Al een tijdje is er een overzicht meer geweest van de vangsten en ervaringen van het ringwerk aan het Tjeukemeer. In de Bijlage een verslag per dag van de belevenissen aan het Tjeukemeer.
Oeverzwaluwen in wijk Wyldehorne te Joure geringd.
Joure 22 mei 2011
Op 20 mei 2011 zijn Oeverzwaluwen in de wijk Wyldehorne te Joure geringd voor het landelijke RAS onderzoek van het Vogeltrekstation in Wageningen ( Zie Bijlage). Op de rustige en vrijwel windstille avond zijn er bijna 80 volwassen vogels gevangen (40 mannetjes en 39 vrouwtjes) hierbij waren wethouder Durk Durksz, natuurman Tsjepke van der Honing en enkele ouders uit de buurt en een 10 tal jeugd aanwezig. De nieuwe wijk Wyldehorne in Joure is een natuurwijk waar veel aandacht aan het millieu wordt geschonken. Zo is er een vaste Oeverzwaluwwand gesitueerd in de waterrijke wijk. Zeker een 40 a 50 tal nestgangen zijn bezet door Oeverzwaluw paartjes. Met het spannen van een speciaal vangnet wat voor de nestgangen werd geplaatst konden veel vogels onderzocht worden. Een 12 tal vogels droeg al een pootring die eerder door mij in voorgaande jaren was aangelegd, ze zijn uit de directe omgeving afkomstig, 9 vogels kwamen uit Oudehaske van het zanddepot de Pel, 2 vogels uit de Twigen bij Joure en 1 uit de vaste kolonie te Heerenveen. Speciaal de buurt en de jeugd werd uitleg gegeven over het project en werd getoond hoe ze een vogel vast moeten houden. Het verschil tussen mannen en vrouwen in het broedseizoen werd getoond door bij de vogel over de buik te blazen. Vogels met een blote buik waren vrouwtjes (broedvlek) en die met goed ontwikkelde cloaca en een buik met veel veertjes waren mannetjes. De jeugd mocht regelmatig een van de onderzochte en geringde vogels de vrijheid geven.
Op 10 mei kreeg ik via deze blog een reactie van Anneke Bloemsma uit Oudehaske. Zij had een Tapuit gevonden onder haar vensterruit. De vogel werd me dezelfde dag nog getoond. Het bleek om een volwassen vogel te gaan die "modder" vet was, de vogel woog 41.3 gram en had vetscore 4 (5 is hoogste) . De vogel bleek een mannetje te zijn , zeker op weg naar zijn noordelijker gelegen broedgebieden. De vleugellengte werd vastgesteld op 105.0 mm , Staart 57.0 mm en loopbeen 28.8 mm. Daarmee valt de vogel erg op en kan hij ongetwijveld tot de Groenlandse vorm gerekend worden. Vondsten van Tapuiten komen niet zoveel voor in Skarsterlan, de doortrek kan soms wel tot diep in mei plaats vinden. Zo zag ik op 20 mei er ook nog op het bedrijven terrein de Ekers in Joure. Broedgevallen in juni moeten in de toekomst niet uitgesloten worden. De vondst zal voor de Wetenschap bewaard blinven.
Vanmiddag tijdens een fietstochtje van Scharsterbrug via de Scharsterrijn richting de Woudfennen en de Put van Nederhorst zagen mijn vrouw en ik de vogel in een ruig terreintje met Rietgras, Pitrus en Braam- struiken . Momenteel is de soort op meer plekken aanwezig op de doortrek in Friesland, doch voor Skarstelan is het een zeer schaarse soort. Op deze plek had ik hem eigenljk niet verwacht gezien zijn schaars voorkomen.
Op 17 maart ben ik in de vroege morgen met medewerkers van Omrop Fryslan aanwezig op de ringplek aan de noordoever van het Tjeukemeer om opnamen te maken over mijn ervaringen met wijlen Gerrit Bosch (beter bekend als Fûgeltsje Bosch), hij overleed op 20 juni 1981 in Leeuwarden. Binnenkort komt er een boekwerk over deze opmerkelijke Friese vogelvriend uit. Tijdens het vangen en ringen hing er in een van de mistnetten al een vroege Tjiftjaf. Die morgen bleken er zeker twee aanwezig te zijn.