Oproep om medewerking Ringatlas van het Vogeltrekstation Wageningen
VOGELTREKATLAS.NL heeft U steun nodig.
Algemene oproep aan bedrijven, banken, natuurinstellingen en vrienden van de vogels.
Inleiding
Het Vogeltrekstation Wageningen is onlangs gestart met het opzetten van een website van alle vogelsoorten die in ons land geringd zijn of teruggemeld. Deze opzet kunt U nu al bekijken op www.vogeltrekatlas.nl . Deze website is nog steeds in ontwikkeling en wordt gesteund door een kleine groep vogelringers verenigd in een Werkgroep die de redactie ondersteund. Er is al veel werk verzet, doch er moet nog heel veel gebeuren. Er zijn onder anderen nog diverse aanpassingen nodig om de website nog efficiënter te laten werken. Daarvoor is geld nodig, heel veel geld. Sinds de start van de donatie actie is er 2040 euro gedoneerd. Mooi bedrag, doch dit is volstrekt niet voldoende om van alle soorten aanpassingen te realiseren. Daarom is het Vogeltrekstation op zoek naar mensen ,bedrijven, banken en instellingen die dit project financieel willen ondersteunen.
Wat kan U doen.
Kijk op https://vogeltrekstation.nl/node/5917 daar kunt U een finaciele bijdrage (naar draagkracht) leveren en het werk aan de Vogeltrekatlas ondersteunen. Bij een donatie is er ook een leuke set kaarten beschikbaar en bij een wat grotere bijdrage wordt U naam vermeldt op de website bij een soort naar keuze. Nog maar enkele namen zijn verbonden aan vogelsoorten door grotere schenkingen dus er is nog volop keuze om een soort te sponsoren. Op dit moment zijn er bijvoorbeeld nog open ; kievit, grutto, watersnip, veldleeuwerik, roodborst, merel, vink, koolmees, kerkuil, ransuil, velduil, koekoek en vele anderen. Kijkt U zelf even op www.vogeltrekatlas.nl (openen in Google Chrome gaat het beste). Wilt U het werk van alle vrijwilligers van het Vogeltrekstation Wageningen eerst eens bekijken klik dan naar www.vogeltrekstation.nl Wil U als bedrijf, instelling, Natuurvereeniging of bank een grote bijdrage leveren neemt U dan vooral contact op met het hoofd van het Vogeltrekstation in Wageningen Henk van der Jeugd of met Jolien Morren Projectmedewerker van het Vogeltrekstation. Contact gegevens staan op www.vogeltrekstation.nl .Denkt U naast de finaciele steun ook een bijdrage te kunnen leveren als vogelringonderzoeker en schrijver en kennis heeft van vogels en hun trekgedragingen meldt U dan aan bij Jolien Morren om 1 of meerdere soorten te beschrijven.Deze website van het Vogeltrekstation is uniek in Europa en geeft een beeld van wat er allemaal bereikt is door het Vogeltrekstation sinds de oprichting in 1911. De vogels worden nu o.a. door een grote groep vrijwilligers geringd die een groot deel van de kosten van het ringonderzoek aan vogels zelf opbrengen De website is zo opgezet dat van tijd tot tijd de ringvondsten en vangsten steeds worden aangevuld zodat het up to date blijft.
Waarom ik deze oproep doe.
Als vrijwilliger van het Vogeltrekstation Wageningen werk ik al vele jaren mee aan het ringen en onderzoeken van vogels in ons land. Ook probeer ik door voorlichting /publicatie van onderzoeksresultaten de kennis te verspreiden en daarmee een bijdrage te leveren. Daar de kosten van het ringonderzoek voor een groot deel zelf moeten worden opgebracht doe ik een beroep op U om dit project te steunen.
Jan de Jong, Joure. Vrijwillig wetenschappelijk medewerker Vogeltrekstation Wageningen.
Zanglijster en witte kwikstaarten sneuvelden tegen ruiten.
De doortrek van veel zangvogels zorgt er voor dat het aantal meldingen van vensterslachtoffers weer toeneemt. elk jaar krijg ik veel berichten binnen van gesneuvelde zangers waaronder veel soorten zoals merel, zanglijster , roodborst, zwartkop, fitis,etc.
Zanglijster.
