ijs te Broek bij Joure (Abele de Jong, Broek). Afstand; 422 km. Tijd; 1747 dagen.
Vaak komen de nog jonge aalscholvers door onervarenheid om of zwemmen in visfuiken of netten van de beroepsvissers. Aalscholvers die in Nederland geboren zijn kunnen flinke afstanden afleggen. Ze overwinteren deels in eigen land maar trekken ook in de winter flinke einden weg. Zelfs naar gebieden rond de Middellandse Zee, Noord-Afrika tot zelfs in Tunesië. Bij Aalscholvers worden ook regelmatig kleurringen aangelegd om zo de individuen te kunnen volgens. Deze kleurringen zijn groot en bevatten vaak een combinatie van cijfers en/of letters. Twee voorbeelden uit dezelfde kolonie;
1. NLA. .9001049 geringd op 9 juni 1986 in de Oostvaarderplassen in Nederland en als nestjong (2 jongen in nest) met kleurring geel SA is teruggemeld (kleurring afgelezen) op 21 januari 1987 te Thyna, Sfax in Tunesië. Afstand; 2025 km. Tijd 226 dagen.
2. NLA. .9000702 geringd op 15 juni 1984 in de Oostvaardersplassen met kleurring in Nederland en als nestjong (3 jongen in nest) met kleurring wit RV is teruggemeld (kleurring afgelezen) op 2 november 1987 te Hard, Vorarlberg in Oostenrijk. Afstand; 634 km. Tijd; 1236 dagen.
Aalscholvers kunnen dus enorme afstanden afleggen om elders te overwinteren. In veel gevallen hebben we naast onze Nederlandse aalscholvers in de winter hier ook vogels uit noordelijke landen. Ze zijn dan op zoek naar rijke visgronden. Een enkele keer wordt er ook wel eens een nestjong uit het zuiden van Europa hier aangetroffen zoals een vogel die geboren werd in Frankrijk.
1. FRP. CA…48045 geringd op 24 mei 1991 als nestjong te Saint-Philbert-de-Grand-Lieu in Frankrijk is op 4 augustus 1992 gecontroleerd en weer losgelaten te Lemmer.
Foto Henk Graafland. Jonge vliegvlugge aalscholver op tak
We hebben dus een internationaal gezelschap aan aalscholvers dat zich hier te goed doet aan de vel vis in vijvers, parken en meren. Op de gereformeerde kerk de Oerdracht aan de E.A. Borgerstraat laten de aalscholvers een wit krijtspoor op het dak achter van de resten van de gegeten vissen. Na een hevige regenbui verdwijnt er vaak een deel doch na enige droge dagen is het krijtspoor weer terug. Ze zoeken vaak hoge punten op om hun vleugels na het vissen te laten drogen.
De aalscholver is bij ons al niet meer weg te denken uit gemeente De Fryske Marren.
Waar komen al die vinken in de winter toch vandaan?
De afgelopen weken met winterse stormen en koude inval kwamen er op voedertafels en in menig tuin groepjes vinken voor die zich te goed deden aan het aanwezige voer. In de afgelopen zachte winters zag je de vink maar weinig in de tuin. Waar komen al die vinken dan zo plotseling vandaan?
Foto van Maarten Hotting. volwassen man vink op voedertafel.
De vink is in de zomermaanden in de gemeente De Fryske Marren een algemene broedvogel die meer in parkachtig landschap, bossen, langs bosranden en in dicht struikgewas broedt. Vaak wordt zijn nestje in tuinen met meidoornstruiken, fruitbomen en heggen aangetroffen. Nestjes zijn vaak gemaakt van mos, veertjes, boomschorsschilvers, plantenwortels, wol, haar en plantenpluis. Het geheel wordt bijeengehouden met spinrag en insectenspinsels. Vanaf de tweede helft van april kun je de vink alweer in zijn broedgebied aantreffen, tot eind april/begin mei kan er nog sprake zijn van noordelijke doortrek.
De eerste eieren (4 a 5) zijn vaak verschillend getint of gevlekt met roze en soms vage lichtblauwe zweem maar duidelijk met donkere bruine vlekken en kriebels en spikkels. De vrouwtjes leggen per dag een ei en beginnen vaak te broeden als het voorlaatste ei gelegd is. Soms 1 legsel maar ook tweede legsels of vervolglegsels komen voor. Het wijfje broedt alleen zo’n twaalf a dertien dagen op de eieren en daarna helpt het mannetje bij de voedering van de jongen. De jonge vogels worden nog zeker twee weken in het nest gevoerd voordat ze deze verlaten en trekken daarna zeker nog tussen de twintig en vijfendertig dagen met de ouders op. Vaak blijven onze eigen broedvogels daarna in de omgeving wat rondzwerven en overwinteren deels in eigen land.
Foto van Piet Schuttelaar vrouw vink op boomstronk.
In oktober /november komen noordelijke broedvogels uit Denemarken, Noorwegen, Zweden en Finland onze vinken vergezellen en nemen de aantallen daardoor ook flink toe. Een deel van de noordelijke doortrekkers gaat nog verder zuidelijk en overwinterd in Engeland, Ierland, België en Frankrijk tot in Spanje en Portugal. Doch ook flink wat sneuvelen er al op de weg er naartoe. Enkele voorbeelden aan de hand van ringgegevens uit mijn archief;
1. DKC. 9P…36458. geringd op 4 -9-1993 als volwassen vrouw te Sonderha, Jylland in Denemarken en op 4 november 1993 tegen glas gesneuveld te IJsbrechtum (vinder K. Tiezema, IJsbrechtum). Afstand; 462 km. Tijd; 61 dagen. Helaas in hetzelfde jaar nog gesneuveld.
2. NOS. E…249494. geringd op 24-4-1995 als volwassen man te Hovdebygda, Ostra in Noorwegen en op 20 december 1996 tegen ruit gevlogen te Vegelinsoord (vinder Bonnie Kootstra, Nijbeets). Afstand;1024 km. Tijd; 605 dagen. Mogelijk Noorse broedvogel die sneuveld als vensterslachtoffer in gemeente De Fryske Marren (DFM).
3. NOS. …9888240. geringd op 1 april 1987 als volwassen man te Austad, Flekkefjord in Noorwegen en op 17 januari 1988 dood gevonden te Joure (vinder René Corbier, Joure). Afstand; 596 km. Tijd; 291 dagen. Gestorven in winter van 1988.
4. NLA. B…691797. geringd op 13 oktober 1986 als jonge man op Vlieland en op 18 januari 1987 vloog het zich dood tegen de vensterruiten in Langweer (vinder; Rienstra, Langweer). Afstand;60 km. Tijd; 97 dagen. Mogelijk een vogel uit noordelijker streken die in Friesland is gebleven om daar de winter door te brengen en toch nog sneuvelde.
5. NLA. V…407443. geringd op 24 september 2009 als jong mannetje aan de noordoever van het Tjeukemeer bij Rohel en op 15 april 2011 gecontroleerd en weer los in Gjesdal, Rogaland in Noorwegen. Afstand;659 km. Tijd; 569 dagen. Deze leefde gelukkig nog en is niet gesneuveld.
