Inhoud blog
  • Bezinning bij de derde zondag van de Advent
  • WOENSDAG IN DE TWEEDE WEEK VAN DE ADVENT
  • TWEEDE ZONDAG VAN DE ADVENT
  • EEN GEDACHTE BIJ DE ADVENT
  • BIJ DE EERSTE ZONDAG VAN DE ADVENT
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Doorheen de dagen
    Ervaringen besproken
    12-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG 13 MAART

    ZONDAG 13 MAART – EERSTE VASTENZONDAG

    Elk jaar vertelt de eerste zondag van de vasten ons
    over Jezus, die 40 dagen in de woestijn vertoeft,
    in vasten en gebed,
    alleen bij God,
    alleen vóór God.

    Zijn dorre woestijnervaring is een leidraad voor ons leven:
    elke vasten roept ons op om in geestelijke vrijheid uit te groeien
    tot de mens, die God voor ogen had,
    toen Hij ons schiep naar zijn beeld en gelijkenis,
    los van alles wat ons dag aan dag gevangen houdt,
    los van al wat ballast is voor een schoonmenselijke ontplooiing.


    Eerste Lezing
    uit het boek Genesis

    In het begin maakte God, de HEER, de mens.
    Hij vormde hem uit stof, uit aarde,
    en blies hem levensadem in de neus.
    Zo werd de mens een levend wezen.

    God, de HEER, legde in het oosten, in Eden, een tuin aan
    en daarin plaatste hij de mens die hij had gemaakt.
    Hij liet uit de aarde allerlei bomen opschieten
    die er aanlokkelijk uitzagen, met heerlijke vruchten.
    In het midden van de tuin stonden de levensboom
    en de boom van de kennis van goed en kwaad.

    Van alle in het wild levende dieren
    die God, de HEER, gemaakt had, was de slang het sluwst.
    Dit dier vroeg aan de vrouw: ‘Is het waar dat God gezegd heeft
    dat jullie van geen enkele boom in de tuin mogen eten?’

    ‘We mogen de vruchten van alle bomen eten,’ antwoordde de vrouw,
    ‘behalve die van de boom in het midden van de tuin.
    God heeft ons verboden van de vruchten van die boom te eten
    of ze zelfs maar aan te raken;
    doen we dat toch, dan zullen we sterven.’

    ‘Jullie zullen helemaal niet sterven,’ zei de slang.
    ‘Integendeel, God weet
    dat jullie de ogen zullen opengaan zodra je daarvan eet,
    dat jullie dan als goden zullen zijn
    en kennis zullen hebben van goed en kwaad.’

    De vrouw keek naar de boom.
    Zijn vruchten zagen er heerlijk uit,
    ze waren een lust voor het oog,
    en ze vond het aanlokkelijk
    dat de boom haar wijsheid zou schenken.
    Ze plukte een paar vruchten en at ervan.
    Ze gaf ook wat aan haar man,
    die bij haar was, en ook hij at ervan.

    Toen gingen hun beiden de ogen open
    en merkten ze dat ze naakt waren.
    Daarom regen ze vijgenbladeren aan elkaar
    en maakten er lendenschorten van.
    (Genesis 2,7-9.3,1-7)



    Evangelie

    In die tijd werd Jezus door de Geest naar de woestijn gebracht
    om door de duivel op de proef gesteld te worden.

    Na veertig dagen en veertig nachten vasten
    kreeg Hij tenslotte honger.
    De beproever kwam naar Hem toe en zei:
    `Als U de Zoon van God bent,
    zeg dan dat deze stenen brood worden.'

    Hij antwoordde:
    `Er staat geschreven:
    De mens zal niet leven van brood alleen,
    maar van ieder woord dat uit de mond van God komt.'

    Toen nam de duivel Hem mee naar de heilige stad,
    zette Hem op de rand van de tempel, en zei:
    `Als U de Zoon van God bent, spring dan naar beneden.
    Want er staat geschreven:
    Zijn engelen zal Hij bevelen U op hun handen te dragen,
    zodat U aan geen steen uw voet zult stoten.'

    Jezus zei hem:
    `Er staat ook geschreven:
    U zult de Heer uw God niet op de proef stellen.'

    Weer nam de duivel Hem mee, nu naar een zeer hoge berg.
    Hij liet Hem alle koninkrijken van de wereld zien met al hun pracht,
    en zei: `Dit alles zal ik U geven, als U voor mij in aanbidding neervalt.'

    Toen zei Jezus hem:
    `Ga weg, satan.
    Want er staat geschreven:
    De Heer uw God zult u aanbidden en Hem alleen dienen.'

    Toen liet de duivel Hem met rust,
    en er kwamen engelen om Hem van dienst te zijn.
    (Matteüs 4,1-11)


    DE KENNIS VAN GOED EN KWAAD

    ‘Wat niet eenvoudig kan gezegd worden, is de waarheid niet’. Deze wijsheid is van toepassing op die boom in het midden van de tuin. De boom van de kennis van goed en kwaad wordt hij genoemd, en ook: de boom van het leven. Na een paradijselijk begin loopt alles mis in de tuin van Eden, als de mensen van de verboden boom gaan eten. Het verbod om van die éne boom te eten, en de straf, die dan volgt, het lijkt willekeur van een tirannieke god, die zijn wil oplegt aan slaven, die naar zijn pijpen moeten dansen. We vatten de zin niet van het eenvoudige verhaal, omdat we wijsheid zoeken in ver gezochte theorieën en langs spitsvondige kronkelwegen.

    Maar bij God is geen sprake van gezochte spitsvondigheid. Zijn Woord is eenvoudig en helder. Zo is het ook met goed en kwaad, met leven en dood. Leven vinden we als we niet hoogmoedig zelf willen bepalen wat mag en kan. Wat goed en kwaad is, heeft God ingeschreven in de natuur zelf EN in ons geweten, want Hij heeft ons gemaakt naar zijn beeld en gelijkenis. In natuur en geweten leert HIJ ons wat mag en kan, niet als een tiran, maar als een God van Liefde, die met zijn schepping het beste voorheeft. Als de mens gehoor geeft aan die natuur en als hij luistert naar God, die hem aanspreekt in zijn geweten, zal hij leven vinden; maar dood zal zijn lot zijn, als hij zonder natuur en God zijn eigen wet wil stellen.

    De hele geschiedenis toont de waarheid van dit verhaal, vanaf de wreedheid van de oudste tijden tot de oorlogen om olie van vandaag: leven vloeit voort uit eerbied voor de natuur der dingen EN uit eerbied voor de medemens, een wijsheid van ons geweten die de natuurwet – het recht van de sterkste – overstijgt. Onze eigen ervaring leert ons diezelfde wijsheid: zoveel leed ontstaat omdat we afwijken van Gods wil, die ingeschreven is in de natuur, zoveel pijn groeit uit vertrapping van de medemens.

    En zoveel valse dromen lokken ons weg van die éne ware droom van leven, die God inschreef in ons hart en die nog leeft in de ongerepte onschuld van een kind:

    Gelukkig kind,dat ligt en laat geworden
    al ’t geen de mens zo driftiglijk beroert!
    (Guido Gezelle)


    Het enige dat ik aan God vraag,
    is dat lijden me niet onverschillig zou laten
    en dat ik niet zou nalaten
    te doen wat ik moet doen.

    Het enige dat ik aan God vraag,
    is dat onrecht me nooit onverschillig zou laten
    omdat ik me opsluit
    in mijn eigen veilige plekje.

    Dat oorlog me niet onverschillig zou laten,
    het monster dat de kleine mens vertrapt
    in zijn bange onschuld.

    Dat bedrog me niet onverschillig zou laten,
    het veelvuldige bedrog en verraad
    in deze wereld.

    Het enige dat ik God vraag,
    is dat de toekomst mij niet onverschillig zou laten,
    dat ik niet gewoon zou raken
    aan lijden en honger,
    aan onrecht en oorlog,
    aan bedrog en verraad in deze wereld …

    en dat ik de hoop niet verlies op een andere wereld.

    Bron onbekend







    12-03-2011 om 08:22 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    10-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DOORDENKEN OP DONDERDAG

    DE ANDERE HELFT

    Op de grote Sabbat kwam een rabbi eens moe en met lome pas van het bedehuis naar huis.

    ‘Waardoor ben je zo uitgeput?’ vroeg zijn vrouw hem.

    ‘De preek heeft me ontzettend veel gekost’, zei hij. ‘Ik moest over de armen preken en hun schrijnende nood, want alles is peperduur geworden.’

    ‘En wat heeft je preek voor uitwerking gehad?’ vroeg zijn vrouw daarop.

    ‘Voor de helft van wat nodig is, is gezorgd’, antwoordde hij, ‘want de armen zijn namelijk bereid te ontvangen’.

    ‘Hoe het met de andere helft ervoor staat’, weet ik niet. ‘Ik weet niet of de rijken bereid zijn om te geven en te delen.’

    (Chassidische Vertellingen)







    10-03-2011 om 10:41 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    09-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ASWOENSDAG

    ASWOENSDAG

    Vandaag beginnen wij een nieuwe vastentijd. Doorgaans lijken alle dagen dagdagelijks hetzelfde. Zo licht en zo vanzelf sleept het leven ons mee in doordeweekse dagen met alleen maar daagse dingen.

    Tegen deze achtergrond wordt vasten een herademing van ‘vrije tijd’, een tijd van herwonnen vrijheid: een nieuwe adem, los van elke beklemming, los van gewoontes, die opgedrongen worden en denken en doen domineren, los van invloeden die onvrij maken, los misschien nog bovenal van rimpels die de tijd op onze ziel gelegd heeft.

    Herademen is stilstaan, kijken en keren:

    halt houden en rondkijken waar het goede echt te vinden is;

    uitkijken en terugkeren op wegen, die ten leven leiden,

    ons afkeren van dodelijke onverschilligheid en egoïsme;

    de rug toekeren naar elke vorm van onwaardigheid die wenkt en dreigt,

    en ons bekeren tot een liefdevol leven zoals dat in het diepste van ons hart is ingeschreven.


    Zoals een hinde smacht naar stromend water,
    zo smacht mijn ziel naar U,
    o God.

    Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God,
    wanneer mag ik nader komen
    en Gods gelaat aanschouwen?

    Tranen zijn mijn brood, bij dag en bij nacht,
    want heel de dag hoor ik zeggen:
    ‘Waar is dan je God?’

    Wat ben je bedroefd, mijn ziel, en onrustig in mij.
    Vestig je hoop op God,
    eens zal ik hem weer loven,
    mijn God die mij ziet en mij redt.

    (uit psalm 42)


    KIJK EENS IN DE SPIEGEL

    Welk gezicht heb je vandaag op???
    Kijk eens in de spiegel naar je eigen gezicht
    - niet naar je haren of naar je make-up –
    Kijk verder en dieper...
    Je woont achter je gezicht.
    Aan je gezicht kan men je kennen.
    Heb je een masker op dat je aanpast,
    naar de omstandigheden?

