Inhoud blog
  • Bezinning bij de derde zondag van de Advent
  • WOENSDAG IN DE TWEEDE WEEK VAN DE ADVENT
  • TWEEDE ZONDAG VAN DE ADVENT
  • EEN GEDACHTE BIJ DE ADVENT
  • BIJ DE EERSTE ZONDAG VAN DE ADVENT
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Doorheen de dagen
    Ervaringen besproken
    02-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG 3 APRIL

    ZONDAG 3 APRIL – 4de VASTENZONDAG

    ‘Heer, maak dat ik zien kan’

    Vorige zondag kregen we een beeld van Jezus, als de Bron van Levend water. Hij wil onze diepste hunker stillen en ons een volkomen Leven schenken.

    Vandaag wordt Jezus voorgesteld als ‘het Licht voor de wereld’. Waar mensen gevangen zitten in duisternis – kwaad, onderdrukking, misbruik, eigenwaan of wat dan ook – daar wil Hij zelf Licht brengen en Baken zijn.

    In het voorbijgaan zag Jezus iemand
    die al vanaf zijn geboorte blind was.

    Hij spuwde op de grond.
    Met het speeksel maakte hij wat modder,
    streek die op de ogen van de blinde en zei tegen hem:
    ‘Ga naar het badhuis van Siloam en was u daar.’
    De man ging weg, waste zich,
    en toen hij terugkwam kon hij zien.

    Zijn buren en de mensen die hem kenden als bedelaar zeiden:
    ‘Is dat niet de man die altijd zat te bedelen?’
    De een zei: ‘Ja, die is het,’
    en de ander: ‘Nee, maar hij lijkt er wel op.’
    De man zelf zei: ‘Ik ben het echt.’

    Daarop namen ze de man,
    die blind geweest was, mee naar de Farizeeën.
    De dag dat Jezus modder gemaakt had
    en zijn ogen geopend had,
    was namelijk een sabbat.

    Ook de Farizeeën vroegen
    hoe het kwam dat hij kon zien.
    En weer vertelde hij:
    ‘Hij heeft wat modder op mijn ogen gedaan,
    ik heb me gewassen en nu kan ik zien.’

    Sommige Farizeeën meenden:
    'Zo iemand komt niet van God,
    want hij houdt zich niet aan de sabbat,’
    maar anderen zeiden:
    ‘Hoe zou een zondig mens
    zulke wondertekenen kunnen doen?’
    Er ontstond verdeeldheid.

    Daarop vroegen ze aan de blinde:
    ‘Wat denk jij van die man?
    Het zijn immers jouw ogen die hij genezen heeft.’
    ‘Hij is een profeet,’ was zijn antwoord.

    Toen riepen ze:
    ‘Jij, sinds je geboorte ben je een en al zonde,
    en nu wil jij ons de les lezen?’
    En ze joegen hem weg.

    Jezus hoorde dat en zocht hem op.
    Hij vroeg: ‘Gelooft u in de Mensenzoon?’
    ‘Als ik wist wie het was, Heer,
    zou ik in hem geloven,’ zei hij.
    ‘U kijkt naar hem en u spreekt met hem,’ zei Jezus.
    Toen zei de man: ‘Ik geloof, Heer,’
    en hij boog zich voor Jezus neer.

    En Jezus zei nog:
    ‘Ik ben in de wereld gekomen om het oordeel te vellen.
    Dan zullen zij die niet zien, zien
    en zij die zien, zullen blind worden.’

    Een paar Farizeeën
    die bij hem stonden en dat hoorden, zeiden:
    ‘Wij zijn toch zeker niet blind!’

    ‘Was u maar blind,’ zei Jezus,
    ‘dan zou u zonder zonde zijn.
    Maar u beweert dat u kunt zien,
    en dus blijft uw zonde.’
    (Johannes 9,1-41, ingekort)


    MAG HET LICHT DOORBREKEN IN ONS LEVEN?

    Weer komt het evangelie uit Johannes; er is dus een diepe inhoud. Jezus toont dat Hij licht brengt, dat Hij Licht is voor de wereld. Maar er is ook een meer eenvoudige gedachte. Het verhaal tekent hoe mensen met elkaar omgaan, in hun daagse doen. Boren wij de andere de grond in of is hij voor ons de geliefde medemens?

    De Farizeeën kelderen de blinde man; ze schelden en schimpen, en menen zo groot te worden. Het toont alleen hun eigen trieste kleinzieligheid. Hun manier van doen werkt als een boemerang: hun misprijzen keert terug op henzelf. Niet de blinde mens wordt afgebroken door hun verwijten, zelf worden zij meelijwekkende schepsels! Hun vooroordelen beletten hen om de grootheid van die man te zien: het nederige geloof van de blinde ontgaat hen, en veel meer nog ontgaat hen de boodschap van Jezus. Hun verstokte eigenwaan maakt hen ziende blind en zo blijven zij gevangen in zichzelf. Zij zien niet hoeveel ruimer, hoeveel mooier de ware wereld is!

    Hoe anders is de blinde man! Open en zonder vooroordelen! Zijn blindheid helpt hem daarbij: hij moest al zoveel opgeven en loslaten dat hij niet meer vol is van zichzelf. Zo kan hij in alle nederigheid tot Jezus zeggen: ‘ik geloof, Heer’. Zo kan hij zich in deemoed buigen en rustig zijn verhaal doen aan zijn belagers. Vrij van alle hoogmoed kan hij onbevangen naar de andere toegaan. Hij groeit in de ontmoeting. Zijn nederigheid maakt hem groot.

    Hoe anders ook is Jezus zelf. Gewoon in het voorbijgaan, merkt Hij die kleine mens op, misprezen, bedelend, uitgesloten, verschopt. Meteen ziet hij zijn leed en voelt Hij mede-lijden. Letterlijk: HIJ LIJDT MEE: samen met die sukkelaar voelt Hij dezelfde pijn en daarom zal Hij ook mee dragen. Zozeer leeft en lijdt en draagt Hij mee dat het leed wordt opgeheven: de blinde man wordt ziende.

    Jezus zwijgt ook niet voor de valsheid van de zelfvoldane Farizeeën, die machtig waren en religieus nochtans in hoog aanzien stonden. Zonder enige vrees ontmaskert hij de leugen van de wereld, de leugen van de groten, de leugen van de opgeblazen eigenwaan.

    Zo tekent deze genezing ten volle Jezus’ grootheid. Jezus voert uit wat Maria in haar loflied over God zelf had gezongen: ‘Hij drijft uiteen wie zich verheven wanen, heersers stoot hij van hun troon en wie gering is geeft hij aanzien.’

    Daarom kunnen wij alleen maar danken, en wij bidden:

    Heer Jezus, wees Gij zelf het Licht vóór onze ogen,
    wees ook het licht in onze ogen.


    Een oude rabbi vroeg aan zijn leerlingen:
    'Hoe kun je het moment bepalen waarop
    de nacht ten einde is en de dag begint ?'

    'Als je uit de verte een hond van een
    schaap kunt onderscheiden?'
    zei een leerling.

    'Nee,' zei de rabbi.

    'Als je van verre een dadelboom van
    een vijgenboom kunt onderscheiden?'
    dacht een ander.

    'Nee,' zei de rabbi.

    'Maar wanneer dan?'
    vroegen de leerlingen.

    De rabbi antwoordde:
    'Van zodra je
    in het gezicht van een mens kunt kijken
    en daarin je zuster of broeder ziet.

    Tot dat moment is de nacht nog bij ons.'

    Chassidische vertellingen







    02-04-2011 om 07:32 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    30-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DOORDENKEN OP DONDERDAG

    LEVEN

    Droom wat je graag droomt;
    ga waar je graag gaat;
    wees wie je wil zijn;
    want je hebt maar één leven
    en één kans om al die dingen te doen
    die je wilt doen.

    Dat je genoeg geluk mag hebben om je mild te maken,
    genoeg pogingen om je sterk te maken,
    genoeg zorgen om je menselijk te houden en
    genoeg hoop om je gelukkig te maken.

    De gelukkigste mensen hebben
    niet noodzakelijk het beste van alles;
    ze maken het beste van
    wat ze op hun weg tegenkomen.

    De schitterendste toekomst is
    altijd gebouwd op een vergeten verleden;
    je kan niet vooruit gaan in het leven
    tenzij je de voorbije mislukkingen en zorgen los laat.

    Toen je geboren werd was je aan het wenen
    en iedereen rondom jou lachte.
    Leef jou leven zo dat je bij het einde
    jij het bent die glimlacht
    en iedereen rondom jou weent.

    Auteur onbekend





    30-03-2011 om 18:04 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    28-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    EEN KIND

    Een kind loopt langs de wegen
    Het is een timmermanskind,
    Het komt veel mensen tegen
    Het heeft veel tegenwind.

    Het loopt met beitel en hamer
    Vriendelijk van huis tot huis
    En biedt voor elke kamer
    Een gloednieuw, glanzend kruis.

    Maar de deuren blijven gesloten,
    Men is van alles voorzien,
    Van stofzuigers, radio, loten,
    Een kruis en een naaimachien.

    Een kind loopt langs de wegen,
    Het is een timmermanskind,
    Het komt veel mensen tegen,
    Het heeft veel tegenwind.

    Gabriel Smit





    28-03-2011 om 18:24 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    26-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG 27 MAART

    ZONDAG 27 MAART – DERDE VASTENZONDAG A

    Vandaag en de volgende zondagen horen we in het evangelie zeer diepgaande lezingen, die de kern raken van ons geloof.

    Straks is er het gesprek van Jezus met een Samaritaanse vrouw. Het is een gesprek met een dubbele bodem: de vrouw denkt alleen aan gewoon water, om de dorst te lessen; Jezus echter spreekt over iets heel anders: het water is een beeld voor het volkomen leven,dat Hij ons aanreikt.