Op 18 maart sneuvelde er in Ureterp bij Fam. Kunnen een zanglijster met een klapt tegen de ruiten. De vogel was op slag dood en niet meer te redden. Deze zanglijster droeg een pootring uit Noorwegen.(NOS. ...8222559) en bleek op 1 september 2017 door Tsjessein Frederik in Buas, Songdalen in Noorwegen geringd te zijn als jonge vogel. (Afstand 583 km/ Tijd 563 dagen). Deze zanglijster was dus in maart hier op de terugweg naar zijn broedgebied en heeft het niet gehaald. De zanglijsters broeden tot hoog in Skandinavie/Finland en Zweden en kunnen hier nog tot diep in april doortrekken. Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat als onze eigen zanglijsters al zitten te broeden ,deze broedvogels nog lang zo ver niet zijn en nog een lange weg moeten afleggen.
Witte kwikstaart.
Naast de zanglijster sneuvelden er deze week in Oudwoude bij Familie Jonkman twee witte kwikstaarten vlak achter elkaar op 12 april tegen de vensterruiten. De vogels waren rond 21 maart al teruggekeerd in de omgeving van de woning. Tijdens de paarvorming ,het achter elkaar aanjagen, zijn ze zeker gesneuveld tegen de ruiten.
Roodborst.
In 2014 sneuvelde er bij Familie de Vries aan het Noardein in Oppenhuizen een roodborst op 22 maart tegen de vensterruiten. De roodborst, een volwassen vrouwtje, droeg een Finse pootring (SFH. ...523458H) en was in 2017 geringd op 24 september als jonge vogel op de trek bij Tulliniemi, Hanko, Uusimaa in Finland. Deze rooborst zou in 2014 voor het eerst broeden in Finland en is helaas op de terugtocht uit zijn overwintergebied in Oppenhuizen gesneuveld (1298 km/178 dagen).
Aan vogels met een pootring zit dus vaak een verhaal vast. Het is dus belangrijk om even te kijken of een raamslachtoffer ook geringd is. Ook niet geringde vogels kunnen nog wel degelijk van belang zijn voor wetenschappelijk onderzoek. Vaak worden er nog biometrische gegevens , doodsoorzaken, kleurafwijkingen en andere kenmerken van genoteerd en bewaard. Vogels die goed genoeg zijn om bewaard te worden gaan naar Musea in ons land.
Hebben boerenzwaluwen last van de koude periode bij aankomst?
Boerenzwaluwen dit jaar vroeg ondanks koude periode na 7 april.
Beste mensen,
De afgelopen dagen hadden we schraal en koud weer. Wat zou dit voor effect hebben op de boerenzwaluwen?
Even een momentopname.
Op veel plaatsen was vóór 7 april al de terugkeer van de boerenzwaluwen in schuren en stallen ingezet.Ook meer dan 100 meldingen van losse waarnemingen van boerenzwaluwen via telefoon en mail ontvangen.Vandaag heb ik even een belronde gemaakt naar verschillende adressen om te horen of de al reeds teruggekeerde boerenzwaluwen ook nog aanwezig zijn in de stallen.Slecht 1 adres waar (helaas) niemand thuis was. Een lijstje van bijna 50 adressen geeft een goed beeld over de gespreide aankomst in stal of schuur. In bijna 20% van de adressen bleken er totaal nog geen boerenzwaluwen terug te zijn op 12 april.Opmerkelijk is dat er dit jaar toch een achttal adressen al eind maart de eerste boerenzwaluwen terug hadden in de stal. Ook hoorde ik dat er op enkele plaatsen flinke aantallen binnen zijn op 12 april. Zo zijn er bij Fam. Durkstra in De Knipe al zeker een 14 a 15 binnen. Ook bij Bineke de Vries in Koufurderrige, Sjoerd Wagenaar uit Terwispel en bij Nieuwland in de Tijnje waren al een tiental in de schuur. De koude nachten en het schrale/droge weer belet de stroom terugkerende boerenzwaluwen.Toch is er op diverse plaatsen nog wel wat insectenvoedsel te vinden. Er vliegen buiten de stallen nog maar weinig insecten rond. Toch even letten op de conditie van de pas teruggekeerde boerenzwaluwen.Vaak kunnen ze na zo’n lange tocht vanuit Afrika in de eerste dagen wat zwakker zijn.
Hieronder een lijstje met data en plaatsen waar de eerste boerenzwaluwen in stallen en schuren verschenen.
Voor aanvullingen houd ik me uiteraard aanbevolen.
Tot slot op de valreep nog even een berichtje over een spreeuw die ik vorig jaarop 16 juli 2018 als volwassen man in de stal bij J.L.C. Agricola in Terwispel ringde. De vogel werd op 26 januari 2019 gecontroleerd in Engeland bij Earl Stonham, Stowmarket. (Afstand 344 km). Vaak ring ik ook de spreeuwen in de stal als ik op adressen de boerenzwaluwen (terug)vang. Deze spreeuw overwinterde in Engeland. Veel spreeuwen uit onze provincie overwinteren in Zuid Europa, Frankrijk, Belgie, Engeland. Ook hebben we hier in de (zwakke)winter soms nogal wat spreeuwen die uit Oost en Noord Europa komen.Ze komen dan af op het voer voor het vee.