De oudste vink in Friesland bereikte een leeftijd van 16,3 jaar.
Veel vinken sneuvelen in de herfst en winter tegen vensterruiten, glasschermen of komen tijdens koude perioden om. Soms gaat het om vinken uit eigen land, maar in de meeste gevallen betreft het wintergasten die vaak ook nog jong en onervaren zijn. Zo krijg ik de laatste weken steeds meer meldingen wintergasten die op en bij voedertafels vertoeven en door een plotselinge schrikreactie in paniek wegvliegen en dan sneuvelen of gewond raken. Ook andere soorten zoals; spreeuw, houtsnip, ijsvogel, merel, keep, groenling, koperwiek en zelfs sperwers vliegen zich dood tegen ruiten. Meestal helpt het om de voedertafel niet te dicht bij de vensterruiten of windschermen te plaatsen. Roofvogels zoals de sperwer jagen vaak op zangvogels die op voedertafels zitten. Tijdens hun felle vlucht kunnen ze door de hoge snelheid minder snel wenden en vliegen dan met een enorme klap tegen de ruiten. Ook kleine zangers zoals kool en pimpelmezen kunnen dan daarbij hun bewustzijn verliezen en zo een gemakkelijke prooi worden voor katten.
Vliegt er een vogel tegen de ruiten en blijf ie stil liggen dan kan men hem op een donkere rustige plek, in kartonnen doos met luchtgaten, weg zetten en tot rust te laten komen. Mocht er bloed uit de snavel komen dan kan men hem een beetje water geven, dat voorkomt in veel gevallen bloedstolsels die een gevaar vormen. Zet de waterkraan met een voorzichtig straaltje aan en doe af en toe de snavel onder de waterstraal. De vogel neemt dan wat water op, na enkele herhaalde keren de vogel rustig wegzetten en minstens 2 uur wachten. Door het water in het lichaam verwarmt het bloed meer en stolt niet. Kan zijn dat de vogel alsnog een hersenbloeding krijgt na enige tijd, dus rusttijd in acht nemen. Is ie daarna ogenschijnlijk gezond, dan kan ie weer los. Let op of ie met beide ogen nog goed kan zien. Zwaai de hand heen en weer voor de linker en het rechteroog, blijft ie de hand volgen dan is het goed. Soms raken vogels door de enorme klap blind aan een oog. Is dit het geval of vertrouwd u het toch niet of de vogel wel fit is (pootje niet goed/suf zitten) waarschuw dan de dierenambulance.
De vogel moet dan zeker opgenomen worden ter revalidatie.
De ooievaar was vroeger een niet weg te denken beeld in het Friese landschap. Stappend achter de maaimachine met paarden kon je ze op menig boerenland zien speuren naar kevers, muizen en kikkers. Tussen 1931 en 1971 telde Friesland zeker nog een kleine 100 nestplaatsen volgens de literatuur. Echter na de veertiger en vijftiger jaren kwam er een flinke dip in het aantal broedparen en namen de aantallen zienderogen af. In 1972 telde men nog 1 broedpaar in Luxwoude. Na de herintroductie van de ooievaar in ons land namen de aantallen langzaam weer wat toe. Rond de telling van 2013-2015 zijn er zeker weer zo’n 825-1000 broedparen in ons land. Om ze individueel te volgen worden veel ooievaars voorzien van een opvallende pootring van het Vogeltrekstation in Wageningen. Deze pootring wordt na de tachtiger jaren door de toename van steeds beter wordende fototoestellen met zoom instelling steeds vaker vastgelegd door vogel fotografen en natuurmensen. Ook nu trekken vogelaars er steeds meer met camera op uit. Regelmatig krijg ik dan ook meldingen en fotos van vogels met ringen toegestuurd met het verzoek om na te gaan waar het eksemplaar weg komt. Zo ontving ik de afgelopen dagen ook een foto met een ring van een ooievaar die bij Oudehaske op 31 januari 2021 door Marco Hasselaar werd vastgelegd. Deze ooievaar bleek al vrij oud te zijn en is als nestjong op 20 juni 1999 in Eernewoude (Friesland) geringd. De vogel heeft de ring zeker 21 jaar, 7 maanden en 11 dagen gedragen. Nu is 21 jaar voor een ooievaar toch nog geen oudje als het om ooievaars gaat. In het archief van het Vogeltrekstation in Wageningen waar de registratie van alle Nederlandse ringen wordt bijgehouden is de oudste ooievaar zeker 40 jaar oud geworden.
Toch is met de ooievaar die in 1999 geboren werd in Eernewoude iets aan de hand. In de databank van het Vogeltrekstation vond in het hele levensverhaal van de vogel terug en kon mooi zien op welke plekken de vogel gezien was. In totaal is de ooievaar 30 x gemeld tussen 1999-2021. Geen enkele keer werd de vogel opgemerkt in zijn overwintergebied wat normaal in Afrika ligt. Direct al na het eerste jaar vertrok de vogel van uit Friesland richting Duitsland en werd op 22 april 2000 bij Hitzhusen, Sleeswijk Holstein waargenomen. Tussen 2000 -2018 is de vogel steeds in Duitsland gezien met uitzondering van de jaren waarvan geen waarnemingen zijn; 2004,2010,2012,2016,2017 en 2018. In 2011 werd de ooievaar op 28 maart nog gezien in Duitsland bij de dierentuin in Rheine. Al die jaren dus steeds in Duitsland. Op 17 februari 2019 duikt ie plotseling weer op in Friesland bij Oudehaske, zo meldde van Bergen uit Bontebok aan de hand van fotos. Zou deze “Friese “ooievaar dan uiteindelijk heimwee hebben gekregen naar zijn geboorteland? Het lijkt er wel op want op 9 juni 2019 melde Haije Folkertsma dat de vogel met pootring op een nest met twee jongen bij R. Bruinsma in de Tijnje is afgelezen. In september 2019 werd de pootring bij Oldeboorn afgelezen. In 2020 is de vogel niet waargenomen om plotseling in de januari maand van 2021 weer op te duiken bij Oudehaske.
Al met al flink wat omzwervingen van deze ooievaar. Het volgen van vogels aan de hand van pootringen, kleurringen, halsbanden en zenders neemt de laatste jaren sterk toe. Daardoor wordt er steeds meer bekend omtrent de omzwervingen van soorten en kunnen we de vogel meerdere jaren soms volgen. Bij grote vogels is de ring met inscriptie gemakkelijker vast te leggen dan bij kleinere soorten, doch de fototoestellen (met zoom) zijn steeds beter geworden en daardoor de mogelijkheden ongekend. Veel fototoestellen hebben gps-instellingen en worden data en tijd automatisch opgeslagen. Opmerkelijk is dat de ooievaar die Marco Hasselaar zag bij Oudehaske een voorbeeld is van veel ooievaars die hier tijdens de veranderende klimatologische omstandigheden steeds meer pogen te overwinteren. Let dus op pootringen ze kunnen U een heel verhaal opleveren als U de inscriptie weet vast te leggen.