    Zo kwam Jezus bij de Samaritaanse stad Sichar,
    die in de buurt ligt van het stuk grond
    dat Jakob aan zijn zoon Jozef had gegeven,
    en waar zich de bron van Jakob bevindt.
    Jezus, die afgemat was van de tocht,
    was bij de bron gaan zitten.
    Het was ongeveer het zesde uur.

    Een Samaritaanse vrouw kwam water putten.
    Jezus sprak haar aan: ‘Geef Mij wat te drinken.’
    De Samaritaanse vrouw antwoordde:
    ‘Hoe kunt U als Jood te drinken vragen aan mij, een Samaritaanse?’
    Joden willen namelijk met Samaritanen niets te maken hebben.

    Jezus hernam: ‘Als u de gave van God kende,
    als u wist wie het is die tegen u zegt: geef Mij te drinken,
    dan had u Hem erom gevraagd
    en Hij had u levend water gegeven.’

    ‘Maar heer,’ zei de vrouw,
    ‘U hebt niet eens een emmer en het is een diepe put.
    Waar wilt U dat levende water dan vandaan halen?
    Of bent u soms groter dan onze vader Jakob,
    die ons de put heeft nagelaten en er zelf uit gedronken heeft,
    evenals zijn kinderen en zijn kudden?’

    Jezus antwoordde:
    ‘Iedereen die drinkt van dit water, krijgt weer dorst,
    maar wie drinkt van het water dat Ik hem zal geven,
    krijgt in eeuwigheid geen dorst meer;
    integendeel: het water dat Ik hem zal geven,
    zal in hem opborrelen als een bron van eeuwig leven.’

    De vrouw antwoordde:
    ‘Ja, er komt een Messias, dat weet ik.
    Als die er is, zal Hij ons alles verkondigen.’

    Daarop zei Jezus tegen haar:
    ‘Dat ben Ik, degene die met u spreekt.’

    Uit die stad waren vele Samaritanen in Hem gaan geloven
    op grond van het woord van de vrouw die getuigd had:
    ‘Hij wist me alles te vertellen wat ik gedaan heb.’
    Toen de Samaritanen naar Hem toe gekomen waren,
    vroegen ze Hem bij hen te blijven.
    Hij bleef daar twee dagen.
    En nog veel meer kwamen er tot geloof door zijn woord.
    En ze zeiden het ook tegen de vrouw:
    ‘Nu geloven we niet meer op grond van wat jij verteld hebt;
    we hebben Hem zelf gehoord en nu weten we:
    dit is werkelijk de redder van de wereld.’
    (Johannes 4,5-42, ingekort)


    EEN BRON DIE LEVEN GEEFT

    Het tafereeltje, dat we zonet hoorden, speelt zich niet af in ons land, waar we doorgaans niet te klagen hebben over regen of tekort aan water. Het speelt zich af in een dor gebied, nog net geen woestijn, maar de watervoorziening is er een dagelijkse nood. Als de regen maanden uitblijft, gaat de natuur ten onder. Je ziet het soms in de subtropen, en het is een zielig zicht, dat zelfs cactussen kunnen afsterven door de maandenlange droogte. Het gras op de weiden wordt ros, er komen kale plekken tussen, met zand dat al even ros is. De dieren kwijnen weg, gieren cirkelen in de lucht en af en toe ligt er een kadaver. Ook mensen lijden en verzwakken onder droogte en hitte.

    In deze context spreekt Jezus: zoals water leven geeft aan plant en dier en mens, zo is Hij zelf bron van een volkomen Leven. Alleen bij Hem vinden wij het volle Leven, zonder Hem is ons leven maar een schaduw en kwijnen wij weg. Het gaat hier niet om mystiekers of grote heiligen: Jezus spreekt voor gewone mensen, zoals wij. We moeten ook niet denken aan uitzonderlijke praktijken, waarin die eenheid met Hem beleefd wordt. In ons dagelijkse leven kan Hij tot ons komen, en kunnen wij bij Hem zijn: door een stil gebed of een simpele gedachte tijdens de dag kan ons leven intenser worden. Kleine, doodgewone dingen krijgen dan een diepgang, die we ook in zijn leven vinden. Zoals Hij geleden heeft, kunnen ook wij te lijden hebben. En zoals Hij verrezen is, mogen ook wij opstanding verhopen. Vol vertrouwen, ook als de dagen zwaar kunnen vallen. Ons eigen, kleine leven is in miniatuur een afspiegeling van zijn grote leven: zo is Hij ons ten volle voorgegaan, in leven en lijden, in dood en opstanding.

    Daarom is het belangrijk is dat we met Hem verbonden blijven doorheen de dag. Dan worden gewone dingen ongewoon, door de diepgang, die zij krijgen. De vreugden, die wij kennen, worden een geschenk uit zijn hand; en zelfs het leed, dat ons drukt, kan dan een geschenk worden, omdat we delen in het Lijden dat zijn deel was. We worden inniger één met Hem, want ons leed is een deelname aan zijn Lijden en zijn kruisgang door de tijden.

    Zelden of nooit komt Hij tot ons op spectaculaire wijze, maar altijd weer is Hij bij ons doorheen de dag. Laten wij dan ook bedacht zijn op de diepgang in de dagelijkse dingen.


    Bij de bron

    Heer, kom in de middaghitte
    van de rode zomerzon
    vol erbarmen bij mij zitten
    en vertel mij van uw bron.

    Enkel al als u gaat spreken,
    wordt het helder, wordt het fris.
    Kom en wees het hemels teken
    van volmaakte lafenis.

    En vertel mij van uw water,
    levend in zijn klare val,
    dat de dorst van nu en later
    eeuwigdurend lessen zal.

    Was mij, meester vol genade,
    in het leven dat gij zijt.
    Laat mij in de waarheid baden
    die mij van het kwaad bevrijdt.

    Laat mij zo gezuiverd komen
    tot de eeuwige fontein,
    die van alle mensendromen
    de voleindiging zal zijn.

    Michel van der Plas







    26-03-2011 om 08:54 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    24-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DOORDENKEN OP DONDERDAG

    TWEE KINDEREN EN HUN GROOTOUDERS

    Er is een verhaal dat gaat over 2 kinderen die hun grootouders bezochten tijdens de vakantie. Jan had voor het eerst een slinger. Hij oefende met zijn slinger in de bossen maar hij miste ieder doel.

    Wanneer hij terug keerde in de tuin van Oma mikte hij op haar eend. Het was de enige eend die zij hield en het was haar favoriet. Impulsief nam hij een projectiel en liet het vliegen. Nu miste hij niet. De steen trof doel en doodde de eend.

    De jongen panikeerde. Eigenlijk wou hij de vogel niet treffen. Hij was zelfs zeker dat hij hem zou missen. Maar hij had hem gedood. Zijn paniek groeide tot wanhoop en hij verborg de eend in een houtstapel. Hij keek op en zag dat zijn zuster alles had gezien Deze zegde echter niets aan haar grootouders.

    Na het middagmaal zei Oma: ‘Saartje, laten we de borden wassen’. Maar Saartje zei: ‘Jan zei me dat hij graag in de keuken wou helpen vandaag. Is het niet, Jan ?’ Ze fluisterde tot hem: ‘Vergeet de eend niet.’ En Jan hielp met de borden.

    Later vroeg Opa of de kinderen mee wilden om te vissen. Oma zei: ‘Jammer maar ik heb Saartje nodig om mij te helpen voor het avondmaal’. Saartje glimlachte: ‘Daarvoor is gezorgd, Jan wil het doen’. Ze fluisterde opnieuw: ‘Vergeet de eend niet’. Jan bleef terwijl Saartje ging vissen.

    Jan deed gedurende dagen de werkjes voor hem en Saartje. Maar hij kon het niet langer volhouden en biechtte op aan Oma dat hij de eend had gedood.

    Ze zegde: ‘Ik weet het, Jan’. Ze gaf hem een knuffel en voegde eraan toe: ‘Ik stond aan het venster en zag alles gebeuren. Maar daar ik van je hou heb ik al alles vergeven. Ik was wel benieuwd hoelang je zou toelaten dat Saartje een slaaf van je maakte’.

    Zijn Oma vergaf sneller dan hij vroeg om vergiffenis. De armen van vele mensen en ik geloof van God staan open, wachtend om ons een warme knuffel te geven. Maar een storende stem, binnen ons, fluistert dikwijls: ‘Vergeet de eend niet, vergeet de eend niet’. Sommige mensen leven hun ganse leven onder de dwang van die stem ‘Vergeet de eend niet’. Ze laten zichzelf niet vergeven.

    Ze kennen de innerlijke vrede niet. Ze zijn zelden vrij van schuld en voelen aan dat geluk voor anderen is.

    Wat baat het als de ganse wereld ons wil beminnen en aanvaarden met onze gebreken als we dit niet willen zien.

    Ben je ziek of voel je je ziek van de fouten in het verleden?

    Misschien is het tijd om aan de eend te denken. Nadat je alles wat je kon hebt gedaan om het verleden aan te passen dan moet je dit verleden laten rusten.

    Vergeet de eend: je heb recht op geluk !

    (Bron onbekend)





    24-03-2011 om 15:20 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    22-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    DE ZACHTE KRACHTEN

    De zachte krachten zullen zeker winnen
    in 't eind - dit hoor ik als een innig fluistren
    in mij: zo 't zweeg zou alle licht verduistren
    alle warmte zou verstarren van binnen.

    De machten die de liefde nog omkluistren
    zal zij, allengs voortschrijdend, overwinnen,
    dan kan de grote zaligheid beginnen
    die w'als onze harten aandachtig luistren

    in alle tederheden ruisen horen
    als in kleine schelpen de grote zee.
    Liefde is de zin van 't leven der planeten,
    en mense' en diere'. Er is niets wat kan storen
    't stijgen tot haar. Dit is het zeekre weten:
    naar volmaakte Liefde stijgt alles mee.

    Henriëtte Roland Holst-van der Schalk





    22-03-2011 om 10:33 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    19-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG 20 MAART

    TWEEDE VASTENZONDAG A - 20 MAART 2011

    EVEN UW HEERLIJKHEID ZIEN ...

