Reizen is goed, als je het langzaam doet
aantal kliks op deze blog
de daders: Greta en boB = grob
Organisation de loisir agréable et blabla amical
E-mail mij
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
Feria Internacional de Pueblos 2009 Fuengirola ossenkar uit Costa Rica
zeer interessante links vind je hieronder
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Welkom! Blij je hier te hebben. Kijk maar eens rustig rond.
koninklijke glasblazerij tegen Segovia
Expo Oostende voor Anker 2009
als smakelijk hapje in Valencia
fontein in Vejer de la Frontera
standbeeld Tio Pepe in Jerez
trol met Greta in Bergen (Noorwegen) (trol staat bovenaan)
met mijn Baskische vriend Joseba aan het Guggenheim in Bilbao
m.a.w. de weblog van Greta en boB
de bloemige blog die de avonturen van Greta en boB in BEELD brengt in België, Spanje, Frankrijk, enz.
De foto´s zijn meestal van Greta en de tekst van boB. Ook eigen (makkelijk na te maken) ervaringen in het cuisineren worden neergezet, ter streling van het virtuele gehemelte van de kijker/lezer of amateurkok.
22-06-2009
Getij-Dingen: kunst op strandpalen
We hebben een beetje goed en droog weer afgewacht, en woensdag 17 juni
is de tijd rijp: samen met Yvette en Erik nemen we de kusttram in Duinbergen
tot in Sint-Idesbald.
Helemaal toevallig waren ze op de hoogte geraakt van het bestaan van
het kunstproject Getij-Dingen.
Uiteraard is er dit jaar langs de kust het driejaarlijkse kunstfestijn Beaufort.
Dit komt er bovenop, opgezet met medewerking van de gemeente Koksijde.
Op het strand van Koksijde en Oostduinkerke staan een 15-tal houten palen
(getijdepalen, waar men in de vorige eeuwen de hoogte van het zeewater
mee kon meten). Bij laag water staan ze bijna volledig droog maar bij hoog water
worden ze overspoeld door de golven. Op elke paal wordt er een kunstwerk aangebracht dat gedurende een vol jaar ( 2009 )
blootgesteld wordt aan de destructieve kracht van de natuurelementen
en een langzame metamorfose ondergaat door aangroei van algen, zeepokken,
schelpjes en andere zeemonsters. Wil je hierover meer weten, dan kan je
bijvoorbeeld een kijkje nemen op www.getij-dingen.be .
Na de aankomst en na een plaatselijk bier, dat ons de nodige kracht geeft,
zetten we er (een beetje) vaart achter.
Het eerste opvallende fenomeen dat we tegenkomen op het stukje
vanaf de dijk naar de zee zijn enkele wormstekers, die dikke
groezelige wormen uit het diepe zand halen als aas.
Vissers blijkbaar, met grote plannen.
Een ander soort visser is ook bezig zich te voorzien van een maritiem
avondmaal en is eveneens in goeden doen.
Een sleepnet verwacht vis in de fuik.
De vangst is niet denderend, maar alle begin is moeilijk.
Zelfs voor dit beetje zeevoedsel zijn er voldoende kandidaat mee-eters te vinden.
Alle neuzen staan in dezelfde richting.
Eindelijk bereiken we popelend het eerste kunstobject.
Rond deze getijdepaal zijn vissen, of beter gezegd visgraten gewikkeld.
Ik citeer de ontwerpster: “Als we de oceanen schoon willen houden,
zullen we de vissen stemrecht moeten geven”.
Een dikke laag pokken bedekt al het kunstwerk, dat hier staat sinds januari,
en tot tweemaal toe per dag volledig kopje onder gaat.
Een van de viskoppen krijgt het warm in dit zonnetje, en heeft al zijn petje opgezet.
Het is nu volledig eb, en op sommige plaatsen is het brede strand volledig vlak,
op andere plaatsen zit het vol harde bobbels, met zand dat hardnekkig
aan de voeten en de schoenen kleeft.
Opvallende boeien kleuren de monotone strandvlakte.
Helemaal anders dan in Spanje.
Waarlijk een boeiend landschap!
Sommige werken zijn na een half jaar zo erg toegetakeld, dat het niet meer
de moeite loont ze te fotograferen.
Deze zeker wel, hij heet “Zonnegolven”, en is een ode aan vergane vissers.
Ik begin hier zelf bijna te vergaan in het zuigende zand, terwijl een supporter
vanuit de hoogte minachtend toekijkt.
Het strand is op sommige plaatsen enorm breed. Waar is de zee gebleven?
Erik probeert ze terug te vinden met behulp van zijn kompas.
Een volgend werk heet Belle-Mer. Yvette en Greta vinden het zeer geslaagd.
De volledige wandelafstand voor de 15 palen is ongeveer 8.5 km.
Sommige kunstkenners leggen het artistieke circuit af te paard.
Zeer interessant, maar je kunt het beest niet meenemen op de tram.
Een fiets mag.
Een volgend (prachtig) werk is: “De Drenkelinge”.
Een boegbeeld.
Hier kan je goed merken welke sterke greep de Getijden hebben op de Dingen.
Onderaan volledig ingepalmd door zee-elementen, maar hoe hoger
hoe minder tijd de elementen krijgen om hun eigen artistiek werk te doen.
Helemaal bovenaan is de aantasting minimaal.
Hier is nog een topstuk: de Zeezandloper.
Jammer genoeg is de bovenste glashelft van de zandloper gebroken.
Wanneer de vlotter die onder de zandloper zit, stijgt met het zeewater
(zoals in een WC), draait hij de zandloper, die dan begint te werken.
De ontwerpster wil hiermee de wisselwerking voorstellen tussen
de steeds terugkerende getijden en de Tijd die oneindig verder gaat.
Dit is het “Zeepaleis”. Dit wordt elke dag mooier, vooral door
de schakeringen van oranje roestsporen op de betonijzers.
De kracht van de zee samen beleven heet dit stuk, helemaal aan de rechterkant.
Dat is ook de uitdrukking, waar Ernest Hemingway zich aan optrok.
Nu ik aan Hemingway denk merk ik dat het resterende deel van deze foto
een even sterk kunstwerk vormt, namelijk “The Old Man and the Sea”.
Prachtige groepage!
Bekijk deze paardjes, hoe klein ze zijn, en hoe ze plots uit de zee opduiken!
Inderdaad, het seizoen van de zeepaardjes komt er aan.
Dit zijn geletterkapte strandkeien, zwevend rond een paal, als baken van de zee.
Jammer dat de drang van de zee de teksten onleesbaar hebben gemaakt.
Hier hingen verschillende beelden, onder het motto “Hersenspoeling”.
Beelden van hoofden, waaruit de hersenen verdwenen en weggespoeld zijn.
Jammer dat er maar één hoofd overblijft. Natuur of vandalisme?
Of een kunstroof?
Dit materiaal is het meest softe, en toch nog volledig intact.
De auteur zegt hierover: “In de tempelbox hang je een belletje of een lint, en doe je
een wens die door het getij wordt meegevoerd en wel ergens gehoor vindt.”
Op deze getijdepaal staan de vier winden pal.
Borias, de noordenwind.
Notus, de zuidenwind.
Zephyrus, de westenwind.
Eurus, de oostenwind.
Er is er nog eentje: Aeolus, de oppergod van de windgoden, aan de linkerkant.
En nu tijd voor een schuimende … van 33cl, onaangetast door de zee,
maar weldra door onze maagsappen!.
En de kusttram is nooit ver weg.
Als je een mooi dagje echte vakantie wil: Getij-Dingen blijft tot einde van het jaar!
Hoe eraan beginnen? Zie www.getij-dingen.be
22-06-2009, 00:00 geschreven door grob
18-06-2009
KOKENETEN: van een mals lammetje verdik je geen grammetje
Dit is nog eens een lekker vleesstukje, verorberd in het zuiden van Spanje,
in het avondzonnetje op het terras.
We zijn nu half april en de lammetjes zijn op hun best.
Geboren aan het einde van de winter zijn ze nu goed op snee, groot genoeg en heerlijk mals.
Geen toeval ook dat de moslims in deze periode hun lammetjes al dan niet ritueel
slachten en opeten.
Ook zij weten uit ervaring dat dit de beste periode is in het jaar.
De nakende autotocht naar het noorden doet me al denken aan de stop
in het het zuiden van Frankrijk.
Dan ligt een Provençaalse lamsragout eigenlijk zo voor de hand, temeer omdat
deze bereiding niet kan mislukken, zelfs niet voor deze beginnende kok.
Het komt er alleen op aan de uiteenlopende ingrediënten samen te brengen,
en bijna klaar is kees.
We zijn met twee eters, maar ik maak het voor vier, want dit soort gerechten is één of twee
dagen later nog veel beter op smaak. Ziehier “Navarin d’Agneau Provençal”:
ingrediënten voor 4
bereiding
1 kg lamsvlees, in stukken
was het vlees, wortelen, raapjes en lente uitjes
pezo
pel de ui en de look en snipper ze fijn
1 blik gepelde tomaten
schil de wortels en raapjes, snijd de steeltjes bij tot 2 cm
4 jonge wortelen met loof (+/- 100g)
halveer wortels en raapjes als ze te groot zijn
4 witte meiraapjes met loof (+/- 100g)
strooi peper en zout over het lamsvlees
100g sperziebonen diepvries
verhit de olie in een braadpan, braad het lamsvlees aan
4 lente-uitjes (150g)
doe dit 6 à 8’, op een hoog vuur, zonder deksel
1 middelgrote ui (+/- 100g)
voeg er al roerend de ui en de honing (of suiker) bij
2 tenen look
laat even karameliseren en stuif er de bloem over
250g doperwten (diepvries)
doe er de wijn bij, en de kalfspasta (of de kalfsboeljon)
olijfolie
voeg de look toe en het Provençaalse kruidenmengsel
1 el bloem
doe de tomaten er bij (uit blik, ook het vocht toevoegen)
1 el suiker of honing
indien verse tomaten, doe er dan ¼ l water bij
¼ l witte wijn
breng aan de kook, zet op laag vuur, met deksel er op
1 el kalfsfond(pasta), of ¼ l vloeibaar
laat circa 45’ stoven, kijk of er genoeg vocht in de pan is
veel (verse) tijm en rozemarijn
schik de wortels, raapjes en lente-uitjes op het vlees
niet roeren, en laat nog 25 tot 30’ stoven (ook bataat)
voor de gelegenheid: 1 bataat
ontdooi intussen de erwten en de sperziebonen
schik ze op de andere groenten
warm nog eens 10’ door
dien op met stokbrood of gekookte aardappelen
Ik had nog een rauwe bataat over van een vorige bereiding, en die wordt natuurlijk
ook in stukken gesneden en in de pot gekieperd.
Zoals je op de foto kan zien voorzag men in het oorspronkelijke recept teveel erwten.
Dat heb ik dus uiteraard aangepast in mijn versie, om eventuele belangstellenden
op het juiste pad te zetten, en mezelf ook, de volgende keer.
Het bereiden is heel eenvoudig, maar vraagt wat tijd en handenarbeid,
maar het resultaat loont dan ook de moeite.
Lekker en gezond. Van lam worden je benen nooit stram!
Deze foto laat uitschijnen dat het zelfs nog beter smaakt
als je eerst de was ophangt. Niets is minder waar.
Bereid naar TimeLife, Koken in de Wereld, Frankrijk Zuid, pag. 106
18-06-2009, 21:33 geschreven door grob
12-06-2009
Feria Internacional de Pueblos 2009 in Fuengirola
In Fuengirola, de stad die we bijna op ons duimpje kennen, is er elk jaar weer de FIP,
de Feria Internacional de Pueblos .
Spanjaarden zijn geboren feestneuzen, dat weten we, maar bij dit evenement
waren we nog niet geweest.
De eenvoudige reden is dat we altijd terug naar België rijden in april.
Dit jaar zijn we een poos langer gebleven, en we konden dit nog meepakken in mei.
De plaats waar het doorgaat zijn de fairgounds, de marktplaats van Fuengirola,
een uitgestrekt plein, naast een (droge) rivier waar de wekelijkse markt
en de vlooienmarkt worden gehouden.
Op dit plein staan overal gebouwen, die maar eenmaal per jaar gebruikt worden,
meer bepaald voor dit feest.
In elk van die gebouwen kan je eten, drinken, shoppen en voorstellingen bijwonen
met bijdragen van inwoners uit een dertigtal landen.
Elk land krijgt één gebouw toegewezen, en doet daarmee wat het wil.
Ook op de straat is er volop animatie, en kans genoeg om lokaal voedsel te proeven.
Dat gaat zo door, vier dagen aan een stuk!
Het weer moet natuurlijk goed zijn voor dergelijk feest, maar dat is het uiteraard.
Greta heeft enkele foto’s genomen van de verschillende set-ups, voor jullie natuurlijk.
Hier zie je bijvoorbeeld Greta met het water in de mond voor de stand van India.
Het brouwsel ziet er heel lekker uit, maar we hadden besloten niet (veel) te eten,
omdat we achteraf ergens rustig zouden uitblazen bij enkele tapas.
Het lijken wel paellapannen, maar de inhoud zou iets pikanter kunnen zijn.
De deelnemers van Venezuela vinden het leuk wat pasjes te zetten in dit mooie weer.
Roze balletten onder de plataantjes.
Ook anderen, zeg maar gewone straatmuzikanten, komen hun duit in het zakje doen,
en maken de boel gezellig.
Een stand van Andalusië zelf is er ook, met de groenwitte kleuren goed zichtbaar.
De tafel bulkt van de sardienen, wat geen echte verassing is.
Nog een groenwitte vlag is van Nigeria, die binnen optreden met een live salsa band.
Enkele donkere volbloed danseressen maken zich gereed om op te treden,
en eentje komt nog vlug wat bijslurpen aan de toog.
Let goed op hier! Je ziet een Schot met een zonnebril!
Hij heeft die zeker niet uit Schotland meegebracht, want dat is daar onbekend.
Wat ze wel kennen, zijn grote pinten bier. Twee heeft hij er net leeggemaakt,
en op de tafel gezet.
Hij is goed gemutst (letterlijk en figuurlijk) omdat ook de derde net in zijn keelgat
verdwenen is, en hij de smaak nog te pakken heeft. Dit is een Schot in de roos!
Déze Schot ziet er heel wat minder opgewekt uit. De man heeft duidelijk dorst.
Mexico zit binnen en gaat voor een nep Amerikaanse Texas show. Niet echt vet.
Aan de stand van Egypte kan je de maat laten nemen voor later.
De vertegenwoordigers van Argentinië daarentegen houden zich minder bezig
met het hiernamaals, en doen hun best om hun vleesjes te bakken:
Guiness Book worsten van een kilo, en andere lapjes.
Ook hebben ze diverse variëteiten van rundsstukken uit de pampas voor het voetlicht
en de BBQ gebracht, waar ik met pijn in het hart moet aan voorbijgaan.
Spijtig dat dit geen geurtelevisie is. Het ruikt naar nog.
Bij Noorwegen wordt je aan de deur ontvangen door trollen.
Ik kon niet vermoeden dat die beesten zo groot zijn.