Er worden de afgelopen jaren opvallend meer snorren gevangen op Ringstation Rohel. In 2019 zestien en 2020 twaalf, terwijl jaarlijkse vangsten van drie a vier normaal zijn. De snor is een soort die er meer een verborgen leefwijze op na houdt. In Noord Nederland worden maar weinig snorren geringd voor wetenschappelijk onderzoek.
Op 19-08-2020 zijn er zes snorren gevangen op Ringstation Rohel.
Geringde snorren Ringstation Rohel
1985-2020
Leeftijd
Maand
volwassen
jonge vogels
totaal
maart
1
0
1
april
2
0
2
mei
0
0
0
juni
1
0
1
juli
9
30
39
augustus
2
31
33
september
4
24
28
oktober
0
1
1
totaal
19
86
105
Tabel 1. Aantal geringde snorren op Ringstation Rohel 1985-2020
Van 1985 t/m 2020 zijn er op Ringstation Rohel aan de noordoever van het Tjeukemeer 105 snorren (19 volwassen / 86 vliegvlugge jongen) geringd. De eerste in 1988. Daarna jaarlijks met uitzondering van de jaren 1989,1991,1993,2000,2001en 2010. Verder waren goede jaren 2003 (6) /2006 (6) /2009 (7) / 2019 (16) en 2020 (12). Topjaar was 2019 toen er maar liefst 16 werden gevangen (15 jonge vogel en 1 volwassen). De vroegste volwassen werd op 29 maart 2003 gevangen en de laatste (jonge vogel) op 23 oktober 2020. Er werden slechts 3 eigen terug vangsten bekend. Alle drie in hetzelfde jaar van ringen terug gemeld na 5, 10 en 14 dagen. Slechts 1 x (15-7-2012) werd er een vrouwtje met broedvlek gevangen. Van de 105 geringde snorren op Ringstation Rohel werden er tot en met 2020 er slechts twee terug gemeld. De eerste is geringd op 11 juli 2004 als jonge vogel te Rohel Tjeukemeer en werd na 19 dagen terug gevangen op 30 juli 2004 te Zwarte Meer, Kampen (33,471 km). De tweede kwam een stuk verder en is op 4 augustus 2020 als volwassen vogel op Ringstation Rohel geringd en werd na 17 dagen al teruggevangen in Frankrijk bij Noyant/Soulaire-et Bourg (748,756 km).
In de tabel 1 zien we duidelijk dat in het broedseizoen op Ringstation Rohel er vrijwel geen snorren worden gevangen en geringd. In juli komen de volwassen snorren in beweging en worden ook de eerste vliegvlugge jongen gevangen. Doortrek gaat dan door tot diep in september (uitzonderlijk oktober) waarbij waarschijnlijk ook snorren uit noordelijker broedgebieden gevangen worden. Er zijn in Nederland echter geen terugmeldingen van noordelijk van ons land geringde snorren. Ook zijn er geen terugmeldingen bekend uit ons land uit het overwintergebied in Afrika. Toch komt de oudste snor die in ons land (tenminste 4 jaar) vastgesteld is uit Friesland. Een op 5 juli 2014 op Ringstation Burgumermar (Eastermar) volwassen geringde snor ,geringd door ringer A. Timmerman, werd 4x terug gevangen (2-5-2015/22-4-2017/29-4-2017 en 19-5-2018). Bron www.vogeltrekatlas.nl. De vogel heeft de ring 1415 dagen gedragen en is zeker ouder dan 4 jaar. De oudste snor in Duitsland bereikte een leeftijd van 8 jaar en 5 maanden.
cijfer is het aantal geringde snorren rond deze locatie.
In Friesland zijn maar weinig snorren geringd in de periode 1911-2020. Vogeltrekstation Wageningen geeft in de Vogeltrekatlas rond de 650 aan. Op het kaartje springen de aantallen bij Makkum (184/IJsselmeerkust), de omgeving van Rohel (171/Tjeukemeer) en de omgeving van het Bergumermeer (103) er qua aantal uit. Als broedvogel komt de snor in Friesland voor in moerasgebieden en natte meer oevers met dichte oevervegetatie. De totale snorren populatie in Friesland is maar klein en ligt geschat w.s. rond de 250 a 300 paar. De Nederlandse populatie wordt tussen 2013-2015 geschat op 1900-2400 broedparen volgens de Vogelatlas van Nederland (2018).
In 2020 is er veel materiaal binnengekomen voor het 10e Boerenzwaluw Journaal. Meer dan 80 bladzijden informatie over het boerenzwaluw onderzoek. Verheugend is dat er ook van buiten de Friese grensen meer infomatie binnenkomt. Dit jaar heb ik me dan ook moeten beperken bij het samenstellen van dit verslag. Weer meer korte verhalen van ervaringen van correspondenten. Opvallend veel miskleuren werden er in 2020 ontdekt in Friesland, zeker 7! In dit journaal een uitgebreidt verslag met veel fotos en feiten. Verder veel nieuwe aankomstdata van buiten de provincie. Alvast veel leesplezier toegewenst. Het uitgebreide verslag staat in de Bijlage hieronder
In 2020 zijn er op Ringstation Rohel ondanks de corona pandemie met mondkapjes, hoge waterstanden, zware mist en snikhete dagen toch nog 1803 vogels geringd. Daarbij waren dit jaar weer opmerkelijke soorten zoals 11 ijsvogels, vele honderden kleine karekieten, rietzangers en zwartkoppen. Maar ook soorten als snor, roodborsttapuit, draaihals, cetti's zanger en zelfs een roodsterblauwborst lieten zich vangen. De laatste soort is nieuw op Ringstation Rohel. Het verslag telt 87 bladzijden en is voorzien van veel fotos bij de dagverslagen. Er is ook een Top 10. Hierbij het verslag in de Bijlage. Veel leesplezier.
Veel ringvangsten op 13 juli 2020 aan het Tjeukemeer
Topdag op Ringstation Rohel aan noordoever Tjeukemeer.
Op 13 juli 2020 ging ik smorgens al vroeg op weg naar het Tjeukemeer om CES10 uit te voeren voor het Vogeltrekstation Wageningen. Assistent Gerard Westerhuis was verhinderd tot 15 juli zodat ik dacht dat ik zelf wel de 10e CES alleen kon uitvoeren. Onderweg zag ik al dat er bij Ouwsterhaule en Oldeouwer af en toe mistflarden boven het veld opdoken. Om 03:30 uur aangekomen bij het witte bruggetje zag ik dat boven het oeverland een "deken" van laaghangende mist hing en dat de vegetatie kleddernat was. Nadat ik de vangmaterialen naar de ringplek bracht merkte ik op dat het in de rietzoom nog opvallend stil was. Een enkele kleine karekiet liet zijn karaterestieke "karre..karre..kiet " in het riet horen. De netten werden met de nodige voorzichtigheid geplaatst in de vangbanen en al snel kwam ook de zon er langzaam bij. De rode gloed gaf in samenhang met de laaghangende mist boven het oeverland een mooi gezicht.