    Hard en koud,
    voor hen die onder je staan,
    vleiend en poeslief naar boven toe.
    Met een standaardglimlach voor de verkoop,
    of omdat je ervoor betaald wordt.
    Vrolijk in de bar, onverschillig op school.
    Uitdagend in het verkeer en gesloten thuis?
    Je woont achter je gezicht...

    Wij mensen dragen heel dikwijls een masker
    waarachter we ons verbergen.
    Is deze dag niet een uitnodiging
    om vanaf nu het masker af te werpen
    en eerlijk te zijn tegenover God en de medemens?
    Je gezicht moet de open en eerlijke spiegel zijn
    van je binnenkant.
    Pas dan kun je echt ten volle leven.

    (Phil Bosmans)





    09-03-2011 om 08:55 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    08-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    MAART


    ’t Is pas maart, de winterweiden

    dragen nog een waasje wit

    en de zwarte akkers beiden

    ’t zaad nog naakt en omgespit.


    Maar de mussen in de bomen

    piepen al met luid misbaar

    en de fijne katjes komen

    reeds aan wilg en hazelaar.


    ’t Is al maart, de dagen lengen

    en de zon begint alvast

    op de wei wat kleur te brengen

    met een lichte schilderskwast.


    Nog een maand en allerwegen

    kiemt het veld en kleurt de wei;

    nog een maand of twee gezwegen,

    dan is ’t bloeimaand, dan is ’t mei.


    Jacqueline van der Waals





    08-03-2011 om 11:25 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    04-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG 6 MAART

    ZONDAG 6 MAART 2011

    PRENT UW WOORDEN IN MIJN HART

    ‘Prent mijn woorden in uw hart’, zo spreekt Mozes in de eerste lezing, maar eigenlijk zijn het Gods eigen woorden.

    Meer dan ooit worden wij in onze tijd overstelpt met ervaringen, indrukken, meningen en levenswijzen: in onze eigen omgeving leeft de ene zus en de andere zo, in krant en televisie is de verscheidenheid nog groter: er wordt zoveel gezegd en gepreekt en voorgehouden.

    Daarom dat Gods woord meer dan ooit betekenis heeft: ‘Prent mijn woorden in uw hart.’


    In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
    ‘Niet ieder die tot Mij zegt:
    Heer, Heer!
    zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen,
    maar hij die de wil doet van mijn Vader
    die in de hemel is.

    Velen zullen op die dag tot Mij zeggen:
    Heer, hebben wij niet in uw Naam geprofeteerd
    en hebben wij niet in uw Naam duivels uitgedreven
    en in uw Naam veel wonderen gedaan?

    Maar dan zal Ik hun onomwonden verklaren:
    Nooit heb Ik u gekend;
    gaat weg van Mij,
    gij die ongerechtigheid doet!
    leder nu,
    die deze woorden van Mij hoort en ernaar handelt,
    kan men vergelijken met een verstandig man
    die zijn huis op rotsgrond bouwde.
    De regen viel neer,
    de bergstromen kwamen omlaag,
    de storm stak op en stortten zich op dat huis,
    maar het viel niet in,
    want het stond gegrondvest op de rots.

    Maar ieder die deze woorden van Mij hoort,
    doch er niet naar handelt,
    kan men vergelijken met een dwaas
    die zijn huis bouwde op het zand.
    De regen viel neer,
    de bergstromen kwamen omlaag,
    de storm stak op en zij beukten dat huis,
    zodat het volledig verwoest werd.’
    (Matteüs 7,21-27)


    VASTE GROND ONDER DE VOETEN

    Ook vandaag is Bonnhoeffer nog altijd een geestelijk leidsman, die veel gelezen wordt. Een kleine honderd jaar geleden was hij als student, een zoekende, open geest. Aan zijn ongelovige broer, die prof was schreef hij: ‘Voor het eerst in mijn leven heb ik de indruk een weg naar de waarheid te vinden. Ik heb in het evangelie de Bergrede gelezen.' Het was toen, tussen de twee oorlogen, een verwarde tijd zoals nu: oppervlakkig, materialistisch, leut, plezier, ontspanning … daar kwam het op aan in ‘de vrolijke jaren ’20!’.

    In die verwarde tijd had die student met zijn open geest een vaste grond gevonden, een fundament, waarop hij zijn leven kon uitbouwen. Ook nu is zulk stevig fundament heel belangrijk, want zoveel ideeën komen op ons af en er zijn zoveel wegen. Dag in dag uit komen wij van de éne ervaring in de andere terecht. Alles komt zo vlug langs en alles gaat ook zo vlug voorbij. Daarom zegt Jezus ons vandaag: ‘bouw je leven op een rots’. Let erop dat je vaste grond onder de voeten hebt.

    Die vaste grond vinden we als we de woorden van Jezus in ons hart prenten. Als we zijn leven voor ogen houden en ook tot het onze willen maken. Het gaat om de diepe beslissing: ‘zó wil ik mijn leven uitbouwen’, heel concreet, heel levensecht en heel overtuigd. Uit deze diepe beslissing vloeit al de rest vanzelf voort. Maar op die fundamentele keuze komt het aan: de keuze om Jezus na te volgen. En dat is geen eindeloze reeks van wetjes en wetten. Dat is één grondlijn: de liefde ten einde toe! Jezus heeft ons geen lesjes geleerd, niet zomaar een weg gewezen: zelf is Hij de weg geworden voor ons leven.

    Uiterlijke regeltjes volgen, is al bij al nog gemakkelijk. Dat doen we ook in het verkeer. Het gebod van de liefde echter vraagt, in zijn eentje, een grotere inzet. Jezus vraagt van ons dat wij in elke concrete situatie nagaan: wat is goed, hier en nu? Wat omvat, hier en nu, het gebod van de liefde? En eigenlijk vraagt Hij zo aan ons: ‘wat zou Ik doen, als Ik jou was – hier en nu?’

    Laten we daarom bidden:

    Heer Jezus,
    wees Gij het fundament van ons leven.
    Geef ons inzicht opdat wij
    in de stormen van de tijd
    heel concreet uw eigen woord van Liefde
    ter harte mogen nemen. Amen.


    Om even te bidden deze week …


    Wij geloven in een God
    die voor mensen
    het leven wil en niet de dood,
    de vreugde van een nieuw bestaan,
    hoop op een eeuwig geluk.

    Wie gelooft,
    wordt uitgenodigd
    om de weg van Jezus te gaan …

    De weg van dienstbaarheid
    liefde, zelfgave...
    de weg van vertrouwen
    in een God die leven
    schenkt.
    (Bron onbekend)


    Een leven leiden van liefde,
    is niet je tent opslaan op de Taborberg,
    maar mét Jezus de weg van Calvarie gaan
    en het kruis zien als een schat.

    (Heilige Theresia van Lisieux)

     





    04-03-2011 om 17:52 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    03-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DOORDENKEN OP DONDERDAG

    ‘DE PEST’ – ALBERT CAMUS

    ‘Du port obscur montèrent les premières fusées des réjouissances officielles. La ville les salua par une longue et lourde exclamation. Cottard, Tarrou, ceux et celle que Rieux avait aimés et perdus, tous, morts ou coupables, étaient oubliés. Le vieux avait raison, les hommes étaient toujours les mêmes. Mais c'était leur force et leur innocence, et c'est ici que par-dessus toute douleur, Rieux sentait qu'il les rejoignait. Au milieu des cris qui redoublaient de force et de durée, qui se répercutaient longuement jusqu'au pied de la terrasse, à mesure que les gerbes multicolores s'élevaient plus nombreuses dans le ciel, le docteur Rieux décida alors de rédiger le récit qui s'achève ici, pour ne pas être de ceux qui se taisent, pour témoigner en faveur de ces pestiférés, pour laisser du moins un souvenir de l'injustice et de la violence qui leur avaient été faites, et pour dire simplement ce qu'on apprend au milieu des fléaux, qu'il y a dans les hommes plus de choses à admirer que de choses à mépriser.

    Mais il savait cependant que cette chronique ne pouvait pas être celle de la victoire définitive. Elle ne pouvait être que le témoignage de ce qu'il avait fallu accomplir et que, sans doute, devraient accomplir encore, contre la terreur et son arme inlassable, malgré leurs déchirements personnels, tous les hommes qui, ne pouvant être des saints et refusant d'admettre les fléaux, s'efforcent cependant d'être des médecins.

    Ecoutant en effet les cris d'allégresse qui montaient de la ville, Rieux se souvenait que cette allégresse était toujours menacée. Car il savait ce que cette foule en joie ignorait, et qu'on peut lire dans les livres, que le bacille de la peste ne meurt ni ne disparaît jamais, qu'il peut rester pendant des dizaines d'années endormi dans les meubles et le linge, qu'il attend patiemment dans les chambres, les caves, les malles, les mouchoirs et les paperasses, et que, peut-être, le jour viendrait ou, pour le malheur et l'enseignement des hommes, la peste réveillerait ses rats et les enverrait mourir dans une cité heureuse.’

    (Albert Camus: ‘La Peste’)

    ---

    ‘Langs de donkere kant van de haven begon het vuurwerk van de officiële feestelijkheden. De stad beantwoordde het met een lange en doffe toejuiching. Cottard, Tarrou, al diegenen die Rieux had bemind en verloren, allen, doden en schuldigen, waren nu vergeten.

    De oude man had gelijk, de mensen blijven altijd dezelfden. Maar juist dat was hun kracht en hun onschuld. En juist daar vond Rieux boven alle smart uit, contact met hen. Terwijl de vreugdekreten almaar luidruchtiger en langduriger werden, en weerkaatst werden tot aan de voet van het terras (waarop Rieux zich bevond), terwijl de veelkleurige waaiers almaar talrijker werden in de lucht, besloot Rieux om het verhaal op te tekenen dat hier ten einde loopt: om niet te behoren tot de groep van hen die zwijgen, om te getuigen in het voordeel van deze pestlijders, om tenminste een herinnering na te laten van het onrecht en het geweld dat hun was aangedaan. En ook om onder woorden te brengen wat men leert te midden van het lijden: dat er in de mensen meer dingen zijn die bewondering, dan die misprijzen verdienen.

    Maar hij wist ook dat dit verhaal geen definitieve overwinning kon betekenen. Het kon slechts het getuigenis zijn van wat vele mensen in het verleden hadden moeten verrichten. En ook in de toekomst zouden nog vele anderen hetzelfde moeten doen, tegen het geweld en zijn onvermoeibare wapens, en ondanks hun persoonlijke vertwijfeling: al die mensen namelijk, die geen heiligen kunnen zijn, maar die dit leed en onrecht toch weigeren te aanvaarden, en daarom proberen om genezing te brengen.

    Terwijl hij zo luisterde naar de vreugdekreten, die vanuit de stad opstegen, dacht Rieux eraan dat deze vreugde altijd bedreigd was. Want hij wist maar al te goed wat deze opgewonden massa uit het oog verloren had, en wat men in boeken kan lezen: dat de pestbacil nooit sterft of geheel ten onder gaat, dat zij gedurende tientallen jaren ingesluimerd kan overleven in meubels en linnen ; dat zij met veel geduld kan afwachten in kamers en kelders, in koffers, zakdoeken en paperassen, en dat misschien eens de dag zou komen, waarop - tot ongeluk en lering van de mensen - de pest opnieuw haar ratten zou wakker maken en ze ergens zou laten sterven in een stad, die tot dan toe gelukkig was.’