Let dus altijd op een vondst van een dood eksemplaar op een eventuele pootring.
Met groeten van,
Jan de Jong, Joure Tel. 0513- 414788
Eerste boerenzwaluwen terug in stal in Friesland 2019
De eerste tjiftjaffen verschijnen vaak in de 2e week van maart.
Met het zachte winterweer verwacht ik op veel plaatsen al de tjiftjaffen vroeg terug dit voorjaar.Vreemd genoeg waren er in Friesland deze winter maar weinig winterwaarnemingen van tjiftjaffen. Zo kreeg ik van Gauke Zijlstra uit Joure op 25 januari een seintje dat er een bij hem in de tuin te zien was. Dit blijkt nu ook een van de weinigen te zijn die er in januari en februari te zien was. De tjiftjaf komt in de tweede helft van maart hier flink door blijkt uit cijfers van het Ringstation Rohel. Zie hiervoor de Bijlage
doortrek van tjifttjaffen houdt tot in april nog flink aan en is in de meimaand tot rust gekomen. De broedvogels zijn dan op hun territoria en verplaatsen zich maar weinig meer. In de junimaand verschijnen de eerste vliegvlugge jongen, de hele maand juli veel onge vogels die al wegtrekken samen met de ouden. In de augustusmaand is er eerst wat rust en nadruppelde wegtrek . In september komt de groep tjiftjaffen uit noordelijker broedgebieden in beweging en worden vooral eerste jaars doortrekkers gevangen samen met een flinke groep volwassen vogels. In oktober druppelt de noordelijke doortrek nog even door en in de maanden november en december worden er maar weinig tjiftjaffen meer geringd aan de noordoever van het Tjeukemeer op Ringstation Rohel.
De volwassen aantallen van maart (238) en april (543)springen er flink uit. Toch leverden deze aantallen (tot nog toe) nog geen meldingen op van noordelijke doortrekkers.
Wel bevinden zich in het archief (Ringstation Rohel 1985-2018) op dit moment een tweetal meldingen uit Belgie die op de wegtrek zijn teruggemeld.
Een tjiftjaf die op 14 april 1990 als volwassen mannetje aan het Tjeukemeer is geringd met ring L...74352 werd op 24 maart 1991 teruggemeld uit de Haulsterbossen. De ring werd in een braakbal van een ransuil gevonden en kwam tijdens een les over vogels tevoorschijn uit de braakbal zo meldde me J.J.Sinnema uit Ouwsterhaule.
Buitenlandse ringen van Tjiftjaffen werden er ook aangetroffen op Ringstation Rohel. In totaal zijn er zes gemeld (Engeland 1x/Frankrijk 1x en Belgie 4 x). Hierbij enkele opvallende;
1.Tjiftjaf. Paris.2P....9805. vr.volgr. 20-10-2013. Charente-Maritime,Frankrijk. Vogel op 8-8-2014 en 27-08-2014 gekontroleerd te Rohel als vrouw na1kj en los.953 km. 311 dagen. De vogel was op 8 augustus in actieve slagpenrui (443100000/=ruiscore 12) en op 27 augustus vorderde de ruiscore al tot score 26 (555542000 = score26). Tjiftjaffen ruien vlak na broedseizoen. De slagpennen van de vleugel worden van binnen naar buiten geruid en een totale rui bevat een ruiscore van 45 (9x5). De buitenste kleine slappen wordt niet geteld. De stadia van rui van elke pen word aangegeven met een cijfer van 1 tot 5. Deze vogel is kennelijk een lokale vogel uit de nabije omgeving van Rohel geweest die in oktober op de doortrek in Frankrijk is gevangen en geringd.
2. Tjiftjaf. London 1Y..1950. volwassen. 22-4-2008. Gibraltar Point,Lincolnshire,Engeland. Vogel op 25 september 2008 gekontroleerd en los te Rohel. Mogelijk is dit een late (noordelijke?)doortrekker die op 22 april nog in Engeland was.
3. Tjiftjaf. Bruxelles UV..3420. eerste jaars. 27 september 2006 Bokrijk , Belgie. Vogel op 31 maart 2007 gekontroleerd en los te Rohel als volwassen vogel 220 km. 185 dagen.