Doch zodra de zon maar net boven de horizon opkwam waren ook de eerste vangsten in de netten aanwezig. De hele morgen hield de stroom aan en zou het aan een stuk door uithalen/ringen/noteren worden. Van biometrie kwam niks terecht die morgen. Maar liefst 214 vogels werden er gevangen. In totaal 189 geringd en 25 terugvangsten. Hierbij een staatje van de gevangen en geringde vogels.
Vogelsoort
R
T
ET
1kj
C
N
Opmerkingen
Boerenzwaluw
22
22
1*
23
1 x v na1kj geringd in Rohel
Boompieper
1
1
Vrouw met broedvlek
Bosrietzanger
4
4
Fitis
14
13
1
15
1 v na1kj /Venebuurt Terwispel
Grasmus
2
1
1
3
1 x ruiscore 1 !
Grote bonte specht
2
1
2
Huismus
4
4
4
IJsvogel
2
2
2
Kleine karekiet
18
6
7
1
25
1 v na1kj met Brussels ring
Kneu
1
1
1
2
Koolmees
3
4
7
7
Veel eigen terug, weinig aanwezig
Merel
1
1
Oeverzwaluw
5
1
5
Pimpelmees
1
1
1
Vrijwel niet waargenomen
Rietgors
7
2
6
9
Rietzanger
52
4
43
1
57
1 m na1kj met Paris ring
Roodborst
1
1
Snor
1
1
Spotvogel
1
1
Spreeuw
1
1
1
Sprinkhaanzanger
3
3
Tjiftjaf
12
10
12
Na1kj nog zonder rui
Tuinfluiter
4
1
2
5
Winterkoning
3
3
3
Witsterblauwborst
1
1
Zanglijster
1
1
1
Zwartkop
23
1
13
24
Weinig eigen terug.
Totaal 27 soorten
189
4
17
139
4
214
13 juli 2020 Rohel Tjeukemeer
R = nieuw geringd. T = terug vangst eigen ring van voorgaande jaren. ET = eigen terug vangst van zelfde ringjaar. Dat geldt ook voor vogels die voor de 2e keer in dit jaar worden terug gevangen. 1kj = het aantal gevangen eerste kalenderjaar vogels. C = controle vangst van andere ringer(s). N = totaal gevangen vogels
Vanmorgen opvallend veel boerenzwaluwen in de netten omdat er een flinke groep al in de buitenste rietzoom de nacht had doorgebracht. Bij het "wakker worden" vlogen er diverse in de netbanen. Het bleken vooral jonge vogels te zijn die al aan het voorverzamelen zijn. De rietzanger overtrof vanmorgen alle verwachtingen , maar liefst 57 werden er gevangen . vooral eerste jaars vogels (43/ruim 75%). Zelfs een volwassen met een Paris ring.
De grote bonte spechten lieten hun aanwezigheid duidelijk horen en vanaf de ringplek hoorde ik ze al op tientallen meters van de plek waar ik de vogels ring en controleer.
Bijzonder was toch de vangst van een boompieper.
Een volwassen vrouwtje boompieper (met broedvlek) liet zich vanmorgen vangen op Ringstation Rohel, het 11e eksemplaar sinds 1985. Boompiepers worden maar weinig geringd op Ringstation Rohel. Dit is de eerste volwassen vogel sinds 1985. In de periode 1985-2020 zijn er nu dus 12 gevangen (11 1kj en 1 na1kj). In de jaren 2004,2006 en 2011 twee x 1kj geringd, en in de jaren 1985,1992,1993,2015,2018 1 x 1kj, en nu in 2020 1 x na1kj! Vroegste datum was 6-7-1985 en laatste datum is 18-9-1993.
Al met al een succesvolle dag op Ringstation Rohel.
In 2019 zijn op Ringstation Rohel in totaal 50 soorten gevangen en 2049 vogels van een ring van het Vogeltrekstation Wageningen voorzien. Weer meer vogels dan in 2018 toen er 60 soorten met een totaal van 1929 werden geringd. Dit jaar werd er in de maanden november en december niet aan de noordoever van het Tjeukemeer gevangen omdat de verhoogde waterstand door de vele regenbuien ertoe heeft geleid dat de ondergrond van de loop en vangpaden erg drassig werd. Je zakte op sommige plekken diep weg en daardoor werden vangbanen en looppaden te veel beschadigd. Er werd dit jaar wederom een nieuwe soort aan de soortenlijst (sinds 1985) toegevoegd. In oktober werd er in netbaan C6, tijdens hoog water op het oeverland, een waterpieper gevangen. De 97e op de soortenlijst.
Naast de waterpieper was de Cetti’s zanger toch wel een van de meest opvallende soorten dit jaar. Er werden maar liefst 7 geringd. In 2019 werd ook meteen vastgesteld dat er een paartje heeft gebroed, w.s. in het stukje oever tussen netbaan B15 en B15a.
De baardman zit wat in de lift, we ringden dit jaar maar liefst 19 terwijl de fitis het wat liet afweten met 85 geringde vogels (minder 1kj).
Met de kleine karekiet schoten we dit jaar met 343 geringde vogels over de 10.000 op de ringplek. Doch de piekjaren van 2003 en 2006 met over de 500 kleine karekieten bereiken we niet weer.
Dit jaar hadden we zelfs een vroege massavangst van pimpelmezen in juni, op 24 juni werden er maar liefst 114 uit de netten gehaald. De netten moesten voortijdig gesloten worden om de massa vogels goed te kunnen verwerken. Tijdens dergelijke dagen moet er veel gelet worden op de conditie van de vogels.
Er werden dit jaar 55 eigen vogels met een ring van vóór 2019 terug gevangen, waaronder 9 rietgorzen, 8 kleine karekieten, 8 rietzangers, 4 tuinfluiters en 4 zwartkoppen. Buitenlandse ringen werden er vrijwel niet gevangen, slechts 1 kleine karekiet met Belgische ring liet zich vangen.
In totaal zijn er in de afgelopen 35 jaar (1985-2019) zeker 49242 vogels en 97 soorten op Ringstation Rohel geringd. De kleine karekiet (10298) is daarbij de meest geringde soort en bevat ruim 20% van de vangsten.
In de komende jaren zal zeker de 50.000 geringde vogel op Ringstation Rohel bereikt worden doch er zal vanaf 2020 met wat minder netten gevangen worden en er zal meer aandacht en tijd aan de biometrie van gevangen vogels en opleiding van assistenten en aspirant ringers geschonken worden. In 2020 hoop ik de leeftijd van 70 jaar te mogen bereiken, tijd om het wat rustiger aan te doen.
Reacties naar:Jan de Jong j.d.jongringer403@home.nl
De laatste weken heb ik constant aan het eindverlag van het Boerenzwaluw Journaal Friesland 2019 gewerkt. Het resultaat is een flinke hoeveelheid informatie over boerenzwaluw onderzoek en wetenswaardigheden uit de provincie Friesland.