Binnen zit vijftig man, en het is er muisstil.
Het meest muzikale land van Zuid-Amerika is zonder twijfel Paraguay.
Je hoort nooit van die knapen, en dat is omdat ze constant aan het zingen zijn.
Voor iets anders nemen ze geen tijd.
Al die totaal onbekende zangers hebben fantastische stemmen.
Zo treedt er een duo op…
…en nog een duo, met harp.
Harpmuziek is duidelijk heel populair in dat Zuid-Amerikaanse land.
Ik herinner me uit mijn prille jeugd (een halve eeuw geleden) dat een gelijkaardig trio,
eveneens met harp hier heel populair was: Digno Garcia y Los Paraguayos.
Die man is hier zelfs definitief komen wonen.
Toen hij overleed deed de rest van de groep verder onder de naam Los Paraguayos.
Een jaar of acht geleden waren we toevallig in Gran Canaria getuige van een live optreden
van een duo: Dos Paraguayos, met harp.
Dat waren toch wel dezelfde zangers zeker!
We hebben er zelfs nog een gesigneerde CD van gekocht.
In de zone tussen Marbella en Fuengirola komt men ook nu regelmatig in restaurants/hotels
nog altijd een tweetal Paraguyanen of –ezen tegen
onder de naam Dos Paraguayos.
Dit duo is een jong echtpaar, waar we ook al een CD van afgenomen hebben.
Spijtig dat de zanger/muzikant zijn harp onlangs heeft ingeruild voor een synthesizer.
Waarschijnlijk is het niet eenvoudig zo’n harp overal rond te zeulen.
In Paraguay hebben ze ook kaas gegeten (lamakaas waarschijnlijk) van dansen.
Het lokaal van Paraguay is datgene waar we het langst blijven kijken en luisteren,
en zelfs een paar stoelen bijtrekken om te kunnen genieten van het spektakel.
Soms gaat het er zelfs woelig aan toe, met stoere macho’s en bevallige dametjes.
Het moet gezegd dat de sfeer in de Zuid-Amerikaanse tenten beter was
dan bij de Arabieren of de Scandinaviërs.
China biedt een speciaal straatspektakel.
Een afgetrainde koele keukencommies maakt noedels op een speciale manier.
De noedels vliegen op en neer, er komen knopen in die er onmiddellijk weer uit zijn,
en hij geeft de indruk dat hij ermee gaat touwspringen.
Na het veelvuldig kneden, zwieren en bepotelen van de noedels gaan ze de kookpot in.
Uiteindelijk komen de gekookte noedelsstrengen op een bord terecht.
Mits tussenkomst van een chinees meisje met chopsticks, en een extra kok
die er een schep wokgroenten aan toevoegt.
Nog een extra complimentje verdient de stand van Costa Rica,
met hun schitterend koffiewagentje.
Een vermoeiende en uitgebreide bezigheid is dit wel, waarbij we zelfs niet alle standen
kunnen bezoeken.
Er blijft dan maar één ding over: in alle rust een tapabar opzoeken, en ons tegoed doen
aan onder meer kwarteleitjes op ham en patatas bravas met Mojosaus.
Njam-njam.
12-06-2009, 21:37 geschreven door grob
06-06-2009
KOKENETEN: in bataten zitten geen gaten
Ik moet me verontschuldigen, want tot nog toe heb je alleen maar
mijn stomme kop gezien bij de (wekelijkse) kookbewerkingen.
Het is de hoogste tijd dus om mijn Spaanse helpster en medewerkster
even voor te stellen: Mimi, mijn keukencommis.
Deze week heeft ze weer een paar flinke handjes toegestoken
bij het aanmaken van “gehaktbrood met bacon”.
Voor de beginners onder jullie: gehaktbrood is niet te verwarren met gehakt brood.
En voor een goed begrip: dit recept is enkele tijd geleden bereid in Spanje.
Het spek, of de bacon voor de meertaligen doet me denken aan vorige week
in Oostende (in België, maar daar kom ik nog op terug).
Tijdens het Maritiem evenement “Oostende voor Anker”, lazen we ergens
op een affiche: “this bacon is very important to know your position” .
Waarschijnlijk bedoelde men niet het spek, maar wel “beacon ” (baken).
Terug nu naar het kookboek.
Dit recept komt uit een land, dat nog meer bekendheid heeft voor zijn slechte
banken, dan voor zijn slecht eten. Een bereiding namelijk uit de Verenigde Staten,
waar de fastfood hoge en snelle toppen scheert.
Dank zij de vaardige handjes van Mimi heb ik toch iets lekker kunnen maken
van dit “Meatloaf with bacon”.
De klank in het Engels is zelfsal een stuk beter dan in het Nederlands.
Daarenboven heb ik het recept bereid met bataten, ook al sinds vijf eeuwen
ingevoerd uit Amerika.
Waarom bataten? Bataten brengen je in alle staten (van de USA), hebben
geen gaten, en zeker geen graten. Bovendien heb je ze in Spanje in alle maten.
Hier te lande moet je al een beetje zoeken tussen alle andere knollen.
Voor wie geen bataten kent, of ze nog niet gegeten heeft: het zijn zoete
aardappelen, met een smaak en een kleur tussen aardappelen en wortels in.
Je kookt ze zoals aardappelen, maar best in de schil.
De schil laat zich makkelijker pellen na het koken dan ervoor, want de knol
kan een vrij onregelmatige vorm hebben.
Het is gemaakt voor vier personen, dus hebben we er tweemaal van genoten.
Eet dus eerst je bataten, en daarna kan je bijpraten.
ingrediënten voor 4
bereiding
paneermeel
verwarm de oven voor op 200 º
2 middelgrote uien
pel de uien en look en hak ze fijn
2 tenen look
doe paneermeel, ui, look, gehakt, ei, tijm, chilisaus in
500g rundsgehakt
een kom en schep er wat zout en peper door; meng goed
300g ander gehakt (varkens, kalfs)
doe mengsel op een werkvlak en vorm er een brood van
1 ei
schik de helft van de plakken bacon in een ovenschaal
1 tl gedroogde tijm
leg er het vleesbrood op en dek af met rest van de bacon
3 el pittige chilisaus
zet het ca 1 uur in het midden van de oven tot het gaar is
zout
250g dunne plakken bacon
suggestie: serveer met wortelstoemp of bataten
eventueel de ovenschaal deglaceren en saus maken
tip: met bataten (Amerika pag.72)
en erwtjes met chorizostukjes
Het is een simpel gerechtje, wat had je gedacht, maar wel pittig en zacht tegelijk.
Het zoete van de bataten is lekker in balans met het zoute van de bacon
en het vleesbrood.
Omdat Mimi vroeg naar huis moet, haal ik de groenten maar zelf uit de diepvriezer.
Het zijn in mijn geval reeds bereide erwtjes met chorizostukjes, om op te warmen.
De Bataten, zowel als het gehaktbrood worden in schijven gesneden,
en opgediend met de erwtjes, en wat saus, bekomen door het deglaceren
van het aanbaksel van het meatloaf.
Het is me weer gelukt als beginnerkok, en ik zit er wat perplex bij.
Maar smaken doet het wel, met wat zachte mosterd.
Buen approveche!
Sinds enkele maanden komt er elke dinsdagmorgen een merel post vatten
op het terras.
Waarom dinsdag? Omdat hij weet dat ik de maandag kook, en hij lust er pap van!
Je ziet hem hier (niet zo goed, want hij is donker), met zijn gele bek,
net rechts van de cactussen op het muurtje zitten.
Hij waagt het tot op 25 cm van mijn handen te komen, om het overschot
van de bataten op te smikkelen.
Mijn ambitie is dat hij volgende winter uit mijn hand komt eten.
Hij is intussen een vriend des huizes geworden, en als ik tegen Greta zeg
dat Jim er is, weet ze hoe laat het is.
Zijn echtgenote, Agnes, komt ook altijd langs, maar is toch iets schuwer,
ofwel lust ze mijn bereidingen niet.
We missen hem in België.
Tot ziens Jim.
06-06-2009, 22:02 geschreven door grob
31-05-2009
Granada heel anders bekeken (deel 3)
De laatste dag in Granada nemen we afscheid van viersterrenhotel Saray.
Het is een nieuw middelgroot hotel, net buiten het centrum gelegen,
dicht aan de rivier Genil.
De voorgevel heeft een vrij hoog Las Vegas gehalte.
De liften tegen de buitengevel gekleefd, geven het een hedendaags design trekje.
De kamers zijn buitengewoon goed.
De aanwezige prijslijst vermeldt 319 € per kamer per nacht, zonder ontbijt!
We hebben een kamer geboekt via het internet aan 60 €, een weggevertje.
Ook de achterkant, met zwembad en tuin is aantrekkelijk.
Greta zit nog even, vóór het vertrek, na te genieten in een prieeltje,
aan een Arabische fontein en waterkanaaltje.
De enige aanmerking over het hotel is de eerder middelmatige kwaliteit
van het ontbijtbuffet.
Je gaat beter buiten ontbijten, ook lekker en aan de helft van de prijs.
Vandaag gaan we Granada eens anders bekijken: we brengen een bezoek aan het
Parque de las Ciencias, het nieuwe park van de wetenschap.
Door de traditionele Spaanse wegenwerken (altijd en overal aan de gang)
hebben we wat problemen om er te geraken.
Dank zij de GPS lukt het toch, maar de plaatselijke (gratis) parking
van het park vinden we niet.
De Parque is zeer interessant en leerrijk, met supervriendelijk personeel,
maar op deze weekdag wordt het, jammer voor ons,
bestormd door uitpuilende bussen met schoolkinderen.
Een van de leerrijkste paviljoenen gaat over Al Andalus, het toenmalige rijk
van de Moren (wat NIET samenvalt met het huidige Andalucia).
Alle gekende wetenschappen uit die tijd komen aan bod, zoals fysica,
scheikunde, astronomie, wiskunde, biologie, geneeskunde enz.
Telkens worden apparaten, documenten, voorwerpen getoond om het duidelijk
te maken. Op veel plaatsen kan je zelf ook allerlei dingen uitproberen.
Op deze foto zie je een document uit de scheepvaart, geprojecteerd
op de parketvloer in een van de exporuimtes.
Er zijn ook paviljoenen met levende wezens.
Een bewaker maakt er ons op attent dat een en dezelfde schildpad
ambities heeft voor The Great Escape.
Alle dagen probeert dit knaapje van 25 cm er stiekem vanonder te muizen.
Het water uit, en dan in volle snelheid naar de achterdeur.
Gelukkig is de bewaker nog net wat sneller en onderschept deze
schijnheilige waterschildpad.
Deze kanjer is (gelukkig) niet levend.
Het is een levensecht bewegende ik-weet-niet-welke-saurus,
die me sterk doet denken aan Jurassic Park.
Er is ook een vlindertuin met enkele fotogenieke exemplaren.
Een toren van meer dan 50 m hoogte laat je een deel van de stad en omgeving zien.
Greta poseert hier met Marie Curie, Nobelprijswinnaar Fysica én Chemie.
Samen houden ze een potje vast met Curiesaus.
Marie heeft haar Ascothoed op haar hoofd gezet.
Er is zo veel te zien, dat we niet alles kunnen doen.
We gaan nog even binnen in een paviljoen met een opstelling van
de Slinger van Foucault, die kegels omver tikt, maar een niet meer
zo jonge mens wordt er moe van. Ik laat me dan maar vervoeren
door een plaatselijke transportdienst, maar het gaat niet echt vooruit.
We hebben vandaag ook nog een interessante uitstap tegoed,
en we verlaten de stad in de richting van de Alpujarras.
Uit deze streek komt het mineraalwater Lanjarón en de befaamde
jamon de Trevélez, samen met die van Jabugo (provincie Cadiz)
de beste Serranoham.
Trevélez ligt te ver en te hoog (hoogste gelegen dorp van Europa) om
naar toe te rijden.
De bron Lanjarón ontspringt in de gelijknamige stad, en ligt min of meer
op onze weg. (zie nr.1 op de foto)
In de waterstad is niet veel te beleven, ook omdat het centrum volledig
blijkt opgebroken wegens heraanleg van de straten.
Er is wel een schilderachtig pleintje, met bloemen.
Het is siëstatijd, dus veruit de meeste bars zijn gesloten.
In een korte, zonnige steeg vinden we een bar open,
en eten we fantastische tapas para compartir (van alles proeven).
Er staan slechts twee tafels buiten, maar één volstaat al.
Daarna drinken we nog een lekkere koffie langs Lanjarón’s hoofdlaan,
waar je 2 tapas krijgt per (alcohol)consumptie.
Lanjarón is de deur naar de Alpujarras. Deze deur kan je hier zien.
Een woordje uitleg over de Alpujarras is hier op zijn plaats:
Las Alpujarras is een bergachtig gebied in Andalusie .
Het gebied bevindt zich aan de zuidflank van de Sierra Nevada ,
tussen ruwweg de steden Granada en Almeria .
Het landschap wordt gekenmerkt door vruchtbare dalen en
indrukwekkende bergen in een rustige en authentieke omgeving.
Hier kan je kennismaken met de architectuur die zo typisch is voor de Alpujarras.
Op de hellingen staan in een terrasvorm witgekalkte huisjes
die allemaal onderling verbonden zijn met elkaar door platte daken.
Het gebied staat bekend als het allerlaatste toevluchtsoord voor de “Moriscos”,
die na de val van Granada hier voor 150 jaar verblijven.
Het woord Morisco is afgeleid van het woord Moor.
Moriscos, dat letterlijk ‘moortjes’ betekent is de naam die de Spanjaarden
aan de tot het christendom bekeerde moren geven.
Tijdens de Reconquista (de christelijke herovering van Spanje op de Moren)
is Granada het enige Arabische bolwerk dat overeind weet te blijven.
Moren en joden vluchten daarheen uit angst voor christelijke repressie.
Als ook Granada in 1492 het loodje moet leggen zit er voor vele moslims
niets anders op dan zich te bekeren.
Ze worden hiertoe gedwongen door de katholieken.
Hoewel Granada redelijk eenvoudig in te nemen zou zijn, hebben de
christelijke vorsten daar waarschijnlijk lang vanaf gezien, vanwege de
gunstige handel die via Granada met de islamitische wereld gedreven kon worden.
Nadat Portugal een handelsroute heeft gevonden om goud uit Afrika te halen,
vervalt het nut van dit islamitische koninkrijk.
Na het huwelijk in 1469 tussen Ferdinand II van Aragón en Isabella I
van Castilië , ook bekend als de Katholieke Koningen , worden
plannen gesmeed om de moslims van het schiereiland te verdrijven.
Granada wordt na een maandenlang beleg op 2 januari 1492 ingenomen.
Boabdil , de laatste moslim-vorst heeft godsdienstvrijheid voor zijn
onderdanen gevraagd en toegezegd gekregen.
Het Spaanse koningspaar laat al 4 maanden na het vertrek van de vorst
starten met het vervolgen van joden .
Kort nadien mag de islam niet meer beleden worden en worden ook
de moslims gedwongen zich te bekeren; de Arabische taal wordt verboden,
evenals kenmerkende kleding.