In het archief nog 3 belgische ringen die in april en mei op Ringstation Rohel zijn gecontroleerd.
Al met al is de tjiftjaf een interesante soort om te volgen. vooral in de maart en april maand kan je ze het meest op de voorjaarstrek hier aantreffen.
In 2018 zijn er op de vaste ringplek aan het Tjeukemeer in totaal 60 soorten gevangen en 1929 vogels van een ring voorzien. Dit jaar veel meer soorten dan in 2017 (50). Deze toename zal ongetwijveld verband houden met het terugzetten van de bosschages waar in de winter van 2017/2018 mee is begonnen. De vogels komen nu meer in de overgebleven (CES) bosschages en de kans op vangen is daardoor groter. Klopt ook want in het najaar moest ik soms de netten al vóór 09:00 uur sluiten i.v.m. de toegenomen aantallen (1 ringer aanwezig). Koploper in 2018 was wederom de kleine karekiet met 317 geringde eksemplaren. Opvallend was dit jaar dat er twee nieuwe soorten aan de soortenlijst (sinds 1985) konden worden toegevoegd. De slobeend (nr.95) was op 3 november wel een totale verrassing, de vogel hing zowaar in een van de bovenste vangbanen van een mistnet en veroorzaakte zelfs geen enkel gat in het net. Op dezelfde dag werd ook nog een (lang verwachtte) cetti’s zanger (nr.96) gevangen in een mistnet langs de rietzoom bij net baan C9. Twee nieuwe soorten op 1 dag. Op 23 november zelfs een 2e cetti’s zanger, nu bij vangbaan C6.
Naast de cetti’s zangers en de slobeend werden er ook meer opvallende soorten gevangen zoals; bladkoning 25 september (2e sinds 1985), draaihals 1 september (2e sinds 1985), grote gele kwikstaart 20 oktober (2e sinds 1985), roodborsttapuit (5e,6e en 7e vangst sinds 1985) en tapuit (6e, 7e en 8e sinds 1985). Een ijsvogel die op 28 augustus werd geringd was na 13 dagen al in Wieringerwerf en is snel de Afsluitdijk dus overgestoken.
Er werden in 2018 in totaal 53 individuen gevangen met een pootring van vóór 2018. Het ging hier vooral om de vijf meest gevangen (52,83%) geringde soorten; rietgors (9), zwartkop (7), kleine karekiet (6), rietzanger (3) en fitis (3). Buitenlandse pootringen werden vastgesteld bij rietgors (1 Frankrijk), zwartkop (1 Belgie) en kleine karekiet (1 Engeland, 1 Frankrijk). Vogels met Nederlandse vreemde pootringen kwamen van kerkuil (1), zwartkop (1) en spreeuw (1).
De kleine karekiet met Engelse pootring is dezelfde die we ook al eens in mei, juni en juli vorig jaar op de ringplek terug vingen.
Al met al was het een goed ringseizoen 2018. Mochten in 2019 en erna er mensen zijn die graag eens een ochtend bij het vogelringen aanwezig willen zijn dan kan dat. Eerst even bellen met 0513-414788.
Er is zelfs een mogelijkheid om als assistent of aspirant ringer (in opleiding) mee te draaien op het Ringstation Rohel.
Wens jullie, mede namens mijn vrouw, allemaal een goed en gezond 2019 toe en veel leesplezier met dit verslag.
In 2018 leek het er eerst op dat we een slecht boerenzwaluwenjaar te verwerken zouden krijgen. Eerst in het overwintergebied in Afrika hadden de vogels vlak voor hun terugkeer te maken met grote stof en zandstormen die de wegtrek verhinderden en in veel gevallen onmogelijk maakten. Toen er toch meer ruimte ontstond om deze stof en zandstormen te trotseren kregen ze ook nog te maken met flinke harde winden, regen en kou in het zuiden van Europa. Geen wonder dat er velen erg laat op de broedplaatsen aankwamen. Sommigen zelfs pas eind mei, toen de eersten al net kleine jongen hadden, begonnen zij pas met hun 1e legsel.
In dit verslag(73 pag. )een opgave van wat er allemaal onderzocht is en allerlei wetenswaardigheden die in 2018 zijn opgetekend tijdens het onderzoek met aanvullingen van correspondenten en aandacht voor de witte vlek op de buitenste staartpen. Reden te meer om ook eens de uitslag van het onderzoek naar pesticiden eens goed te lezen en naar de fotos te kijken van de zand en stofstormen in Afrika.Veel plezier met het lezen van het verslag en mocht U aanvullingen hebben of bijzondere ervaringen met boerenzwaluwen dan hoor ik dit graag.