Het jaar 2019 kenmerkte zich door opmerkelijke weersomstandigheden (hitte perioden). Tijdens het broedseizoen werden de boerenzwaluwen diverse keren op de proef gesteld. In totaal werden er een 1316 boerenzwaluwen van een ring voorzien en er werden maar liefst 300 volwassen boerenzwaluwen terug gevangen die al een ring droegen.
In 2019 is er voor het eerst een kleuren onderzoek uitgevoerd bij volwassen boerenzwaluwen die in stallen en schuren broeden. Daar kwamen opmerkelijke resultaten uit.
Verder aandacht voor hybriden en miskleuren. Dit jaar viel het op dat er in Friesland , maar ook daarbuiten,opvallend veel vogels waren die afwijkten. Zelfs diverse die al in vergevorderde ruistadia waren.
Toch was het nog een goed jaar met op veel plaatsen tweede legsels. Opvallend was dat vooral in de wat oudere ligboxen en schuren van boeren nogal wat broedparen aanwezig waren.
De vogels kwamen welliswaar verspreidt binnen in het voorjaar door problemen bij de terugkeer via de trekroute. Zo kon het gebeuren dat er zelfs na half mei nog vogels binnen druppelden terwijl andere vogels al bijna jongen hadden.
Verder komen in het verslag overal wetenswaardigheden voor en laten we diverse mensen aan het woord over hun ervaringen dit jaar.
Vogelwacht Sint Johannesga- Rotsterhaule teld nesten boerenzwaluwen.
Vogelwacht Sint Johannesga Rotsterhaule brengen boerenzwaluwen in kaart.
Veel vogelwachten inventariseren en beschermen weidevogels in hun wachtgebieden. Ook de vogelwacht Sint Johannesga Rotsterhaule doet hier actief aan mee. Naast de weidevogel activiteiten besteden vogelwachten in Friesland ook regelmatig aandacht aan andere soorten. Een van die soorten is onder anderen de boerenzwaluw. In 2019 is er door de vogelwacht Sint Johannesga -Rotsterhaule voor het eerst een onderzoek ingesteld naar de aanwezigheid van broedende boerenzwaluwen in hun wachtgebied. Maar liefst 613 nesten werden er door de initiatief nemers van de vogelwacht Sint Johannesga Rotsterhaule e.o. (Andre de Jager, Johannes van Stralen en Simon de Winter) genoteerd. In de dorpen Oldeouwer, Ouwster-Nijega, Ouwsterhaule, Rohel, Rotsterhaule, Rotstergaast, Sint Johannesga en Vierhuis werden veel bezoeken afgelegd en het aantal nesten genoteerd via de BFVW registratie app. Via hen kwam ik in contact met veel adressen waar boerenzwaluwen broeden.
In 2019 heb ik als boerenzwaluw onderzoeker, na eerst telefonisch contact te hebben gehad met de vogelwacht Sint Johannesga-Rotsterhaule e.o. en de bewoners, een twaalftal adressen bezocht waar ik boerenzwaluwen heb mogen ringen en onderzoeken.
Oldeouwer. J. Alkema (12 nesten/18 geringd), P.M. Klompmaker (27 nesten/56 geringd), H. Nijholt (1 nest/3 geringd), F.Stastra (5 nesten/13 geringd), G. Wind (10 nesten/19 geringd). Ouwsterhaule. J. Wietsma (25 nesten/23 geringd). Rohel. D.J. Akkerman (24 nesten/29 geringd), Tjeukemeeroever Marswâl (41 geringd).Rotstergaast. F. Bosga (15 nesten/16 geringd). Rotsterhaule. A. Baas (5 nesten/10 geringd), J.de Kleijne (30 nesten/43 geringd), S.F. Venema (31 nesten/128 geringd). Sint Johannesga. P. Vermaning (12 nesten/47 geringd).
In 2019 zijn er in totaal in het wachtgebied van de vogelwacht Sint Johannesga-Rotsterhaule e.o. 440 boerenzwaluwen geringd en 12 boerenzwaluwen droegen al een ring. Op diverse adressen konden de boerenzwaluwen gemakkelijk gevangen en geringd worden voor de invliegdeur, o.a. bij P. Klompmaker in Oldeouwer en bij S.F. Venema in Rotsterhaule. Op enkele plaatsen waar de nesten gemakkelijk te bereiken waren met een kleine trap zijn ook de nestjongen geringd. Er zijn totaal 110 nestjongen geringd. Er zijn op diverse adressen gegevens verzameld in het wachtgebied. Te veel om in 1 seizoen allemaal te kunnen onderzoeken. Het onderzoek gaat in 2020 dus dan ook gewoon door. Van de bezochte adressen waar boerenzwaluwen zijn geringd wordt in het Boerenzwaluwen Journaal 2019 uitgebreid op het onderzoek ingegaan. De adressen waar in 2019 boerenzwaluwen zijn geringd krijgen dan ook via de mail automatisch het Boerenwaluw Journaal toegestuurd. Mochten er bij U ook boerenzwaluwen broeden en U woont als lezer in het wachtgebied van de vogelwacht Sint Johannesga- Rotsterhaule en is er bij U in 2019 geen telling verricht en U wenst het Boerenzwaluw Journaal van 2019 graag te ontvangen zendt U dan gerust een email met U gegevens door naar j.d.jongringer403@home.nl . U gegevens kunnen dan nog aan de lijst worden toegevoegd.
Bijvangsten in mollenklemmen in de provicie Friesland.
Dit jaar kreeg ik van twee verschillende plaatsen in de provincie een bericht dat er in speciale mollenklemmen ook andere dieren dan alleen mollen gevangen werden. Zo kreeg ik van mollenvanger H.Hooisma uit Scharsterbrug een telefoontje op 18 september dat hij in de omgeving van Scharsterbrug op 16 september een wezel in de klem had. Dat is me in 40 jaar nog niet eerder gebeurt aldus Hooisma. Doch het vreemde was dat twee dagen erna er weer een wezel in een van de klemmen werd aangetroffen.
Van Lammert Damsma uit Dokkum kreeg ik op 20 november een bericht dat er bij een kennis van hem vorige week weer een wezel in een mollenklem zat. Dat was al de 3e dit jaar aldus die kennis.
Nu gebeurt het niet vaak dat er wezels in mollenklemmen worden gevangen, althans je hoort het niet zo vaak. Dit jaar is het wel uitzonderlijk dat er twee plaatsen die ver uit elkaar liggen meerdere bijvangsten van wezels in mollenklemmen zijn gemeld. Mogelijk dat te grote toename van veldmuizen in Friesland de laatste jaren er debet aan is dat er erg veel wezels in het vrije veld zijn omdat hun voedsel (veldmuis) erg veel anwezig was.