    Ook op deze tweede vastenzondag raken de lezingen de diepe kern van ons leven.

    ‘Trek weg uit uw land’, zegt God tot Abram …. Laat achter wat je voorheen gevangen hield, en ga op tocht naar een nieuw land, een nieuw en ander leven.

    Eeuwen later mogen drie leerlingen op de berg Tabor, een glimp opvangen van de beloofde heerlijkheid in dit nieuwe land. ‘Heer, het is goed dat wij hier zijn, ik zal hier drie tenten opslaan’, is de spontane verzuchting van Petrus:

    ‘Laten wij hier blijven in dit nieuwe land.’

    Maar even later is dit visioen van licht alweer verdwenen …

    Eerste Lezing

    De HEER zei tegen Abram:
    ‘Trek weg uit uw land, uw stam en ouderlijk huis,
    naar het land dat Ik u zal aanwijzen.
    Ik zal een groot volk van u maken.
    Ik zal u zegenen en uw naam groot maken,
    zodat u een zegen zult zijn.
    Ik zal degenen zegenen die u zegenen,
    maar degene die u verwenst zal Ik vervloeken.
    Om u zullen alle geslachten op aarde zich gezegend noemen.’

    Toen ging Abram weg,
    zoals de HEER hem had opgedragen.
    (Genesis 12,1-4a)


    Evangelie

    Vanaf die tijd begon Jezus zijn leerlingen duidelijk te maken
    dat hij naar Jeruzalem moest gaan en veel zou moeten lijden
    door toedoen van de oudsten, de hogepriesters en de schriftgeleerden,
    en dat hij gedood zou worden,
    maar op de derde dag uit de dood zou worden opgewekt.

    Zes dagen later nam Jezus Petrus, Jakobus en diens broer Johannes
    met zich mee een hoge berg op, waar ze alleen waren.
    Voor hun ogen veranderde hij van gedaante,
    zijn gezicht straalde als de zon en zijn kleren werden wit als het licht.
    Plotseling verschenen aan hen Mozes en Elia,
    die met Jezus in gesprek waren.

    Petrus nam het woord en zei tegen Jezus:
    ‘Heer, het is goed dat wij hier zijn.
    Als u wilt zal ik hier drie tenten opslaan,
    een voor u, een voor Mozes en een voor Elia.’

    Hij was nog niet uitgesproken,
    of de schaduw van een stralende wolk gleed over hen heen,
    en uit de wolk klonk een stem:
    ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde.
    Luister naar hem!’
    Toen de leerlingen dit hoorden, wierpen ze zich neer
    en verborgen uit angst hun gezicht.

    Jezus kwam dichterbij, raakte hen aan en zei:
    ‘Sta op, jullie hoeven niet bang te zijn.’
    Ze keken op en zagen niemand meer, Jezus was alleen.

    Toen ze van de berg afdaalden, gebood Jezus hun:
    ‘Praat met niemand over wat jullie hebben gezien
    voordat de Mensenzoon uit de dood is opgewekt.’

    En Hij herhaalde nogmaals:
    ‘Door hun toedoen zal de Mensenzoon veel moeten lijden.’
    (Matteüs 16,21 en 17,1-9.12)


    'ONDERWEG
    EVEN UW HEERLIJKHEID ZIEN ...'


    Abram en de eerste leerlingen leren veel over onszelf. 1800 voor Christus. Abram leeft zijn veilig leventje, thuis bij vader en moeder. Zijn familie heeft het goed en hij zal zelf zijn toekomst ook wel maken, met macht en geld en aanzien. Men zal met ontzag over hem spreken. Hij heeft Gods roep nog niet gehoord en is nog niet wakker geschud. Alles draait nog rond zijn eigen ikje. God heeft nog niet gesproken.

    En dan is er die stem van God ‘Trek weg uit uw land’. Laat alles achter waar je vroeger voor leefde en zoek een hoger doel. Een horizon, die weidser is, ligt voor jou open. God wenkt met zijn belofte, en Abram trekt op weg. Zo ging het ook met de eerste leerlingen: een simpel woord van Jezus: ‘Volg mij’, en ook zij trokken op weg.

    Abram, de leerlingen en zoveel mensen zijn ooit op weg gegaan, alleen gesteund door Gods belofte, alleen gevoed door Hem, in de stilte van hun gebed. Wittebroodsweken leken het eerst. Pas later kwam de loden hitte van de middag, het leed, het onbegrip, de tegenstand, de eenzaamheid.

    Elk ideaal eist zijn tol en kost zijn prijs. Zo was het voor Abram, zo was het voor de leerlingen, zo is het voor elke mens, die luistert naar Gods lokroep. Zo was het zelfs voor Jezus zelf: ook Hij zegt dat Hij veel zal moeten lijden.

    En soms is er een glimp van de beloofde zaligheid, een adempauze die in staat stelt om vol te houden. Even vertoef je op de berg, waar je graag zou blijven: ’Heer, het is goed dat wij hier zijn. Ik zal hier drie tenten opslaan.’

    Maar de weg loopt verder door het dal, het beloofde land verdwijnt weer achter de einder: ‘Ze keken op en zagen niemand meer.’ Mozes en Elia en Jezus in stralende gedaante, ze zijn uit het gezicht verdwenen.

    Nog jaren duurden de omzwervingen van Abram naar het beloofde land, nog maanden ook was Jezus met zijn leerlingen op weg naar Jeruzalem, en ook zo lang kan onze eigen tocht nog lijken. Wij blijven altijd mensen onderweg, altijd op weg naar de volkomen vervulling van een levenslange hoop.

    De trouw aan een ideaal is zelden lichtlopend. Meestal groeit zij moeizaam, in de stilte van een soms vertwijfelde ontmoeting met God. Bidden wij daarom met Kardinaal Newman: ‘Richt gij mijn schreden, Heer, ik vraag u niet de horizon te zien: één stap is mij genoeg.’


    God is aanwezig
    in ieder goed mens die van je houdt,
    die je de moeite waard vindt,
    die met je meegaat en bij je blijft
    als de avond valt ...

    God kijkt je aan
    door de zachte ogen van ieder mens,
    die begrip voor je heeft.

    Hij is aanwezig in ieder goed woord
    dat een troost en een steun voor je is.

    Hij is de hand op je schouder,
    die je moed geeft
    en je liefdevol terechtwijst
    als je donkere wegen gaat.

    Als de liefde woont
    in het hart van de mensen
    is het mogelijk dat mensen
    zinnig over God spreken
    en elkaar verstaan.

    Phil Bosmans







    19-03-2011 om 08:04 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    17-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DOORDENKEN OP DONDERDAG

    ICOON VAN DE VRIENDSCHAP

    Deze icoon uit de 6de eeuw is afkomstig uit Egypte. Christus legt zijn hand op de schouder van zijn vriend, om samen met hem op te trekken, om hem te vergezellen.

    Deze vriend is abt Menas uit de 3de eeuw, overste van het klooster van Bawit. Hij vertegenwoordigt ieder van ons. Christus vergezelt elke mens.


    Jezus en een monnik,
    zij aan zij.

    Jezus met het evangelie,
    want Hij is het Woord van God.

    Jezus met het kruis
    want in zijn lijden toonde Hij ons:
    als je liefhebt,
    geef je je leven voor je vrienden.

    Jezus legt zijn hand op de schouder van de broeder:
    Hij onthaalt hem
    en maakt hem van vreemde tot vriend.

    Zijn hand is beschermend:
    ‘Vrees niet, Ik zal er zijn voor jou!’

    Zijn hand geeft vertrouwen,
    geeft een duwtje in de rug:
    ‘Ik zend je, je kunt het!’

    Jezus wil ieder van ons onthalen
    in zijn vriendschap.

    Hij is ook voor ons de onzichtbare vriend.
    Zo nodigt Hij ons uit om anderen te onthalen,
    hen van vreemden tot vriend te maken.





    17-03-2011 om 10:07 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    15-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    HET DERDE LAND


    Zingend en zonder herinnering
    Ging ik uit het eerste land vandaan,
    Zingend en zonder herinnering

    Ben ik het tweede land ingegaan,
    O God, ik wist niet waarheen ik ging
    Toen ik dit land ben ingegaan.

    O God, ik weet niet waarheen ik ging
    Maar laat mij uit dit land vandaan,
    O laat mij zonder herinnering

    En zingend het derde land ingaan.

    Martinus Nijhoff







    15-03-2011 om 11:16 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    12-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG 13 MAART

    ZONDAG 13 MAART – EERSTE VASTENZONDAG

    Elk jaar vertelt de eerste zondag van de vasten ons
    over Jezus, die 40 dagen in de woestijn vertoeft,
    in vasten en gebed,
    alleen bij God,
    alleen vóór God.

    Zijn dorre woestijnervaring is een leidraad voor ons leven:
    elke vasten roept ons op om in geestelijke vrijheid uit te groeien
    tot de mens, die God voor ogen had,
    toen Hij ons schiep naar zijn beeld en gelijkenis,
    los van alles wat ons dag aan dag gevangen houdt,
    los van al wat ballast is voor een schoonmenselijke ontplooiing.


    Eerste Lezing
    uit het boek Genesis

    In het begin maakte God, de HEER, de mens.
    Hij vormde hem uit stof, uit aarde,
    en blies hem levensadem in de neus.
    Zo werd de mens een levend wezen.

    God, de HEER, legde in het oosten, in Eden, een tuin aan
    en daarin plaatste hij de mens die hij had gemaakt.
    Hij liet uit de aarde allerlei bomen opschieten
    die er aanlokkelijk uitzagen, met heerlijke vruchten.
    In het midden van de tuin stonden de levensboom
    en de boom van de kennis van goed en kwaad.

    Van alle in het wild levende dieren
    die God, de HEER, gemaakt had, was de slang het sluwst.
    Dit dier vroeg aan de vrouw: ‘Is het waar dat God gezegd heeft
    dat jullie van geen enkele boom in de tuin mogen eten?’