    (Albert Camus: ‘De Pest’)

    ---

    ‘La Peste’ begint met een citaat van Daniel Defoe : ‘Het is volkomen redelijk om een bepaalde vorm van gevangenschap symbolisch voor te stellen door een andere vorm van gevangenschap. Op dezelfde manier kan je om het even welke situatie, die werkelijk bestaat, voorstellen door iets dat niet bestaat.’ Van meet af aan wordt dus duidelijk gemaakt dat het in ‘La Peste’ om een lang uitgesponnen allegorie gaat, een fictief verhaal, waarachter evenwel een diepere, werkelijke inhoud moet gezocht worden. Camus geeft trouwens meteen een duidelijke aanwijzing om deze diepere zin te vinden:

    ‘De vreemde gebeurtenissen, die in deze kroniek verteld worden, hadden plaats te Oran, in de jaren veertig.’

    De pest is, in het boek, inderdaad allereerst een symbool om de tweede wereldoorlog aan te duiden. Maar de symboliek kan nog verder doorgetrokken worden. De pest wordt dan een beeld voor elke vorm van lijden, onrecht en geweld dat onschuldigen treft en ontmoedigt. Zowel een pestepidemie in vroeger tijden, als een oorlog vandaag, zijn daarvan inderdaad droeve en sprekende illustraties. Bij dat soort van gebeurtenissen rijst vanzelf de zinvraag; of beter: in dat soort van toestanden rijst de bekoring van de zinloosheid levensgroot. Kan het leven zinvol genoemd worden, als het zo is, zoals bij een pestepidemie, zoals in een oorlog, wanneer onschuldige mensen slachtoffer worden van onnoemelijk en onverdiend leed en onrecht? Op zichzelf kan je het leven niet zinvol noemen, als zulke situaties er deel van uitmaken.

    Het antwoord van Camus legt de klemtoon op de moed en de wilskracht van de mens, meer bepaald op de bereidheid en de wil om weerstand te bieden tegen elke vorm van onrecht en geweld. Door in verzet te komen tegen geweld en onrecht, dat jezelf of anderen wordt aangedaan, kan je het leven in zekere mate zinvol maken; want dan wordt de greep van lijden, onrecht en geweld verminderd. Het leven wordt beter daardoor en meer zinvol, omdat een zekere mate van geluk en vreugde mogelijk wordt. Maar dit geluk en deze vreugde blijven altijd bedreigd, en een definitieve overwinning zal nooit bereikt worden: altijd weer zullen nieuwe mensen zich voor een zekere zingeving moeten inzetten.





    03-03-2011 om 16:02 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    28-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    De Waterlelie

    Ik heb de witte waterlelie lief,
    daar die zoo blank is en zoo stil haar kroon
    uitplooit in 't licht.

    Rijzend uit donker-koelen vijvergrond,
    heeft zij het licht gevonden en ontsloot
    toen blij het gouden hart.

    Nu rust zij peinzend op het watervlak
    en wenst niets meer...

    Frederik Van Eeden





    28-02-2011 om 17:53 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    26-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG 27 FEBRUARI

    GOD DIE ONS HEEFT VOORZIEN

    ‘God die ons heeft voorzien …’, zo begint een kerklied over de goddelijke voorzienigheid.

    De goddelijke Voorzienigheid, het is een groot geloofspunt voor vele mensen vroeger en nu: God leidt alles in goede banen, ten einde toe. Dat is een onnoemelijke bron van vertrouwen, zoals we in het evangelie lezen: ‘maak je geen zorgen over je leven.’

    Maar we mogen hierin niet naïef zijn: in de eerste plaats zijn wij zelf geroepen om in vrijheid te kiezen voor al wat waar is, schoon en goed, om te kiezen voor het Koninkrijk van God.

    In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
    ‘Niemand kan twee heren dienen:
    Hij zal de een haten en de ander liefhebben,
    ofwel de een aanhangen en de ander verachten.
    Gij kunt niet God dienen én de mammon.

    Daarom zeg Ik u:
    weest niet bezorgd voor uw leven,
    wat ge zult eten of wat ge zult drinken,
    en ook niet voor uw lichaam,
    wat ge zult aantrekken.

    Is het leven niet méér dan het voedsel
    en het lichaam niet méér dan de kleding?

    Let eens op de vogels in de lucht:
    ze zaaien niet en maaien niet
    en verzamelen niet in schuren,
    maar uw hemelse Vader voedt ze.
    Zijt gij dan niet veel méér dan zij?

    Trouwens, wie van u is in staat met al zijn tobben
    aan zijn levensweg één el toe te voegen?

    En wat maakt gij u zorgen over kleding?
    Kijkt naar de leliën in het veld: hoe ze groeien.
    Ze arbeiden noch spinnen.
    Toch zeg Ik u:
    Zelfs Salomo in al zijn pracht
    was niet gekleed als een van hen.

    Als God nu het veldgewas,
    dat er vandaag nog staat
    en morgen in de oven wordt geworpen,
    zó kleedt,
    hoeveel te meer dan u, kleingelovigen ?

    Maak u dus geen zorgen over de vraag:
    Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken,
    of wat zullen wij aantrekken ?
    Want dat alles jagen de heidenen na.

    Uw hemelse Vader weet wel
    dat gij al deze dingen nodig hebt.

    Maar zoekt eerst het Koninkrijk en zijn gerechtigheid;
    dan zal dat alles u erbij gegeven worden.

    Maakt u dus niet bezorgd voor de dag van morgen,
    want de dag van morgen zorgt voor zichzelf.
    Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen leed.’
    Matteüs 6,24-34


    ‘WEES NIET BEZORGD … ZOEK EERST HET KONINKRIJK GODS'

    ‘Maak u maar niet bezorgd!’ En die woorden over vogels, die niet maaien of opslaan in schuren, en lelies, die niet spinnen. Is dat niet wereldvreemd?

    We kunnen een leven lang bang zijn voor een toekomst vol narigheid en pijn. Dan zal eerst met onze laatste adem ook onze laatste zorg verdwijnen. Het is naïef te denken dat een zorgeloos leven ooit ons deel zal zijn. Maar zorgen mogen ons niet verstikken. Daarom is een wijsheid nodig, die vertrouwen schenkt en die de dingen juist tracht in te schatten.

    We mogen onze zorgen niet lichtzinnig wegwuiven. Alleen struisvogels steken de kop in het zand. Maar laten we de dingen, die ons benauwen, rustig onder ogen zien: zijn het echte of papieren tijgers? Dikwijls zullen we zien dat we ons nodeloos druk maken. We worden hoogstens 100 jaar en we maken ons soms zorgen alsof we er 1000 gaan worden. Terecht zegt het spreekwoord: ‘Als de hemel invalt, zijn alle mussen dood!’

    Als een dreiging reëel is, laten we dan rustig nagaan hoe we kunnen handelen. De kans op een goede afloop wordt dan groter dan wanneer we vechten tegen windmolens. En laten we vooral de mooie kanten in ons leven niet vergeten. Maar dankbaar zijn om al wat ons gegeven is.

    ‘Maak u maar niet bezorgd!’. Jezus bedoelt nog iets veel dieper: ‘Zoek eerst het Koninkrijk van God en zijn gerechtigheid; dan zal alles u erbij gegeven worden.’ ‘First things first!’, leert ons een Engels gezegde, de belangrijkste dingen eerst. Dat is niet wereldvreemd. En dat allerbelangrijkste kunnen we moeilijk anders omschrijven dan het ‘Koninkrijk van God.’ Wie daar zijn vreugde zoekt, kan met psalm 4 bidden:

    Laat, Heer, het licht van uw gelaatover ons opgaan.
    Dan vind ik vredig de rust en de slaap.
    Want U alleen, HEER, laat mij leven,
    ongestoord en vol vertrouwen.


    Vertrouwen kan ik op mama …
    want wanneer ik bang ben, stelt zij mij gerust,
    bij haar voel ik me dan veilig.

    Vertrouwen kunnen mama en papa op mij,
    want ik doe wat zij vragen, op mij kunnen ze rekenen …

    Vertrouwen kan ik op het kruisje,
    dat moemoe geeft wanneer ik ziek ben,
    dan word ik zeker beter,
    het lukt haar elke keer …

    Vertrouwen is als twee bergbeklimmers die,
    vastgeklonken aan elkaar,
    naar de top van de berg gaan.
    Zij vertrouwen op elkaar. Helemaal.
    Want wanneer een van beiden een fout maakt,
    vallen ze allebei.

    Een vriend, die je kan vertrouwen,
    gaat niet zomaar alles doorvertellen.
    Gebeurt het toch, dan word je heel erg boos.
    En een beetje triest.
    Een vriend minder? Misschien wel.
    Want een nieuwe kans geven,
    is echt niet zo gemakkelijk.

    ‘En op God? Kan je op God vertrouwen?’
    ‘Ja! Zeker!’, zei Dries.
    ‘Waarom?’, vroeg ik.
    ‘Omdat mijn moeder dat zegt’, zei hij vastberaden.

    Als dat geen blind vertrouwen is.

    (Bron onbekend)





    26-02-2011 om 09:37 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    06-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.OPVOEDEN TOT GEBED

    Heer,

    Uw schepping is volmaakt!


    Elke dag kunnen we het wonder aanschouwen

    van het leven dat telkens nieuw geboren wordt!

    Alles gebeurt weer opnieuw,

    En alles is ook geheel nieuw.

    Elk schepsel in uw universum

    herrijst met zijn eigen kenmerken.

    Er bestaan, op onze aarde,

    geen twee schepselen die volkomen identiek zijn.

    Zelfs tweelingen zijn niet geheel gelijk.


    En naarmate uw schepselen verder uitgroeien,

    en samenleven met andere mensen,

    krijgt ook hun eigenheid meer vorm.


    Uw schepping is volmaakt,

    Heer!


    En, in deze volmaaktheid, leven wij samen

    met mensen die verschillend en anders zijn.

    Mensen die minder of helemaal niets horen,

    mensen, die weinig of niets zien,

    mensen, die niet kunnen spreken.


    Maar zij spreken op zoveel andere wijzen.

    Die mensen, die geboren worden en opgroeien

    met een of andere vorm van beperking,

    die hen ergens in hun bestaan tekent.


    Dit maakt hen niet minder en ook niet minder mooi.

    Alleen, zij zijn anders en heel eigen.


    Anders en heel eigen zijn wij allen

    die meestappen op deze weg van het leven.


    Sommigen noemen hen

    mensen met bijzondere behoeften.

    Inderdaad, zij hebben bijzondere behoeften,

    zij hebben heel eigen noden.

    Allen, ja allemaal

    hebben wij bijzondere, heel eigen noden

    die op een bijzondere en heel eigen wijze

    moeten voldaan worden.