Ik ben dan ook benieuwd of er op meer plaatsen in de provincie bijvangsten zijn gedaan van wezels in mollenklemmen. Mogelijk dat de veldmuizen de mollengangen gebruikten om weg te vluchten voor de wezel. Omdat de veldmuizen licht in gewicht zijn ,en klein, zijn ze zo langs de klem. De wezel echter is aanzienlijk groter en wordt door de klem dan gevangen.
Op 14 september 2019 enkele jeugdvogelwachters op Ringstation Rohel.
Op zaterdag 14 september 2019 ben ik al vroeg afgereist naar het Ringstation Rohel aan de noordoever van het Tjeukemeer. Rond 3.50 uur was ik op de Kerkweg bij het witte bruggetje aanwezig. Het was nog donker en over het veld lag een flinke laag grondmist die door de heldere volle maan net leek op een deken. In het weilanden gebied de Miekeveene hoorde ik een flinke groep grauwe ganzen in de mist roepen toen ik uitstapte.Vogels bij volle maan aan het voedsel zoeken? Vanmorgen krijg ik een zestal jeugdvogelwachters van Vogelwacht Joure op bezoek. De groep wordt begeleidt door 3 vrijwilligers; Jan Veldman (leider jeugd), Laurens Potijk en Eelco Hofma. Langs de oever was alles nog in volle rust. Netten en materiaal werden naar de ringplek aan de oever gebracht en daarna snel de netten opgezet . Rond 06:15 uur komt Tonny de Jong uit Joure van de Vogelwacht me assisteren en helpen bij de rondleiding van de jeugd en het uithalen van de vogels. Al vlak na het opzetten van de netten blijkt dat de eerste zwartkoppen al in de netten hangen en weldra komen ook al de eerste roodborsten.
De groep jeugdleden en begeleiders kwamen om 07:30 uur aan op de polderdijk en stonden me al op te wachten. Nog voordat we bij de eerste netten waren kon ik de jeugd een waterral tonen die door Tonny de Jong uit netbaan C6 was gehaald.Het bleek een drukke ochtend te worden met veel vangsten en bijzondere soorten. De jeugd had vele vragen en menigeen heeft een vogel even vast mogen houden in de ringersgrip om hem daarna los te laten.
Onderaan vind U het uitgebreide verslag van de zeer geslaagde morgen. Maar liefst 121 vogels ( 20 vogelsoorten) konden van dichtbij bekeken worden waaronder al vele zwartkoppen, roodborsten en kleine karekieten. Zelfs werd er een kleine bonte specht gevangen die zich rustig liet bekijken. Verder soorten als o.a.;ijsvogel, paapje, snor, zanglijster, blauwborst en sprinkhaanzanger. Opmerkelijk was de vangst van maar liefst VIER Cetti's zangers vanmorgen. Het hele verslag van de geslaagde ochtend leest U onderaan in de bijlage (20190914...docx).
Jan de Jong Ringer 403 Vogeltrekstation Wageningen. j.d.jongringer403@home.nl
Oproep om medewerking Ringatlas van het Vogeltrekstation Wageningen
VOGELTREKATLAS.NL heeft U steun nodig.
Algemene oproep aan bedrijven, banken, natuurinstellingen en vrienden van de vogels.
Inleiding
Het Vogeltrekstation Wageningen is onlangs gestart met het opzetten van een website van alle vogelsoorten die in ons land geringd zijn of teruggemeld. Deze opzet kunt U nu al bekijken op www.vogeltrekatlas.nl . Deze website is nog steeds in ontwikkeling en wordt gesteund door een kleine groep vogelringers verenigd in een Werkgroep die de redactie ondersteund. Er is al veel werk verzet, doch er moet nog heel veel gebeuren. Er zijn onder anderen nog diverse aanpassingen nodig om de website nog efficiënter te laten werken. Daarvoor is geld nodig, heel veel geld. Sinds de start van de donatie actie is er 2040 euro gedoneerd. Mooi bedrag, doch dit is volstrekt niet voldoende om van alle soorten aanpassingen te realiseren. Daarom is het Vogeltrekstation op zoek naar mensen ,bedrijven, banken en instellingen die dit project financieel willen ondersteunen.
Wat kan U doen.
Kijk op https://vogeltrekstation.nl/node/5917 daar kunt U een finaciele bijdrage (naar draagkracht) leveren en het werk aan de Vogeltrekatlas ondersteunen. Bij een donatie is er ook een leuke set kaarten beschikbaar en bij een wat grotere bijdrage wordt U naam vermeldt op de website bij een soort naar keuze. Nog maar enkele namen zijn verbonden aan vogelsoorten door grotere schenkingen dus er is nog volop keuze om een soort te sponsoren. Op dit moment zijn er bijvoorbeeld nog open ; kievit, grutto, watersnip, veldleeuwerik, roodborst, merel, vink, koolmees, kerkuil, ransuil, velduil, koekoek en vele anderen. Kijkt U zelf even op www.vogeltrekatlas.nl (openen in Google Chrome gaat het beste). Wilt U het werk van alle vrijwilligers van het Vogeltrekstation Wageningen eerst eens bekijken klik dan naar www.vogeltrekstation.nl Wil U als bedrijf, instelling, Natuurvereeniging of bank een grote bijdrage leveren neemt U dan vooral contact op met het hoofd van het Vogeltrekstation in Wageningen Henk van der Jeugd of met Jolien Morren Projectmedewerker van het Vogeltrekstation. Contact gegevens staan op www.vogeltrekstation.nl .Denkt U naast de finaciele steun ook een bijdrage te kunnen leveren als vogelringonderzoeker en schrijver en kennis heeft van vogels en hun trekgedragingen meldt U dan aan bij Jolien Morren om 1 of meerdere soorten te beschrijven.Deze website van het Vogeltrekstation is uniek in Europa en geeft een beeld van wat er allemaal bereikt is door het Vogeltrekstation sinds de oprichting in 1911. De vogels worden nu o.a. door een grote groep vrijwilligers geringd die een groot deel van de kosten van het ringonderzoek aan vogels zelf opbrengen De website is zo opgezet dat van tijd tot tijd de ringvondsten en vangsten steeds worden aangevuld zodat het up to date blijft.
Waarom ik deze oproep doe.
Als vrijwilliger van het Vogeltrekstation Wageningen werk ik al vele jaren mee aan het ringen en onderzoeken van vogels in ons land. Ook probeer ik door voorlichting /publicatie van onderzoeksresultaten de kennis te verspreiden en daarmee een bijdrage te leveren. Daar de kosten van het ringonderzoek voor een groot deel zelf moeten worden opgebracht doe ik een beroep op U om dit project te steunen.
Jan de Jong, Joure. Vrijwillig wetenschappelijk medewerker Vogeltrekstation Wageningen.
Zanglijster en witte kwikstaarten sneuvelden tegen ruiten.
De doortrek van veel zangvogels zorgt er voor dat het aantal meldingen van vensterslachtoffers weer toeneemt. elk jaar krijg ik veel berichten binnen van gesneuvelde zangers waaronder veel soorten zoals merel, zanglijster , roodborst, zwartkop, fitis,etc.
Zanglijster.