Joden en moslims moeten katholieke namen nemen, hun identiteit verhullen en,
onder dwang, varkensvlees gaan eten wat in beide godsdiensten verboden is.
De meeste Moriscos vluchten dan maar naar de onbewoonde Alpujarras,
tot ze uiteindelijk na 150 jaar verdreven worden in en over de Middellandse Zee.
Vanuit Lanjarón rijden we vóór Orgiva de bergen in.
Hier zie je Orgiva vanop de bergflank.
Het eerste (en enige) dorpje waar we naartoe gaan is Pampaneira.
Na een lange slingerweg met naar schatting 177 haarspeldbochten
vinden we dit piepklein pittoresk toeristische dorpje, met 350 inwoners.
Vanop het centrale pleintje zie je het volgende dorpje liggen: Bubión,
dicht tegen de sneeuw van de Sierra Nevada..
p
Er zijn drie idyllische pueblos blancos (witte dorpen), Pampaneira,
Bubión en Capileira, die (in vogelvlucht!) dicht bij elkaar liggen.
Bubión staat nog voor iets totaal anders bekend: bijna onzichtbaar
tegen een berg aangeplakt, ligt O sel ling , Plek van het Heldere Licht.
Dit Tibetaans boeddhistisch klooster is speciaal in het leven geroepen
om mensen de gelegenheid te bieden enkele weken, maanden of zelfs jaren
in stilte te leven. De Dalaï Lama heeft dit centrum 2 jaar geleden bezocht.
Je kan er naartoe wandelen, maar het vraagt úúren. Niet voor vandaag.
Terug naar Pampaneira.
Greta ontdekt op het enige pleintje een schattig winkeltje, en neemt een foto
van ons, gereflecteerd in een muurspiegel.
Er zijn wel een paar leuke cafeetjes.
Het deurgat links herbergt de toeristische dienst.
We nemen plaats op het terrasje van restaurant-bar-hotel-appartementen
Narciso, en Greta gaat even checken of ze hier Morisco toiletten hebben.
Enkele minuten later zie ik de barmeid de deur sluiten en op slot doen.
Dank zij mijn koelbloedige, maar dringende tussenkomst kan ik de bardame
ertoe bewegen de deur opnieuw los te maken en Greta
na verloop van tijd te laten ontsnappen.
Hier zie je Greta opgelucht opnieuw in de open lucht en de barmevrouw,
die opnieuw de deur op slot doet.
Greta is heel tevreden met haar Great Escape en laat haar koffietje smaken.
Het is duidelijk dat in dorpjes als dit de invloed van de Moren nog niet verdwenen is.
Dit is nog vooral terug te vinden in de landbouw, de architectuur,
de lokale keuken, de verschillende Arabische plaatsnamen,
en de lokale manier van tapijtweven, zoals je hier ziet op het pleintje.
Tegenwoordig zijn het wandelaars, maar ook fietsers, die de dienst uitmaken.
Vooral wandelen in de Alpujarras zit stevig in de lift.
De bewoners daarentegen dalen stelselmatig in aantal.
De toeristische dienst wordt zelfs verzorgd door een Zweeds blondje.
Jonge mensen worden aangetrokken door de “plasticultura ”,
zoals de lokale bewoners dit noemen: het kweken van groenten en fruit
in plastic serres, voornamelijk in de richting van Almeria,
waar vier oogsten per jaar normaal zijn.
We rijden terug naar beneden, huiswaarts. Pampaneira is nummer 2 op de foto.
Eerst steil naar beneden en dan, door Orgiva, nummer 1 op de foto.
Altijd maar naar beneden, via een nieuwe brede autoweg.
We zien nog een groot stuwmeer, voor de drinkwatervoorziening van Motril.
En dan verder langs de kust. Het is gedaan.
Goodbye Granada. Tot ziens.
31-05-2009, 00:00 geschreven door grob
25-05-2009
KOKENETEN: povere pistachepeulen pellen is niet plezant!
Terug uit Spanje, met ons karretje.
Stilaan geraken we, na zeven maanden lente, toch gewend aan het lokale klimaat.
Niet alleen het weer is nog wat wisselvallig, maar er is bovendien een
technisch probleem opgedoken: ons maandelijks ADSL downloadvolume
van 1000 Megabyte was al op drie dagen opgebruikt.
Tot die conclusie kwam ik woensdagavond.
Gevolg: tot op dit moment “genieten” we van een smalbandverbinding.
Onze provider houdt ons dus in leven via een strohalm.
Alle vorige jaren hadden we genoeg aan het volume, maar het lidmaatschap
van Greta’s Mailgroup Photoshop heeft een turbo-effect te weeg gebracht.
Intussen heb ik een ander soort abonnement besteld, maar
“de aanvraag is lopende”.
Sorry dus, als er hier of daar een onvolkomendheid is.
Laten we het maar liever over serieuze dingen hebben, zoals: lekker eten.
De gerechten die de laatste tijd aan bod kwamen vonden meestal hun oorsprong
rond de Middellandse Zee. Vandaag blijven we opnieuw in dezelfde omgeving.
We maken ons een speciaal, maar zeer smakkie-smakkie gerechtje uit Turkije.
Volgens het kookboek zijn het “Kippenvleesrolletjes met Pistaches”,
maar Turken begrijpen het enkel als je het piliç sarmasi noemt.
Turkije heeft natuurlijk geen uitgesproken Bourgondische keuken,
want de bewoners zijn historisch niet de meest welvarende,
en dus is de traditionele keuken gebaseerd op wat de bewoners
konden vinden in hun omgeving.
De ingrediënten worden al eeuwen ter plaatse gekweekt, en zijn ook bij ons
gemakkelijk op te sporen, namelijk: kip, kaas van koe of schaap,
sinaasappels en pistaches.
De kaas: oorspronkelijk van de Turkse schapen, maar van een koebeest kan ook.
Pistaches: ik vond er in Spanje enkel met de pel er aan,
maar half open en gezouten.
Van de ganse bereidingstijd heb ik 80% besteed aan het pellen van de pistaches.
En geëindigd met pijnlijke vingers ook nog.
Als je dit kunt vermijden door gepelde te gebruiken: des te beter dus.
De pistaches geven wel een niet alledaags en verfijnd smaakje aan het geheel.
Hier sta ik op het punt de Spaanse Sidra er aan toe te voegen,
om het te laten sudderen in een heerlijk vocht.
Greta neemt een onzichtbare foto van buiten het raam, à la candid camera.
Gelukkig ben ik niet in mijn neus aan het peuteren..
ingrediënten voor 2
bereiding
2 kipfilets (mooi gevormd)
was de kipfilets en dep ze droog
pezo
leg de stukken plat op een snijplank
150g (gepelde) pistachenootjes
deel ze met een scherp mes dwars doormidden
50g jonge kaas (koe en/of schaap)
zodat je 8 dunne plakjes verkrijgt
…in Spanje, neem Manchego
bestrooi ze luchtig met wat zout en peper
cocktailprikkers
maal ½ van de pistachenootjes met een mixer fijn
1 eiwit
verdeel deze vermaling over de plakjes kip
3 el olie
rasp de kaas in dunne plakjes en leg deze er bovenop
1tl bloem
rol de kippetjes op en zet de eindjes vast met prikkers
sap van 2 sinaasappels (of vers sap)
roer het eiwit los in een diep bord
cayennepeper of Piments d’ Espelette
hak de rest van de pistachenootjes iets grover
4 sinaasappelplakjes als garnering
strooi ze uiteen over een bord
wentel de kippetjes door het eiwit en door de nootjes
druk de nootjes aan
verhit de olie in een pan
laat de rolletjes hierin 8 à 10’ rondom bakken
haal ze uit de pan en hou ze warm (microwave bijv.)
doe de bloem in de pan, blus met het sinaasappelsap
breng deze saus even aan de kook
breng met een beetje zout + cayennepeper op smaak
giet de saus over de rolletjes
dien op met de plakjes sinaasappel
lekker: geserveerd met “Goud en Zilver”
De appelsiensaus is ook niet zo gekend en/of gebruikt in de Benelux,
maar past wonderwel bij de pistachesmaak.
De appelsiensaus heeft een mooi kleurtje, beetje curieachtig.
Ook de kip ziet er smakelijk uit, met de jasjes van pistaches.
Als bijgerecht nam ik eentje, dat bijna overal bij past en bovendien
heel lekker is: Goud en Zilver.
Het receptje hier al aan bod gekomen, maar volledigheidshalve
staat het hier nog eens.
En ook dit is om heerlijk van te snoepen.
Eet smakelijk.
ingrediënten voor 4
bereiding
500 g wortels
wortelen en uien schillen
300 g uien
in schijven of plakjes snijden
boter en/of olijfolie
vetstof in de pot doen
peper
de groenten daarin al roerend 5´ laten smoren
tijm
1/8 l heet water/cider, boeljonblokje, kruiden en suiker toevoegen
suiker
aan de kook brengen, pan afdekken en op klein pitje gaar koken
peterselie, fijngehakt
naar gelang de stevigheid van wortels en uien is dit 10 à 15´
boeljonblokje
groenten op smaak brengen en met gehakte peterselie bestrooien
water of (Spaanse) cider
Afgeleid van Time Life, Koken in de Wereld, Turkije, pag.122
25-05-2009, 00:00 geschreven door grob
15-05-2009
nog eens in de zoete (granaat)appel bijten: Granada (2)
Als je langs de ring rijdt rond Granada krijg je helemaal niets te zien van de stad.
Het is een totaal andere wereld ook. De ring is naakt, gebaseerd op
hoge snelheid, en leidt in veel gevallen naar de afrit “Sierra Nevada”,
vooral in het weekend als de Spaanse macho’s en macha’s losgeslagen zijn.
Mocht je er ooit gaan skiën, ga dan voor een paar dagen midweek.
Veel rustiger en goedkoper.
De stad ligt eigenlijk in een grote slakom, omringd door de hoogste
bergen van het Spaanse vasteland.
Alleen de Teide op Tenerife rekt zijn eenzaam kopje nog wat hoger.
De binnenstad zelf is zeer gezellig, als je van de Spaanse way-of-life houdt.
De meeste straten in het centrum zijn smal, en niet geschikt voor autoverkeer.
Daarom zijn (bijna) alle straten éénrichting, wat het totale beeld rustiger maakt.
Granada is ook een universiteitsstad, en studenten maken de boel altijd wat levendiger.
Vandaag trekken we een hele dag uit voor een Granada klassieker: de Albaycinwijk.
Het is waarschijnlijk hét stadsdeel in heel Spanje, waar je het meest frappant teruggebracht wordt
naar de Moorse periode van Al Andalus (zoals Andalusië toen genoemd werd).
Granada werd als laatste stad heroverd op de Moren in 1492.
Lang daarvoor was dat al gebeurd met de toen belangrijke Moorse stad Baeza,
in het noorden van Andalusië.
De Moorse inwoners van die stad waren gevlucht naar het toen veilige Granada,
en vestigden zich in een nieuw stadsdeel, Albaycin genoemd naar de stad van herkomst.
We vertrekken 200 meter te voet uit het hotel, en steken de rivier Genil over
via een andere brug. De Genil is fameus opgezwollen, door het smeltende ijs
van de Sierra Nevada.
Waar wijzelf leven staan alle rivieren die in de zee uitmonden kurkdroog.
Dat komt natuurlijk ook door de talloze afdammingen voor drink- en ander water.
Net over de rivier zien we een brede laan (waar natuurlijk wegenwerken
aan de gang zijn)
met weinig verkeer en groene aanplant.
Het moment om te ontbijten.
We vleien ons neer aan de straatkant, en beginnen met de grootste
verse appelsiensap die ik al gezien heb.
Greta heeft een beetje pech als ze zout schudt op haar tostada met tomaat,
want de vorige gebruiker had het dopje van het zoutvat losgeschroefd…
Na de smakkie-smakkie gaan we honderd meter terug tot bij een reuzefontein
die twee boulevards van elkaar scheidt.
Achter de fontein zie je al twee witte gebouwtjes met rode strips bovenaan.
We zien hier over heel de lengte van de boulevard stalletjes met boeken.
Dergelijke stalletjes ophoping heb je ook in Malaga, langs de Alameda Principal,
maar dan zijn het enkel toeristische waardeloze spullen die verkocht worden.
Niets daarvan in Granada. Hier vind je alleen maar boeken.
Niet (alleen) stationsromannetjes, maar vooral echte oude (her)uitgaven
zijn de smaakmakers.
Sommige werken zijn versierd met figuren in puur bladgoud.
Eén bepaald stalletje heeft enkel maar miniatuurboekjes.
Omdat ze ontzettend klein zijn, liggen er honderden, zoniet duizenden.
De verkoper zegt: “Ik heb alles”, maar dan in het Spaans.
Om hem te testen vraag ik hem of hij dan ook de Kamasutra heeft.
Voor ik “vuurtongsalamander” kan zeggen heeft hij het in de hand.
Hij voegt er wel aan toe dat zijn versie zich enkel richt naar kleine
miniatuurpiemeltjes, formaat AAA-batterij.
We zoeken en vinden onze weg naar het meest bekende plein in Granada:
de Plaza Nueva. De Tourist Office is hier, en verschillende tapabars.
Waar de rivier de Darro onder het plein verdwijnt, nemen we de Carrera de Darro.
Een eindje verder zie je een van de brugjes over de Darro.
Het is een nauwe straat, met rechts in de hoogte, op de foto onzichtbaar: het Alhambra.
Een eindje verder in de straat bezoeken we de Baños Arabes,
de best bewaarde Moorse baden van Spanje.
Bijna alle andere werden vernietigd door de Katholieke Koningen,
omdat ze dachten dat het bordelen waren.
Moeilijk foto’s maken hier, want heel donker.
De straat gaat verder de hoogte in.
Waar de Carrera overgaat in de Paseo de los Tristes, is een overheerlijk pleintje.
Paseo de Los Tristes kreeg vroeger die naam omdat het kerkhof van Granada er was.
Op dit fantastische pleintje, met veel studenten, kijkt Greta naar het Alhambra.
Ze wordt er duizelig van en moet steun zoeken bij een boompje.
Naast een live gitarist nemen we plaats aan het “Café au Lait”,
onder een rieten dak.
Schitterend zicht op het Alhambra en Generalife.
Een Fransman uit Rouen bezorgt ons een frisse Cerveza grifo.
De eerste tapa van vandaag wordt er gratis bij gezet.
Dit is een van mijn lievelingsplekken. Dit is de hemel.
Met lood en een Cerveza in onze benen gaan we de weg verder, recht omhoog,
zoals aangeduid op mijn plannetje van Lonely Planet.
Meestal is de route goed aangegeven.
Een paar maal lopen we een verkeerd straatje in, maar dat geeft niet:
het is een labyrint en vroeg of laat kom je er weer uit.
We bezoeken nog het interieur van een kerk met (vroegere) moskee als annex,
de Colegiata del Salvador.
Verder komen we op de Plaza Larga, waar de wekelijkse markt op zijn einde loopt.