    Allen zijn wij hulp-behoevend!


    Wij hebben nood aan aandacht, tederheid, affectie.

    Wij hebben nood aan mensen

    die de mogelijkheden in ons opmerken.

    Mensen die

    – als men ons verwart met lelijke eendjes op waggelpoten –

    ons uitnodigen om in het spiegelwater van een meer te kijken,

    en daar ons echte beeld te zien,

    en vast te stellen dat we eigenlijk sierlijke zwanen zijn.


    Wij zijn niet lelijk.

    En ook niet vreemd.

    Wij zijn geen kuriositeit.

    Wij zijn anders dan die groep van mensen

    die onze schoonheid niet wisten op te merken.


    Allen zijn wij mooi,

    ieder op zijn eigen wijze.

    Maar mooi.


    Zij hebben geen pluim nodig,

    al die heel eigen mensen,

    die om een of andere reden met een beperking leven.

    Zij hebben ook geen nood

    aan misplaatste gevoelens van kompassie.

    Zij hebben nood aan waardigheid.

    Aan aanvaarding.

    Aan respect.

    Aan ruimte om zich nuttig te weten.

    Ruimte om te studeren en te werken.

    Ruimte om de volheid van het leven te ervaren.


    Kinderen met het Syndroom van Down.

    Hoe lief en eerlijk zijn zij!

    Wie hen kent en graag ziet,

    merkt hoezeer zij de mooiste lessen in liefde geven.

    Zij omhelzen zoveel!

    Zij zingen!

    En dansen en lachen.


    Het lijkt wel alsof zij niet aangetast worden

    door die gemene gedachten,

    die mensen opsplitsen

    en gevoelens kwetsen.


    Hoeveel van deze kinderen – nochtans –

    worden verworpen?

    Wilden hun ouders misschien niet inzien

    dat zij ook bijzonder en heel eigen waren

    door hun vaardigheid

    om met deze kostbare, heel eigen eigenheid te leven?

    En met de trieste ervaring afgewezente worden.


    Kinderen die naar school gaan,

    kinderen die nog verwonderd kunnen zijn

    over al wat nieuw is

    hebben geen vooroordelen.

    Voor zeker,

    zij kunnen samenleven

    met wat, met wie anders is,


    En net dat zal meebrengen

    dat zij eenzaam zullen zijn

    in hun groei en ontwikkeling.

    CHALITA, Gabriel. Educar em oração. São Paulo: Canção Nova, 2005

    CHALITA, Gabriel. Opvoeden tot gebed. São Paulo: Canção Nova, 2005



















    06-02-2011 om 13:47 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    03-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.PINTADAS

    PINTADAS

    Dinsdag 1 februari. Pintadas stond er op de agenda. Deelname aan de pedagogische studiedag voor alle leerkrachten van het stadje. Bijna dag op dag een herhaling van vorig jaar (een verslag hiervan is beschikbaar op datum van 4 februari 2010).

    De grote zomervakantie valt in Brazilië in december en januari, hoogzomer is het hier dan. De eerste volledige week van februari gaan de scholen weer open. In principe althans, want de praktijk kan hiervan wel eens afwijken. Maar Pintadas is een van de best georganiseerde stadjes hier en houdt zich aan deze regel. Bovendien zijn er in de week voordien drie vormingsdagen voor alle personeelsleden van het onderwijs in de verschillende scholen. ‘Escola e comunidade’ is het centrale thema van de driedaagse: ‘de rol van de school in de plaatselijke gemeenschap’. Frans en Lene zijn uitgenodigd op de eerste dag, en ik mag meegaan. Het wordt een boeiende ervaring.

    De hoofdbrok van de voormiddag is gewijd aan een voorstelling van dit centrale thema, met drie verschillende sprekers, elk vanuit hun eigen invalshoek.

    De eerste spreker is Prof. Dra Lucia Marisy, hoogleraar aan de universiteit van de ‘Vale São Francisco’. Op een eerder theoretische wijze geeft zij haar visie op het belang van het onderwijs voor de gemeenschap’. Zij vertrekt hierbij overwegend vanuit de school zelf. Twee grote gedachten blijven mij bij. In de eerste plaats dient de leerkracht er permanent op bedacht te zijn dat hij zij niet zomaar ‘les geeft’ – je zou kunnen zeggen: niet zomaar een voorgekauwd pakket kennis overdraagt – maar daadwerkelijk ‘les maakt’, of de kennis heel concreet laat groeien vanuit de leerlingen. Daarnaast moet de leerkracht zijnhaar hele loopbaan lang blijven openstaan voor veranderingen, zowel in de keninhoud als in de lokale gemeenschap.

    Tijdens het sobere middagmaal krijg ik de gelegenheid om deze geleerde dame ietwat beter te leren kennen. Aan tafel komt zij ‘goeie dag’ zeggen – ik zal er wellicht niet uitgezien hebben als een leraar van een school in Pintadas – en een beleefd gedagje wordt algauw een leerrijk gesprek. Zij studeerde ‘sociale wetenschappen’ aan de universiteit van Pernambuco tijdens de militaire dictatuur (1964-1985) in Brazilië. Je zou het enigszins kunnen vergelijken met de studenten in Europa tijdens de ‘woelige zestigerjaren’ en het hoogtepunt daarvan, mei ’68. Ongeveer zestig jaar nu, staat zij op een zeer gedreven wijze achter de ideeën en idealen van de PT of Arbeiderspartij. Zowel voor de vorige president Lula als voor de nieuwe presidente Dilma heeft zij actief propaganda gevoerd. Bovendien blijft zij zeer kritisch tegenover de partij, omwille van de resultaten, die totnogtoe zeer beperkt bleven. Wanneer ik – voorzichtig – als mijn persoonlijke mening zeg: ‘Van de landen, die ik een beetje ken, lijkt Brazilië mij nog het meest getekend door het liberalisme’, doorbreekt zij die voorzichtigheid en verdedigt een sociale vooruitgang met grote aandacht voor een VEEL betere verdeling van gronden en inkomsten. Vooralsnog kon de rijke klasse een landhervorming tegenhouden en ook Lula is er niet in geslaagd om die te realiseren, ondanks beloften en verwachtingen.

    De tweede spreker is ‘Zuster Velzi’. Jarenlang heeft zij samengewerkt met Neusa, ook van de PT en twee ambtstermijnen burgemeesteres van Pintadas. Nu zetelt Neusa voor de PT in de Kamer van de staat Bahia. Soms wordt wel eens gezegd: wat Pintadas nu is, hebben we te danken aan Velzi. Zij spreekt dus niet vanuit de school, maar vanuit de lokale gemeenschap. Haar betoog begint met een ‘verhaal’, want, zegt ze: ‘verhalen kunnen soms beter een werkelijkheid oproepen dan een puur theoretische benadering.

    ‘In de schuur van een boerderij leefde eens een rat, rusig en tevree. Maar op een dag ziet die rat de boer en de boerin het erf opkomen met een pakje, en in dat pakje zit een rattenklem, die meteen wordt opgesteld. Met een bang hartje gaat de rat naar het neerhof om de andere dieren te waarschuwen: wij zijn hier toch allemaal samen en we leven hier ook goed samen, rustig, vredig, maar nu heeft de boer opeens een rattenklem gekocht. Het is gedaan met die rust en met die vree. Wat moeten we nu beginnen?

    De kip is de eerste om haar mening te geven: sorry, meneer de rat, maar een rattenklem, dat is uw zaak en uw zorg, neem me niet kwalijk, maar daar heb ik geen uitstaans mee. Zie maar zelf hoe je dat opgelost krijgt en val me liever niet lastig.

    Een beetje teleurgesteld, ging de rat wat verder naar het varken toe, en zei weer: er staat een rattenklem! Er staat een rattenklem. Waarop het varken zei: sorry, meneer de rat, maar ik kan niets voor u doen, tenzij bidden. Wees dus maar gerust: ik zal aan u denken in mijn gebeden.

    Nog meer aangedaan gaat de rat nu naar de koe, en roept nu in paniek: een rattenklem, er staat een rattenklem! Maar zonder op te kijken, zegt de koe: wat staat er? Een rattenklem? Betekent dat gevaar voor mij? Laat me niet lachen. Ik denk van niet.

    Totaal otmoedigd ging de rat terug naar de schuur om nog eens naar de rattenklem te kijken. Dan gaat ze slapen, maar ’s nachts hoort ze een vreemd geluid: het is de rattenklem, die dichtslaat om haar slachtoffer te vangen.

    De boerin had dat ook gehoord en komt meteen kijken om te zien wat ze gevangen heeft. Maar in het donker ziet zij niet dat de klem een gifslang beet heeft bij de staart, en de slang bijt de vrouw. Omdat zijn vrouw zolang wegblijft, komt ook de boer kijken, en die vindt zijn vrouw daar. Met hoge koorts laat hij haar onmiddellijk naar het ziekenhuis brengen, maar het mag niet baten. Zij wordt terug naar huis gebracht, nog steeds met hoge koorts.

    Nu weet iedereen, dat er tegen koorts niets beter is dan een goeie kippenbouillon. De boer neemt dus zijn kapmes, en vindt op zijn erf het belangrijkste bestanddeel voor de bouillon. Maar de vrouw geneest niet, integendeel het wordt nog erger, en zo komen de buren op ziekenbezoek en om die allemaal wat eten te kunnen aanbieden, wordt nu het varken geslacht. Ook dan wordt de vrouw niet beter en een tijd later overlijdt zij. Een massa volk komt naar de begrafenis, en dan moet ook de koe eraan geloven.

    DE VOLGENDE KEER DAT JE HOORT DAT IEMAND EEN PROBLEEM HEEFT, DENK DAN NIET DAT HET JE NIET AANGAAT, MAAR DENK ER DAN AAN: ALS ER EEN RATTENKLEM IN HUIS IS, IS HET HELE NEERHOF IN GEVAAR. HET PROBLEEM VAN DE ENE IS EEN PROBLEEM VAN ALLEN.

    Nadien wijst zuster Velzi er ook op dat de school niet alleen kennis maar ook waarden moet bijbrengen, en dat zij niet alleen het verstand maar de hele mens, dus ook het hart moet aanspreken.

    Om dat allemaal bij te brengen, maakt Velzi bij herhaling gebruik van samenzang, en zij slaagt er zowaar in om een sceptisch publiek van leerkrachten tot samenzang te brengen.

    De derde spreekster is Nereide Segala, die aan het hoofd staat van één van de afdelingen van ‘Rede Pintadas’, het netwerk dat de verschillende activiteiten in de gemeenschap van Pintadas coördineert.

    Na de middag wordt er in 5 groepen gewerkt. Lene begeleidt één van deze groepen, rond het thema van de aandacht, die de school moet hebben voor personen met een handicap. Daarbij zijn er twee klemtonen die beklijven. Eerst een diavoorstelling of powerpoint rond het gebed: ‘LEREN BIDDEN’ is de titel van dit eerste, kortste deelje. In de tweede plaats, en grondig uitgewerkt, volgt er een voorstelling van de huidige Braziliaanse wetgeving over de integratie van gehandicapte kinderen in het onderwijs en in de samenleving enerzijds, en de feitelijke toepassing van deze wetgeving anderzijds. Daaruit blijkt dat de wetgeving, ook al kan zij mooi klinken, doorgaans dode letter blijft en dat de realiteit helemaal niet beantwoordt aan de mooie en hoge doelstellingen, die in de wet vervat liggen.