    ‘We mogen de vruchten van alle bomen eten,’ antwoordde de vrouw,
    ‘behalve die van de boom in het midden van de tuin.
    God heeft ons verboden van de vruchten van die boom te eten
    of ze zelfs maar aan te raken;
    doen we dat toch, dan zullen we sterven.’

    ‘Jullie zullen helemaal niet sterven,’ zei de slang.
    ‘Integendeel, God weet
    dat jullie de ogen zullen opengaan zodra je daarvan eet,
    dat jullie dan als goden zullen zijn
    en kennis zullen hebben van goed en kwaad.’

    De vrouw keek naar de boom.
    Zijn vruchten zagen er heerlijk uit,
    ze waren een lust voor het oog,
    en ze vond het aanlokkelijk
    dat de boom haar wijsheid zou schenken.
    Ze plukte een paar vruchten en at ervan.
    Ze gaf ook wat aan haar man,
    die bij haar was, en ook hij at ervan.

    Toen gingen hun beiden de ogen open
    en merkten ze dat ze naakt waren.
    Daarom regen ze vijgenbladeren aan elkaar
    en maakten er lendenschorten van.
    (Genesis 2,7-9.3,1-7)



    Evangelie

    In die tijd werd Jezus door de Geest naar de woestijn gebracht
    om door de duivel op de proef gesteld te worden.

    Na veertig dagen en veertig nachten vasten
    kreeg Hij tenslotte honger.
    De beproever kwam naar Hem toe en zei:
    `Als U de Zoon van God bent,
    zeg dan dat deze stenen brood worden.'

    Hij antwoordde:
    `Er staat geschreven:
    De mens zal niet leven van brood alleen,
    maar van ieder woord dat uit de mond van God komt.'

    Toen nam de duivel Hem mee naar de heilige stad,
    zette Hem op de rand van de tempel, en zei:
    `Als U de Zoon van God bent, spring dan naar beneden.
    Want er staat geschreven:
    Zijn engelen zal Hij bevelen U op hun handen te dragen,
    zodat U aan geen steen uw voet zult stoten.'

    Jezus zei hem:
    `Er staat ook geschreven:
    U zult de Heer uw God niet op de proef stellen.'

    Weer nam de duivel Hem mee, nu naar een zeer hoge berg.
    Hij liet Hem alle koninkrijken van de wereld zien met al hun pracht,
    en zei: `Dit alles zal ik U geven, als U voor mij in aanbidding neervalt.'

    Toen zei Jezus hem:
    `Ga weg, satan.
    Want er staat geschreven:
    De Heer uw God zult u aanbidden en Hem alleen dienen.'

    Toen liet de duivel Hem met rust,
    en er kwamen engelen om Hem van dienst te zijn.
    (Matteüs 4,1-11)


    DE KENNIS VAN GOED EN KWAAD

    ‘Wat niet eenvoudig kan gezegd worden, is de waarheid niet’. Deze wijsheid is van toepassing op die boom in het midden van de tuin. De boom van de kennis van goed en kwaad wordt hij genoemd, en ook: de boom van het leven. Na een paradijselijk begin loopt alles mis in de tuin van Eden, als de mensen van de verboden boom gaan eten. Het verbod om van die éne boom te eten, en de straf, die dan volgt, het lijkt willekeur van een tirannieke god, die zijn wil oplegt aan slaven, die naar zijn pijpen moeten dansen. We vatten de zin niet van het eenvoudige verhaal, omdat we wijsheid zoeken in ver gezochte theorieën en langs spitsvondige kronkelwegen.

    Maar bij God is geen sprake van gezochte spitsvondigheid. Zijn Woord is eenvoudig en helder. Zo is het ook met goed en kwaad, met leven en dood. Leven vinden we als we niet hoogmoedig zelf willen bepalen wat mag en kan. Wat goed en kwaad is, heeft God ingeschreven in de natuur zelf EN in ons geweten, want Hij heeft ons gemaakt naar zijn beeld en gelijkenis. In natuur en geweten leert HIJ ons wat mag en kan, niet als een tiran, maar als een God van Liefde, die met zijn schepping het beste voorheeft. Als de mens gehoor geeft aan die natuur en als hij luistert naar God, die hem aanspreekt in zijn geweten, zal hij leven vinden; maar dood zal zijn lot zijn, als hij zonder natuur en God zijn eigen wet wil stellen.

    De hele geschiedenis toont de waarheid van dit verhaal, vanaf de wreedheid van de oudste tijden tot de oorlogen om olie van vandaag: leven vloeit voort uit eerbied voor de natuur der dingen EN uit eerbied voor de medemens, een wijsheid van ons geweten die de natuurwet – het recht van de sterkste – overstijgt. Onze eigen ervaring leert ons diezelfde wijsheid: zoveel leed ontstaat omdat we afwijken van Gods wil, die ingeschreven is in de natuur, zoveel pijn groeit uit vertrapping van de medemens.

    En zoveel valse dromen lokken ons weg van die éne ware droom van leven, die God inschreef in ons hart en die nog leeft in de ongerepte onschuld van een kind:

    Gelukkig kind,dat ligt en laat geworden
    al ’t geen de mens zo driftiglijk beroert!
    (Guido Gezelle)


    Het enige dat ik aan God vraag,
    is dat lijden me niet onverschillig zou laten
    en dat ik niet zou nalaten
    te doen wat ik moet doen.

    Het enige dat ik aan God vraag,
    is dat onrecht me nooit onverschillig zou laten
    omdat ik me opsluit
    in mijn eigen veilige plekje.

    Dat oorlog me niet onverschillig zou laten,
    het monster dat de kleine mens vertrapt
    in zijn bange onschuld.

    Dat bedrog me niet onverschillig zou laten,
    het veelvuldige bedrog en verraad
    in deze wereld.

    Het enige dat ik God vraag,
    is dat de toekomst mij niet onverschillig zou laten,
    dat ik niet gewoon zou raken
    aan lijden en honger,
    aan onrecht en oorlog,
    aan bedrog en verraad in deze wereld …

    en dat ik de hoop niet verlies op een andere wereld.

    Bron onbekend







    12-03-2011 om 08:22 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    10-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DOORDENKEN OP DONDERDAG

    DE ANDERE HELFT

    Op de grote Sabbat kwam een rabbi eens moe en met lome pas van het bedehuis naar huis.

    ‘Waardoor ben je zo uitgeput?’ vroeg zijn vrouw hem.

    ‘De preek heeft me ontzettend veel gekost’, zei hij. ‘Ik moest over de armen preken en hun schrijnende nood, want alles is peperduur geworden.’

    ‘En wat heeft je preek voor uitwerking gehad?’ vroeg zijn vrouw daarop.

    ‘Voor de helft van wat nodig is, is gezorgd’, antwoordde hij, ‘want de armen zijn namelijk bereid te ontvangen’.

    ‘Hoe het met de andere helft ervoor staat’, weet ik niet. ‘Ik weet niet of de rijken bereid zijn om te geven en te delen.’

    (Chassidische Vertellingen)







    10-03-2011 om 10:41 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    09-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ASWOENSDAG

    ASWOENSDAG

    Vandaag beginnen wij een nieuwe vastentijd. Doorgaans lijken alle dagen dagdagelijks hetzelfde. Zo licht en zo vanzelf sleept het leven ons mee in doordeweekse dagen met alleen maar daagse dingen.

    Tegen deze achtergrond wordt vasten een herademing van ‘vrije tijd’, een tijd van herwonnen vrijheid: een nieuwe adem, los van elke beklemming, los van gewoontes, die opgedrongen worden en denken en doen domineren, los van invloeden die onvrij maken, los misschien nog bovenal van rimpels die de tijd op onze ziel gelegd heeft.

    Herademen is stilstaan, kijken en keren:

    halt houden en rondkijken waar het goede echt te vinden is;

    uitkijken en terugkeren op wegen, die ten leven leiden,

    ons afkeren van dodelijke onverschilligheid en egoïsme;

    de rug toekeren naar elke vorm van onwaardigheid die wenkt en dreigt,

    en ons bekeren tot een liefdevol leven zoals dat in het diepste van ons hart is ingeschreven.


    Zoals een hinde smacht naar stromend water,
    zo smacht mijn ziel naar U,
    o God.

    Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God,
    wanneer mag ik nader komen
    en Gods gelaat aanschouwen?

    Tranen zijn mijn brood, bij dag en bij nacht,
    want heel de dag hoor ik zeggen:
    ‘Waar is dan je God?’

    Wat ben je bedroefd, mijn ziel, en onrustig in mij.
    Vestig je hoop op God,
    eens zal ik hem weer loven,
    mijn God die mij ziet en mij redt.

    (uit psalm 42)


    KIJK EENS IN DE SPIEGEL

    Welk gezicht heb je vandaag op???
    Kijk eens in de spiegel naar je eigen gezicht
    - niet naar je haren of naar je make-up –
    Kijk verder en dieper...
    Je woont achter je gezicht.
    Aan je gezicht kan men je kennen.
    Heb je een masker op dat je aanpast,
    naar de omstandigheden?

    Hard en koud,
    voor hen die onder je staan,
    vleiend en poeslief naar boven toe.
    Met een standaardglimlach voor de verkoop,
    of omdat je ervoor betaald wordt.
    Vrolijk in de bar, onverschillig op school.
    Uitdagend in het verkeer en gesloten thuis?
    Je woont achter je gezicht...

    Wij mensen dragen heel dikwijls een masker
    waarachter we ons verbergen.
    Is deze dag niet een uitnodiging
    om vanaf nu het masker af te werpen
    en eerlijk te zijn tegenover God en de medemens?
    Je gezicht moet de open en eerlijke spiegel zijn
    van je binnenkant.
    Pas dan kun je echt ten volle leven.

    (Phil Bosmans)





    09-03-2011 om 08:55 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    08-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    MAART


    ’t Is pas maart, de winterweiden

    dragen nog een waasje wit

    en de zwarte akkers beiden

    ’t zaad nog naakt en omgespit.