Doorheen een Moorse poort, de ingang van de vroegere stad, met hoefijzerbogen,
gaan we naar de bekendste mirador.
Het pleintje aan de San Nicolaskerk is bekend voor zijn panorama. Veel volk hier.
Fantastische zichten op Alhambra, met in de achtergrond de massa sneeuw van de Sierra Nevada.
Vanaf nu gaat het opnieuw naar beneden.
In de ultrasmalle straatjes rijden eveneens smalle busjes (nrs. 31 en 32),
ook af en toe tegen de huismuren, waar nog brokken zijspiegel aanhangen.
Het pleintje San Miguel Bajo nodigt uit voor een lunch.
s
We kiezen in de hoek het restootje Rincon de Aurora, met goede bediening
en lekkere tapas “a compartir”.
We maken nog een ommetje langs het authentieke 16de eeuwse huis Casa de Porras,
met gedeeltelijk houten patio, als je omhoog kijkt. Het is een leuk plaatsje,
behoort tot de univ en er zijn altijd tijdelijke tentoonstellingen met schilderwerken.
Op zoek naar het 15de eeuwse Palacio de Dar-al-Horra,
...doorlopen we een lang traject met decoratieve graffiti, in alle kleuren en vormen.
We betrappen zelfs een graffitispuiter op heterdaad!
Het Palacio is dicht wegens siësta, maar onverwacht ontdekken we
een groot nieuw aangelegd plein, met zitbanken, fonteinen en grandioos zicht
op Alhambra en de bergen.
Let op: het wit is sneeuw, en enkel aan de rechterkant is ook een klein wolkje zichtbaar.
Dit jaar is de sneeuw veel later aan smelten toe.
Ook hier was de winter harder dan gewoonlijk.
Vanaf nu gaan we naar beneden via enkele straatjes, bewoond (opnieuw!) door Marokanen.
In deze C/Caldereira Nueva zijn alle teteria’s geconcentreerd.
In tegenstelling met wat je zou denken zijn het gewone theesalons.
Op de voorgrond links zie je bijvoorbeeld La Flor del Té.
Ook voor de rest waant men zich in een Marokkaanse souk.
We steken de drukke Gran Via Colon over, en gaan rond de kathedraal,
op zoek naar het beste ijs van Granada, dat van Los Italianos.
We vinden het niet en zoeken troost op de Plaza la Romanilla op het terras
van El Aguador, naam gegeven door toedoen van een flink uit de kluiten
gewassen waterdrager met ezel.
Twee pinten en een bord gratis tapas later stappen we op en vinden toch Los Italianos,
vanwaar we een ijsje meenemen, en opslurpen op een bank.
Even verder pronkt het standbeeld van de Katholieke Koningen, Ferdinand en Isabella
die duizenden mensen hebben laten ombrengen.
kath
Veel leuker zijn de patio’s, waar de Spaanse way-of-life tot zijn recht komt.
Hier op inspelend spreken we een van de talloze taxi’s aan en voor 3.8 €
zitten we tien minuten later terug in het hotel, voor een siësta.
We gaan daarna te voet terug naar het centrum via de C/San Anton.
Een glaasje bier, opnieuw in de Aguador aan de toog smaakt met de (gratis) tapas.
Greta's ogen worden al wat kleiner.
Je hebt een tapa en je hebt een tapon.
Als een woord in het Spaans eindigt op “-on”, betekent dat: een grote versie van iets.
Bijvoorbeeld “caja” is een doos, en een cajon is een grote doos.
Zoals men ook hier bedoelt aan een barretje aan de Carrera del Darro:
Op de Gran Via Colon vinden we een heerlijk superkitschcafé, de “Via Colon”,
(men bedoelt niet dat men hier grote cola serveert, dát is enkel in de States).
We drinken elk 2 glazen tinto, met gratis tapas, en zien dat alles goed is
in dit geweldige café, behalve een ober die ik zie rondlopen met een half gezicht.
Tenzij ik niet goed meer kan zien door het nuttigen van al die tapa’s en tapons.
We zijn weer heel flink en gaan te voet terug naar het hotel, ditmaal via de brede Acera del Darro.
15-05-2009, 00:00 geschreven door grob
14-05-2009
tussendoor (de regendruppels)
Momenteel verblijven we in Quillan, sinds zondagavond.
Quillan ligt tussen Perpignan en Carcassonne.
In het katholieke geloof zijn er drie stadia van gelukzaligheid:
de hemel, hel en vagevuur.
Dit systeem, denk ik is ook van toepassing op het weer.
In Malaga de hemel, in Belgie de hel, en in Quillan het vagevuur.
In het begin ging het goed, maar vandaag niets dan regen.
God wil ons al voorbereiden op Belgie.
Ik heb het volgende verslag van het verslag over Granada dus kunnen maken.
Tweemaal heb ik het ge-upload, maar het ging hier niet door op de plaatselijke wifi.
Morgen nog eens proberen.
Vanuit Vatan, in de Loirestreek, want morgenvroeg zetten we een stap verder.
14-05-2009, 20:46 geschreven door grob
08-05-2009
morgen naar El Raco de la Pintora in Alberic
Vandaag zal het verslag kort zijn: morgenvroeg vertrekken we
voor een hele tijd van Spanje naar Belgie.
Naar goede gewoonte zal dat heel relax en rustig gebeuren.
Ik had nog het vervolg over Granada willen klaarstomen,
maar het kon er niet meer bij.
Murphy is trouwens recent ook een paar keer op bezoek geweest.
Terwijl ik gisteren avond de wagen nog even nakeek
op visuele gebreken, zag ik diep in de rechter achterband
een schroef zitten.
Ik weet niet hoe lang we er zo al mee rond rijden, maar met
meer dan 2000 km voor de boeg, wordt dat beter hersteld,
des te meer omdat de wagen afgeladen vol zit,
en het reservewiel, helemaal onderaan zijn plaats heeft.
Gelukkig zijn de garages hier tot de avond open en was het
vrij vlug hersteld (hoop ik).
Als ik vanmorgen uit mijn bed kwam, was het eerste
wat Greta zei (zij was naar dagelijkse gewoonte natuurlijk
al veel vroeger op om te Photoshoppen):
"We hebben geen internet meer".
Leuke manier om wakker te worden.
Toen ik na enkele tijd mijn ogen open had, zag ik
dat van de router geen enkel lampje brandde,
en dat zijn er toch normaal een drietal.
De router is aangesloten aan het net via een blok van vijf
stopkontakten, met schakelaar en een draad.
Je kent dat wel.
Toen ik op de schakelaar drukte om te zien of het
daaraan lag, sprong hij er uit en tegelijk de lucht in.
Om een lang verhaal kort te maken:
ik kreeg het apparaat (voor lopig) terug aan het praten.
Kwam er vandaag nog bij, tussen al het inpakken en rommelen,
dat Microsoft absoluut de nieuwe versie Internet Explorer 8
voor XP wou installeren, en de server van seniorennet
ging twee uur geleden plat, toen ik dit afscheidsbriefje wou sturen.
Dat alles maar om te zeggen dat ik al in mijn bed moest liggen.
Ik hoop de volgende dagen on line te kunnen gaan, om verder
de trip naar Granada uit de doeken te kunnen doen
en andere dingen, maar zekerheid heb ik niet.
Morgen slapen we in Alberic, in het echte binnenland,
een eindje voor Sevilla, in hotelletje "Raco de la Pintora".
Hasta la proxima. Tijd voor de zandman.
08-05-2009, 00:00 geschreven door grob
05-05-2009
drie dagen Granada (1)
Granada was de laatste grote stad in Andalusië die we nog niet gedaan hadden als citytrip.
We waren er al eens geweest, ongeveer 15 jaar geleden,
maar een enorm onweer tijdens ons verblijf in een hotel,
op een blauwe maandag, heeft ons enkele stuipen op het lijf gejaagd.
We proberen het nu dus opnieuw met de wagen,
voor een verblijf van drie dagen.
Het Alhambra is natuurlijk the place to be, maar ten eerste
heeft Greta het vorige jaar al eens bezocht met een vriendin tijdens een bustrip,
en ten tweede willen we een beetje loskomen uit de voetstappen
van de traditionele toerist. We kijken dus vooral uit naar andere leuke plaatsen.
We rijden niet langs de klassieke autoweg A92, maar vanuit Malaga blijven we
de kust volgen, en rijden de bergen in via Velez Malaga (1 op de kaart).
Een eerste stop is voorzien in Alhama de Granada (2 op de kaart),
een kleine stad in de voeten van de Sierra Nevada.
Er is een beneden stadsdeel (abajo) en een hoger gelegen stuk (arriba).
Wat er te zien is ligt uitsluitend boven.
Weinig toeristen, wel enkele lokkende snackbars en resto’s
op de Plaza de la Constitution.
We belanden op een leeg kerkpleintje, typisch landelijk Spaans, met fontein.
Een schitterend panorama met een ravijn doet denken aan Ronda.
Ook het pleintje rond de tweede kerk is heel stemmig, met een dubbel waterbekken
(in de bergen hebben ze toch drinkwater teveel), en een slappe toerist
die uit beeld dreigt te ontsnappen, maar nog net gevat wordt. …
Een vreemde situatie doet zich voor aan een trap: men heeft er een “bobje” geplaatst,
je weet wel, die betonnen of metalen krengen, in de vorm van een fallus
om het autoverkeer te weren. Wat die doet bovenaan een trap mag Joost weten,
maar ik kan het hem zelf niet vragen.
De toeristische dienst dringt er sterk op aan om de “Balnearios” te bezoeken,
de Romeinse en Moorse baden die hier al een pak eeuwen liggen nat te worden,
en nog altijd gebruikt worden.
Trouwens, de naam Alhama komt van het Arabisch Al Hammam,
wat badplaats betekent.
Wij daar dus naartoe.
Er is een groot hotel tegenaan gebouwd, en buiten in de (eveneens warme) rivier
liggen een aantal mensen te weken.
Wij nemen een karige lunch, tot de historische gebouwen kunnen bezocht worden
om 14uur. Blijkbaar zijn wij de enige kandidaat-bezoekers.
Om 14 uur komt er een bus langs met Franse toeristen, en het is zo druk
dat het bezoek wordt uitgesteld.
Wij vertrekken dan maar, want het Alhambra staat nog op het programma.
De weg omhoog naar Granada ligt tussen uitgespreide velden,
boomgaarden met olijven, en pietepeuterige hoeven, de finca ’s.
Granada is een Spaans woord met twee verschillende betekenissen:
het is een granaatappel, waarvan je een rijp exemplaar op de foto ziet.
Er zitten zoete pitten in, die wij vooral kennen als basisproduct van de grenadine.
De tweede betekenis is een militaire granaat, vooral geïnspireerd op de vorm.
Een luchtfoto van Granada maakt direct het belang duidelijk van het Alhambra.
Rechts in het midden, in de donkere vlek die een parklandschap omvat
op een reusachtige heuvel staat het Alhambra.
Het geheel is onwaarschijnlijk uitgestrekt!
Links van de punt van het Alhambra is het stadscentrum.
Ons hotel is te situeren enkele centimeters (op de kaart!) ten zuiden van deze Alhambrapunt.
Hotel Saray ligt aan de rand van het centrum, naast het Palacio de Congresos.
Een kwartier te voet stappen naar of van het centrum.
De wagen kan ik parkeren langs de straat, aan de overkant.
Uistekende hotelkamer! Tegen een zacht prijsje: 60€ voor de kamer in een
vier sterren hotel, met alle mogelijke en onmogelijke snufjes.
Het bed is twee meter breed en lang, en is het beste waar ik ooit in geslapen heb.
Op de foto zie je linksboven internet televisie in de spiegel: TV,
niet alleen met afstandsbediening, maar ook met een (internet)klavier.
Heel rustig ook, aan de kant van het zwembad.
Om geen tijd te verspillen nemen we een taxi van het hotel naar de ingang
van het Alhambra.
Granada krioelt van de taxi’s, die ongeveer de helft kosten van Marbella of Fuengirola.
De chauffeur draagt geen gordel.
Op mijn vraag zegt hij: “In Granada moet dat niet”. Hm Hm.
Als je vooraf kaarten hebt besteld via het internet ga je gewoon naar een printer
aan de ingang, steek de creditcard erin waarmee je besteld hebt,
en je tickets rollen eruit.
We starten in de Generalife. Waar het Alhambra het Moorse regeringsgebouw
was van Andalusië, was het Generalife het buitenverblijf van de kalief,
waar hij kon rusten en/of zich onledig houden met zijn harem
of andere interessante onderwerpen.
De tuinen zijn de inspiratie geweest van talloze kleine en grote bouwwerken,
overal ter wereld.
Dit moet je niet alleen zien, maar ook alle andere zintuigen laten werken.
Hetzelfde waterkanaal van de andere kant gezien.
Normaal gezien gebruikt men twee kanalen loodrecht op elkaar,
met een fontein op het snijpunt.
De ganse ruimte wordt dus door de kanalen verdeeld in vier delen.
Dit moesten de vier continenten voorstellen die gekend waren in de tijd van de Moren.
De Generalife spreidt zich uit over verschillende verdiepingen,
van waaruit men de tuinen beter kan bekijken.
Sommige stukken waren bebloemd, maar het was nog iets te vroeg
om alle bloemen helemaal open te hebben.
Van bovenaf heeft men ook een beter zicht op de constructie van de bijna duizend jaar oude kanalen en fonteinen.
Ook de gebouwen van de Generalife zijn behoorlijk mooi.
Omdat in de Islam geen afbeeldingen van mensen toegelaten waren,
bleef de architecten niets anders over dan hun creativiteit bot te vieren
op geometrische figuren.
Binnen, waar de hete zon hard contrasteert met de schaduwlijnen kan men,
iets lager op de heuvel het Alhambra zien.
Tussenin is er veel ruimte met parken, wandelwegen en groene stroken.
Vanuit de Generalife volgen we binnen het reusachtige domein
de richtingaanwijzers naar het Alhambra.
De stad Granada viel als laatste in handen van de Katholieke Koningen in 1492.
Dat was ook het jaar dat Columbus Amerika ontdekte, in opdracht van diezelfde koningen.
Na de verovering op de Moren, kwamen diezelfde Ferdinand en Isabella hier wonen.
Ze woonden er tot hun dood en werden hier begraven.
In de Parador stichtte koningin Isabella een klooster, maar dat was wel toen ze nog leefde.
Genoeg vocht gezien, tijd om het te proeven.
We zoeken de weg naar het terras van de Parador, en we bestellen een
peperdure sangria, die afschuwelijk smaakt.
Dat wordt wel goedgemaakt door het prachtige panorama dat zich ontvouwt,
met ook het zicht op de Generalife.
Van hier gaan we het Alhambra in, en betreden even het paleis,
gebouwd door Keizer Karel, in Spanje beter bekend als Don Carlos.
Dit strenge Renaissancegebouw past helemaal niet bij de rest.
Terloops gezegd, het werd betaald door belasting, geïnd door de katholieken
bij de overgebleven Moren. Het is trouwens niet afgeraakt.
Slechts in de 20ste eeuw werd het dak van de tweede verdieping er op gelegd.