    De aanwezigen zijn onder de indruk als zij horen hoe weinig er in de praktijk wordt waargemaakt van die mooie woorden en beloften van de wetgeving. Een overvloed van cijfergegevens en statistisch materiaal dat Frans en zij hadden opgezocht, bewijst de grondige, wetenschappelijke ernst van haar betoog. Tussendoor geeft Frans enkele concrete anekdotes over de feitelijke situatie in Mundo Novo. Een voorbeeld hier. In december 2009 organiseerde en betaalde de sociale dienst van de gemeente een vierdaagse uitstap voor bejaarden naar Salvador. AAN DEZE UITSTAP NAMEN 15 BEJAARDEN DEEL. ZIJ WERDEN BEGELEID DOOR 80 PERSONEN. KOSTPRIJS: 28.000 REAIS, OF MEER DAN 10.000 EURO. GEEN ENKELE GEHANDICAPTE MAAKTE DEEL UIT VAN DE GROEP.

    Deze werkgroep werd afgerond met enkele belangrijke besluiten: PODES zal, in overleg en samenwerking met de gemeente Pintadas een centrum bouwen voor de opvang en begeleiding van personen met een handicap, in de eerste plaats voor doven en kinderen met het syndroom van Down. Daarnaast is het belangrijk dat de leerkracht er permanent op bedacht is om zo vlug mogelijk een eventuele handicap bij kinderen te onderkennen.

    (P.S. De tekst van het gebed en de meest treffende punten uit de voordracht van Lene kan je hier eerstdaags lezen. Over de doelstellingen en de werking van PODES werd vorig jaar al geschreven op 31 januari en 1 februari)





    03-02-2011 om 20:02 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (4 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    31-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MACAJUBA PELA PISTA - 2

    MACAJUBA PELA PISTA - DEEL 2

    NAAR MACAJUBA LANGS DE ZANDWEG

    Weer in de auto gestapt dus, nadat we de ‘engel’ bedankt hadden, en de weg toch maar verder gezet, naar Macajuba langs de zandweg. Aanvankelijk ook, zoals gezegd, wat minder vrolijk fluitend. Maar de vrolijkheid kwam dra terug, niet in het minst omwille van het binnenpretje, dat ik niet zelf voor deze uitstap en deze situatie gezorgd had. En een beetje dieper dan: nu – veel meer dan anders – was er ruim de tijd om de unieke pracht van dit binnenland te bewonderen. Want de pista bleef doorploegd met diepe groeven en greppels, waarlangs het regenwater zich een bedding had uitgegraven ... en overdreven snelheid was  uitgesloten. Dus kijken en genieten.

    Dikwijls kronkelen deze pistas ook dwars door weiden van deze ‘gelukkige fazendas op mensenmaat’, die woonst en leven bieden aan een grootfamilie. Hierdoor rijd je regelmatig tussen koeien, paarden en af en toe een ezeltje ook. Maar deze weiden en dit vee behoren aan verschillende fazendas, en moeten dus op het juiste terrein van de echte eigenaar blijven. De pista echter slingert veel verder en wijder dan één weide, en dus moet je voortdurend van de ene weide in de andere, terwijl het vee dat net niet mag.

    Twee oplossingen hebben ze ervoor bedacht. Veelal is er een hek van een bijzonder maaksel dat de verschillende terreinen van elkaar scheidt, een ‘cancela’ (zeg gewoon: kanseila) of poort. Voor de passagier of ‘co-piloot’ is dit de minst leuke oplossing, want die moet dan uitstappen en het hek open doen, terwijl de piloot zelf de auto voorbij de afsluiting loodst, en dan de co-piloot weer oppikt. Het bijzondere van het maaksel bestaat hierin dat deze cancelas vanzelf weer sluiten, niet door een of andere moderne technologie, maar door een vernuftig gebruik van de wet van de zwaartekracht, die de bedenkers van het systeem allicht nooit op school geleerd hebben maar door en door kennen en benutten. De cancelas zijn steeds zo gemaakt, dat je ze bij het openen omhoog of bergop moet duwen, maar dichtvallen doen ze vanzelf. Dankjewel, Isaac Newton met de appel op je hoofd, of veel beter: ‘graças a Deus’, Gode zij dank!

    Het tweede systeem zijn de ‘mata-buros’. Een Nederlands woord ken ik hiervoor niet, maar als je het letterlijk vertaalt, betekent het zoveel als ‘ezelsdoders’. Waar één weide overgaat in een andere is een put gegraven, dwars over de weg over een afstand van twee, drie meters, en daarboven werden dan houten balken of soms metalen staven gelegd, zodat de auto er veilig over kan, maar het vee dat niet aandurft of aankan, door het gevaar om in de put terecht te komen.

    Een makkelijke weg om langs de pista naar Macajuba te rijden. Het bleken er veel méér te zijn; het was dan ook niet simpelweg één zandweg almaar blijven volgen. Voortdurend een tweesprong, wikken en wegen en gokken, en allicht ook hier wel eens fout gegokt, zonder het ooit te merken, daarom ook meer dan eens de weg moeten vragen. Zo was er die keer dat we twee jongens langs de pista zagen, ze waren duidelijk van daar, van de streek. En wij dus denken, die gaan het zeker weten. Een beetje argwanend maar toch wel vriendelijk gaven ze antwoord, toen ik vroeg: ‘waar loopt die pista heen?’ ‘Naar het huis van Nê!’ En dan ik weer: ‘En voorbij het huis van Nê, gaat het dan verder naar Macajuba?’ Ze keken eens naar elkaar, en dan weer naar mij, en ze dachten van wel. Maar ik had mijn twijfels of ze wel ooit van Macajuba gehoord hadden, en ik voelde ze denken: ‘wáár komt die vandaan?’

    Zo ging het verder, niet alleen over berg en dal, maar ook over droog en nat. En naderhand een beetje twijfelend of het wel een goed idee was om langs die pista te komen. Maar géén die dat uitsprak, je kon het weer gewoon voelen. Het was een soort van opluchting, toen we in een half uur tijd, uit drie verschillende bronnen, hetzelfde antwoord kregen: ‘ja, het duurt nog een tijdje, maar het gaat naar Macajuba! Maar eerst moet je hier nog voorbij, en een eind verder langs daar.’ Drie keer hetzelfde antwoord, dat overtuigt.

    Het was bijzonder mooi daar, maar een mens leeft zelfs in een aards paradijs niet alleen van mooie prentjes. De maag wil ook wel wat. Ze mogen dan nog zeggen: ‘Alle wegen leiden naar Rome’, soms zou je toch gaan twijfelen, en dan klinkt het als een engelenkoor als je tot drie keer toe hoort: ‘Je komt hier wel uit, maar het duurt nog een tijdje.’

















    31-01-2011 om 20:44 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    26-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MACAJUBA PELA PISTA - 1

    MACAJUBA PELA PISTA - DEEL 1

    NAAR MACAJUBA LANGS DE ZANDWEG

    Enige tijd al zien we ook in België beelden over de stortregens en de modderstromen in Rio en São Paulo. Hier spreekt de TV al weken over ‘O desastre das chuvas’, ‘De ramp van de regens’, met avond aan avond de trieste beelden van ellende in de favelas of sloppenwijken rond deze miljoenensteden. Met avond aan avond ook dezelfde beelden van wanhopige mannen en krijsende vrouwen, die hun schamele alles verloren, omzwermd door huilende kinderen. Maar Rio en São Paulo, dat is ook in Mundo Novo ver van mijn bed, duizenden kilometers meer naar het zuiden, in hetzelfde Brazilië, dat zo rijke land waar de armoede en de armen je elke dag in de ogen kijken en je stem bijwijlen in je keel doen stokken.

    Mundo Novo, dat is het Noordoosten, de Nordeste, en dat staat voor droogte en dorheid, stof en zand, rossige weiden, kilometers broussaille, cactussen ook, en af en toe een tros zeboes, magere koeien, goed voor vier, vijf liter melk per dag, wonderbaarlijk, dat die er nog in slagen om dat schaarse rosse gras langs hun vier magen te herkauwen en om te toveren tot lichte, romige melk. Zo was het al eeuwen, zo hoort het dus te zijn ook, en de Nordestino streeft ernaar om met die dorre droogte een overlevingspact te sluiten. Als je dit klimaat niet kan veranderen, zoek dan een manier van leven om ermee om te gaan.

    Maar de hoge zomer van 2011, dezer dagen dus, is anders. Ruim een week ben ik nu hier, en er is nog geen dag of nacht voorbijgegaan zonder regen. Geen stortregens, maar af en toe fikse buien. In het stadje zoekt het water zijn weg over de straten en spoelt het zand weg tussen de kasseien, want riolen zijn er niet, op één grote, open riool na, die midden in het stadje stinkt. Langs de grote asfaltwegen zie je soms wel, sinds enkele jaren, diepe riolen om het water af te voeren, maar op de talloze zandwegen of pistas moet het water zelf zijn weg uitgraven: talloze soms diepe greppels, naast, midden of dwars over de rijweg. Een auto sturen is dan ook niet echt een pretje. Temeer omdat deze pistas heuvel op en heuvel af slingeren, en regelmatig grote plassen blijven staan op het diepste punt.

    Gisteren hadden we een daguitstap gepland: Macajuba, langs de pista, omdat het langs daar zo uitzonderlijk mooi is, met links en rechts en hier en daar een kleine fazenda of boerderij op mensenmaat, met vijftig of honderd stuks rundvee, ruim voldoende om met een familie gelukkig te leven. Om halftien dus in de auto, de eerste vijftien kilometer vrolijk fluitend als het ware over de verse asfalt, waar je enkele jaren geleden nog tussen de putten in het wegdek moest laveren.

    En dan rechtsaf, de pista op. Ook vorige nacht had het geregend, maar ja, wat kon dat maken, de zon stond al hoog aan de hemel en alles droogt hier toch zo vlug. Dus, nog altijd vrolijk fluitend als het ware, het eerste stukje van de zandweg, de eerste heuvel op, de eerste vallei in, en dan weer op naar de tweede heuvel, temidden van het frisse groen dit jaar, dat anders dor en droog en ros is. Een beetje later ook de eerste greppel, wat later één, die al wat dieper was, en dan een derde die nog nat was van de nachtelijke regen. Maar wat zou dat? En waarom daarom treuren, er stond daar boven op die heuvel nog zo’n gelukkige fazenda op mensenmaat, met okergele muren, rode pannen op het dak, wat fruitbomen rondom en ook zo kleurrijk nog, die bloemen in de tuin.

