The Lover
Her eyes and the tattoo on her hands are
Palestinian, Her name, Palestinian, Her dreams and sorrow, Palestinian, Her kerchief, her feet and body, Palestinian, Her words and her silence, Palestinian, Her voice, Palestinian, Her birth and her death, Palestinian.
Mahmoud Darwish
mooi, mooi, de post-it van vandaag! wat een immense liefdesverklaring!
de palestijnse dichter mahmoud darwich (1942) is een van de grootste hedendaagse dichters in de arabische wereld. ik bewonder hem enorm. meer dan van zijn louter politieke gedichten hou ik van murale (de muur), een heel lang gedicht met mystieke en metafische connotaties.
enige jaren geleden heb ik de moeite gedaan dit sublieme werkstuk (meer dan 1500 verzen, meer dan 9000 woorden) helemaal van uit het frans naar het nederlands te vertalen. het is een uitzonderlijke tekst, dromerig en lyrisch, met duidelijke sporen van zeer oude teksten als het hooglied uit de bijbel of het gilgamesjepos.
alhoewel m.d. de bedoeling had een gedicht te schrijven over de dood, blijkt murale achteraf een hymne aan het leven te zijn!
ik noteer hier enkele schitterende fragmenten, in eigen vertaling dus, uit murale*. de verzen deinen uit naar de oneindigheid - haal even diep adem en verorber deze verrukkelijke regels met kleine hapjes:
1.
Op een dag zal ik zijn wat ik wil zijn.
Op een dag zal ik een idee zijn dat geen enkel zwaard
zal dragen
Naar het verlaten land, geen enkel boek ..
Een gelijkaardig idee in de regen op een berg
Gespleten door de groei van een grasspriet
En de kracht zal niet gewonnen hebben
Noch de vluchtige rechtspraak.
Op een dag zal ik zijn wat ik wil zijn.
Op een dag zal ik een vogel zijn, en van uit mijn
niets
Zal ik mijn leven putten. Iedere keer als
mijn vleugels opbranden,
Kom ik de waarheid dichterbij en ik word
Uit de as opnieuw geboren.
Ik ben de dialoog der dromers.
Ik heb mijn lichaam en mijn ziel afgezworen
Om mijn eerste reis der zinnen te verwezenlijken.
Maar hij verzengde me en verdween.
Ik ben de afwezigheid. Ik ben de hemelse
Opgejaagde.
Op een dag zal ik zijn wat ik wil zijn.
Op een dag zal ik dichter zijn.
En het water zal zich onderwerpen aan mijn
helderziendheid.
Metafoor van de metafoor alleen mijn tong
Want ik zeg noch wijs
Een plaats aan. En die plaats is mijn zonde en mijn
alibi.
Ik ben van daar.
Mijn hier springt van mijn stappen naar mijn
verbeelding ..
Ik ben wie ik was, wie ik zal zijn
En de oneindigheid maakt me en doodt me daarna.
Op een dag zal ik zijn wat ik wil zijn.
Op een dag zal ik een wijngaard zijn.
Aan de zomer van me te persen zonder dralen,
Aan de voorbijgangers mijn wijn te drinken
Op de luister van de gesuikerde plek!
Ik ben de boodschap en de boodschapper,
De kleine adresjes en de brieven.
Op een dag zal ik zijn wat ik wil zijn.
2.
Wees op je hoede voor de
ochtend en leef het leven, op het moment.
In een vrouw die je
liefheeft,
Leef voor je lichaam, niet
voor je illusie
En wacht op het kind dat in
jouw plaats je ziel zal dragen.
Want de eeuwigheid zetelt
in de afkomst.
En alles is zinloos en
vluchtig
Of vluchtig en zinloos.
Wie ben ik?
De Zang der zangen
Of de Wijsheid van de
Prediker?
Jij en ik zijn mij.
En ik ben dichter
en koning
En wijs op de rand van de
put.
Geen wolk in mijn hand
Noch elf sterren
Op mijn tempel.
Mijn lichaam is mij te smal
geworden
Mijn eeuwigheid is mij te
smal geworden
En mijn morgen
Troont, zoals de kroon van
het stof,
In mijn zetel.
Ijdelheid, ijdelheid der
ijdelheden
ijdel.
Alles op deze aarde is
vluchtig.
Winden uit het noorden, de
winden,
Winden uit het zuiden, de
winden.
De zon komt in zichzelf op
De zon gaat onder in
zichzelf.
3.
En mijn naam, die
samengesteld is uit vijf horizontale letters,
Behoort mij toe, ook als ik
hem verkeerd zou uitspreken:
De mîm van de liefdesgek,
van het weeskind,
van wie het verleden is
gerealiseerd,
De bâ van de tuin, van de
geliefde,
van de twee verslagenheden
en de twee pijnen,
De mîm van de avonturier,
van hij die ziek is van verlangen,
van de uitgewezene
klaargemaakt voor en voorbereid
op zijn aangekondigde dood,
De waw van het afscheid,
van de mediane roos,
van de verlichting door de
geboorte waar zij geschiedt,
van de belofte van de
vaders en de moeders,
De dâl van de gids, van de
weg, van de traan van een ineengestort huis
en van een mus die me
liefkoost en bebloedt,
Die naam behoort mij toe
En hij hoort toe aan mijn
vrienden, waar zij zich bevinden,
En mijn tijdelijk lichaam,
aanwezig of afwezig, behoort mij toe
Twee meter van deze turf
zal vanaf nu volstaan
Een meter vijfenzeventig
voor mij
En de rest, voor de bloemen
met de slordige kleuren
Die mij langzaam zullen
opdrinken. En wat mij toebehoort
Behoort mij toe, mijn
verleden, en wat mij zal toebehoren,
Mijn verre ochtend en de
terugkeer van de verloren ziel.
Alsof niets geweest is.
Alsof niets geweest is.
Niets dan een lichte
kwetsuur
Aan de arm van het absurde
heden
En de geschiedenis lacht
zijn slachtoffers uit
En zijn helden
Zij werpt hen een blik toe
en gaat voorbij
Deze zee behoort mij toe
Deze vochtige lucht behoort
mij toe.
En mijn naam,
Ook als ik mijn naam,
gegrift op mijn graf
Verkeerd zal uitspreken,
Mijn naam behoort mij toe.
Maar ik, vanaf nu vol van
alle redenen tot vertrek, ik,
Ik behoor mij niet toe,
Ik behoor mij niet toe,
Ik behoor mij niet toe
* murale, poeme traduit de l' arabe (Palestine). par Elias Sanbar, Mondes Arabes, Actes Sud, 2003. p.8/10, p.44, p.51
|