Het grondplan is van buiten een vierkant, en van binnen een cirkel,
maar dan is het belangrijkste gezegd.
Naast het paleis staan een paar zware katapulten stoer te wezen.
Het laatste onderwerp van bezoek is de Alcazaba.
Het is het veruit oudste deel en was een fort.
Pas enkele eeuwen later werd een verbinding voorzien naar het Alhambra zelf.
Het beheerste volledig de stad vanaf de fameuze heuvel.
Aan de ingang van het Alcazaba is een pleintje waar muziekvoorstellingen gegeven worden.
Binnen was het een militair kamp, als verdediging van de stad.
Napoleon heeft hier rond 1800, bij zijn gedwongen vertrek nog wat
explosieven tot ontploffing gebracht. Uit frustratie.
Uiteindelijk geraken via een lange wandeling terug in de stad,
op de bekende Plaza Nueva, aan de voet van het Alhambra.
Een glaasje bier kan echt smaken!
05-05-2009, 00:00 geschreven door grob
01-05-2009
KOKENETEN: kom op met dat Mexicaanse varken, resoluut de pot in!
Je moet het maar meemaken: één dag voordat we in de media
het gruwelijke bestaan ontdekken van de Mexicaanse varkensgriep,
kies en bereid ik, totaal onwetend, een gerecht uit de Mexicaanse keuken.
En dan nog eentje met varken!
Nu ja, het heeft toch superlekker gesmaakt, en bovendien vertonen we
tot dusver geen hevige griepverschijnselen.
Laten we nu even deze harde realiteit aan de kant zetten, en focussen
op de Mexicaanse keuken zelf.
Uit het uitstekende kookboek met uitsluitend Mexicaanse gerechten,
citeer ik een paar merkwaardige passages, waarvan de meeste lezers
zullen opkijken:
“De oorspronkelijke bewoners van Mexico (Maya’s) voedden zich
hoofdzakelijk met maïs, bonen, avocado’s, paprika’s, pepers,
pompoenen en vis: een evenwichtig maar weinig opwindend voedingspakket.
Naast konijn en hert at men (enkel in welgestelde huishoudens) wel
kalkoen, samen met eend het enige huisdier dat de Maya’s fokten.
Ook op dit gebied kwamen er met de komst van de Spanjaarden
grote veranderingen.”
Het slechte nieuws was dat de Spanjaarden iedereen afslachtten
die in hun weg liep, in de zoektocht naar goud en andere schatten.
Het goede nieuws was dat de overlevenden veel gevarieerder
konden koken, en eten.
Ik citeer nog even:
”De Spanjaarden brachten kippen, schapen, geiten, varkens en
rundvee mee voor de fok (in de eerste plaats voor zichzelf natuurlijk).
Behalve met deze nieuwe vleessoorten werd de Mexicaanse keuken
verrijkt met al de bijproducten: kaas, melk, eieren en vet.
Varkensvlees is ook vandaag zeer populair.
Het wordt nog steeds op Spaanse wijze bereid.”
Besluit: de traditionele mayaproducten leerde men vanaf de 16de eeuw
in Europa kennen via de Spanjaarden, en de Europese producten andersom.
Spanjaarden zijn vandaag nog altijd grote liefhebbers van bonen, avocado's,
paprika's en alle andere Maya specialiteiten.
De Mexicaanse griepvarkens zijn dus eigenlijk ook Spaanse varkens.
Wat men allemaal niet te weten komt door in een kookboek een receptje te zoeken!
Terug nu naar het gerecht, het wordt Varkensvlees met Courgette,
of oorspronkelijk “Cerdo con Calabacitas”
Het is een makkelijk recept, het is afkomstig uit Toluca (zegt me niets),
en ik heb het een beetje aangepast (zoals gewoonlijk) en succesvol
uitgeprobeerd, en het met veel vreugde en smaakvol in mijn slokdarm laten glijden.
Ingrediënten voor 4
bereiding
2 uien, 600g vleestomaten
Pel de uien en hak ze fijn
750g varkenshaas, in stukjes van 3 cm
Snij de tomaten in 8
2 el olijfolie
Verhit de olie in een wijde pot
600g courgettes
Braad de stukjes vlees aan op een hoog vuur
Zout, zwarte peper, 1 tl cayennepeper
Haal ze uit de pan en houdt ze apart
50g strooikaas in slierten
Fruit de uien in olie tot ze glazig zijn
Pel intussen de look, snijd heel fijn en bak ze kort mee
Voeg de tomaten toe en laat ze 5´sudderen op laag vuur
Was intussen de courgettes en verwijder de steeltjes
Snij ze in blokjes van ca 1,5 cm
Doe de stukjes vlees en courgette in de pan
Bestrooi met veel peper, zout en cayennepeper
Laat de ragout afgedekt 20´ stoven boven een matig vuur
Rasp intussen de kaas op een grove rasp
Betrooi het gerecht tijdens het serveren met de kaas
Opm. als er geen haas is, neem dan varkensstoofvlees, en laat dit eerst 40´stoven in ½ l vleesboeljon
Tip : geef er koude tomatensaus bij ->
Salsa’s zijn Mexicaanse “sauzen”. Bij het varkenshaasje heb ik dé meest
bekende en gebruikte salsa gemaakt, namelijk Salsa Mexicana .
Zeer eenvoudig te maken, en het is eigenlijk een koude tomatensaus,
die het varkentje helemaal ten top zet.
Op een warme zomerdag past het bij allerlei gerechten.
Het komt uit hetzelfde kookboek, en ik heb deze keer niets veranderd
aan het recept. Bewaar de saus tot gebruik op een koele plaats.
Op deze manier wordt de "saus" (die er geen is) gemaakt:
ingrediënten voor 2
bereiding
Koude tomatensaus:
Snij de tomaten heel fijn, doe de stukjes in een kom
350g vleestomaten
Pel de ui, hak hem zo fijn mogelijk, meng met de tomaten
1 witte ui, een verse rode peper
Snij de peper open, verwijder zaad, spoel af, hak heel fijn
Sap van een citroen
Voeg toe aan het mengsel en besprenkel met de citroen
Zout en verse peper
Maak af op smaak met veel peper en zout
15g verse koriander of peterselie
Hak de koriander grof en schep ze door de saus
Het is de tweede maal dat ik dit bereid, en het zal zeker de laatste keer niet zijn.
Drink er een glaasje (of twee) rood bij. Smakelijk.
Gemaakt naar TimeLife, Koken in de Wereld, Mexico pag.54 en 95
01-05-2009, 00:00 geschreven door grob
28-04-2009
Zuurstof in Zutendaal
In 2006 waren we weer met Olaba(*) in Limburg voor enkele dagen.
Een meerdaags arrangement in een fietshotel.
De eerste dag van dit verblijf in Zutendaal had ik
een Ranger ingehuurd voor een tocht door het kreupel-
en ander hout, Olaba gegidst dus door een professional.
Die Rangers zijn verbonden aan het Nationaal Park Hoge Kempen,
een uitgestrekt natuurgebied in Limburg, met een vijftal ingangen.
Dat was de eerste attractie die ik in petto had voor de Olaba’s(*):
een geleide zoektocht naar eetbare planten en kruiden,
en daar dan zelf pannenkoeken mee bakken (en opeten!).
We gingen dus de wijde natuur in, en vonden wat we zochten.
Iedereen had een plastic bakje vol met natuur, en achteraf werd samen met
de Ranger de best eetbare selectie gemaakt in het Rangerhuisje.
Zo zag het er uit als het flensje met paddenstoelen en kruidjes gebakken was.
(let niet op het bestek: dit was bestemd voor iemand met een supergrote honger)
Met Marc aan de pannen krijgt ieder zijn deel van de pret.
We verblijven in Zutendaal, de gemeente met het hoogste bosgehalte in Vlaanderen.
Onze stek is hotel “The Oak”, gerund door Hilde en Paul.
Gina was ’s morgens bijzonder goed geluimd.
Zodanig zelfs dat ze telkens verscheen in haar pyjama op
het balkon om de nieuwe dag te begroeten.
Hilde doet alles en nog wat meer op culinair gebied.
Hier worden we getrakteerd op een merkwaardig lekker drankje “maison”,
waarvan ik de inhoud niet meer ken.
We hebben uiteraard gefietst naar alle windrichtingen, maar Zutendaal zelf
heeft een bijzondere attractie: het Blote Voeten Wandelpad !
Dit was dan de tweede verassing die ik de Olaba’s heb laten ondergaan.
In 2006 is het pad open gegaan voor het publiek, dus weer hadden we een primeur.
In feite is het vlakbij het huisje van de Rangers, op de Lieteberg.
Wat het bevruchtingsstation ermee te maken heeft, is me tot op vandaag niet duidelijk.
Er zijn in de naaste omgeving allerlei lokalen en gebouwen, zoals een vlindertuin,
een insectenmuseum enz.
Misschien zit er ook wel ergens iets anders tussen. Wie zal het zeggen…
Allerlei ondergronden krijg je onder je blote voeten.
Je kunt er bijvoorbeeld ook de boel op stelten zetten.
Links en rechts zijn er ook rusthoeken, met de voeten eindelijk in de lucht,
na het gras, steen, hout, bladeren, keien, modder, balken, bruggen enz.
De doolhof was nog in opbouw. Gelukkig voor ons.
Gelukkig is er ook nog het stuk met het zompige modderwater, waar je voeten
steevast 10 cm ingezogen worden. Zalig gevoel, maar zie dat je niet valt!
Erik staat toch op het punt ten onder te gaan in dit bruine zandbankwater.
Nog net in staat om zijn laatste heilige woorden uit te schreeuwen: “Eau la-bàs!!!!! ” (*)
Uiteraard was fietsen de activiteit numero uno.
Hierna vind je een (te) kort overzicht van een gedeelte van de fietsactiviteiten.
Fietsen is het domein van Paul, de grote man van The Oak. Nergens in Limburg
vind je zoveel fietsinfo als hij ter beschikking heeft, en allemaal zelf gemaakt.
Een droom voor de recreatieve fietser. Je moet dat zien.
Voor meer informatie, klik: www.fietseninlimburg.be .
Langs Limburgse wegen kom je het ganse jaar het Carnaval tegen.
Maasmechelen Village Shopping Center is ook zo’n bijzondere attractie.
Gelukkig hebben we de Olabadames (moeilijk) ervan kunnen overtuigen dat er
niet veel tijd meer voorhanden was om uitgebreid te gaan shoppen. Oef.
We hebben ook de Landcommanderij Alden Biesen uitgebreid bezocht,
met inbegrip van de taverne. Ook alle dames konden genieten van de omgeving.
Lut is vandaag wel een tikje zenuwachtig, want morgen is het haar verjaardag.
Meestal viert ze haar verjaardag in Limburg, maar deze keer is het speciaal.
Je mag zelf raden hoe jong ze wordt.
Yvette is daar nog lang niet aan toe, en kan zich dus volledig ontspannen.
Yvette gaat plat.
Aan de waterkant hebben we ons hart en onze blik verpand.
Allemaal diep ademhalen!
In een groot donker bos met een toverkasteel wordt Lut voor haar speciale verjaardag
op een voetstuk geplaatst.
Een van de leukere fietsuitstappen is het bezoek aan Maastricht: een prachtige en
sfeervolle stad. Ook de Nederlandse Limburgers weten wat Carnaval is,
en in september zijn de sporen bij lange nog niet uitgewist.
Erik wil, als meester-kunstenaar, de poppen langs alle kanten bekijken.
De Zuid-Willemsvaart begint in Maastricht in “’t Bassin”, een leuke plaats
om een vochtige halte in te lassen.
Ook in Nederland hebben ze lekkere (Belgische) bieren.
Ik zelf oefen met een Kasteelbier.
Kan je zien aan de vorm van het glas natuurlijk.
In de deur van de Capitainerie zie ik mezelf weerspiegeld, zelfs met een bosrijke
achtergrond, en boven een bord met een bospannenkoek.
Dan zal het “President for life” ook wel niet kloppen.
Iemand heeft deze foto gemanipuleerd. Zeker iemand van Olaba.
Hier staan alle vier de musketiers paraat, geflankeerd
door d’Artagnan, die in Maastricht in een veldslag
tussen Fransen en Nederlanders gesneuveld is.
Een must als je in Maastricht bent is natuurlijk een bezoek aan de Sint Pietersberg,
met onder andere de mergelgrotten. Een extra jas is daar geen overbodige luxe.
Zeer interessante rondleiding met gids, over de lotgevallen van de vroegere
bewoners, de gebruikte technieken om de stenen te snijden,
de kunstwerken en honderd dingen meer.
Eindelijk is het zover. Lut verjaart! Ze heeft voor deze gelegenheid
haar lievelingsknuffel (na Marc) meegebracht.
Lut zit er wat zenuwachtig bij, maar dat zal snel verbeteren,
want de glazen lonken.
Uiteraard wordt haar voor deze speciale gelegenheid een belangrijke Olaba oorkonde
ter hand gesteld, vakkundig gecreëerd door Erik.
Zie je het getal 60, verwerkt in "Olaba"?
Paul en Hilde van The Oak vieren mee en zorgen voor de vergulde verjaardagskroon.
De maat schijnt alleszins te kloppen. Hilde mag tevreden zijn.
Tot slot wordt met zijn allen het glas geheven, en wordt er gezongen van
“Happy Oakie/Birthday to you”. Kijk hoe Lut straalt met haar gouden kroon.
Sinds onze komst in 2006 is er veel veranderd in Zutendaal!
Zelfs de Heilige Maagd Maria is er nu verschenen!
Wordt dit nu het nieuwe Lourdes of Scherpenheuvel?
Go and find out.
Wij zijn al in 2007 teruggefietst vanuit Tongeren, omdat iemand het jaar daarvoor
zijn reiswekker vergeten had.
Alle “beweeg”redenen zijn goed natuurlijk voor Zutendaal.
Dit is een foto van Greta en mezelf net vóór onze terugkeer naar de kust.
We hebben het er weer goed van afgebracht, en we zijn volledig ontstressed..
(*) Olaba = Organisation de loisirs agréables et blabla amical.
Voor details, zie vroegere stukjes.
28-04-2009, 00:00 geschreven door grob
24-04-2009
KOKENETEN: zonder balletjes
Deze titel heeft helemaal niets te maken met het vorige stukje
over de stierenarena van Granada en het bijbehorende restaurant
en haar specialiteit : de Tortilla de Sacromonte.
À propos, we zijn net terug van een heerlijke hoog-en-droog driedaagse,
en we hebben geen te riskante dingen gegeten, maar daarover later meer.
Wat ik bedoel met “zonder vleesballetjes”, is dat de soep die nu en hier
ter sprake komt geen met de hand gerolde balletjes bevat.
Het recept beschrijft de enige echte Portugese Soep ,
en daar komen geen soepballetjes aan te pas.
Het recept van deze maaltijdsoep is voor de eerste maal op deze manier
genoteerd en gepubliceerd door een zekere Jean Hewitt in The New York Times
Weekend Cookbook.