    Goedgemoed alweer een bocht geslingerd, een nieuwe helling af, en dan vertragen, remmen, kijken: hoe loopt het beste spoor nu, want daar beneden lag een flinke plas, dwars over de pista, links van de pista, rechts van de pista. Hoe liep het spoor van de vorige auto? Gestopt, gekeken, gewikt en gegokt. Vooruit dus, het water spatte op, links, rechts, boven en onder de auto.

    Gewikt en gegokt. Maar fout gegokt. De wielen van de wagen zakken weg, slippen en stoppen. Weer geprobeerd, de wielen draaien door. Een derde keer, de motor al wat luider maar geen meter verder. Stokstijf stilstaand, met water links en water rechts, en hetzelfde bruine water voor en achter.

    ‘Roels, gij weegt te zwaar. Uitstappen en duwen’, zegt Frans, die in die dingen dan danig kort is. Ik keek eens buiten, liep niet over van enthousiasme, maar er was geen andere keuze. Treuzelend het portier geopend en uitgestapt, gelukkig had ik maar een short aan, en dan op sandalen dat rosse water in, bijna tot kniehoogte wegzakkend in slijk en modder. Wadend naar drogere oorden.

    Niet langer vrolijk fluitend achter de auto post gevat, Frans, die weer start en gas geeft, en ik maar duwen. Een halve meter verder. Dat gaf hoop. Even ademen, en nog eens gazen en duwen, maar deze keer slechts twintig centimeter opgeschoten, en een derde keer enkel een brullende motor, wielen die doordraaien, en Frans, die ook uitstapt. Ook op sandalen, maar met een lange broek. Gelukkig nog een lange broek ‘voor water in de kelder’. De zaak bekeken, besproken, bestudeerd, weer geprobeerd, en weer geen centimeter verder.

    Omdat er toch tijd was, dankte ik de hemel, God, en al zijn lieve engelen en heiligen dat ik niet voorgesteld had om langs deze pista te gaan, want anders was – ondanks de weidse ruimten – het kot te klein geweest. ‘Jezuke, dank, dat je dit prachtige plan bij Frans zelf hebt ingeblazen, zonder dat ik jouw medium moest zijn! En ook nog dit, Jezuke, nu je mij al zo goed geholpen hebt, kan je nu nog effe voortdoen, en een van je engelen sturen, die hier meer van afweet dan je povere drommels hier?’

    En zo gebeurde. Geen Michaël, Rafaël of Gabriël, maar wel een engel. Zonder vleugels weliswaar maar met dezelfde inspiratie en met kennis van zaken. Een jonge man van de fazenda boven op de heuvel, die daar geboren en getogen was en in familie leefde. Weer de zaak bekeken, besproken, bestudeerd, en dan te voet opnieuw de heuvel op, naar de fazenda, en een soort hak of schup gehaald. Het slijk weggegraven en een pad gebaand. Gestart, geduwd, en alleluia! Tien meter verder, op het droge, zij het met natte voeten in sandalen vol zand en modder.

    De engel bedankt, nog even gepraat, en dan verder op de pista. Ietwat minder vrolijk fluitend.















    26-01-2011 om 13:45 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    21-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE HEENREIS

    DE HEENREIS

    Zondagmorgen 16 januari was het eindelijk zover! De dag van mijn vertrek was aangebroken. En de lange reis, die doorgaans weinig boeiend is en waar ik nogal tegenop zie, is eigenlijk heel goed verlopen. Ondanks het soms lange wachten in de luchthavens, en ondanks de verre vluchten, eerst een kleine drie uur tot Lissabon, daarna bijna negen uur tot Salvador. Om de tijd wat vlugger te laten verlopen had ik mij – ondanks de redelijk gevorderde leeftijd – nog een MP3 met oordopjes aangeschaft, om wat mooie muziek te kunnen beluisteren. Een vleugje late nostalgie naar een vervlogen jeugd, voorbij, o, en voorgoed voorbij?

    Rond halfnegen zondagmorgen kwamen lieve mensen naar Watervliet – het einde van de wereld in Vlaanderen, maar dan wel het zeer mooie uiteinde! – en enkele minuten later konden we beginnen aan de eerste etape van een lange reis. Om tien uur in Zaventem, daar eerst ingecheckt en de valies afgegeven. En daarna het laatste ritueel: een leeg tafeltje zoeken en nog rustig een koffietje slurpen. Je kan ook alleen maar even stoppen op de strook van 'kiss-and-ride', maar het is toch heel wat leuker om dit vertrek wat intenser te beleven! En dan de controles. Dit jaar is het allemaal bijzonder vlot verlopen. Als dat voorbij is, nog ongeveer een kwartiertje stappen tot aan 'gate 58' waar het vliegtuig voor Lissabon zal opstijgen.

    Op tijd vertrokken, en meteen geluk gehad: mijn naaste buur was een student uit West-Vlaanderen, die eerst in Kortrijk, dan in Gent en Litouwen gestudeerd had, en nu zijn laatste jaar ‘biologie’ in Leuven deed, om een ‘masters’ te behalen. De MP3 was meteen overbodig, ruim twee uur hebben we een aangename babbel gehad, niet zomaar over koetjes en kalfjes, maar over filosofie, wetenschap, studeren in het buitenland, leefmilieu, ecologie e tutti quanti ... zelfs heel even over godsdienst. En zo’n fijne babbel is boeiender dan twee dopjes in je oren!

    Een paar uur later de lange vlucht naar Salvador, in zwijgzaam gezelschap, zodat de oordopjes, een boek en een beetje slaap de tijd weer goed lieten voorbijgaan. En om tien uur ’s avonds, Braziliaanse tijd, werden de lichtjes, niet van de Schelde maar van Salvador de Bahia, zichtbaar in het nachtelijk duister, en kon je de grote lanen van deze miljoenenstad onderscheiden.

    Nog even geduld bij de landing en de douane, en daar stond Lene mij op te wachten. Eerst eventjes de benen gestrekt en al wat bijgebabbeld bij een drankske. Er was afgesproken dat we zoals vorig jaar zouden overnachten in een hotel, maar Lene had voor een verrassing gezorgd: er was een vriend meegekomen, Hilton, en – niet onbelangrijk! – Hilton had een auto! En met die auto zijn we naar zijn huis gereden, ergens aan de rand van Salvador, zeker geen rijke buurt maar ook verre van een favela. Je zou kunnen spreken van moedige, hard werkende mensen uit de opkomende middenklasse, die jaar na jaar een tikkeltje meer welvaart verwerven. Zestien jaar geleden had zijn schoonvader een bouwval gekocht op een stukje grond, en daarna hadden zij samen geleidelijk aan een behoorlijk mooie woning voor twee gezinnen opgetrokken.

    Ondanks het gevorderde uur toch nog even een praatje en kennis gemaakt, het huis bewonderd waar zij terecht fier op waren, omdat er zoveel van hun eigen werk in stak ... En de zo mooie kerststal, die nog opgesteld stond! Dan naar bed en eindelijk rusten. Moe, maar overgelukkig omwille van die hartelijke, door en door oprechte gastvrijheid van Hilton en zijn vrouw Viviane.

    Maandagochtend een lekker Braziliaans ontbijt, met nogal wat fruit, en dan weer op weg, voor een busrit van ongeveer 350 kilometer, tot Mundo Novo, ... en daar stond Frans ons op te wachten. Nog even rijden, een kilometer ongeveer, en dan kon het eerste vertellement beginnen, een vertellement dat, laten wij bidden, nog enkele weken kan voortgezet worden; een tijd ook waarin ik hoop weer een aantal vrienden van vroeger te ontmoeten.

    ‘Sejam Bemvindos!’ Welkom!













    21-01-2011 om 22:06 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    20-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE AVOND VOORDIEN

    DE AVOND VOORDIEN

    Zaterdagavond, de valies, de rugzak en de handbagage zijn gemaakt en staan klaar. Ook mentaal lijkt de voorbereiding voor mijn tiende verblijf in het binnenland van Brazilië op punt te staan. Dat is nodig ook, omdat ook deze keer het bezoek aan Bahia niet echt een gewone vakantie is. Bij herhaling heb ik dat trouwens de voorbije dagen gezegd.

    Voortdurend krijg je inderdaad te horen: gelukzak, je mag weer in vakantie! En inderdaad voel ik mij een ‘gelukzak’, die een buitenkans krijgt om eens te meer in een totaal andere cultuur te mogen leven. Want ‘anders’ is het wel, en daardoor verzet het ook wel de zinnen als je leven een maand lang zo totaal verschillend is van de gewone dingen, die je anders dagelijks te doen hebt en doet. Maar vakantie, dat is toch wel iets anders. Vandaag zou ik het woord niet meer gebruiken voor mijzelf, maar bij mijn eerste reis naar hier was het meest geschikte woord ongetwijfeld: ‘cultuurschok’. En nu kan ik alleen maar zeggen: eigenlijk is het behoorlijk moeilijk om nauwkeurig weer te geven wat er die laatste avond in je omgaat, want de gevoelens op dat ogenblik zijn zo verscheiden en uiteenlopend.

    Geen gewone vakantie dus! Als je op vakantie vertrekt overheerst doorgaans de blijheid, de vreugde omdat het gewone alledaagse even doorbroken wordt. Zoals Fransen dat zo bondig en tegelijk zo plastisch kunnen zeggen: voor een maand weg uit de slenter van ‘metro, boulot, dodo’. En natuurlijk leeft dat ook sterk in je gemoed, als je weer eens de kans krijgt om voor een maand weg te trekken uit de gewone dagelijkse dingen. Maar een vertrek naar het binnenland van Brazilië is toch iets heel anders dan de auto instappen en vliegensvlug over de autostrades ‘á peage’ razen, om 14 uur later uit te stappen aan de Azurenkust. Anders ook dan een wat grootsere en luxueuze citytrip naar Salvador, de hoofdstad van Bahia, met over enkele weken weer zijn bruisend carnaval, en met zijn vele niet carnavaleske favelas, krottenwijken of slums, waar honger dagelijkse kost is en de grootste bestaanszekerheid de onzekerheid is, soms zelfs over de dag van morgen.

    Het binnenland van Bahia, dat is de armoede, die je aankijkt en bevraagt, het onrecht in de wereld ook, en veel meer nog de dagelijkse moed van ‘gewoon buitengewone’ mensen, die, in totaal andere omstandigheden dan wij gewend en verwend zijn, bouwen aan hun huizen, aan hun leven en als ze het wat beter hebben ook bonen en maïs verbouwen op een doorgaans minuskuul lapje grond in de ‘roça’, de weidse ruimte die je binnenrijdt of wandelt, zodra je het centrum verlaten hebt.

    Of het zijn de soms piepkleine huisjes in het centrum zelf, een deur, een raam en een muur in pastelkleur. En in dat raam zonder vensterglas ‘hangt’ dan veelal iemand naar buiten te kijken, wat er die dag zoal in de wereld, dat is Mundo Novo, gebeurt.