    Maar de mussen in de bomen

    piepen al met luid misbaar

    en de fijne katjes komen

    reeds aan wilg en hazelaar.


    ’t Is al maart, de dagen lengen

    en de zon begint alvast

    op de wei wat kleur te brengen

    met een lichte schilderskwast.


    Nog een maand en allerwegen

    kiemt het veld en kleurt de wei;

    nog een maand of twee gezwegen,

    dan is ’t bloeimaand, dan is ’t mei.


    Jacqueline van der Waals





    08-03-2011 om 11:25 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    04-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG 6 MAART

    ZONDAG 6 MAART 2011

    PRENT UW WOORDEN IN MIJN HART

    ‘Prent mijn woorden in uw hart’, zo spreekt Mozes in de eerste lezing, maar eigenlijk zijn het Gods eigen woorden.

    Meer dan ooit worden wij in onze tijd overstelpt met ervaringen, indrukken, meningen en levenswijzen: in onze eigen omgeving leeft de ene zus en de andere zo, in krant en televisie is de verscheidenheid nog groter: er wordt zoveel gezegd en gepreekt en voorgehouden.

    Daarom dat Gods woord meer dan ooit betekenis heeft: ‘Prent mijn woorden in uw hart.’


    In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
    ‘Niet ieder die tot Mij zegt:
    Heer, Heer!
    zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen,
    maar hij die de wil doet van mijn Vader
    die in de hemel is.

    Velen zullen op die dag tot Mij zeggen:
    Heer, hebben wij niet in uw Naam geprofeteerd
    en hebben wij niet in uw Naam duivels uitgedreven
    en in uw Naam veel wonderen gedaan?

    Maar dan zal Ik hun onomwonden verklaren:
    Nooit heb Ik u gekend;
    gaat weg van Mij,
    gij die ongerechtigheid doet!
    leder nu,
    die deze woorden van Mij hoort en ernaar handelt,
    kan men vergelijken met een verstandig man
    die zijn huis op rotsgrond bouwde.
    De regen viel neer,
    de bergstromen kwamen omlaag,
    de storm stak op en stortten zich op dat huis,
    maar het viel niet in,
    want het stond gegrondvest op de rots.

    Maar ieder die deze woorden van Mij hoort,
    doch er niet naar handelt,
    kan men vergelijken met een dwaas
    die zijn huis bouwde op het zand.
    De regen viel neer,
    de bergstromen kwamen omlaag,
    de storm stak op en zij beukten dat huis,
    zodat het volledig verwoest werd.’
    (Matteüs 7,21-27)


    VASTE GROND ONDER DE VOETEN

    Ook vandaag is Bonnhoeffer nog altijd een geestelijk leidsman, die veel gelezen wordt. Een kleine honderd jaar geleden was hij als student, een zoekende, open geest. Aan zijn ongelovige broer, die prof was schreef hij: ‘Voor het eerst in mijn leven heb ik de indruk een weg naar de waarheid te vinden. Ik heb in het evangelie de Bergrede gelezen.' Het was toen, tussen de twee oorlogen, een verwarde tijd zoals nu: oppervlakkig, materialistisch, leut, plezier, ontspanning … daar kwam het op aan in ‘de vrolijke jaren ’20!’.

    In die verwarde tijd had die student met zijn open geest een vaste grond gevonden, een fundament, waarop hij zijn leven kon uitbouwen. Ook nu is zulk stevig fundament heel belangrijk, want zoveel ideeën komen op ons af en er zijn zoveel wegen. Dag in dag uit komen wij van de éne ervaring in de andere terecht. Alles komt zo vlug langs en alles gaat ook zo vlug voorbij. Daarom zegt Jezus ons vandaag: ‘bouw je leven op een rots’. Let erop dat je vaste grond onder de voeten hebt.

    Die vaste grond vinden we als we de woorden van Jezus in ons hart prenten. Als we zijn leven voor ogen houden en ook tot het onze willen maken. Het gaat om de diepe beslissing: ‘zó wil ik mijn leven uitbouwen’, heel concreet, heel levensecht en heel overtuigd. Uit deze diepe beslissing vloeit al de rest vanzelf voort. Maar op die fundamentele keuze komt het aan: de keuze om Jezus na te volgen. En dat is geen eindeloze reeks van wetjes en wetten. Dat is één grondlijn: de liefde ten einde toe! Jezus heeft ons geen lesjes geleerd, niet zomaar een weg gewezen: zelf is Hij de weg geworden voor ons leven.

    Uiterlijke regeltjes volgen, is al bij al nog gemakkelijk. Dat doen we ook in het verkeer. Het gebod van de liefde echter vraagt, in zijn eentje, een grotere inzet. Jezus vraagt van ons dat wij in elke concrete situatie nagaan: wat is goed, hier en nu? Wat omvat, hier en nu, het gebod van de liefde? En eigenlijk vraagt Hij zo aan ons: ‘wat zou Ik doen, als Ik jou was – hier en nu?’

    Laten we daarom bidden:

    Heer Jezus,
    wees Gij het fundament van ons leven.
    Geef ons inzicht opdat wij
    in de stormen van de tijd
    heel concreet uw eigen woord van Liefde
    ter harte mogen nemen. Amen.


    Om even te bidden deze week …


    Wij geloven in een God
    die voor mensen
    het leven wil en niet de dood,
    de vreugde van een nieuw bestaan,
    hoop op een eeuwig geluk.

    Wie gelooft,
    wordt uitgenodigd
    om de weg van Jezus te gaan …

    De weg van dienstbaarheid
    liefde, zelfgave...
    de weg van vertrouwen
    in een God die leven
    schenkt.
    (Bron onbekend)


    Een leven leiden van liefde,
    is niet je tent opslaan op de Taborberg,
    maar mét Jezus de weg van Calvarie gaan
    en het kruis zien als een schat.

    (Heilige Theresia van Lisieux)

     





    04-03-2011 om 17:52 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    03-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DOORDENKEN OP DONDERDAG

    ‘DE PEST’ – ALBERT CAMUS

    ‘Du port obscur montèrent les premières fusées des réjouissances officielles. La ville les salua par une longue et lourde exclamation. Cottard, Tarrou, ceux et celle que Rieux avait aimés et perdus, tous, morts ou coupables, étaient oubliés. Le vieux avait raison, les hommes étaient toujours les mêmes. Mais c'était leur force et leur innocence, et c'est ici que par-dessus toute douleur, Rieux sentait qu'il les rejoignait. Au milieu des cris qui redoublaient de force et de durée, qui se répercutaient longuement jusqu'au pied de la terrasse, à mesure que les gerbes multicolores s'élevaient plus nombreuses dans le ciel, le docteur Rieux décida alors de rédiger le récit qui s'achève ici, pour ne pas être de ceux qui se taisent, pour témoigner en faveur de ces pestiférés, pour laisser du moins un souvenir de l'injustice et de la violence qui leur avaient été faites, et pour dire simplement ce qu'on apprend au milieu des fléaux, qu'il y a dans les hommes plus de choses à admirer que de choses à mépriser.

    Mais il savait cependant que cette chronique ne pouvait pas être celle de la victoire définitive. Elle ne pouvait être que le témoignage de ce qu'il avait fallu accomplir et que, sans doute, devraient accomplir encore, contre la terreur et son arme inlassable, malgré leurs déchirements personnels, tous les hommes qui, ne pouvant être des saints et refusant d'admettre les fléaux, s'efforcent cependant d'être des médecins.

    Ecoutant en effet les cris d'allégresse qui montaient de la ville, Rieux se souvenait que cette allégresse était toujours menacée. Car il savait ce que cette foule en joie ignorait, et qu'on peut lire dans les livres, que le bacille de la peste ne meurt ni ne disparaît jamais, qu'il peut rester pendant des dizaines d'années endormi dans les meubles et le linge, qu'il attend patiemment dans les chambres, les caves, les malles, les mouchoirs et les paperasses, et que, peut-être, le jour viendrait ou, pour le malheur et l'enseignement des hommes, la peste réveillerait ses rats et les enverrait mourir dans une cité heureuse.’

    (Albert Camus: ‘La Peste’)

    ---

    ‘Langs de donkere kant van de haven begon het vuurwerk van de officiële feestelijkheden. De stad beantwoordde het met een lange en doffe toejuiching. Cottard, Tarrou, al diegenen die Rieux had bemind en verloren, allen, doden en schuldigen, waren nu vergeten.

    De oude man had gelijk, de mensen blijven altijd dezelfden. Maar juist dat was hun kracht en hun onschuld. En juist daar vond Rieux boven alle smart uit, contact met hen. Terwijl de vreugdekreten almaar luidruchtiger en langduriger werden, en weerkaatst werden tot aan de voet van het terras (waarop Rieux zich bevond), terwijl de veelkleurige waaiers almaar talrijker werden in de lucht, besloot Rieux om het verhaal op te tekenen dat hier ten einde loopt: om niet te behoren tot de groep van hen die zwijgen, om te getuigen in het voordeel van deze pestlijders, om tenminste een herinnering na te laten van het onrecht en het geweld dat hun was aangedaan. En ook om onder woorden te brengen wat men leert te midden van het lijden: dat er in de mensen meer dingen zijn die bewondering, dan die misprijzen verdienen.

    Maar hij wist ook dat dit verhaal geen definitieve overwinning kon betekenen. Het kon slechts het getuigenis zijn van wat vele mensen in het verleden hadden moeten verrichten. En ook in de toekomst zouden nog vele anderen hetzelfde moeten doen, tegen het geweld en zijn onvermoeibare wapens, en ondanks hun persoonlijke vertwijfeling: al die mensen namelijk, die geen heiligen kunnen zijn, maar die dit leed en onrecht toch weigeren te aanvaarden, en daarom proberen om genezing te brengen.