Op 18 maart sneuvelde er in Ureterp bij Fam. Kunnen een zanglijster met een klapt tegen de ruiten. De vogel was op slag dood en niet meer te redden. Deze zanglijster droeg een pootring uit Noorwegen.(NOS. ...8222559) en bleek op 1 september 2017 door Tsjessein Frederik in Buas, Songdalen in Noorwegen geringd te zijn als jonge vogel. (Afstand 583 km/ Tijd 563 dagen). Deze zanglijster was dus in maart hier op de terugweg naar zijn broedgebied en heeft het niet gehaald. De zanglijsters broeden tot hoog in Skandinavie/Finland en Zweden en kunnen hier nog tot diep in april doortrekken. Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat als onze eigen zanglijsters al zitten te broeden ,deze broedvogels nog lang zo ver niet zijn en nog een lange weg moeten afleggen.
Witte kwikstaart.
Naast de zanglijster sneuvelden er deze week in Oudwoude bij Familie Jonkman twee witte kwikstaarten vlak achter elkaar op 12 april tegen de vensterruiten. De vogels waren rond 21 maart al teruggekeerd in de omgeving van de woning. Tijdens de paarvorming ,het achter elkaar aanjagen, zijn ze zeker gesneuveld tegen de ruiten.
Roodborst.
In 2014 sneuvelde er bij Familie de Vries aan het Noardein in Oppenhuizen een roodborst op 22 maart tegen de vensterruiten. De roodborst, een volwassen vrouwtje, droeg een Finse pootring (SFH. ...523458H) en was in 2017 geringd op 24 september als jonge vogel op de trek bij Tulliniemi, Hanko, Uusimaa in Finland. Deze rooborst zou in 2014 voor het eerst broeden in Finland en is helaas op de terugtocht uit zijn overwintergebied in Oppenhuizen gesneuveld (1298 km/178 dagen).
Aan vogels met een pootring zit dus vaak een verhaal vast. Het is dus belangrijk om even te kijken of een raamslachtoffer ook geringd is. Ook niet geringde vogels kunnen nog wel degelijk van belang zijn voor wetenschappelijk onderzoek. Vaak worden er nog biometrische gegevens , doodsoorzaken, kleurafwijkingen en andere kenmerken van genoteerd en bewaard. Vogels die goed genoeg zijn om bewaard te worden gaan naar Musea in ons land.
Hebben boerenzwaluwen last van de koude periode bij aankomst?
Boerenzwaluwen dit jaar vroeg ondanks koude periode na 7 april.
Beste mensen,
De afgelopen dagen hadden we schraal en koud weer. Wat zou dit voor effect hebben op de boerenzwaluwen?
Even een momentopname.
Op veel plaatsen was vóór 7 april al de terugkeer van de boerenzwaluwen in schuren en stallen ingezet.Ook meer dan 100 meldingen van losse waarnemingen van boerenzwaluwen via telefoon en mail ontvangen.Vandaag heb ik even een belronde gemaakt naar verschillende adressen om te horen of de al reeds teruggekeerde boerenzwaluwen ook nog aanwezig zijn in de stallen.Slecht 1 adres waar (helaas) niemand thuis was. Een lijstje van bijna 50 adressen geeft een goed beeld over de gespreide aankomst in stal of schuur. In bijna 20% van de adressen bleken er totaal nog geen boerenzwaluwen terug te zijn op 12 april.Opmerkelijk is dat er dit jaar toch een achttal adressen al eind maart de eerste boerenzwaluwen terug hadden in de stal. Ook hoorde ik dat er op enkele plaatsen flinke aantallen binnen zijn op 12 april. Zo zijn er bij Fam. Durkstra in De Knipe al zeker een 14 a 15 binnen. Ook bij Bineke de Vries in Koufurderrige, Sjoerd Wagenaar uit Terwispel en bij Nieuwland in de Tijnje waren al een tiental in de schuur. De koude nachten en het schrale/droge weer belet de stroom terugkerende boerenzwaluwen.Toch is er op diverse plaatsen nog wel wat insectenvoedsel te vinden. Er vliegen buiten de stallen nog maar weinig insecten rond. Toch even letten op de conditie van de pas teruggekeerde boerenzwaluwen.Vaak kunnen ze na zo’n lange tocht vanuit Afrika in de eerste dagen wat zwakker zijn.
Hieronder een lijstje met data en plaatsen waar de eerste boerenzwaluwen in stallen en schuren verschenen.
Voor aanvullingen houd ik me uiteraard aanbevolen.
Tot slot op de valreep nog even een berichtje over een spreeuw die ik vorig jaarop 16 juli 2018 als volwassen man in de stal bij J.L.C. Agricola in Terwispel ringde. De vogel werd op 26 januari 2019 gecontroleerd in Engeland bij Earl Stonham, Stowmarket. (Afstand 344 km). Vaak ring ik ook de spreeuwen in de stal als ik op adressen de boerenzwaluwen (terug)vang. Deze spreeuw overwinterde in Engeland. Veel spreeuwen uit onze provincie overwinteren in Zuid Europa, Frankrijk, Belgie, Engeland. Ook hebben we hier in de (zwakke)winter soms nogal wat spreeuwen die uit Oost en Noord Europa komen.Ze komen dan af op het voer voor het vee.
Let dus altijd op een vondst van een dood eksemplaar op een eventuele pootring.
Met groeten van,
Jan de Jong, Joure Tel. 0513- 414788
Eerste boerenzwaluwen terug in stal in Friesland 2019
De eerste tjiftjaffen verschijnen vaak in de 2e week van maart.
Met het zachte winterweer verwacht ik op veel plaatsen al de tjiftjaffen vroeg terug dit voorjaar.Vreemd genoeg waren er in Friesland deze winter maar weinig winterwaarnemingen van tjiftjaffen. Zo kreeg ik van Gauke Zijlstra uit Joure op 25 januari een seintje dat er een bij hem in de tuin te zien was. Dit blijkt nu ook een van de weinigen te zijn die er in januari en februari te zien was. De tjiftjaf komt in de tweede helft van maart hier flink door blijkt uit cijfers van het Ringstation Rohel. Zie hiervoor de Bijlage
doortrek van tjifttjaffen houdt tot in april nog flink aan en is in de meimaand tot rust gekomen. De broedvogels zijn dan op hun territoria en verplaatsen zich maar weinig meer. In de junimaand verschijnen de eerste vliegvlugge jongen, de hele maand juli veel onge vogels die al wegtrekken samen met de ouden. In de augustusmaand is er eerst wat rust en nadruppelde wegtrek . In september komt de groep tjiftjaffen uit noordelijker broedgebieden in beweging en worden vooral eerste jaars doortrekkers gevangen samen met een flinke groep volwassen vogels. In oktober druppelt de noordelijke doortrek nog even door en in de maanden november en december worden er maar weinig tjiftjaffen meer geringd aan de noordoever van het Tjeukemeer op Ringstation Rohel.
De volwassen aantallen van maart (238) en april (543)springen er flink uit. Toch leverden deze aantallen (tot nog toe) nog geen meldingen op van noordelijke doortrekkers.