Een goede start in 2019 en een fijne jaarwisseling toegewenst
Watersnip liet zich weer vangen op Ringstation Rohel Tjeukemeer.
Op zaterdagmorgen 29 september al vroeg in de ochtend afgereisd naar de ringplek aan het Tjeukemeer bij Rohel. Bij aankomst rustig najaarsweer met enkele laaghangende mistbanken. Vanmorgen naast de netten voor de watersnippen ook enkele mistnetten voor zangvogels geplaatst met geluid van zwartkop (en later rietgors) op netbanen B14-B15 en B15a. De watersnippen waren bij het plaatsen al wel aanwezig doch er vlogen drie vervroegd weg. Na het plaatsen van de netten het geluid geplaatst, een mix van watersnip/bokje. Het terrein aan de westkant van het slootje is een goede plek om ze te vangen. Daar is nog een stukje drassig weiland, waar vroeger bosjes stonden, met hier en daar modderige plekjes. De vegetatie bestaat uit wat riet/lisdodde en zeggenpollen.
Pas even voor 07:30 uur, toen het iets lichter werd vielen een viertal watersnippen in vanuit het noorden. Na 08:30 uur werd nog een 2 tal watersnippen gevangen die indaalden en tijdens het bezoek aan de netbanen opvlogen en in het net belanden. Geen gek aantal van 6 watersnippen. Doch er waren vanmorgen nog geen bokjes te zien op de vangplek. Diverse watersnippen waren bezig met de staartrui.
De netten die voor zangvogels werden geplaatst leverden toch nog flink wat roodborsten (14)en rietgorsen (17) op . De vangsten van de zwartkop (8) vielen me wat tegen. De volledig lijst met gevangen vogels en het verslag staat in de Bijlage.
Jan de Jong. Ringer 403 . Email; j.d.jongringer403@home.nl
Op 25 september reisde ik al vroeg af naar het Tjeukemeer om vogels te vangen. Het was een heldere ochtend met volle maan en het waaide gelukkig niet al te hard. Wel lag er over het weilandengebied bij Rohel als het are een dunne deken van laaghangende grondmist doch bij aankomst aan het Tjeukemeer was die verdwenen aan de oever. Na het opzetten van de netten in de banen bleek al snel dat er een ransuil aanwezig was. Omdat het zo helder was met volle maan wist de vogel de pas geplaatste netten snel te ontwijken. Nadat ik het geluid van de zwartkop had aangezet was het wachten opo de eerstre vogels. Dit bleek na enige tijd een rietzanger te zijn die al even voor 06:00 uur in netbaan B14 hing. De vogel had duidelijk vet (vetscore 3) maar woog niet zo veel (11,2 gram).Duidelijk een vogel die al een flinke reis voor de boeg had afgelegd. Nadat er eerst wat zwartkoppen in donker konden ontsnappen uit de netten kwamen de eerste roodborsten ook door rond 07:30 uur Al snel werd duidelijk dat er kennelijk maar weinig zwartkoppen doortrokken vanmorgen. Wel waren er meerdere kleine karekieten en zelfs een enkele ongeringde snor aanwezig. Toen na de zonsopkomst weldra de mezen (pimpelmees, staartmees en koolmees) ook los kwamen was het opletten. Zelfs een viertal zanglijsters en 2 merels gaven acte de precance. Snel liepen de netten vol en toen er ook nog veel rietgorsen los kwamen moest ik voor 09:00 uur snel de netten sluiten omdat het anders veel te druk werd. Het bleek een goede zet want er waren al 119 vogels inmiddels. Al deze vogels moesten nog verwerkt worden, en ze kunnen uiteraard niet zo lang vastgehouden worden. Toen ik de laatste netten opruimde viel me op dat er toch nogal wat tjiftjaffen in zaten. En jawel hoor, bij het laatste net (B15a) trof ik zowaar een voor deze ringplek zeldzame bladkoning. Dat was lang geleden dat hier een gevangen was! Op 4 oktober 1986 , dus bijna 31 jaar geleden werd de eerste gevangen op deze ringplek. De ochtend kon niet meer stuk! Oook naast deze bladkoning zat er in netbaan C4 ook nog een eerste jaars roodborsttapuit, een soort waarvan ik dit jaar al eens eerder een had gevangen op 1 september. Ook de roodborsttapuit komt zelden voor aan het Tjeukemeer, dit was de 6e vangst pas sinds 1985.
Voor meer details en fotos zie mijn verslag in de Bijlagen.
Jan de Jong ,Ringer 403 Vogeltrekstation Wageningen. Email; j.d.jongringer403@home.nl