    Terwijl hij zo luisterde naar de vreugdekreten, die vanuit de stad opstegen, dacht Rieux eraan dat deze vreugde altijd bedreigd was. Want hij wist maar al te goed wat deze opgewonden massa uit het oog verloren had, en wat men in boeken kan lezen: dat de pestbacil nooit sterft of geheel ten onder gaat, dat zij gedurende tientallen jaren ingesluimerd kan overleven in meubels en linnen ; dat zij met veel geduld kan afwachten in kamers en kelders, in koffers, zakdoeken en paperassen, en dat misschien eens de dag zou komen, waarop - tot ongeluk en lering van de mensen - de pest opnieuw haar ratten zou wakker maken en ze ergens zou laten sterven in een stad, die tot dan toe gelukkig was.’

    (Albert Camus: ‘De Pest’)

    ---

    ‘La Peste’ begint met een citaat van Daniel Defoe : ‘Het is volkomen redelijk om een bepaalde vorm van gevangenschap symbolisch voor te stellen door een andere vorm van gevangenschap. Op dezelfde manier kan je om het even welke situatie, die werkelijk bestaat, voorstellen door iets dat niet bestaat.’ Van meet af aan wordt dus duidelijk gemaakt dat het in ‘La Peste’ om een lang uitgesponnen allegorie gaat, een fictief verhaal, waarachter evenwel een diepere, werkelijke inhoud moet gezocht worden. Camus geeft trouwens meteen een duidelijke aanwijzing om deze diepere zin te vinden:

    ‘De vreemde gebeurtenissen, die in deze kroniek verteld worden, hadden plaats te Oran, in de jaren veertig.’

    De pest is, in het boek, inderdaad allereerst een symbool om de tweede wereldoorlog aan te duiden. Maar de symboliek kan nog verder doorgetrokken worden. De pest wordt dan een beeld voor elke vorm van lijden, onrecht en geweld dat onschuldigen treft en ontmoedigt. Zowel een pestepidemie in vroeger tijden, als een oorlog vandaag, zijn daarvan inderdaad droeve en sprekende illustraties. Bij dat soort van gebeurtenissen rijst vanzelf de zinvraag; of beter: in dat soort van toestanden rijst de bekoring van de zinloosheid levensgroot. Kan het leven zinvol genoemd worden, als het zo is, zoals bij een pestepidemie, zoals in een oorlog, wanneer onschuldige mensen slachtoffer worden van onnoemelijk en onverdiend leed en onrecht? Op zichzelf kan je het leven niet zinvol noemen, als zulke situaties er deel van uitmaken.

    Het antwoord van Camus legt de klemtoon op de moed en de wilskracht van de mens, meer bepaald op de bereidheid en de wil om weerstand te bieden tegen elke vorm van onrecht en geweld. Door in verzet te komen tegen geweld en onrecht, dat jezelf of anderen wordt aangedaan, kan je het leven in zekere mate zinvol maken; want dan wordt de greep van lijden, onrecht en geweld verminderd. Het leven wordt beter daardoor en meer zinvol, omdat een zekere mate van geluk en vreugde mogelijk wordt. Maar dit geluk en deze vreugde blijven altijd bedreigd, en een definitieve overwinning zal nooit bereikt worden: altijd weer zullen nieuwe mensen zich voor een zekere zingeving moeten inzetten.





    03-03-2011 om 16:02 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    28-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    De Waterlelie

    Ik heb de witte waterlelie lief,
    daar die zoo blank is en zoo stil haar kroon
    uitplooit in 't licht.

    Rijzend uit donker-koelen vijvergrond,
    heeft zij het licht gevonden en ontsloot
    toen blij het gouden hart.

    Nu rust zij peinzend op het watervlak
    en wenst niets meer...

    Frederik Van Eeden





    28-02-2011 om 17:53 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    26-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG 27 FEBRUARI

    GOD DIE ONS HEEFT VOORZIEN

    ‘God die ons heeft voorzien …’, zo begint een kerklied over de goddelijke voorzienigheid.

    De goddelijke Voorzienigheid, het is een groot geloofspunt voor vele mensen vroeger en nu: God leidt alles in goede banen, ten einde toe. Dat is een onnoemelijke bron van vertrouwen, zoals we in het evangelie lezen: ‘maak je geen zorgen over je leven.’

    Maar we mogen hierin niet naïef zijn: in de eerste plaats zijn wij zelf geroepen om in vrijheid te kiezen voor al wat waar is, schoon en goed, om te kiezen voor het Koninkrijk van God.

    In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
    ‘Niemand kan twee heren dienen:
    Hij zal de een haten en de ander liefhebben,
    ofwel de een aanhangen en de ander verachten.
    Gij kunt niet God dienen én de mammon.

    Daarom zeg Ik u:
    weest niet bezorgd voor uw leven,
    wat ge zult eten of wat ge zult drinken,
    en ook niet voor uw lichaam,
    wat ge zult aantrekken.

    Is het leven niet méér dan het voedsel
    en het lichaam niet méér dan de kleding?

    Let eens op de vogels in de lucht:
    ze zaaien niet en maaien niet
    en verzamelen niet in schuren,
    maar uw hemelse Vader voedt ze.
    Zijt gij dan niet veel méér dan zij?

    Trouwens, wie van u is in staat met al zijn tobben
    aan zijn levensweg één el toe te voegen?

    En wat maakt gij u zorgen over kleding?
    Kijkt naar de leliën in het veld: hoe ze groeien.
    Ze arbeiden noch spinnen.
    Toch zeg Ik u:
    Zelfs Salomo in al zijn pracht
    was niet gekleed als een van hen.

    Als God nu het veldgewas,
    dat er vandaag nog staat
    en morgen in de oven wordt geworpen,
    zó kleedt,
    hoeveel te meer dan u, kleingelovigen ?

    Maak u dus geen zorgen over de vraag:
    Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken,
    of wat zullen wij aantrekken ?
    Want dat alles jagen de heidenen na.

    Uw hemelse Vader weet wel
    dat gij al deze dingen nodig hebt.

    Maar zoekt eerst het Koninkrijk en zijn gerechtigheid;
    dan zal dat alles u erbij gegeven worden.

    Maakt u dus niet bezorgd voor de dag van morgen,
    want de dag van morgen zorgt voor zichzelf.
    Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen leed.’
    Matteüs 6,24-34


    ‘WEES NIET BEZORGD … ZOEK EERST HET KONINKRIJK GODS'

    ‘Maak u maar niet bezorgd!’ En die woorden over vogels, die niet maaien of opslaan in schuren, en lelies, die niet spinnen. Is dat niet wereldvreemd?

    We kunnen een leven lang bang zijn voor een toekomst vol narigheid en pijn. Dan zal eerst met onze laatste adem ook onze laatste zorg verdwijnen. Het is naïef te denken dat een zorgeloos leven ooit ons deel zal zijn. Maar zorgen mogen ons niet verstikken. Daarom is een wijsheid nodig, die vertrouwen schenkt en die de dingen juist tracht in te schatten.

    We mogen onze zorgen niet lichtzinnig wegwuiven. Alleen struisvogels steken de kop in het zand. Maar laten we de dingen, die ons benauwen, rustig onder ogen zien: zijn het echte of papieren tijgers? Dikwijls zullen we zien dat we ons nodeloos druk maken. We worden hoogstens 100 jaar en we maken ons soms zorgen alsof we er 1000 gaan worden. Terecht zegt het spreekwoord: ‘Als de hemel invalt, zijn alle mussen dood!’

    Als een dreiging reëel is, laten we dan rustig nagaan hoe we kunnen handelen. De kans op een goede afloop wordt dan groter dan wanneer we vechten tegen windmolens. En laten we vooral de mooie kanten in ons leven niet vergeten. Maar dankbaar zijn om al wat ons gegeven is.

    ‘Maak u maar niet bezorgd!’. Jezus bedoelt nog iets veel dieper: ‘Zoek eerst het Koninkrijk van God en zijn gerechtigheid; dan zal alles u erbij gegeven worden.’ ‘First things first!’, leert ons een Engels gezegde, de belangrijkste dingen eerst. Dat is niet wereldvreemd. En dat allerbelangrijkste kunnen we moeilijk anders omschrijven dan het ‘Koninkrijk van God.’ Wie daar zijn vreugde zoekt, kan met psalm 4 bidden:

    Laat, Heer, het licht van uw gelaatover ons opgaan.
    Dan vind ik vredig de rust en de slaap.
    Want U alleen, HEER, laat mij leven,
    ongestoord en vol vertrouwen.


    Vertrouwen kan ik op mama …
    want wanneer ik bang ben, stelt zij mij gerust,
    bij haar voel ik me dan veilig.

    Vertrouwen kunnen mama en papa op mij,
    want ik doe wat zij vragen, op mij kunnen ze rekenen …

    Vertrouwen kan ik op het kruisje,
    dat moemoe geeft wanneer ik ziek ben,
    dan word ik zeker beter,
    het lukt haar elke keer …

    Vertrouwen is als twee bergbeklimmers die,
    vastgeklonken aan elkaar,
    naar de top van de berg gaan.
    Zij vertrouwen op elkaar. Helemaal.
    Want wanneer een van beiden een fout maakt,
    vallen ze allebei.

    Een vriend, die je kan vertrouwen,
    gaat niet zomaar alles doorvertellen.
    Gebeurt het toch, dan word je heel erg boos.
    En een beetje triest.
    Een vriend minder? Misschien wel.
    Want een nieuwe kans geven,
    is echt niet zo gemakkelijk.

    ‘En op God? Kan je op God vertrouwen?’
    ‘Ja! Zeker!’, zei Dries.
    ‘Waarom?’, vroeg ik.
    ‘Omdat mijn moeder dat zegt’, zei hij vastberaden.

    Als dat geen blind vertrouwen is.

    (Bron onbekend)





    26-02-2011 om 09:37 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    06-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.OPVOEDEN TOT GEBED

    Heer,

    Uw schepping is volmaakt!


    Elke dag kunnen we het wonder aanschouwen

    van het leven dat telkens nieuw geboren wordt!

    Alles gebeurt weer opnieuw,

    En alles is ook geheel nieuw.