    En daarnaast zie je de voorbije jaren toch ook enkele meer positieve ontwikkelingen. Niet alle jonge mensen krijgen hier de kansen, die ze verdienen op basis van manuele of intellectuele vaardigheden, maar er is op dit vlak toch een gunstige ontwikkeling merkbaar. Meer dan vroeger zie je jonge mensen, en niet alleen uit de rijkere klasse, die ietwat meer kunnen studeren. Je ziet ook een aantal moedige jonge mensen, die tijdens de dag uit werken gaan, en dan ’s avonds door zelfstudie of een soort van ‘open universiteit’ toch een diploma trachten te bereiken. Alweer een teken van de onvoorstelbare moed die heel wat mensen opbrengen om na eeuwen van armoede, en alles wat daarmee gepaard gaat, aan die afschuwelijke vicieuze cirkel te ontkomen.

    En ja, dan is er natuurlijk het weerzien van mijn vriend Frans en zijn werk, en een nieuwe ontmoeting met zoveel andere hartelijke mensen, die deel van mijn leven en mij dierbaar werden.

    Hier, in het Noordoosten, leven die mensen bij wie ik behoor en bij wie ik mij het meest thuisvoel!













    20-01-2011 om 14:56 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    15-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG 16 JANUARI

    ZONDAG 16 JANUARI

    ‘LAM GODS, DAT DE ZONDEN WEGNEEMT’

    Na de kersttijd keren we terug naar de gewone zondagen. Week na week overwegen we wie Jezus is, en wat Hij voor ons betekent tot op vandaag.

    We hebben gezongen over vrede en toch lijkt dat weer allemaal zo ver weg. Het dagelijks nieuws gaat weer over onrecht en oorlog, en we kennen ook de kleine twisten in onze eigen, beperkte kring.


    Johannes de Doper zegt dat Jezus de zonden van de wereld wegneemt. Maar we zien daar niet veel van, denken we.

    Inderdaad, dat kan niet zonder onze bijdrage. Laten we daarom enthousiast en vol overtuiging de kant kiezen van dat ‘Lam van God, dat de zonden uit de wereld wegneemt.


    De volgende dag zag Johannes de Doper Jezus,
    terwijl die naar hem toe kwam.
    ‘Daar is het lam van God,’ zei hij,
    ‘diegene die de zonde van de wereld wegneemt.
    Hij is het van wie ik zei:
    ‘Na mij komt iemand die mijn meerdere is,
    want vóór mij was Hij er al.’

    Ikzelf wist niet wie het zou zijn,
    maar omdat Hij aan Israël
    moest worden geopenbaard,
    daarom ben ik komen dopen in water.’

    En Johannes getuigde verder:
    ‘Ik heb gezien hoe de Geest
    als een duif uit de hemel neerdaalde
    en op Hem bleef rusten.
    Ikzelf wist niet wie het zou zijn,
    maar Hij die mij gezonden had
    om te dopen in water, had mij gezegd:

    ‘Als je ziet dat de Geest op iemand neerdaalt
    en op Hem blijft rusten, dan weet je:
    Hij is degene die doopt in heilige Geest.’

    Ik heb het gezien, en mijn getuigenis luidt:
    dit is de Zoon van God.’
    (Johannes 1,29-34)


    ‘Lam Gods, dat wegneemt de zonden van de wereld.’ Het zijn woorden, die we goed kennen en toch blijven ze raadselachtig. Wat wil Johannes eigenlijk zeggen?

    Voor de Joden was het duidelijk. Al eeuwen wachten zij op de ‘Messias’, die elk kwaad in de wereld en in de mens zal weghalen en een begin zal maken met Gods koninkrijk. Jesaja had de dienaar van Jahwe aangeduid als een lam, dat lijdt voor de zonden van het volk. En Johannes zegt nu dat met Jezus die lang verwachte Messias gekomen is.

    Ook voor ons is Jezus die Messias. Wij geloven dat met Hem Gods Koninkrijk een aanvang heeft genomen. Jezus is de Redder van de wereld, omdat Hij een weg toont naar een wereld zoals God die wil. Zonden blijven zonden, maar een nieuw begin is mogelijk door vergeving in Gods naam. Voor Jezus is de mens niet gemaakt om ten onder te gaan aan zijn eigen kleinheid, maar om — ondanks alles — volop te leven.

    Dat wil Johannes zeggen. Het gaat niet om hem, maar om Jezus, die veel groter is en die met de heilige Geest zal dopen. Wij ontvingen die Geest, om mensen te worden die naar die Geest willen leven. Gods Geest is niet alleen een kostbaar geschenk, het is ook een grote opgave. Onze manier van leven zou vragen moeten oproepen. En het antwoord ligt bij Jezus en het koninkrijk van God, dat wij mee willen uitbouwen. Als mensen aan ons zien dat God vreugde schenkt, zullen zij naar die God op zoek gaan.

    Wij zullen meer op Jezus lijken en mensen zullen bij ons een sprankel van Gods Geest zien. Wij zullen niet álle zonden uit de wereld wegnemen, maar we kunnen de wereld mooier maken. Mensen zullen in ons hopelijk iets van God ontdekken. Dat mag ons blij maken. Omdat we door onze liefde mensen laten proeven van die andere ‘Liefde’, die we met een hoofdletter schrijven.



    Wie voor God openstaat,
    staat op een heel andere wijze
    tussen de mensen…

    Wie openstaat voor de mensen,
    staat op een heel andere wijze
    tegenover God…

    Wie voor God en de mensen openstaat,
    staat op een heel andere wijze
    tegenover zichzelf…

    …op een heel andere wijze,
    dat wil zeggen:
    zoals Jezus Christus:
    vrij, bevrijd, bevrijdend…

    Christelijk noemen wij dat:
    naar de wijze waarop Hij mens was.

    (vrij naar Ward Bruyninckx)

    ---

    De volgende weken zal deze blog minder regelmatig bijgehouden worden, omdat ik nogmaals bij mijn vrienden in Brazilië mag verblijven. Ik hoop evenwel af en toe een treffende ervaring te kunnen delen.

    Omer





    15-01-2011 om 09:35 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    08-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG 9 JANUARI

    ZONDAG 9 JANUARI 2011

    DOOPSEL VAN JEZUS IN DE JORDAAN

    Vandaag ontmoeten we opnieuw Johannes de Doper. In de advent riep hij ons op om ons te bekeren,nu doopt hij mensen in de Jordaan.


    Wanneer ook Jezus door hem gedoopt wordt,gaat de hemel open en klinkt er een stem:`Dit is mijn geliefde Zoon,in wie Ik vreugde vind.'

    Mocht God datzelfde over ons kunnen zeggen:‘Jullie zijn mijn geliefde kinderen in wie Ik vreugde schep.’

    Laten we in deze winterse, winderige dagen dus alle donkere wolken wegblazen.

    In die tijd kwam Jezus uit Galilea
    naar Johannes bij de Jordaan
    om zich door hem te laten dopen.


    Johannes probeerde Hem tegen te houden.
    Hij zei:
    `Ik zou door U gedoopt moeten worden,
    en U komt naar mij?'

    Jezus gaf hem ten antwoord:
    `Laat nu maar,
    want zo behoren wij
    de gerechtigheid volledig te vervullen.'
    Toen liet hij Hem begaan.


    Toen Jezus gedoopt was,
    kwam Hij meteen uit het water.
    En zie, daar opende zich de hemel voor Hem
    en Hij zag de Geest van God
    als een duif neerdalen
    en op Hem neerkomen.


    Er kwam een stem uit de hemel, die zei:
    `Dit is mijn geliefde Zoon,
    in wie Ik vreugde vind.'
    (Matteüs 3,13-17)

    Ook bij Lucas vinden we dit verhaal over het doopsel van Jezus in de Jordaan, maar Lucas laat de Doper iets uitvoeriger aan het woord: ‘Ik doop met water’, zegt Johannes, ‘maar Hij, Jezus, zal jullie dopen met de Heilige Geest en met vuur.’

    We mogen die woorden van Johannes gerust zo verstaan: ‘Mijn doopsel is wel bedoeld als teken van bekering, maar je kan daarbij heel goed doen alsof. Je stelt een uiterlijk gebaar, maar binnenin ben je heel anders. Je kan je laten dopen voor het oog van de mensen. Je veinst bekering en speelt een heel gemeen rolletje. Misschien denk je wel dat God je niet echt kent. Dat Hij het verschil niet ziet tussen wat je uiterlijk doet, en wie je werkelijk bent, binnenin. Weet je dan niet dat Hij hart en nieren doorgrondt? Dat Hij je door en door kent?’

    Hoe anders is het doopsel dat Jezus toedient. Geen schone schijn of mooie rolletjes. Zijn doopsel verandert alles. Hij doopt met de Heilige Geest! En dan moet je breken met de wereld en zijn wijsheid. Er is geen middenweg: het is ofwel de Heilige Geest, ofwel de geest van deze wereld. Als die Heilige Geest je doordringt, dan wordt alles anders.

    Dan moet je tegen stroom roeien, want de wereld lokt met valse goden, van eigenbelang en eigen goestinkjes, ten koste van wat ook, ten koste van wie ook. Maar je moet kiezen: het is de grote God of de kleine godjes.

    ‘Hij doopt ook met vuur’, zegt Johannes. Die Heilige Geest laat je niet koud: je zal vurig en enthousiast die nieuwe weg van Jezus gaan!

    Omwille van dat alles haken vele mensen af en dat doet pijn. Maar als de Kerk de ware Heilige Geest volgt, kan zij mensen aantrekken, die openstaan voor 'wat waar en edel is, rechtvaardig en zuiver, kortom voor alles wat deugd heet en lof verdient'.

    En die mensen zullen door hun enthousiasme ook aanstekelijk zijn. Zij zullen het vuur in hun hart ook blijmoedig doorgeven.


    Droom met de hand aan de ploeg.

    Droom van vriendschap voor de rest van je dagen.
    Droom van afwezigheid van alles wat scheidt.

    Droom van een leven in goede gezondheid.
    Droom dat armoede niet meer bestaat.

    Droom van het beste voor heel je familie.
    Droom van een tijd zonder oorlog en strijd.

    Droom dat het goede gedaan kan worden.
    Droom van zorg voor de wereld en elkaar.

    Droom van de liefde en droom van de vrede.
    Droom dat gerechtigheid overal heerst.

    Maar als je droomt, droom dan niet in je bed.
    Droom met de hand aan de ploeg.

    En bid, dat God je kracht geeft, genade en moed,
    te bidden, te werken en te sterven voor je droom.

    (Zuid-Afrika)





    08-01-2011 om 14:33 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    04-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    KERSTLIED

    Nu zal het wel gauw gaan sneeuwen,
    dan worden de wegen wit.
    Dan rijden de drie kamelen,
    waarop elk een koning zit,
    door een woestijn van eeuwen,
    vol boosheid en gevit.


    De herders liggen bij nachte,
    te waken op het veld,
    bij hun schaapjes met witte vachten.
    Een engel heeft hun verteld,
    dat Jezus niet langer kan wachten,
    want de wereld moet hersteld.


    Wat herders en koningen hopen,
    het maakt gering verschil:
    men kan het geluk niet kopen,
    maar voor mensen van goede wil,
    gaat de hemel eenvoudig open,
    en dan wordt alles stil.