Wel bevinden zich in het archief (Ringstation Rohel 1985-2018) op dit moment een tweetal meldingen uit Belgie die op de wegtrek zijn teruggemeld.
Een tjiftjaf die op 14 april 1990 als volwassen mannetje aan het Tjeukemeer is geringd met ring L...74352 werd op 24 maart 1991 teruggemeld uit de Haulsterbossen. De ring werd in een braakbal van een ransuil gevonden en kwam tijdens een les over vogels tevoorschijn uit de braakbal zo meldde me J.J.Sinnema uit Ouwsterhaule.
Buitenlandse ringen van Tjiftjaffen werden er ook aangetroffen op Ringstation Rohel. In totaal zijn er zes gemeld (Engeland 1x/Frankrijk 1x en Belgie 4 x). Hierbij enkele opvallende;
1.Tjiftjaf. Paris.2P....9805. vr.volgr. 20-10-2013. Charente-Maritime,Frankrijk. Vogel op 8-8-2014 en 27-08-2014 gekontroleerd te Rohel als vrouw na1kj en los.953 km. 311 dagen. De vogel was op 8 augustus in actieve slagpenrui (443100000/=ruiscore 12) en op 27 augustus vorderde de ruiscore al tot score 26 (555542000 = score26). Tjiftjaffen ruien vlak na broedseizoen. De slagpennen van de vleugel worden van binnen naar buiten geruid en een totale rui bevat een ruiscore van 45 (9x5). De buitenste kleine slappen wordt niet geteld. De stadia van rui van elke pen word aangegeven met een cijfer van 1 tot 5. Deze vogel is kennelijk een lokale vogel uit de nabije omgeving van Rohel geweest die in oktober op de doortrek in Frankrijk is gevangen en geringd.
2. Tjiftjaf. London 1Y..1950. volwassen. 22-4-2008. Gibraltar Point,Lincolnshire,Engeland. Vogel op 25 september 2008 gekontroleerd en los te Rohel. Mogelijk is dit een late (noordelijke?)doortrekker die op 22 april nog in Engeland was.
3. Tjiftjaf. Bruxelles UV..3420. eerste jaars. 27 september 2006 Bokrijk , Belgie. Vogel op 31 maart 2007 gekontroleerd en los te Rohel als volwassen vogel 220 km. 185 dagen.
In het archief nog 3 belgische ringen die in april en mei op Ringstation Rohel zijn gecontroleerd.
Al met al is de tjiftjaf een interesante soort om te volgen. vooral in de maart en april maand kan je ze het meest op de voorjaarstrek hier aantreffen.
In 2018 zijn er op de vaste ringplek aan het Tjeukemeer in totaal 60 soorten gevangen en 1929 vogels van een ring voorzien. Dit jaar veel meer soorten dan in 2017 (50). Deze toename zal ongetwijveld verband houden met het terugzetten van de bosschages waar in de winter van 2017/2018 mee is begonnen. De vogels komen nu meer in de overgebleven (CES) bosschages en de kans op vangen is daardoor groter. Klopt ook want in het najaar moest ik soms de netten al vóór 09:00 uur sluiten i.v.m. de toegenomen aantallen (1 ringer aanwezig). Koploper in 2018 was wederom de kleine karekiet met 317 geringde eksemplaren. Opvallend was dit jaar dat er twee nieuwe soorten aan de soortenlijst (sinds 1985) konden worden toegevoegd. De slobeend (nr.95) was op 3 november wel een totale verrassing, de vogel hing zowaar in een van de bovenste vangbanen van een mistnet en veroorzaakte zelfs geen enkel gat in het net. Op dezelfde dag werd ook nog een (lang verwachtte) cetti’s zanger (nr.96) gevangen in een mistnet langs de rietzoom bij net baan C9. Twee nieuwe soorten op 1 dag. Op 23 november zelfs een 2e cetti’s zanger, nu bij vangbaan C6.
Naast de cetti’s zangers en de slobeend werden er ook meer opvallende soorten gevangen zoals; bladkoning 25 september (2e sinds 1985), draaihals 1 september (2e sinds 1985), grote gele kwikstaart 20 oktober (2e sinds 1985), roodborsttapuit (5e,6e en 7e vangst sinds 1985) en tapuit (6e, 7e en 8e sinds 1985). Een ijsvogel die op 28 augustus werd geringd was na 13 dagen al in Wieringerwerf en is snel de Afsluitdijk dus overgestoken.
Er werden in 2018 in totaal 53 individuen gevangen met een pootring van vóór 2018. Het ging hier vooral om de vijf meest gevangen (52,83%) geringde soorten; rietgors (9), zwartkop (7), kleine karekiet (6), rietzanger (3) en fitis (3). Buitenlandse pootringen werden vastgesteld bij rietgors (1 Frankrijk), zwartkop (1 Belgie) en kleine karekiet (1 Engeland, 1 Frankrijk). Vogels met Nederlandse vreemde pootringen kwamen van kerkuil (1), zwartkop (1) en spreeuw (1).
De kleine karekiet met Engelse pootring is dezelfde die we ook al eens in mei, juni en juli vorig jaar op de ringplek terug vingen.
Al met al was het een goed ringseizoen 2018. Mochten in 2019 en erna er mensen zijn die graag eens een ochtend bij het vogelringen aanwezig willen zijn dan kan dat. Eerst even bellen met 0513-414788.
Er is zelfs een mogelijkheid om als assistent of aspirant ringer (in opleiding) mee te draaien op het Ringstation Rohel.
Wens jullie, mede namens mijn vrouw, allemaal een goed en gezond 2019 toe en veel leesplezier met dit verslag.
In 2018 leek het er eerst op dat we een slecht boerenzwaluwenjaar te verwerken zouden krijgen. Eerst in het overwintergebied in Afrika hadden de vogels vlak voor hun terugkeer te maken met grote stof en zandstormen die de wegtrek verhinderden en in veel gevallen onmogelijk maakten. Toen er toch meer ruimte ontstond om deze stof en zandstormen te trotseren kregen ze ook nog te maken met flinke harde winden, regen en kou in het zuiden van Europa. Geen wonder dat er velen erg laat op de broedplaatsen aankwamen. Sommigen zelfs pas eind mei, toen de eersten al net kleine jongen hadden, begonnen zij pas met hun 1e legsel.
In dit verslag(73 pag. )een opgave van wat er allemaal onderzocht is en allerlei wetenswaardigheden die in 2018 zijn opgetekend tijdens het onderzoek met aanvullingen van correspondenten en aandacht voor de witte vlek op de buitenste staartpen. Reden te meer om ook eens de uitslag van het onderzoek naar pesticiden eens goed te lezen en naar de fotos te kijken van de zand en stofstormen in Afrika.Veel plezier met het lezen van het verslag en mocht U aanvullingen hebben of bijzondere ervaringen met boerenzwaluwen dan hoor ik dit graag.
Een goede start in 2019 en een fijne jaarwisseling toegewenst