    Elk schepsel in uw universum

    herrijst met zijn eigen kenmerken.

    Er bestaan, op onze aarde,

    geen twee schepselen die volkomen identiek zijn.

    Zelfs tweelingen zijn niet geheel gelijk.


    En naarmate uw schepselen verder uitgroeien,

    en samenleven met andere mensen,

    krijgt ook hun eigenheid meer vorm.


    Uw schepping is volmaakt,

    Heer!


    En, in deze volmaaktheid, leven wij samen

    met mensen die verschillend en anders zijn.

    Mensen die minder of helemaal niets horen,

    mensen, die weinig of niets zien,

    mensen, die niet kunnen spreken.


    Maar zij spreken op zoveel andere wijzen.

    Die mensen, die geboren worden en opgroeien

    met een of andere vorm van beperking,

    die hen ergens in hun bestaan tekent.


    Dit maakt hen niet minder en ook niet minder mooi.

    Alleen, zij zijn anders en heel eigen.


    Anders en heel eigen zijn wij allen

    die meestappen op deze weg van het leven.


    Sommigen noemen hen

    mensen met bijzondere behoeften.

    Inderdaad, zij hebben bijzondere behoeften,

    zij hebben heel eigen noden.

    Allen, ja allemaal

    hebben wij bijzondere, heel eigen noden

    die op een bijzondere en heel eigen wijze

    moeten voldaan worden.

    Allen zijn wij hulp-behoevend!


    Wij hebben nood aan aandacht, tederheid, affectie.

    Wij hebben nood aan mensen

    die de mogelijkheden in ons opmerken.

    Mensen die

    – als men ons verwart met lelijke eendjes op waggelpoten –

    ons uitnodigen om in het spiegelwater van een meer te kijken,

    en daar ons echte beeld te zien,

    en vast te stellen dat we eigenlijk sierlijke zwanen zijn.


    Wij zijn niet lelijk.

    En ook niet vreemd.

    Wij zijn geen kuriositeit.

    Wij zijn anders dan die groep van mensen

    die onze schoonheid niet wisten op te merken.


    Allen zijn wij mooi,

    ieder op zijn eigen wijze.

    Maar mooi.


    Zij hebben geen pluim nodig,

    al die heel eigen mensen,

    die om een of andere reden met een beperking leven.

    Zij hebben ook geen nood

    aan misplaatste gevoelens van kompassie.

    Zij hebben nood aan waardigheid.

    Aan aanvaarding.

    Aan respect.

    Aan ruimte om zich nuttig te weten.

    Ruimte om te studeren en te werken.

    Ruimte om de volheid van het leven te ervaren.


    Kinderen met het Syndroom van Down.

    Hoe lief en eerlijk zijn zij!

    Wie hen kent en graag ziet,

    merkt hoezeer zij de mooiste lessen in liefde geven.

    Zij omhelzen zoveel!

    Zij zingen!

    En dansen en lachen.


    Het lijkt wel alsof zij niet aangetast worden

    door die gemene gedachten,

    die mensen opsplitsen

    en gevoelens kwetsen.


    Hoeveel van deze kinderen – nochtans –

    worden verworpen?

    Wilden hun ouders misschien niet inzien

    dat zij ook bijzonder en heel eigen waren

    door hun vaardigheid

    om met deze kostbare, heel eigen eigenheid te leven?

    En met de trieste ervaring afgewezente worden.


    Kinderen die naar school gaan,

    kinderen die nog verwonderd kunnen zijn

    over al wat nieuw is

    hebben geen vooroordelen.

    Voor zeker,

    zij kunnen samenleven

    met wat, met wie anders is,


    En net dat zal meebrengen

    dat zij eenzaam zullen zijn

    in hun groei en ontwikkeling.

    CHALITA, Gabriel. Educar em oração. São Paulo: Canção Nova, 2005

    CHALITA, Gabriel. Opvoeden tot gebed. São Paulo: Canção Nova, 2005



















    06-02-2011 om 13:47 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    03-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.PINTADAS

    PINTADAS

    Dinsdag 1 februari. Pintadas stond er op de agenda. Deelname aan de pedagogische studiedag voor alle leerkrachten van het stadje. Bijna dag op dag een herhaling van vorig jaar (een verslag hiervan is beschikbaar op datum van 4 februari 2010).

    De grote zomervakantie valt in Brazilië in december en januari, hoogzomer is het hier dan. De eerste volledige week van februari gaan de scholen weer open. In principe althans, want de praktijk kan hiervan wel eens afwijken. Maar Pintadas is een van de best georganiseerde stadjes hier en houdt zich aan deze regel. Bovendien zijn er in de week voordien drie vormingsdagen voor alle personeelsleden van het onderwijs in de verschillende scholen. ‘Escola e comunidade’ is het centrale thema van de driedaagse: ‘de rol van de school in de plaatselijke gemeenschap’. Frans en Lene zijn uitgenodigd op de eerste dag, en ik mag meegaan. Het wordt een boeiende ervaring.

    De hoofdbrok van de voormiddag is gewijd aan een voorstelling van dit centrale thema, met drie verschillende sprekers, elk vanuit hun eigen invalshoek.

    De eerste spreker is Prof. Dra Lucia Marisy, hoogleraar aan de universiteit van de ‘Vale São Francisco’. Op een eerder theoretische wijze geeft zij haar visie op het belang van het onderwijs voor de gemeenschap’. Zij vertrekt hierbij overwegend vanuit de school zelf. Twee grote gedachten blijven mij bij. In de eerste plaats dient de leerkracht er permanent op bedacht te zijn dat hij zij niet zomaar ‘les geeft’ – je zou kunnen zeggen: niet zomaar een voorgekauwd pakket kennis overdraagt – maar daadwerkelijk ‘les maakt’, of de kennis heel concreet laat groeien vanuit de leerlingen. Daarnaast moet de leerkracht zijnhaar hele loopbaan lang blijven openstaan voor veranderingen, zowel in de keninhoud als in de lokale gemeenschap.

    Tijdens het sobere middagmaal krijg ik de gelegenheid om deze geleerde dame ietwat beter te leren kennen. Aan tafel komt zij ‘goeie dag’ zeggen – ik zal er wellicht niet uitgezien hebben als een leraar van een school in Pintadas – en een beleefd gedagje wordt algauw een leerrijk gesprek. Zij studeerde ‘sociale wetenschappen’ aan de universiteit van Pernambuco tijdens de militaire dictatuur (1964-1985) in Brazilië. Je zou het enigszins kunnen vergelijken met de studenten in Europa tijdens de ‘woelige zestigerjaren’ en het hoogtepunt daarvan, mei ’68. Ongeveer zestig jaar nu, staat zij op een zeer gedreven wijze achter de ideeën en idealen van de PT of Arbeiderspartij. Zowel voor de vorige president Lula als voor de nieuwe presidente Dilma heeft zij actief propaganda gevoerd. Bovendien blijft zij zeer kritisch tegenover de partij, omwille van de resultaten, die totnogtoe zeer beperkt bleven. Wanneer ik – voorzichtig – als mijn persoonlijke mening zeg: ‘Van de landen, die ik een beetje ken, lijkt Brazilië mij nog het meest getekend door het liberalisme’, doorbreekt zij die voorzichtigheid en verdedigt een sociale vooruitgang met grote aandacht voor een VEEL betere verdeling van gronden en inkomsten. Vooralsnog kon de rijke klasse een landhervorming tegenhouden en ook Lula is er niet in geslaagd om die te realiseren, ondanks beloften en verwachtingen.

    De tweede spreker is ‘Zuster Velzi’. Jarenlang heeft zij samengewerkt met Neusa, ook van de PT en twee ambtstermijnen burgemeesteres van Pintadas. Nu zetelt Neusa voor de PT in de Kamer van de staat Bahia. Soms wordt wel eens gezegd: wat Pintadas nu is, hebben we te danken aan Velzi. Zij spreekt dus niet vanuit de school, maar vanuit de lokale gemeenschap. Haar betoog begint met een ‘verhaal’, want, zegt ze: ‘verhalen kunnen soms beter een werkelijkheid oproepen dan een puur theoretische benadering.

    ‘In de schuur van een boerderij leefde eens een rat, rusig en tevree. Maar op een dag ziet die rat de boer en de boerin het erf opkomen met een pakje, en in dat pakje zit een rattenklem, die meteen wordt opgesteld. Met een bang hartje gaat de rat naar het neerhof om de andere dieren te waarschuwen: wij zijn hier toch allemaal samen en we leven hier ook goed samen, rustig, vredig, maar nu heeft de boer opeens een rattenklem gekocht. Het is gedaan met die rust en met die vree. Wat moeten we nu beginnen?

    De kip is de eerste om haar mening te geven: sorry, meneer de rat, maar een rattenklem, dat is uw zaak en uw zorg, neem me niet kwalijk, maar daar heb ik geen uitstaans mee. Zie maar zelf hoe je dat opgelost krijgt en val me liever niet lastig.

    Een beetje teleurgesteld, ging de rat wat verder naar het varken toe, en zei weer: er staat een rattenklem! Er staat een rattenklem. Waarop het varken zei: sorry, meneer de rat, maar ik kan niets voor u doen, tenzij bidden. Wees dus maar gerust: ik zal aan u denken in mijn gebeden.

    Nog meer aangedaan gaat de rat nu naar de koe, en roept nu in paniek: een rattenklem, er staat een rattenklem! Maar zonder op te kijken, zegt de koe: wat staat er? Een rattenklem? Betekent dat gevaar voor mij? Laat me niet lachen. Ik denk van niet.

    Totaal otmoedigd ging de rat terug naar de schuur om nog eens naar de rattenklem te kijken. Dan gaat ze slapen, maar ’s nachts hoort ze een vreemd geluid: het is de rattenklem, die dichtslaat om haar slachtoffer te vangen.