Merkwaardig dat zo ’n “arm” Portugees gerecht terechtkomt in een chique
Amerikaanse publicatie. En vanaf vandaag ook op een minder chique weblog.
ingrediënten voor 8
bereiding
1.5 kg rundvlees (ragout)
halveer de kool, verwijder de nerven, snijd in reepjes
pezo
snijd de broccoli in fijne roosjes
olijfolie
ontdooi de spinazie in de microwave
3 uien, in plakken gesneden
strooi flink wat pezo over het vlees
2.5 l water
verhit de olie in een soepkasserol
150g witte bonen
braad hierin het vlees snel aan alle kanten bruin
150g bruine bonen
voeg de uien en het water toe en breng alles aan de kook
3 of 4 chorizo’s
deksel er op en laat een tot anderhalf uur lang zachtjes pruttelen
500g witte kool
voeg de kalfsfond er aan toe; kijk of het vlees gaar is
500g broccoli
haal het vlees uit de pot en snij het in kleine blokjes
500g diepvriesspinazie
doe het weer terug in de pot
1 el kalfsfond poeder
laat de worst (of blokjes chorizo) 5’ meekoken
voeg de kool toe en laat 5’ met deksel op de pan meekoken
roer de broccoli en de bonen erbij en laat die ook meekoken
doe de spinazie erin en laat heel kort meekoken met deksel
kruid eventueel bij en dien op
houd de rest bij in de diepvries
Tip: neem in Spanje ‘Taquitas de Chorizo’; dit is chorizo die al gesneden is in kleine blokjes, zoals spekjes
Het oorspronkelijke recept vraagt naar gedroogde bonen, bruine en witte,
die een nacht geweekt worden. Ik heb het ook op die manier gedaan,
maar waarschijnlijk heb ik steenbonen gebruikt, of boonstenen,
want ze vertikten het hardnekkig om mals worden.
Het is dus beter en zekerder om bonen uit blik te nemen en die pas
op het einde toe te voegen.
Voor de rest is alles eenvoudig te bereiden.
Op dit prentje gaat de spinazie er bij, na opwarming in de microwave.
Men gebruikt de voor mij onbekende chourico (Portugese worst),
maar je kunt even goed de beter bekende Spaanse chorizo nemen
(worst met look erin, en zachte paprika), die je overal kan vinden.
Van de gebruikte witte kool had ik genoeg aan minder dan de helft.
De rest bewaart heel lang in de koelkast, en je kunt er achteraf
nog allerlei dingen mee doen.
De eenvoudige, maar lekkere soep verlangt enkel nog naar een stuk brood
voor een volledige en gezonde maaltijd.
Smakelijk.
Gebaseerd op TimeLife, Soepen, pag. 153
The New York Times Weekend Cookbook
24-04-2009, 17:40 geschreven door grob
19-04-2009
Drie dagen hoog, maar droog.
Vandaag zal de berichtgeving iets korter zijn, wegens de voorbereiding
van een een driedaagse trip waar we morgenvroeg aan beginnen.
Het zal een citytrip zijn, of eigenlijk een provincietrip.
We gaan vanaf de kust omhoog naar de provincie Granada.
We volgen eerst de zee via Malaga, dan landinwaarts naar Velez Malaga.
Veel hoger plannen we een bezoek aan en een lunch in Alhama de Granada.
Goed gevuld met tapa's bollen we dan naar hotel Saray in Granada,
waar we twee nachten verblijven.
De weersverwachting voor Granada is top! Hoog, maar toch wel droog.
Woensdag komen we terug via de natte “waterstad” Lanjaron, en Motril,
want we willen daar op zoek gaan naar de kapper van Queen Fabiola.
We hebben nog een jobke voor hem. Ik zeg niet welk.
Een verslag van deze driedaagse mag je uiteraard na afloop verwachten.
PS. Volgens de boekjes kan je heerlijk eten in een restaurant binnen de
Plaza de Toros ofte de stierenarena van Granada.
Maar ik ben er niet helemaal gerust in.
Iedereen kent wel die mop van de lekkere grote vleesballen die daar
geserveerd worden, tot er uiteindelijk iemand twee kleintjes op zijn bord krijgt...
Er zijn nog wel genoeg andere minder risicovolle resto’s.
Trouwens, Granada is de wereldhoofdstad van de tapas .
Naar het schijnt de enige stad, waar je nu nog gratis een tapa krijgt
bij elk glas bier of wijn. Geen resto's meer nodig bijgevolgt?
Het is onze plicht en roeping om dat ter plekke uit te zoeken!!
P.S. maar zelfs voor de tapas zullen we moeten opletten.
Neem nu een lekker stukje Rabo de Toro (stierenstaart).
Heerlijk mals, gemarineerd vlees.
Nu las ik (oef, gelukkig maar) dat er overal een tapa wordt geserveerd
onder de veelbelovende naam Tortilla de Sacromonte .
Sacromonte is een wijk van Granada.
Die tapa bevat de andere kant van het stierenlijf ten opzichte van de
Rabo de Toro. Het is dus een omelet, gevuld met stierenkl…
Echt waar! Oppassen geblazen dus.
Hasta la proxima.
19-04-2009, 23:11 geschreven door grob
16-04-2009
KOKENETEN: Vasken of Basken
Als we hier naar een Spaans restaurant gaan, zien we regelmatig een gerecht
op de menukaart met een bijvoegsel “a la Vasca ”.
Wat bedoelen de Spaanse koks daarmee?
Als je verder leest ga je het weten, en dan moet je het niet meer vragen
aan de camarero.
Om te beginnen:
wat wij de Golf van Biskaje noemen, wordt door de lokale bewoners Viscaya genoemd.
Spanjaarden, en in het bijzonder de Basken zijn er zelf nog niet helemaal uit, wanneer
ze de V of de B moeten spreken/schrijven, en daarom spreken ze het maar hetzelfde uit.
Daarmee is het voor hen opgelost en is de kous af.
“A la Vasca ” op een menukaart is altijd een gerecht, bereid met wijn en groenten.
Dat kan zowel vis als vlees zijn, of om het even wat.
Niet te verwarren met “A la Viscaina ”, want dat is op Biskaaise wijze,
Dit is met zoet en uitgesproken scherp paprikapoeder.
De Baskische keuken heeft een erg solide reputatie in Spanje.
Goed koken en lekker eten zijn bij de Basken bijna tot een nationale sport geworden,
die men in verenigingsverband beoefent.
De koks sluiten zich aan bij gastronomische clubs, met eigen keukens en resto’s,
waar de leden samenkomen om te experimenteren met nieuwe recepten en
het resultaat gezamenlijk te testen.
Wie onlangs “De Bende van Wim” volgde op TV, heeft dat ook van dichtbij kunnen zien.
Het hier voorgestelde gerecht vandaag is “Pavo a la Vasca” , kalkoen op zijn Baskisch.
Eigenlijk is het oorspronkelijke gerecht in het kookboek “Pollo a la Vasca”,
met een stuk kip dus, maar een sappig kalkoenfiletje is een leuke variant.
Heel eenvoudig te maken: wat snijwerk, af en toe iets in de pan leggen en klaar is kees.
Iedereen kan dit natuurlijk. Zelfs ik.
ingrediënten voor 2
bereiding
300g sjalotten in schijven gesneden
bereid de rode paprika’s indien verse, snijd in reepjes
rode paprika (250g)
kruid de kalkoenlapjes met pezo, tijm, rozemarijn
(Spanje: troceado, in stukken)
snijd de ham in blokjes (of koop de blokjes: in Spanje)
100g (Serrano)ham (in blokjes)
maak de groene paprika’s schoon, verwijder zaad en
groene paprika (400g)
zaadlijsten en snijd ze ook in reepjes
3 teentjes look
pel de lookteentjes, snijd ze zeer fijn
4 dunne kalkoenlapjes
rol de kalkoenlapjes op en prik ze eventueel vast
3 el olijfolie
verhit de olie in een braadpan
pezo, tijm, rozemarijn
braad hierin de stukken kalkoen aan op hevig vuur
2 el tomatenpuree
haal ze, als ze mooi gekleurd zijn, uit de pan
2 à 3 glazen droge witte wijn
bak de sjalotten in het resterende vet lichtbruin
voeg de ham, tomatenpuree en de paprika’s toe (*)
doe de lookteentjes erbij en de wijn
schik de stukken kalkoen op het groentebedje
laat 30’ zachtjes stoven
(*) indien troceado rode pepers: laatste 10’ toevoegen
serveer de kalkoen met aardappels
Eventueel kan je er, naar smaak, nog wat Cayennepeper bij doen,
of bijvoorbeeld een stukje gedroogde Piment d’Espelette (uit Frans Baskenland).
(zie: “Tonijn op Baskische wijze” op datum van 30.11.08)
Eenvoudig opgediend in de pan, met gekookte aardappel.
Lekker met een Spaans rood wijntje.
Hier heb je nog eens een close-up tijdens de laatste fase op het vuur.
Het ruikt heel aangenaam, ziet er heerlijk uit, en smaakt naar nog.
Buen approveche.
16-04-2009, 00:00 geschreven door grob
13-04-2009
Olaba(*): fietsen door de Limburgse mijnstreek (einde)
Ik heb gezien dat in deel 3 een beloftevolle foto verdwenen is,
daar waar Erik door de periscoop kijkt boven op de mijnterril.
Die gemiste foto zet ik nu toch hieronder, want hij heeft een mooie meerwaarde.
Van op 75 m hoogte, zie je van dicht bij de terril, waar de begroeiing
zich maar zeer traag ontwikkelt, door de uiteraard onvruchtbare ondergrond.
Dan komt, aan de voet van de terril, de cité waar de mijnwerkersgemeenschap
leefde, dan het Limburgs bronsgroen eikenhout.
In de verte ten slotte priemen de liften van de koolmijn van Winterslag.
Waarschijnlijk is de foto vorige editie in een of ander zwart gat gevallen,
wat vrij logisch is in deze streek met zeven koolmijnen.
Hier komt het ultieme verslag:
Laatste deel: de westelijke verfrissing
De rit gaat vandaag in de richting van het westen, de enige windrichting
die we deze week nog niet verkend hebben.
Door het vroege ochtendlijke uur slaat de president (that's me) de Olabal mis
en vertrekt in een volledig verkeerde richting.
Geen nood echter, de weg valt op zijn pootjes, en de Olabapresident ook.
Erger is het gesteld met het weer.
We ondergaan enkele druppels, maar na 6 jaar zon mogen we ons gelukkig prijzen.
Meestal is het arrangement dat we boeken gedekt door de Limburgse “Slecht
Weer Garantie”, maar ook dit jaar zullen we daar geen beroep moeten op doen.
Vorig jaar in Haspengouw was de weerstoestand iets beter, maar daartegenover
stond het nogal kuitenbijtende heuvelachtige parcours. Ik mocht zelfs via officieuze
bron vernemen, dat men dat gedeelte van de provincie Limburg zou gaan herdopen
in Klimburg.
Westwaarts rijden we in de richting van een grote plas (water).
Onderweg stoppen we even voor de fotograaf, en om de benen te strekken,
behalve Erik, die ze nog eens extra in de plooien legt.
We gaan vandaag het rondje maken van het Schulensmeer, een grote
kunstmatige watervlakte, ontstaan door zandwinning voor de autosnelweg.
Bij aankomst staat een rustbank op de goede plaats voor ons.
Ook de fietsen mogen zich nu even ontspannen. Take 5.
Gina is maar al te blij haar kennis over het Schulensmeer op te kunnen krikken,
met dank aan het hier aanwezige didactische paneel.
Bob vindt het meegebrachte water eerder uitzichtloos, en met grote zekerheid te
weinig calorieën en vitamine C bevattend.
Later op de dag zal deze ongunstige toestand worden verbeterd.
Uitermate rustig is het hier.
Alleen worden we argwanend gade geslagen door drie wankele zusters
tijdens hun ochtendwandeling.
Hier nog een vogel die er heel tevreden uitziet door het bestaan
van deze waterplas.
Maar, is het een fuut of een kluut? Waarschijnlijk weet hij het zelf ook niet.
Aan didactische borden is er geen gebrek, maar de boodschap
komt soms eigenaardig over.
“Begrazing door koeien van het ras Blonde d’Aquitaine”, lees ik hier, en jullie ook.
Een lichte kokhalzing maakt zich van mij meester.
Waarom geen Blonde van Grimbergen bijvoorbeeld?
Die kennen we tenslotte nog van in Alken.
Aan het midden van het meer stoppen we aan een veelbelovende horecazaak,
maar ze is gesloten. We moeten dus zelfs de handen niet uit de zakken halen.
Pech ook voor Gina.
Ze schakelt de grote middelen in, en tuurt zorgvuldig de horizon af naar waar het
volgende aperitief zich zou kunnen aandienen.
Yvette anderzijds, is één met de natuur, en toont wat ze gevonden heeft.
En toch zit hier ook weer een stevige hint en vingerwijzing in,
want ze staat hier te pronken met een krans van hopscheuten,
essentieel onderdeel van de Blonde Grimbergen en de Leffe. Hint!
We leren alle dagen bij.
Deze zandwinning wordt (soms) ook gebruikt als overloop,
indien de hoeveelheid water in de buurt wat te groot wordt.
“Het wassende water getemd” noemen de Limburgers dat.
Van een paar wielruiters wordt stiekem een foto genomen doorheen het ronde gat
met behulp van de O van Olaba.
Een waterput doet in ieder geval denken aan water.
Water doet denken aan bier, want het is hét hoofdbestanddeel.
Sommige bieren bevatten trouwens niets anders.
Alles wat we verder onderweg zien wordt nu een kwelling.
Geen enkel fietscafé verschaft ons op korte termijn zijn gastvrijheid.
Hijg, hijg, hijg.
Deze visuele verleiding mag ook meetellen…
Een publiciteitsbord, een eindje verder, doet er nog een schepje bovenop.
Eerlijk waar toch: de beste fietscafés ter wereld vind je in Limburg.
Ze hebben jáááren voorsprong op de rest, en dat zal zo nog wel een tijdje blijven.
Maar, ze moeten open zijn natuurlijk, ten minste als wij er aankomen.
Het opeengestapelde Olaba geduld wordt toch beloond als we ter hoogte komen
van fietscafé “de smis”, waar een hartelijk gezind welkomstcomité ons opwacht.
Eenmaal binnen, is het hoogste leed geleden.
We kunnen ons eindelijk storten op de Leffe van het Vat.
High spirits voeren de boventoon vanaf nu.
De lichamelijke leidingen laten zich gedwee vollopen met het blonde nat,
en een sanitaire beurt komt er aan.
Groot is mijn verwondering als ik deze intieme vertrekken betreed.
Voor de eerste maal in mijn leven word ik geconfronteerd met
een vreemd soort apparaten.
Deze toestellen zijn urinoirs met een gaspedaal (voor prostaatpatiënten?).
Onder de indruk en onder invloed rijden we verder, tot we een
ruiterstandbeeld zien, waar een ridder en een paard in schitterende outfit
geconfronteerd worden met een paar doordeweekse dorpsduiven.
De helm van de ridder heeft een oogspleet aan de bovenkant.
Slecht middeleeuws design is dat. Als de linkse duif naar de WC moet,
dan gaat de ridder problemen tegemoet met zijn zicht.