    Alleen wie het kwade begeren,
    die mogen niet binnengaan,
    de hemel is daar voor wie leren
    de goedheid te verstaan,
    die de mensen door ons ontberen,
    als wij hebben kwaad gedaan.


    Door een woestijn van eeuwen
    vol boosheid en gevit
    rijden de drie kamelen
    waarop elk een koning zit.
    Nu zal het wel gauw gaan sneeuwen
    en dan wordt de wereld wit.

    (Anton van Duinkerken)







    04-01-2011 om 14:28 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    01-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG 2 JANUARI

    ZONDAG 2 JANUARI 2010

    FEEST VAN DE OPENBARING

    Driekoningen! De wijzen uit het Oosten volgden een ster… het was hun houvast.

    Ook wij zoeken houvast in ons leven, sterren, die ons de goede richting wijzen. En die licht en warmte geven als duisternis en kou in ons de overhand hebben. Of die voor rust en vrede zorgen als we onzeker zijn.

    Wij hopen op wondere dingen, die ons iets van God laten vermoeden en ons dichter bij Hem brengen .


    Toen Jezus te Betlehem in Juda geboren was,
    ten tijde van koning Herodes,
    kwamen er te Jeruzalem Wijzen uit het oosten en vroegen:
    ‘Waar is de pasgeboren koning der Joden?
    Want wij hebben zijn ster in het oosten gezien
    en zijn gekomen om Hem onze hulde te brengen.’

    Toen koning Herodes dit hoorde werd hij verontrust
    en heel Jeruzalem met hem.
    Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk bijeen
    en legde hun de vraag voor
    waar de Christus moest geboren worden.

    Zij antwoordden hem:’Te Betlehem in Juda.
    Zo immers staat er geschreven bij de profeet:
    En gij, Betlehem, landstreek van Juda,
    gij zijt volstrekt niet de geringste onder de leiders van Juda,
    want uit u zal een leidsman te voorschijn treden,
    die herder zal zijn over mijn volk Israël!’

    Toen ontbood Herodes in het geheim de Wijzen
    en hij vroeg hun nauwkeurig naar de tijd
    waarop de ster verschenen was.
    Daarop zond hij hen naar Betlehem met de opdracht:
    ‘Gaat een zorgvuldig onderzoek instellen naar het Kind,
    en wanneer gij het gevonden hebt, bericht mij het dan
    opdat ook ik het hulde kan gaan brengen.’
    Na de koning gehoord te hebben vertrokken zij.

    En zie,de ster die zij in het oosten gezien hadden, ging voor hen uit
    totdat ze boven de plaats waar het Kind zich bevond
    stil bleef staan.
    Op het zien van de ster werden zij vervuld van overgrote vreugde.

    Zij gingen het huis binnen,
    zagen er het Kind met zijn moeder Maria
    en op hun knieën neervallend betuigden zij het hun hulde.
    Zij haalden hun schatten te voorschijn
    en boden het geschenken aan:
    goud, wierook en mirre.

    En in een droom van Godswege gewaarschuwd
    niet meer naar Herodes terug te keren,
    vertrokken zij langs een andere weg naar hun land.
    (Matteüs 2, 1-12)


    ‘WAAR IS DE PASGEBOREN KONING?

    We spreken altijd van Driekoningen, maar eigenlijk heet het feest vandaag: ‘de openbaring van de Heer’,God toont zich aan mensen. De wijzen vonden Hem door een ster te volgen. En wij?

    Wie God is, zien we natuurlijk het best in Jezus: vooral in Hem heeft God getoond WIE Hij is, HOE Hij is. Daarom is de stille, biddende overweging van de woorden van en over Jezus zo belangrijk.

    Maar er is meer: Hij komt tot ons gans onverwacht, in duizend, duizend dingen. Het is nu volop winter maar de lente vertelt het verhaal van Jezus: het leven is goed en het leven is sterker! En de avondrust kan méér dan puur natuur zijn: als de ziele luistert, spreekt het al een taal dat leeft.

    Maar meer dan de natuur, zijn goede, milde mensen teken van God, want God IS Liefde. Je kan beter in Zijn Liefde geloven, als je de warmte van de liefde ook hier mag voelen. En voor mensen, die op ons rekenen kunnen wij zo goed als God zijn. Ook zij zijn sterren, wegwijzers naar Hem toe.

    Openbaring! Hij toont zich in zoveel dingen. Er is een dieper verhaal achter het directe verhaal van de onmiddellijke beleving. Het kleine prinsje zei het al: ‘het wezenlijke is onzichtbaar voor de ogen, het wordt slechts gezien met het hart.’ En ook Franciscus zong zijn Zonnelied, zijn loflied op Gods Schepping en Heerlijkheid toen hij reeds zo goed als blind was.

    Maar als ons hart niet openstaat, klopt God vergeefs aan de deur. Moge die genade ons gegeven zijn: dat we toegankelijk zijn voor wat echt wezenlijk is: Gods nabijheid, zoals Hij ook hier en nu tot ons komt.


    Ik wens dat je net als de herders
    voor niets hoeft te vrezen,
    dat je van onrust mag genezen
    en dat je in kinderogen
    Gods vrede mag lezen.

    Ik wens dat je net als de wijzen
    je moedig op weg durft bewegen,
    dat je iets van je gaven zal geven
    en dat je verbonden met velen
    hoopvol zal mogen leven.

    Ik wens dat je net als Jezus' leerlingen
    met moed en inzet mag werken,
    mensen in nood mag bemerken
    en dat je bij velen 't vertrouwen
    kan helpen versterken.

    Ik wens dat in je eigen hart in het komende jaar
    een redder mag wonen om zo van binnenuit
    aan ieder mens Gods liefde te tonen.





    01-01-2011 om 18:44 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    31-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.NIEUWJAAR

    NIEUWJAAR

    FEEST VAN MARIA, DE MOEDER GODS

    Op deze nieuwjaarsdag vieren we in de kerk Maria, als de moeder van God .

    Ook vandaag zegt het evangelie van haar: ‘zij bewaarde al deze woorden in haar hart en overwoog ze bij zichzelf.’

    Het is een lesje voor ons in deze haastige, drukke tijd die er zo moeilijk toe komt om de dingen wat dieper te laten doorsijpelen.

    Moge dit jaar ons wat onthaasting brengen, zodat we méér en beter horen, méér en dieper zien, opdat de rijkdom van zovele ervaringen daadwerkelijk kan doordringen tot in het diepste van ons hart.


    'Moge de HEER
    u zegenen en u beschermen,

    moge de HEER
    het licht van zijn gelaat over u doen schijnen
    en u genadig zijn,

    moge de HEER
    u zijn gelaat toewenden en u vrede geven.’
    (Numeri, 6, 22-27)


    In die tijd haastten de herders zich naar Betlehem
    en vonden Maria en Jozef
    en het pasgeboren kind,
    dat in de kribbe lag.

    Toen ze dit gezien hadden
    maakten ze bekend
    wat hun over dit kind gezegd was.

    Allen die het hoorden stonden verwonderd
    over hetgeen de herders hun verhaalden.

    Maria bewaarde al deze woorden in haar hart
    en overwoog ze bij zichzelf.

    De herders keerden terug,
    terwijl zij God verheerlijkten en loofden
    om alles wat zij gehoord en gezien hadden;
    het was juist zoals hun gezegd was.

    Toen de acht dagen voorbij waren
    en men het kind moest besnijden
    ontving het de naam Jezus,
    zoals het door de engel was genoemd
    voordat het in de moederschoot werd ontvangen.
    (Lucas 2,16-21)


    In Gods handen geborgen,
    beschut en beschermd;
    Hij zal voor je zorgen,
    Hij heeft zich ontfermd.

    In Gods handen geborgen,
    in weer en in wind;
    daar voel je je veilig,
    geliefd als zijn kind.

    In Gods handen geborgen,
    daar voel je je goed;
    met vreugde gedragen,
    omgeven met moed.

    In Gods handen gedragen,
    daar lijk je wel klein;
    je mag als Maria,
    Jezusdrager zijn.

    In Gods handen geborgen,
    als hoopvolle mens;
    met uitzicht op morgen,
    is wat ik wens.

    In Gods handen geborgen,
    een heerlijk gebaar;
    Hij geve je vrede,
    in het komende jaar.

    Bron: Kerk & Leven



    Een gebed op Nieuwjaarsdag


    Heer, open mijn lippen
    opdat mijn mond uw lof verkondigt
    en goede woorden vindt voor anderen.

    Heer, open mijn ogen
    opdat ik uw heerlijkheid aanschouw
    maar ook de nood van mensen zie.

    Heer, open mijn oren,
    opdat ik uw woord mag verstaan
    en de kreet van de armen hoor.

    Heer, open mijn gehele gelaat
    waarmee ik naar U toegewend leef
    en allen op een open wijze benader.

    Heer, open mijn hart
    opdat ik ruimte maak voor U
    en een goed gevoel voor alle mensen.

    Heer, open mijn handen
    opdat ik de rijkdom van het leven vat
    en rijk ben in het geven.

    Heer geef dat ik uw vrede mag ervaren
    en uw woord van vrede
    naar alle mensen brengen kan.

    Heer, maak dit jaar
    tot een jaar van Vrede en Geluk.

    Zalig en gelukkig Nieuwjaar











    31-12-2010 om 16:50 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    28-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    HEILIGE ONSCHULDIGE KINDEREN

    Een ster hangt glanzend

    voor hen die honger hebben

    Een ster hangt glanzend boven het heelal.
    Onder de sneeuw van het maanlicht
    ontwaakt het dal.

    Maar de aarde kraakt
    onder de hoefslag van vuur en honger
    in het vlijmscherpe mes van de wind.

    Voor de honger van Herodes beven de moeders,
    zij beven voor de roofdierogen van de nacht
    en voor het zwaard van vuur
    dat duizenden heeft omgebracht.

    Ergens in de wereld schreit een kind
    ontelbare winters lang
    schreit een kind van kou en verdriet.
    Maar wij horen het niet.
    Wij werden doof en blind:
    een rots van goud waaronder wij schuilen
    midden de mieren
    binnen de schimmen van onze schuld.

    Ontbind het goud dat ons omhult,
    breek onze trots
    en breek het zwaard
    waarvoor de moeders beven.
    Doorstraal ons met de gloed,
    die Uw genade openbaart.

    Pieter G. Buckinckx

    ‘Er klonk een stem in Rama,
    luid wenend en klagend.
    Rachel beweende haar kinderen
    en wilde niet worden getroost,
    want ze zijn er niet meer.’
    Matteüs 2,18









    28-12-2010 om 09:55 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 22/05-28/05 2023
  • 15/05-21/05 2023
  • 08/05-14/05 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 24/04-30/04 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 27/12-02/01 2022
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 27/07-02/08 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 08/06-14/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 20/09-26/09 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 02/08-08/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 12/07-18/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 14/06-20/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 28/11-04/12 -0001

    Blog als favoriet !

    Categorieën
  • Dagboek/bedenkingen (1617)


  • Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!