    De boerin had dat ook gehoord en komt meteen kijken om te zien wat ze gevangen heeft. Maar in het donker ziet zij niet dat de klem een gifslang beet heeft bij de staart, en de slang bijt de vrouw. Omdat zijn vrouw zolang wegblijft, komt ook de boer kijken, en die vindt zijn vrouw daar. Met hoge koorts laat hij haar onmiddellijk naar het ziekenhuis brengen, maar het mag niet baten. Zij wordt terug naar huis gebracht, nog steeds met hoge koorts.

    Nu weet iedereen, dat er tegen koorts niets beter is dan een goeie kippenbouillon. De boer neemt dus zijn kapmes, en vindt op zijn erf het belangrijkste bestanddeel voor de bouillon. Maar de vrouw geneest niet, integendeel het wordt nog erger, en zo komen de buren op ziekenbezoek en om die allemaal wat eten te kunnen aanbieden, wordt nu het varken geslacht. Ook dan wordt de vrouw niet beter en een tijd later overlijdt zij. Een massa volk komt naar de begrafenis, en dan moet ook de koe eraan geloven.

    DE VOLGENDE KEER DAT JE HOORT DAT IEMAND EEN PROBLEEM HEEFT, DENK DAN NIET DAT HET JE NIET AANGAAT, MAAR DENK ER DAN AAN: ALS ER EEN RATTENKLEM IN HUIS IS, IS HET HELE NEERHOF IN GEVAAR. HET PROBLEEM VAN DE ENE IS EEN PROBLEEM VAN ALLEN.

    Nadien wijst zuster Velzi er ook op dat de school niet alleen kennis maar ook waarden moet bijbrengen, en dat zij niet alleen het verstand maar de hele mens, dus ook het hart moet aanspreken.

    Om dat allemaal bij te brengen, maakt Velzi bij herhaling gebruik van samenzang, en zij slaagt er zowaar in om een sceptisch publiek van leerkrachten tot samenzang te brengen.

    De derde spreekster is Nereide Segala, die aan het hoofd staat van één van de afdelingen van ‘Rede Pintadas’, het netwerk dat de verschillende activiteiten in de gemeenschap van Pintadas coördineert.

    Na de middag wordt er in 5 groepen gewerkt. Lene begeleidt één van deze groepen, rond het thema van de aandacht, die de school moet hebben voor personen met een handicap. Daarbij zijn er twee klemtonen die beklijven. Eerst een diavoorstelling of powerpoint rond het gebed: ‘LEREN BIDDEN’ is de titel van dit eerste, kortste deelje. In de tweede plaats, en grondig uitgewerkt, volgt er een voorstelling van de huidige Braziliaanse wetgeving over de integratie van gehandicapte kinderen in het onderwijs en in de samenleving enerzijds, en de feitelijke toepassing van deze wetgeving anderzijds. Daaruit blijkt dat de wetgeving, ook al kan zij mooi klinken, doorgaans dode letter blijft en dat de realiteit helemaal niet beantwoordt aan de mooie en hoge doelstellingen, die in de wet vervat liggen.

    De aanwezigen zijn onder de indruk als zij horen hoe weinig er in de praktijk wordt waargemaakt van die mooie woorden en beloften van de wetgeving. Een overvloed van cijfergegevens en statistisch materiaal dat Frans en zij hadden opgezocht, bewijst de grondige, wetenschappelijke ernst van haar betoog. Tussendoor geeft Frans enkele concrete anekdotes over de feitelijke situatie in Mundo Novo. Een voorbeeld hier. In december 2009 organiseerde en betaalde de sociale dienst van de gemeente een vierdaagse uitstap voor bejaarden naar Salvador. AAN DEZE UITSTAP NAMEN 15 BEJAARDEN DEEL. ZIJ WERDEN BEGELEID DOOR 80 PERSONEN. KOSTPRIJS: 28.000 REAIS, OF MEER DAN 10.000 EURO. GEEN ENKELE GEHANDICAPTE MAAKTE DEEL UIT VAN DE GROEP.

    Deze werkgroep werd afgerond met enkele belangrijke besluiten: PODES zal, in overleg en samenwerking met de gemeente Pintadas een centrum bouwen voor de opvang en begeleiding van personen met een handicap, in de eerste plaats voor doven en kinderen met het syndroom van Down. Daarnaast is het belangrijk dat de leerkracht er permanent op bedacht is om zo vlug mogelijk een eventuele handicap bij kinderen te onderkennen.

    (P.S. De tekst van het gebed en de meest treffende punten uit de voordracht van Lene kan je hier eerstdaags lezen. Over de doelstellingen en de werking van PODES werd vorig jaar al geschreven op 31 januari en 1 februari)





    03-02-2011 om 20:02 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (4 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    31-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MACAJUBA PELA PISTA - 2

    MACAJUBA PELA PISTA - DEEL 2

    NAAR MACAJUBA LANGS DE ZANDWEG

    Weer in de auto gestapt dus, nadat we de ‘engel’ bedankt hadden, en de weg toch maar verder gezet, naar Macajuba langs de zandweg. Aanvankelijk ook, zoals gezegd, wat minder vrolijk fluitend. Maar de vrolijkheid kwam dra terug, niet in het minst omwille van het binnenpretje, dat ik niet zelf voor deze uitstap en deze situatie gezorgd had. En een beetje dieper dan: nu – veel meer dan anders – was er ruim de tijd om de unieke pracht van dit binnenland te bewonderen. Want de pista bleef doorploegd met diepe groeven en greppels, waarlangs het regenwater zich een bedding had uitgegraven ... en overdreven snelheid was  uitgesloten. Dus kijken en genieten.

    Dikwijls kronkelen deze pistas ook dwars door weiden van deze ‘gelukkige fazendas op mensenmaat’, die woonst en leven bieden aan een grootfamilie. Hierdoor rijd je regelmatig tussen koeien, paarden en af en toe een ezeltje ook. Maar deze weiden en dit vee behoren aan verschillende fazendas, en moeten dus op het juiste terrein van de echte eigenaar blijven. De pista echter slingert veel verder en wijder dan één weide, en dus moet je voortdurend van de ene weide in de andere, terwijl het vee dat net niet mag.

    Twee oplossingen hebben ze ervoor bedacht. Veelal is er een hek van een bijzonder maaksel dat de verschillende terreinen van elkaar scheidt, een ‘cancela’ (zeg gewoon: kanseila) of poort. Voor de passagier of ‘co-piloot’ is dit de minst leuke oplossing, want die moet dan uitstappen en het hek open doen, terwijl de piloot zelf de auto voorbij de afsluiting loodst, en dan de co-piloot weer oppikt. Het bijzondere van het maaksel bestaat hierin dat deze cancelas vanzelf weer sluiten, niet door een of andere moderne technologie, maar door een vernuftig gebruik van de wet van de zwaartekracht, die de bedenkers van het systeem allicht nooit op school geleerd hebben maar door en door kennen en benutten. De cancelas zijn steeds zo gemaakt, dat je ze bij het openen omhoog of bergop moet duwen, maar dichtvallen doen ze vanzelf. Dankjewel, Isaac Newton met de appel op je hoofd, of veel beter: ‘graças a Deus’, Gode zij dank!

    Het tweede systeem zijn de ‘mata-buros’. Een Nederlands woord ken ik hiervoor niet, maar als je het letterlijk vertaalt, betekent het zoveel als ‘ezelsdoders’. Waar één weide overgaat in een andere is een put gegraven, dwars over de weg over een afstand van twee, drie meters, en daarboven werden dan houten balken of soms metalen staven gelegd, zodat de auto er veilig over kan, maar het vee dat niet aandurft of aankan, door het gevaar om in de put terecht te komen.

    Een makkelijke weg om langs de pista naar Macajuba te rijden. Het bleken er veel méér te zijn; het was dan ook niet simpelweg één zandweg almaar blijven volgen. Voortdurend een tweesprong, wikken en wegen en gokken, en allicht ook hier wel eens fout gegokt, zonder het ooit te merken, daarom ook meer dan eens de weg moeten vragen. Zo was er die keer dat we twee jongens langs de pista zagen, ze waren duidelijk van daar, van de streek. En wij dus denken, die gaan het zeker weten. Een beetje argwanend maar toch wel vriendelijk gaven ze antwoord, toen ik vroeg: ‘waar loopt die pista heen?’ ‘Naar het huis van Nê!’ En dan ik weer: ‘En voorbij het huis van Nê, gaat het dan verder naar Macajuba?’ Ze keken eens naar elkaar, en dan weer naar mij, en ze dachten van wel. Maar ik had mijn twijfels of ze wel ooit van Macajuba gehoord hadden, en ik voelde ze denken: ‘wáár komt die vandaan?’

    Zo ging het verder, niet alleen over berg en dal, maar ook over droog en nat. En naderhand een beetje twijfelend of het wel een goed idee was om langs die pista te komen. Maar géén die dat uitsprak, je kon het weer gewoon voelen. Het was een soort van opluchting, toen we in een half uur tijd, uit drie verschillende bronnen, hetzelfde antwoord kregen: ‘ja, het duurt nog een tijdje, maar het gaat naar Macajuba! Maar eerst moet je hier nog voorbij, en een eind verder langs daar.’ Drie keer hetzelfde antwoord, dat overtuigt.

    Het was bijzonder mooi daar, maar een mens leeft zelfs in een aards paradijs niet alleen van mooie prentjes. De maag wil ook wel wat. Ze mogen dan nog zeggen: ‘Alle wegen leiden naar Rome’, soms zou je toch gaan twijfelen, en dan klinkt het als een engelenkoor als je tot drie keer toe hoort: ‘Je komt hier wel uit, maar het duurt nog een tijdje.’

















    31-01-2011 om 20:44 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 22/05-28/05 2023
  • 15/05-21/05 2023
  • 08/05-14/05 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 24/04-30/04 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 27/12-02/01 2022
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 27/07-02/08 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 08/06-14/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 20/09-26/09 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 02/08-08/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 12/07-18/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 14/06-20/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 28/11-04/12 -0001

    Blog als favoriet !

    Categorieën
  • Dagboek/bedenkingen (1617)


  • Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!