Misschien dat hij om die reden preventief al een lange (blinden)stok bij zich heeft.
Het marktplein van Herk-de-Stad vormt het decor voor het ultieme tafereel.
Na het Laatste Middagmaal zullen we tot de finish gaan.
We kiezen voor “De Gulden Mortier” om de laatste nodige krachten
op te doen en ons te wapenen voor de terugkeer.
Eten met een design look, en wel heel lekker.
Culinair visstandje met brochette.
Voor deze pastaschotel is Greta zelfs bereid met de fiets
naar Zjakkamakka te rijden.
Mijn eigen keuze lijkt op het eerste zicht een half mislukt vogelnest.
Ik moet terugdenken aan de duiven van daarnet.
Tot slot nog even een altijd blijvende herinnering ophalen…
Maar het belangrijkste na vier dagen is de big O van Olaba.
Dag 4, knopen: 302-303-312-313-314-353-195-194-193-179-94-302
Afstand is 48 km à 14.1 km/u
De officiële, maar altijd foute Bob kilometerteller, geeft in totaal 185 km.
Vorig jaar bedroeg de totale afgelegde weg 197 km, maar dan waren we wel jonger .
(*) Olaba = Organisation de loisirs agréables et blabla amical.
Voor details, zie vroegere stukjes.
13-04-2009, 00:00 geschreven door grob
09-04-2009
KOKENETEN: kip XXXL, met een hete speksaus, en nog wat.
Deze week presenteer ik drie recepten voor de prijs van één, omdat het Pasen is.
Het hoofdbestanddeel is kip, uiteraard een must met Pasen.
In alle bescheidenheid durf ik er aan toevoegen, dat dit gerecht
(voor mijn persoonlijke smaak) het beste is wat ik dit jaar gemaakt heb.
Zelfs een startende kok als ik kan (toevallig?) toch ook wel eens scoren
of wat geluk hebben in de keuze van de recepten en de bereiding!
Merkwaardig is dan nog dat ik het recept met kip simpelweg had gekozen
wegens zijn lange, en grappige naam. In het kookboek staat dit recept vermeld als:
“Erskine Caldwell’s Genuine Southern Fried Chicken”.
Uit de USA. Alstublieft. XXXL.
De Amerikanen kunnen niet koken, maar wel de grappigste namen bedenken.
Het geheim van deze kipbereiding zit hem daarin, dat hij een nacht geweekt
wordt in melk. Hierdoor krijgt hij een ultra softe smaak, een beetje te vergelijken
met Tandoori-kip van de Indiërs, maar beter van smaak, en met een lage
moeilijkheidsgraad om te bereiden.
Ik lees in het kippenkookboek dat (citaat)
“Sinds de invoering van wetenschappelijke intensieve kweektechnieken
zijn kippen gegarandeerd vlezig en mals.
Maar omdat ze op een standaarddieet gesteld zijn, en weinig beweging
krijgen, heeft het hedendaagse gevogelte een fantasievol maar verstandig
gebruik van marinades, sausen en /of vullingen nodig om hun smaak te verhogen.”
Dus het kippetje krijgt zijn marinade, en ook andere aanvullingen om het
yammie-yammie te maken.
Zo zag Erskine Caldwell zijn eigen kippetje evolueren:
ingrediënten voor 2
bereiding
2 stevige kipfilets
snijd de kipfilets in 3 stukken
½ l halfvolle melk
zet de stukken kip een nacht in de melk,…
1 ei, losgeklopt
waaraan het ei, wat zout en een scheut tabasco is toegevoegd
zout
laat de stukken kip uitlekken in een vergiet, en dep ze droog
tabasco
haal ze door een mengsel van half bloem, half paneermeel
1 el bloem
bak ze in olijfolie tot ze bruin zijn
1 el paneermeel of broodkruim
doe ze dan 10 à 15’ in een oven op180°
olijfolie
heel lekker met gegrilde tomaten en een hete speksaus
Welke groenten komen in aanmerking? Bij een kip is er keuze te over.
Maar, mits de kip in de oven moet, kan de oven beter nog wat voller.
Twee vliegen in één klap.
Hoewel gebakken vliegen alleen in Cambodja op het menu staan.
De keuze valt op gegrilleerde tomaten . Ze doen denken aan de zomer en BBQ.
Ook weer heel eenvoudig te bereiden.
Ik had het vroeger al eens met succes bereid bij kalkoenspitjes met wortel-rijstsalade.
ingrediënten voor 2
bereiding
4 stevige grote tomaten
maak de tomaten schoon, verwijder het kroontje
4 looktenen (onder olie)
snijd de tomaten met een scherp mes kruiselings in
olie, zout en peper naar smaak
pers de look en vermeng de lookpuree met de olie
basilicum(pasta uit tube)
verdeel het mengsel in de spleten van de tomaten
doe er de basilicum(pasta) bovenop
besprenkel met beetje olijfolie en grilleer de tomaten 10´
dien ze op, bestrooid met zout en peper
En zo komt het lekkere duo samen in de oven terecht.
Nu hebben we al vlees en groenten. Wat met de koolhydraten?
Toevallig loop ik door het kookboek “Salades en Koude Voorgerechten”,
en zie ik een hete speksaus staan. Vreemd hoe dat in dit kookboek terecht komt.
Het is geen salade, en nog minder een koud voorgerecht.
Misschien heeft de receptenverzamelaar dit in het boek gezet op een maandagmorgen.
Ik vergeef hem, want het is lekker, zeker in combinatie met de rest.
À propos, in België gebruikt men regelmatig een microgolfoven.
In Nederland niet, maar de keukens blijken daar uitgerust met een magnetron.
Er is geen enkel verschil. Omdat statistisch 25% van de lezers van deze weblog
Nederlanders zijn, is het mijn plicht ook voor hen de recepten leesbaar
en gebruiksvriendelijk te maken. Ziezo.
Nu weten ze inmiddels nog niet dat “piepers” aardappelen zijn, maar ja,
alles op zijn tijd.
ingrediënten voor 2
bereiding
1 el sherryazijn
schil en kook de aardappelen (in de microgolfoven)
4 el olie + olie om te bakken
bak het spek even aan in een pan en giet het vet weg
pezo
maak in een kommetje de vinaigrette
2 grote of 4 kleine aardappelen
doe er het spek en de gesnipperde ui bij
100g blokjes gerookt spek
giet deze saus opnieuw in de pan, breng het aan de kook
1 gesnipperde ui
draai het vuur laag, laat het vocht een tijdje pruttelen
zet er geen deksel op, roer af en toe tot de uien zacht zijn
snijd de hete piepers in schijfjes (warm!)
rangschik ze op een verwarmd diep bord
giet de warme saus gelijkmatig over de aardappelen
dien de salade meteen op
Je ziet hoe mijn spieren zich spannen (van de schrik)...
Het spek wordt voorzichtig uit de pan geschept, en alles is klaar.
Alles heeft zijn weg gevonden naar de tafel: de tomaten,
met de lookpuree en de basilicum.
Verder zie je de gebronsde kipfilets en de hete speksaus op de schijfjes
aardappel.
Ik heb er ook nog een gemengde salade bijgedaan, om het feest
compleet te maken.
Superlekker!
Lichtjes gebaseerd op:
TimeLife Gevogelte pag.98
Eten van grill en BBQ pag.88
TimeLife Salades en Koude Voorgerechten pag.29
09-04-2009, 00:00 geschreven door grob
05-04-2009
Olaba: fietsen door de limburgse mijnstreek (deel 3)
Op zoek naar de kolenput
De Olaba’s hebben blijkbaar goed geslapen en ontbeten.
Hoog tijd om nog de briefing van de dag door de strot te duwen,
want ze weten nog niet wat een “hulleput” is.
Voor de aandachtige lezer: het is het Kempische woord voor koolmijn.
Dat is waar we vandaag naartoe rollen.
Alle koolmijnen liggen (of eerder “lagen”) ten noorden van het Albertkanaal.
We starten langs het kanaal en slaan een oude spoorwegbedding in,
waar de rust voor vele kilometers verzekerd is.
Uiteindelijk komen we bij de vroegere mijn van Zolder terecht, vlak naast
de schacht en de lift, die zich als een baken boven het landschap verheft.
Gina is zo onder de indruk van deze historische plaats, dat ze nauwelijks
haar traantjes kan bedwingen. Een knuffel van de president is nu hard nodig
om ze weer op de been en in de harde realiteit te brengen.
Wat overblijft van de reusachtige mijngebouwen is prachtig gerestaureerd…
…en er is wekelijks een drukbezochte marktdag op het grote plein aan de mijn.
De vroegere lavoir (nu genoemd “Den Lavaar”) waar de kompels zich konden
ontdoen van het zwarte gruis is nu een reusachtig en prachtig fietscafé,
met feestzalen en reusachtige ondergrondse ruimtes.
Het wordt ook opengesteld als continue expo en ideeënbron voor “Duurzaam Bouwen”.
Een goede week geleden zag ik nog in het Tv-nieuws dat hier het grootste
zonnepanelenpark van België helemaal afgewerkt is.
Dit up-to-date fietscafé is een openbaring. Wat een ruimte!
Een vreemd gevoel is het vrij rond te lopen op een site waar vroeger zo hard
en intensief werd gewerkt, en waar nu een geweldige rust van uitstraalt.
Sommige Olaba’s worden er poëtisch van en nemen prachtige en originele foto’s.
Industriële archeologie, die men bewust behoudt, staat hier hand in hand
met de nieuwste ontwikkelingen in de techniek.
Ook vanuit zuiver artistiek oogpunt valt hier wat te beleven:
oogstrelende combinaties van lijn en licht vervangen de grauwe toestanden
van de koolmijnen van vroeger.
De strakke, erg esthetische lijnen van de architectuur zullen zeker
andere gevoelens hebben opgewekt bij de toenmalige mijnwerkers,
dan bij de relaxte bezoeker van vandaag.
.
Een lieve fietscafédame zorgt er eerst voor dat onze zakken veilig achter
slot zitten , in de diepe ondergrondse labyrinten, en we reserveren alvast
voor de lunch in Den Lavaar.
We starten van hieruit een wandeling langs de oude mijncité met kerk en moskee.
Enige aarzeling ontstaat over de startplaats en beschrijving van de wandeling,
maar na wat verkeerd over en weer sjokken, hebben we de juiste richting te pakken.
De zogenaamde cité bestaat uit kleine mijnwerkershuisjes, en grotere
van de ingenieurs en de directie.
Het is een ervaring om de sfeer eens te proeven van hoe het destijds eruit zag.
Langs een bosrand verlaten we de cité, waar ook nieuwbouw de oude huisjes
begint aan te vullen.
Bloemen heten ons welkom met hun beste kleuren.
We verlaten de bewoning en komen opnieuw in een natuurlijke omgeving.
Links en rechts krijgen we sporadische signalen dat de herfst al achter
het gordijn loert, hoewel deze paddenstoel zich probeert te vermommen
als een doordeweekse aardappel.
Het wandelpad volgend komen we langs de mijnterril van Zolder.
Vandaag is deze oude afvalberg geëvolueerd tot een toeristische attractie
in dit vlakke Limburgse landschap.
Zes flinke Olaba’s hebben de ambitie de kegel van 75 m hoogte te beklimmen,
langs een aangelegd pad.
Hier aan deze picknicktafel wordt nog even diep ademgehaald vóór de beklimming.
Marc en ikzelf blijven op de begane grond om onze knieën wat te ontzien,
en om de vestiaire te bemannen.
Op de top van de terril staat een periscoop, vanwaar je de verre omgeving
kan bespeuren. Erik probeert hem als eerste, met succes.
Dichtbij zie je (zelfs met het blote oog) de cité en verder weg, langs de horizon
priemen de liften van de mijn van Winterslag.
De dames lijken een beetje afkerig van de periscoop.
Ze lijken zich ongerust af te vragen waarvoor de rode roede moet dienen.
Tezelfdertijd komt bij Erik zijn jeugddroom weer eens opgeweld:
als kind had hij al de ambitie om concertdirigent te worden.
Als de drang plots opkomt, kan hij het echt niet verbergen,
en moeten de bewegingen er even uit.
Alle Olabadames dalen gezwind, eendrachtig, en arm in arm de heuvel weer af.
Eén enkele verstopte (letterlijk te nemen, niet in de betekenis van verborgen)
Olabadame komt lichter terug na de wandeling dan vóór het vertrek.
Na de terugkeer tot bij de vestiaire wordt dringend het interne vloeistofniveau
opnieuw op peil gebracht.
We maken de wandelcirkel af en keren terug naar Den Lavaar via een andere weg,
met bloemen langs de kant.
Aan de lunchtafel van Den Lavaar worden heerlijke spijzen en dranken geserveerd
door een leuk Caraïbisch meisje, maar Marc en Luc hebben toch nog meer oog
voor hun lekkere pasta’s.
We keren terug naar De Kluis langs een andere spoorwegbedding en vanaf
het hotel rijden we nog een korte afstand verder tot het Circuit van Terlaemen.
Groot is de verwondering over het aantal snelfietsende jonge macho’s en
oudere renners die, zelfs bij dit minder goed weer (het regent enkele druppeltjes),
op het circuit talloze rondjes maken.
Overdag wordt dit snelheidscircuit afgehuurd door (vooral) motorclubs,
de VAB, en andere organisaties om bolides of andere gewone
twee- of vierwielers te testen.
Als we hier ‘s morgens voorbijkomen is het een lawaai van jewelste.
Wanneer deze snelle jongens verwenen zijn, mogen niet gemotoriseerde
wielertoeristen (gratis) het circuit op.
En dat zijn er honderden, uitgedost alsof ze de Ronde van Vlaanderen gaan rijden.
Wij passen eigenlijk niet in dit plaatje, en worden door de “echten”
bekeken als marsmannetjes en –vrouwtjes.
Maar de gelegenheid om hier eens rond te toeren kunnen we niet laten liggen.
Acht verschrikkelijke Olabolides gaan het circuit op, tussen de snelheidsduivels!
Hier zie je Greta en Luc op volle traagheid, in een scherpe bocht net voorbij
de tribunes, waar de bandensporen aantonen dat de profs hier regelmatig
uit de bocht gaan. Met onze snelheid is daar weinig kans voor.
Onze eigen Olaba “Formule 123” wedstrijd wordt glansrijk gewonnen door
Yvette, de taaie tante.
Ook Bob en Lut zetten een uitstekende prestatie neer.
Iedereen is blij na dit bravourestukje, maar moet toch even naar adem happen,
want er zijn zelfs maximumsnelheden gehaald tot 20 km/uur.
We staan hier aan de ingang van de pits (zonder pitspoezen weliswaar),
terwijl de macho’s hun zoveelste ronde op het circuit beginnen en
ons voorbij rijden met zoevend peletongeluid.
Dit is een ervaring die we niet vlug gaan vergeten.
Terlaemen met de fiets is een sterke aanrader!
We verlaten het circuit. Steil gaat het fietspad van hier naar boven en dan weer
naar beneden en terug naar het hotel.
We nestelen ons nog even voor een verfrissend drankje op het Kluisterras,
waarbij de zon opnieuw van de partij is.
Het is een harde dag geweest, met weer een aantal nieuwe ervaringen,
en daarvoor zijn we hier.
Maar ook voor een lekker diner natuurlijk.
Tijdens de aanloop wordt de tijd gevuld met de Lierse Dialect Quiz,
die zelfs de Antwerpenaars op het verkeerde been zet.
Knooppunten: 302-303-304- wandeling - terril -307-308-300-301-
Afstand is 32.6 km à 15.4 km/u
Totaal met aanloop naar circuit Terlaemen + circuit: 41 km à 15.1 km/u.
(*) Olaba = Organisation de loisirs agréables et blabla amical.
05-04-2009, 18:03 geschreven door grob
01-04-2009
KOKENETEN: spaghetti Bolognaise, voor Angelina Jolie!!
Het feit dat Brad Pitt onlangs naast de film Oscar gegrepen heeft,
is bij Angelina Jolie in het verkeerde keelgatje geschoten.
Ik had er eigenlijk wel een beetje mee te doen, en, denkend om haar mooie
ranke keeltje, heb ik ze een mailtje gestuurd.
Ik heb haar op de man af (nou ja) direct de vraag gesteld
of ik haar geen lekker receptje zou sturen, om haar keeltje via een lekker
hapje terug in de goede plooi te leggen.
Het heeft wel enkele dagen geduurd voor ik antwoord kreeg.
Ziehier, wat ze schrijft:
Dearest Bob,
Thank you very much for thinking about my body and how I feel nowadays.
But you know that we Americans don’t know much about good food.
We always eat simple (and fast) food, but I have a wish that you can fullfil.
As a memory of my Italian roots, could you please send me your recipe
for “Spaghetti Bolognaise”. If you can do that, I’ll do something in return for you.
If you enable me to make the right Spaghetti Bolognaise,
I will put your photo on my favourite blouse.
Many Kisses,
Angelina.
Dat viel toch effen tegen.
Elke week neem ik een ander kookboek onder handen.
Er is er eentje dat ik een beetje haat: “Meelspijzen en Peulvruchten”.
Ik eet niet zo graag melige dingen. Greta wel daarentegen.
Zij kan alle dagen pasta’s eten. Maar natuurlijk kan ik Angelina niet
teleur stellen, zeker niet met spaghetti Bolognaise . Ik heb het dus gemaakt.
Nu is Spaghetti Bolognaise Les 1 van het koken: gemakkelijk en toch lekker,
hoe je het ook maakt. Er bestaan zoveel varianten als er huismannen
en –vrouwen zijn.
Ikzelf heb ook het recept aangepast naar wat ik in de winkel vind.
Hierbij mijn versie:
ingrediënten voor 4
bereiding
600g spaghetti
hak de uien, lookteentjes en wortels fijn
Parmezaanse kaas, geraspt
laat ze in olie op laag vuur zacht worden in een kasserol
700g mager rundsgehakt
verhoog het vuur en doe er het gehakt rauwe vlees bij
2 wortels, geschild en fijngehakt
schroei het aan alle kanten dicht, en doe er de ham bij
1 stang selder, gekuist en gesneden
bak het vlees tot het aan alle kanten mooi bruin van kleur is
50g gerookte spekblokjes/chorizo
doe er een glas rode wijn in, deglaceer goed de pan
boter en/of olijfolie
strooi de bloem en dan de kalfsboeljon erover
2 el bloem
doe de kruidnagel, chilipepertje er in en nootmuskaat
kalfsboeljon poeder/pasta
voeg alle tomaten toe, en roer goed door elkaar
1 blik tomatenstukken (troceado)
laat het mengsel ten minste 1 ½ uur zachtjes sudderen
½ blik tomatenpulp (triturado of frito)
zorg dat de saus goed kan indikken (geen deksel dus)
1 kruidnagel
voeg op het einde de basilicum toe (vers of uit tube)
nootmuskaat
breng de saus op smaak met peper
basilicum
Spaghetti: breng een ruime hoeveelheid water aan de kook
3 lookteentjes, peper
doe er zout in en een lepel olie tegen het kleven
1 klein rood chilipepertje
doe de pasta in het kokende water, roer en kook hem
een zestal verse champignons
volgens de tijd opgegeven door de producent (+/- 8’)
een glas rode wijn
als het kookt, temper het vuur tot matig
proef aan da pasta of hij mals is, en giet hem dan af
dien op met de saus en de Parmezaanse kaas
Tomaten in blik vind je hier in Spanje in verschillende vormen.
Je hebt: tomate pelado (hele gepelde en bereide tomaten),
tomate troceado (in stukjes, gebruik ik het liefst), tomate triturado (pulp),
tomate frito (pulp, maar gekruid en met olijfolie toegevoegd), en natuurlijk tomatenconcentraat.
Basilicum gebruiken we nu in pastavorm uit tubes.
De verse wordt te snel slecht, en trekt insecten aan.
De basilicumpasta is heel lekker, en houdt het lang uit.
Ik heb dus dit recept gemaild, en een week later ontving ik een foto van Angelina,
met zoals beloofd een foto van mij op haar borst. (alleen op mijn foto letten aub!)
Ik heb natuurlijk eerst het recept uitgeprobeerd op Greta en mezelf.
Hier zie je de kok de laatste hand leggen.
De Parmezaanse kaas wordt toegevoerd met de aardappelschiller.
Wil je het helemaal op smaak afmaken,
dan kan je er op het laatst nog een aprilvis aan toevoegen.
01-04-2009, 00:00 geschreven door grob
29-03-2009
OLABA (*): fietsen door de Limburgse mijnstreek (deel 2)
Eindelijk in de brouwerij van Alken
Elk jaar doe ik een poging om tijdens ons verblijf in Limburg
met een verrassing voor de dag te komen.
Vorige uitgave was dat een bezoek aan de ex-gevangenis van Tongeren.
Ik wou eigenlijk toen al Luc verrassen en verblijden met een (Vip)bezoek
aan de brouwerij van Alken.
De reden is dat de pa van Luc, Technisch Directeur van Olaba(*), tijdens WO II
directeur was van deze brouwerij. Directeursgeslacht van vader op zoon dus!
Van Alken naar Olaba is een kleine stap.
Ondanks tegenwerking van de brouwerij Alken vorig jaar werd nu
een hernieuwde en geslaagde poging gedaan via andere contactpersonen.
Dank zij de gelofte van voorlegging ter scanning van een uitzonderlijk
familiestuk en document in het bezit van Luc hapt men toe.
Er zijn normaal wel wekelijkse publieke bezoeken voorzien op woensdag,
met grote groepen en bussen, tegen betaling, maar dat is niet zo interessant.
Door lobbywerk is er nu voor ons 8en een (gratis) exclusief bezoek geregeld,
met onze eigen privé-gids, zoals uit het mailtje hieronder blijkt:
Beste heer R., Zoals beloofd heb ik uw aanvraag voorgelegd aan de relevante personen bij onze brouwerij in Alken. U mag eerstdaags een officieel (wellicht positief)
antwoord verwachten van een collega van mij. Vriendelijke groet Marguerite Marguerite van Bree Management Assistant Dirk Van de Velde - Didier Vermeir Brouwerijen Alken-Maes Waarloosveld 10 2550 Waarloos
Gelukt dus!
De weg naar Alken is landschappelijk niet zo fraai als we gewend zijn,
maar het doel is vandaag het belangrijkste.
We hebben dan nog de brute pech dat halverwege in St-Lambrechts-Herk
de mogelijke drenkplaatsen gesloten zijn. De kelen zijn en blijven droog.
Dat moeten we later op de dag goedmaken!
We bollen langs de haven van Hasselt en ook even langs een minder
mooie kant van de stad, buiten de stedelijke Ring.
Het is een tamelijk lange rit van Heusden-Zolder naar Alken, maar
we zijn in goed gezelschap, en sommigen worden extra geknuffeld.
Zelfs ontstaat er een kleine wachtrij.
Komt daar nog een groen konijn af, dat zich ook wil laten verwennen!!
Het weer is niet zo héél zonnig, maar ook weer niet té Belgisch.
De roep van het blonde nat werkt op ons als een lap op een rode stier!
De fietspaden zijn om te zeggen leeg, tot in het dorp Alken zelf,
waar de bierdragers natuurlijk niet aan hun proefstuk zijn.
We hebben niet te veel moeite om de brouwerij te vinden: ze ligt vrijwel
in het centrum, waar enkele mooie huisjes de sfeer opvrolijken.
Nu we precies weten waar het is, kunnen we eerst aan de
verdiende lunch denken.
Gelukkig vinden we dank zij een vriendelijke lokale dame
in het ♥ van Alken een geschikte spot om te happen: “’t Kapittel”,
volgens hun eigen zeggen en schrijven gespecialiseerd in
Frans-Belgisch-Mediterrane keuken. Daar moeten we ons thuis voelen,
gezien elke Olaba elk jaar tijdelijk in Frankrijk en/of Spanje rondhuppelt.
Om daarna van het restootje naar de brouwerij te bollen moeten we enkel
de kerk met bijhorend pleintje voorbij.
Hier zie je de middelgrote kerk, de heel grote boom,
en een klein Lutje op haar fiets.
In twee minuten staan we voor de receptie van de brouwerij Alken-Maes.
Onze privé-gids (ik zal ze maar Jenny noemen) staat klaar,
en laat ons fluovesten aantrekken, voor de veiligheid en de zichtbaarheid.
Jenny neemt passend een Olafotootje, met een fiere Luc-de-eregast
op de knieën, met zijn persoonlijk boek over de brouwerij.
Gele Jenny leert ons dat het bier gedurende acht dagen in de grote ketels
verblijft, één dag per Olaba(*) dus. Makkelijk te onthouden.
Het is niet toegelaten foto’s te nemen in de brouwerij zelf,
enkel in de specifieke ruimten voor bezoekers, zoals hier,
met een overzicht van Belgische bieren.
Een ruimte waar de “gewone” bezoekers niet binnen mogen is
de vroegere controlekamer van de productie.
Omdat wijzelf niet onmiddellijk verdacht worden van industriële spionage
kunnen wij er toch in.
We staan oog in oog met een grote ruimte vol met schakelaars, lampen en
grote panelen, borden en tafels met veelkleurige verlichte toetsen en displays.
Groot is de Olaba-verbazing wanneer we in het hart van de brouwerij
de huidige besturing van het productieproces zien: één enkel laptopje,
met de brouwer rustig en ontstrest naar het toetsenbord turend.
Ook de vroegere koperen ketels met hun specifieke vorm
zijn vervangen door cilindervormige aluminiumketels (no pictures please).
De ouwe ketel mag mee op de foto.
Het interessante bezoek verloopt vlekkeloos, met de enthousiaste Jenny.
Wat enorme indruk maakt is de bottelarij, waar de flessen worden afgevuld.
Eén enorme hal, maar je moet lang zoeken voor je een menselijk wezen ziet.
Enkele jobstudenten voegen in de volle bierbakken manueel een gratis nieuw
bier toe (Grimbergen Goud), en voor de rest verloopt alles volautomatisch.
Wat zeker bijblijft, is het geluid van de glazen flesjes die elkaar regelmatig
aantikken en een massaal tingelend geluid voortbrengen.
Na de rondleiding mogen alle gasten in de bezoekruimte, een soort
Oberbayern bar, waar hen dan een pintje naar keuze wordt aangeboden.
In ons geval ligt dat anders: onze VIP-gids trekt zich diplomatisch terug,
en we mogen alles proeven, à volonté.
Gelukkig zijn foto’s opnieuw toegelaten.
We zijn dus vrij om voor of achter de toog te staan.
Een ereplaats en dito foto krijgen het boek van Luc, “De Brouwers van Alken”,
waarin o.m. de activiteiten van zijn vader vereeuwigd zijn.
Het staat hier pal tussen drie pijlers van Belgisch bier: Maes Pils,
Grimbergen en Cristal Alken.
Let er op hoe de kroonkurken associëren met de kleuren van het boek.
Jenny heeft ons getipt. Er zijn twee kersverse nieuwe bieren op de markt:
de pils “1928” en de “Grimbergen Goud”.
We laten ons deze twee heerlijk smaken.
Sommige Olaba’s ontpoppen zich als pure nature cafébazen.
Ik moet onmiddellijk denken aan gouverneur Steve Stunt Stevaert:
ook een cafébaas (uit Hasselt), en ook alles gratis.
De “1928” bevalt ons best.
De temperaturen beginnen op te lopen en iedereen trekt zijn bovenstuk uit
en zijn GMAN sponsorshirt aan, zodat we ons volledig casual kunnen voelen.
Lekkere pils, daar niet van, maar het echte werk moet gebeuren met
de plat-de-résistance: de Gouden Grimbergen.
Ik begin er al iets voor te voelen om de betekenis van OLABA te veranderen in
“Onze Lever Apprecieert Bier van Alken!”.
Andere tappers komen nu naar voor, behalve Marc, die van geen wijken weet.
Ook de meisjes doen hun duit in het zakje en hun bier in het bakje…
Een 1928 pils komt aan 5.8° alcohol, en een GG aan 8° lees ik hier
op de flessen. Gelukkig is er niemand van ons met de wagen…
Tijdens de terugrit regent het een minuut of twee, een goede verfrissing
als het ware. In ons binnenste schijnt de zon, dank zij de Grimbergen Goud!
En Gina ontpopt zich tot een volleerde zonnebloemfluisteraarster
(tip! met dit woord zijn er punten te scoren bij de Scrabble!).
Hierna laten we ons laatste boertje, en gaan we verder de terugweg op.
Een attractieve watermolen in werking inspireert de fotografen.
Even de benen strekken.
Dat zelfs een koffie ook kan smaken bewijzen de Olaba’s mits een
tussenstop op het kerkplein van Kermt in “De Square”.
Deze letterlijke opwarming doet de spieren veel deugd en gezwind
geraken we weer over de hoge brug van het Albertkanaal .
… en bereiken we De Kluis.
Hier kan ik de Olaba’s nog eens behoorlijk pesten met een penibele
after dinner quiz.
Viergangen streekdiner, en de Olaba Highlight 2007 Quiz wordt bovendien
afgewikkeld en afgerond met fantastische resultaten.
Iedereen blijkt in topvorm.
Knooppunten: 302-94-95-96-177-178-174-146-174-178-Stevoort-179-94-302
Afstand is 49 km à 14.2km/u
(*) Olaba = Organisation de loisirs agréables et blabla amical.
Voor details, zie vroegere stukjes.
29-03-2009, 00:00 geschreven door grob
tophotel "Huerta de la Paloma" in Priego de Cordoba
Poolse Jonagoldplukker in Haspengouw
tulpenbootje in Meliskerke/Zeeland
discrete blik achter de schermen in Segovia
beste Spaanse tapabar: Gambrinus in Toledo
aan het werk in hoteltuin in Alberic
aan de Groenplaats met Seniorennet
met vrienden in El Palmar (Valencia)
catamaran van Tarifa naar Tanger
lunch in Parador van Arcos de la Frontera
Viking van de Geiranger fjord